Ga direct naar de content

Jrg. 12, editie 618

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 2 1927

NOVEMBER 1987

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economisch-Statistische

Beri*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANÇIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

12E
JAARGANG

WOENSDAG 2 NOVEMBER1927

No. 618

INHOUD.

Blz.
HANDEL EN BEDRIJF VAN NEDERLAND IN DE EERSTE
NEGEN MAANI)EN VAN
1927
II door
W.
G. H. van der

Zweep
………………………………. …..

96’2
De Financieele verhouding tusschen Rijk en Gemeenten
111 (Slot) door
Prof. Mr. Dr. J. van der Grinten …. 967
De ,,Rheintag” te Duisburg door
Jan Schilthuis ……989
De Handel van China gedurende het jaar
1926
door
Thos. T. H. Ferguson ……………………….971
Amerikaansche Loontheorie door
J. Ratté…………973
De invloed van de Dawes-betalingen op het Economisch
leven van Duitschiand door
E. F. Philipp
met Na-
schrift door
Gerlof Verwey ………………….974
BUITENLANDSOHE MEDEWERKING:
Het Fransch-Duitsche handeisverdrag. De moeilijk.
heden met de Vereenigde Staten door
Prof. B.
Nogaro
………………………………..
975
AANTEERENINGEN:
Prijsvraag van de Nederlandsche Organisatie van
Accountants…………………………….
976
Kosten van het levensonderhoud bij arbeidersgezinnen
en gezinnen van meergegoeden te Amsterdam….
977
lVr,AANDCIJFERS:
Giro-omzet bij De Nederlandsche Bank …………
978
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN …………….
978-984
Geldkoersen.

Bankstaten.

Goederenhandel.
Wisselkoersen.

1
Effectenbeurzen.

Verkeerswezen.
INSTITUUT VOOR ECONOMISC IIE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpatra.

ECONOMISCIJ-5TATJ57’JSC IIE BERiChTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES.
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Air. L. R. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. E. Moresco;
Air. Dr. L. P. H. Regout; Dr. E. van Welde’ren Baron
lengers; Prof. Air. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis; Air.
Q. J. Terpstra, Prof.
Air.
F. de Vrie8.
Gedelegeerd lid: Prof. Air. Dr. G. Af. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: S. Posthuma.
Secretariaat: Pieter de Iloochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.

Abonnemen.tsprïjs voor het weekblad franco p. p.
in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont-
vangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot. terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postch.4que.
en
giro-
rekening No. 6729.

31
OCTOBER
1927

in den toestand van de geldmarkt ‘kwam weinig ver-

andering. Het aanbod van geld bleef gering. In het

midden’ der week was het. aanbod iets grooter, zoodat

verschillende posten wissels voor 4/io pOt. konden
worden ondergebracht en callgeld tot 3
3
/4
pOt, kon

terugloopen. Maar de meeste geldgevers ‘onthielden

zich op deze koersen en bij het naderen van den ultimo

werd de vraag naar geld weder veel grooter. Particu-

lier ‘disconto steeg weder op 4
°
/
I6
pOt. en cail geld no-

teerde 4% â 4% pOt. De prolongatierente schommelde

de ‘geheele week omstreeks 5 pOt.

* *
*

Op de balans van De Nederlan’dsche Bank komt dui-

delijk de invloed van de maandwisseling aan dan dag.

De post binnenlandsche wissêls blijkt met
f
3,3 mii-
lioen te zijn toegenomen; de beleeningen geven een

vermeerdering’ van
f
18,1 millioen te zien. Het rente-
loos voorschot aan het Rijk steeg van
f
7,9 millioen
tot
f
12,3 millioen.

De gou’dvoorraad bleef op dezelfde hoogte. De post
zilver daalde met
f
300.000. Het hoofd papier op het buitenland toont een stijging van
f
15,9 millioen,
ter-
wijl de diverse rekeningen op de actiefzijde der balans
een vermeerdering van
f
7,3 millioen te zien geven.
Blijkbaar heeft de ‘bank dus ook in de afgeloopen week
weder vrij
belangrijke
bedragen aan buitenlan’dsche
valuta nangekocht.

De hinnenlandsche circulatie klom met
f
47,6 mii-
lioen. De rekening-courantsaldi blijken met
f
0,8 mii-
lioen te zijn verminderd. Het beschikbaar metaalsaldo
noteert
f
10 millioen lager dan verleden week, liet

dekkingspercenta’ge bedraagt ruim 46.

* *
*

De wisselmarkt, was zeer flauw. Vooral Marken wa-

ren sterk aangeboden. Geopend op 59,35, werd Woens-

‘dag voor 59,21 verhandeld. Dollars daalden van 2,48
7
f16
tot 2,48
1
11e
en Pon’den van 12,10% tot 12,08%. Aan het

einde ‘der week kwam er een einde aan de ‘daling. Mar-

ken waren vooibijgaand zelfs belangrijk beter en wer-

den weder voor 59,30 verhandeld. Het slot was echter

voor alle wissels’ weder flauw.

LONDEN,
31
OCTOBER
1927.

De geldmarkt was gedurende ‘de geheele vorige week

schaarsch van fonds voorzien. Uit den weekstaat van

‘de Bank ‘van Engeland bleek dan ook, dat ‘de particu-

liere deposito’s, waarin de saldi van de clearing ban-
ken ‘zijn opgenomen, tot het ongewoon lage peil van

90 millioen pond sterling waren gedaald. Blijkbaar ‘had

dus de Bank van Engeland als een speciale disconto-

‘steuntransactie een veel groo’ter bedrag uit de markt

genomen tegen ‘wissels dan de markt had gerealiseerd.

Disconto, dat aanvankelijk eenigszins flauw gestemd

was, reageerde onmiddellijk op de publicatie van bo-

rvengenoemden weekstaat met eene verstij’vin’g tot
45/16

—%
pOt., terwijl de schatkistwissels Vrijdag tegen een

fractie on’der 4% pOt. werden toegewezen.

lieden, den laatsten dag der maand, was gel’d tot

vrij hooge prijzen (5 â 5% pOt.) zeer gezocht,; een ma-

tig bedrag werd van de Bank van Engeland ‘geleend.

962

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 November 1927

HANDEL EN BEDRIJF VAN NEDERLAND

IN DE EERSTE NEGEN MAANDEN
.VAN 1927.

H.

De groots goederen groepen.
De handelsbeweging Januari—September 1927.

Het toenemeil of verminderen ten opzihte van 1926 is
hierin tussehen ( ) vermeld.

Invoer

Uitvoer Millioentallen

Millioentallen
Goederengroepen
Gewicht

Waarde

Gewicht

Waarde
KG.

Gulden
1

KG.

1
Gulden

1. Levende dieren
5.8 (-2.5)
2.6 (-0.7)
25
(+
17)
15
(+
10)
2. Voedingsmidd.
onbewerkte ..
2.297 (f206)
359 (+6.7)
1.150 (+192)
279
(+
48
fabrikaten….
€96 (-157)
118 (— II) 804 (— 37)
315
(+
9.7
3. Grondstoffen
dierlijke
89
+
11
84
+
16
84
(+
27
41
+
I2
plantaardige..
2.077 +2.4
345 —12
369
(-1–
88
120
+
20
C.
minerale

..:..
12.594 +151
1+1611

243 +8.5
6.132(-1.294
93

6.7
3.787
720
+
37)
1.880 (+146
499
+
38
6. Andere goederen
(voorn. bloembol-
len, bloemenen

4.

Fabrikaten
……..

29 (— 19)
4 (+0.7)
55(-l-6.9)
41
(+

1)

planten)

……..

Gezamenl.

in-

en
uitv.,

zonder

goud
en

zilver

………..
21.575 (+353)
1.876 (+44)10.500
(-852)
1.403 (+
1
33)

Van elk van de drie goederengroepen van de .han-
deisstatistiek, welke edu uitvôerover.schot laten, was

dit thans grooter dan verleden jaar. Het overschot
van groep 1,
,,levende dieren”,
steeg van
f
1,95 tot

f
13 millioen, doordat de invoer met
f
700.000 daalde
en de uitvoer met
f 10
millioen steeg; .dit laatste als
gevolg van den aanmerkelijk toegenomen uitvoer van

paarden, koeien, varkens en .hoenders. Het uitvoer-

overschot van groep 2’b, ,,in fabrieken bereide vos-
dir&gsniiiddelen”,
steeg van
f
175 tot
f
196 millioen.
Van deze groep daalde de waarde van den invoer met

f
11 millioen en steeg die van den uitvoer met
f
9,7

millioen, alhoewel het gewicht daalde. Op den uit-

voer, en voor zoover daarmede samenhangend, ook op den invoer, zal bij het bespreken van den uitvoer

van fabrikaten worden teruggekomen, zoodat Ijhans

moge worden volstaan met erop te wijzen, dat het da-
len van den invoer voor een aanzienlijk deel uit den
minder grooten invoer van veekoek moet worden ver-

klaard – hetgeen, daar de toestand van de veehouderij beter is dan in 1926, op een grooter verbruik van bie-
nenlandsche veekoek wijst – en voorts uit den ver-
minderden invoer van ruwe en geraffineerde suikei,
welke weliswaar met een geringe daling van de voort-

brenging van suiker hier te lande gepaard ging, doch

tevens met een
stijging
van het verbruik. De schom-

melin.g van het uitvoersldo van groep 6,
,,andere goe-

deren”,
hangt in het bizonder met, den uitvoer van

bloembollen samen.
Thans de groepen met een invoeroveTsohot.
De waarde van den invoer van groep 2a,
,,onbe-

werkte voedingsmiddelen”,
steeg met
f
6,1 millioen

de waarde van .den uitvoer met
f
48 millioen en

als gevolg daarvan daalde het invoeroverscho’t van
f
121

tot
f
19 millioen. De stijging van den invoer komt
voor een groot deel voor rekening van den invoer van maïs ten behoeve van den grooteren veestapel, terwijl

‘het stijgen van den prijs van cacao en sinaasappelen
de waarde van den invoer hiervan deed toenemen, al-

hoewel het gewicht daalde. Het dalen van den invoer

van. tarwe, ‘bij gelijktijdig toenemen van den invoer van tarwemeel, het verminderen van den invoer van
ongepedde rijst en van koffie maken een on’bevredigen-

den indruk. De hoogere waarde van den uitvoer van
groep 2a vindt haar ooizaalc in het toenemen van den uitvoer vain versoh en gezouten varkensvleesch, pure
lard, eieren, tomaten, uien en komkommers, alleuit-voerartikelen bij uitnemendheid, de waarde van den
uitvoer van kool en peen daalde, al:hoewel het. .gewicht

van de laatste steeg. Het beeld van de handelsbeweging van de !belang
rijke groepen van de
grondstoffen is
aldus:

Groep 3a. Grondstoffen van dierlijke herkomst.
De invoer steeg met
f
16 millioen, de uitvoer met

f
12 millioen en het :invoeroverschot nam mitadien
van
f
39 tot
f
43 millioen toe. De invoer steeg van

talk, wol, gedroogde exotische en Java-huiden, kal-

verhuiden en nam af van gezouten exotische en run-
derhuiden. De uitvoer van wol en
vrijwel
alle soorten

huiden steeg.

Groep 3’b. Grondstoffen van plantaardige her-
komst.

Do invoer daalde mat
f
12 millioen, de uitvoer

steeg met
f
20 millioen en het invoeroverscho’t, daalde

mitsdien van
f
257 tot
f
225 mjllioen. De invoer
steeg van sisal, hout en jute garens en nam af van

oliehoudende grondstoffen, fijne en groente-zaden,

katoen (het gewicht steeg), kina, coca, rubber, ruwe

katoenen garens (‘het gewicht steeg) en ttbak. De

uitvoer van kanariezaad, vlag, rubbe.r, aardappelmeel,
cacaoboter en kunstzijde nam toe, waarbij het gewicht

van de cacacboter daalde; de uitvoer van maanzaad,
kanariezaad, kina en coca daalde.

Groep 3c. Grondstoffen van minerale herkomst.

De invoer steeg met
f
8,5 millioen, de uitvoer daalde
met
f
6,7 millioen en het invoeroverschot steeg mits-

dien van
f
135 tot
f
151 millioen. De invoer steeg

van ijzererts, pyriet, cement, plaatijzer en ruw fosfaat

en nam af van steenlool, zinkerts, wa.lsdraad, koper
en lood. De uitvoer steeg van cokes, ruw ijzer, half-
fabrikaten uit ijzer en oud ijzer; het dalen van den

uitvoer van steenkool werd reeds besproken.

Het ligt voor de hand, dat hier alleen de zeer in
het oog vallende verschuivingen konden worden ver-

meld. Daarmede rekening houdende, is het ‘beeld van

dit onderdeel van de han’delsbeweging niet ongun-
stig. De groote behoefte aan huiden in het buiten-
land, gevoegd bij den over het geheel toegenomen uit-

voer van leder en lederwerk, wijzen er op, dat de

lagere invoer van eenige soorten van huiden iiiet
door minder groote behoefte van de nijverheid wordt veroorzaakt. De beteekenis van het dalen van den in-

voer van oliehoudende ruwe stoffen laat zich moeilijk

vaststellen, doordat een groot deel hiervan bestemd
is voor oliëslagerjen van groote bedrijven, welke hier
en in het buitenland margarinefabrieken bezitten en,
al nasr het voordeeligat uitkomt, grondstoffen, olie

of margarine in- en uitvoeren. Het dalen van de
waarde van den invoer van katoen is. het gevolg van

den lageren
prijs
dan verleden jaar, daar het gewicht
steeg; doch aan den lageren invoer van rubber kan
een ongunstige toestand van de rubberverwerkende mj-
verheid ten grondslag liggen, daar de uitvoer in deze richting wijst. De hbogere uitvoerwaarde van cacao-
boter is daarentegen uitsluitend het gevolg van den
hoogeren prijs, hieraan ligt geen verbetering van den

buitenlandschen afzet ten grondslag. Ten slotte
is nog de achteruitgang van den invoer van zinkerts,
vaisdraad, koper en lood van belang, daar ‘dit met
verminderde behoefte van de verwerkende nijverheid
in verband kan staan.
Tot zoover, in grove ‘trekken, de invloed van de

veeteelt, den landbouw, den handel en de grondstof-
fenvoorziening op de handelsbalans, ‘waarbij, ter wille

van de bekncptheid, voor de beweging van de prijzen
van landbouwartikelen naar het overzicht betreffende
het eerste halfjaar moge worden verwezen. De daarin
verstrekte gegevens vinden aanvulling in de Index-
cijfers van den Landbouw, welke door de Directie van

den Landbouw worden openbaar gemaakt.
– Het ontleden van de vorige goederengroepen .heeft
wel is waar een aantal zwakke punten in de handels-
beweging gedurende het tijdperk onder verslag aati
het licht gcbracht, maar tevens doen zien, dat het
verminderen van het invoeroverschot, voor zoover dat
door verschuivingen in deze groepen wordt veroor

zaakt, alles bijeen genomen, uit een werkelijke verste-
viging van den economischen toestand hier te lande

2 November 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

963

voortvloeit, waarbij licht en schaduw allerminst ten

nadoelo van ‘de nijverheid zijn ‘verdeeld.
Hoe ging het hierbij met den uitvoer van faibri-

katen?
De uvoer van fabrikaten;

Blijkens ‘de jongste Troonrede wordt een aanvulling
‘van de wetgeving voorbereid, ten einde onder adie om-
standigheden ‘cle mogelijkheid van het afsluiten van
‘handeIsverdragen te ‘behouden en hierdoor het vrije

ruilveti eer te bevorderen. Deze in voorbereiding zijn-

cle wetgeven’do maatregel ‘heeft, aldus de Minister van

Financiën, de strekking, om ,,onder alle omstandig-

heden”, •cl.w.z. ook als het accrescendo’ den ‘verkeerden

kant uitgaat, de mogelijkheid van het afsluiten van

haacleisverdragen te behouden. Doel zou
‘daarbij’
niet

zijn, de ‘binnonland’sche markt voor de Nederlandsche
nijverheid vrij’ te houden, maar ‘den weg naar de
‘vreemde niarkt open to honden voor onze uitvoernij-

verheici.
In verband met deze uitlatingen zal het onderzoek

zich in het ‘bizonder op de vraag richten, of uit de
handelsatatistiok kar worden opgemaakt, det aan
de

Noderl’andsc’he nijverheid ‘de weg naar ‘de vreemde

markt in •zoo ernsti.ge mate zou
zijn
‘versperd, als ‘de

Troonredo wel niet zegt, maar toch wel ‘sterk doet

vermoeden. Hierbij’ moet in aanmerking woiden ge-

nomen, ‘dat uit ‘de hande’]’ssta’tistiek niet ‘hiij’lct, of
het uitgevoerde N.ederlan’dsch, dan wel vreemd, voort-
brengsel is. Eenige voorzichtigheid is derhalve wel
gdboden, ‘al is hiermede niet gezegd, ‘dat deze statis-
tiek ook ten aanzien van den uitvoer van voortbreng-
selen van ‘de eigen nij’veih’eid geen ‘belangrijke1 ‘gege-

vens vermag te bieden.
Het beloop van de waarde van den in- en uitvoer
van beide groepen van fabrikaten, (2b, in fabrieken

‘herei’de voedingsmiddelen en 4, ,,andere” fabrikaten),
gedurende iedere maand sedert 1922, is in onder-
staan cl ‘diagram in beeld gebracht. Duidelijk valt hier-

uit ‘af te leren, ‘dat de uitvoer van groep 4, ,,an’dere”
fabrikaten, zich minstens zoo sterk – en di’kwerf

sterker – ‘dan ‘de invoer van deze groep heeft ont-
wikkei’d, terwijl de uitvoer van groep 2h, voedings-
middelen, levendiger is ‘geworden, ‘bij’ gelij’ktij’dig ver-
flauwen van den, overigens geringen, invoer van

deze soort.
Met het oog op de beschikbare ruimte ‘kan di’t ge-

geven op het oogenhiik nietn ader worden uitgewerkt;
om dezelfde reden ‘moet een ‘bes’p:reking van het aan-
deel. van de fa’brikaten in ‘de gezamenliijce ‘hand’els’be-

woging van 1922–’26 achterwege ‘blijven. De aan
het ‘gebruik van .dit verh’Qudingsgetal verbonden

moeilijkheden, welke in het artikel over de handels-
beweging in het eerste halfjaar werden uiteengezet,

maken een te ‘beitnopte wedergave hiervan onge-
wen sch’t.
Het aantal p’osten, welke tot de statistische gros-
pen ‘der fabrikaten hehooren, i’s voorts te groot, om

in zijn geheel te worden onderzocht, zoodat ‘clie met
een ‘kleine uitvoerwaarde ‘buiten beschouwin.g werden
gelaten. Van ‘do posten ‘met hoogs uibvoorw’aarde zijn
er een aantal niet behandeld, omdat deze geen arti-

icelen van cle Nederlan.dsche nifrerhei’d betroffen, of
om andere redenen niet ‘ter zake ‘dienden. ‘Het zijn:
chilisalpeter, ‘stoolcolie, hun’kerolie, gasolie, schee’ps-
provisiën, automobielen voor personenvorvoer, chas-
sis voor automobielen voor persone’nvervoer, onder-‘deolen van automobielen, schilderijen en ‘dergelijke,
]cunstvoorwerpen. Het aantal posten is ‘daarentegen
met eeuige ‘goederen uitgebreid, welke wei is waar
niet. in ‘den zin van ‘de statistiek tot ‘de fabri’kateii be-
hooren, maar toch als voortbrengs’elon van onze nij-
verheid van ‘te groote beteekeni’s waren, om buiten be-
schouwing ‘te mogen ‘blijven.
De invoer van groep 2b, de in fabrielcen bereide
voedingsmiddelen.,
‘daalde, zooals hoogerop werd be-
richt, in ‘het tijdperk onder ‘verslag met
f 11
‘millioen,
de uitvoer daarvan steeg met
f 9,1
milli’oen en ‘het

De handelsbeweging van fa’bri’katen in iedere.

maand van 1922-1921, uitgedrukt in millioen gulden.

MI LL.
GULD.

100

95

90

85

80

75

– 70

65

60

• 55

50

45

40

35

30

25

20

‘5

10

5
0

= MAAIl DEL.GEM t DD.

(vooR
I927GEMIDO.
192.6)

uitvoeroversôhot, ‘van
f
115 tot
f
196 millioen.
De uitvoer van deze groep besomde
f
314.689.000
en hiervan werd een aantal ‘van 41 po’sten, met een

gezamenlijke uitvoerwaarde van
f
311.905.000 in het onderzoek ‘betrokken, zoodat met zekerheid kan wor-

den vastgesteld, dat in de overblijvende posten geen
veranderingen van eenige ‘algemeene ‘beteelcenis kun-
nen hebben plaats gehad.

Van 15 van deze 41 p’osten nam ‘de uitvoer toe, bij

gelijktijdig toenemen van den invoer. Goederen, van
wel’kô de invoer onbelangrijk ijs, zijn gemakshalve

hij ‘deze groep ingedeeld. De uitvoerwaardo van
die 15 posten beliep in 1926
f
100.029.000, tegen

f
114.215.000 ‘thans. Zooals uit ‘de opsomming ‘blijkt,
‘betreft het”hi’er
bijna
uitsluitend eigenaardige Nader-
landscha ui’tvoer’goederen, welke
‘bijna
niet worden
ingevoerd.

Uitvoer van fabrikaten: Groep 2h. Voedingsmiddelen.

a.
Toegenomen uitvoer ‘bij’ toegenomen invoer.

1926

1927

A.nr.

Goedcrensoo,ten

X f 1000
1
X 11000

Invoer
1
Uitvoeri Invoer

77

Kaas …………….51.288 onbel. .57.522 onhel.

2095 Gec. ges. oiidermelk

18.965

,

19.138

96 Gec. onges. volle melk

1.675

2.061
98 Melkpoeder v. volle

melk …………..4.642

5.294
215 Ingem. komkommer

en augurk i/h. vat.:

295

375

442

Maïsmeel ……………83

224

290

264

836

Cacaopoeder ……… 5.129 onbel.
16.443
onbel.

838 Poederchocol. en tabi.

3.477

543 3735
1
546

1.002

Spiritus …………..1.308

215 2.476

1267

1003

jenever …………..6.680 onbel. 7.459 onbel.

1006

Likeur …………….586

744

1011

Bier op flesschen …..
.2.770

3.731

1017

Comestibles ……….1.300

220 2.883

225

1240

Suikerwerk ………..1.603

486
1
1.830

506

1026 Cichoreiwortellabrik. .

228 onbel.

234 onbel.
1
Het gewicht verminderde

L Id

z

1

ci
ci
cc

1

cc

9
z

964

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 November 1927

De uitvoer van ‘ 9 andere posten nam van

f
111.009.000 tot
f
11.169.000 -toe, terwijl de waarde
van den invoer daalde.
Op
het verruimen van het af-

zetgebied van onze veekoeknijverheid werd reeds eer-

der gewezen, ook -de hand-eisbeweging van biscuits

is in dit opzicht van belang.

Uitvoer van fabrikaten: Groep 2b. Voedingsmiddelen.

5. Toegenomen uitvoer ‘bij vermin-derden invoer.

1

1926

1927

A.nr.
t

Goederensoorten

1
X f1000 .

X f1000

Invoer 1 Uitvoer! Invoer

63 Gerooktvarkensvl

411

372

566

51
76

Boter …………….61.381 1.517 66.152 1,462
218 Ingem. groente ln ki.

verpakking …………645

557

780

362 226

Lijnkoek …………….402 26.223 1.477 18.786
228 Grondnotenkoek

1.384 3.966
1
1.431 2.481
2231

Cocoskoek ……………969 1.651 1.188 1.274
.441

Roggemeel ……………65

126

192

25
869 Witte suiker ………44.091 3.778
1
47.282 3.482
1025

Biscuits ………….1.661

361 2.101

355
Van 10 posten daa’ldê de uitvoer van
f
60.677.000

tot
f
55.595.000, terwijl de waarde van den invoer

steeg.. Het over-groo-te deel van deze uitvoerwaarde

komt voor rekening van de mar-garine-nijverheid, wel-
ker handelspolitieke verhoudingen zich, met het oog

op do internationale samenwerking in -dit bedrijf,

moeilijk laten beoordeelen. Meer beteekeni-s zou dan
ook aan het dalen van- den uitvoer van een -drietal

melkpr&ducten moeten worden toegekend, indien het

gewicht van twee daarvan niet ware toegenomen.

Het -beeld van dit onderdeel van den uitvoer geeft

derhalve geen aanleiding tot uor.g.

Uitvoer van fabrikaten: Groep 2h. Voedingsmiddelen.
c.
Verminderde uitvoer bij ‘verminderden invoer.

1926
1927
t

A.nr.

Goederensoorten

X f1000

X f1000

Invoer
1
Uitvoer! Invoer

75

Margarine ………. .46.006 onbel. 42.197 onbel.
95 Gec. ges. volle melk

9.026

,,

28,460

97 Gesteriliseerde melk

1.126

,,

– 916
2098 Melkp. v. ondermelk

940
,,

2852
216 Zuurkool i/h. vat

111

,,

33
217 Ingemaakte vat-

gtoenten.a.g. …..
.918

,,

.
764
– 443

Rijstmeel …………838

,,

808
449 Gepeld graan, behalve

rijst ……………844

,,

811
848 Gebrande koffie

527

487
1007 Dranken m. meer dan

5 % alcohol ……..341j

231

267
1

35
An.cers staat het met 7 posten, welker uit-voër van

f
30.664.000 tot
f
20.926.000 ‘daalde, terwijl de waar-

de van ‘den invoer steeg. De huitenlandsdhe afzet van
driebelangrijke takken van onze nijverheid, het maal-
bedrijf, de pellerij- en de -gistbereidin:g, blijkt te zijn
gedaald, ‘terwijl -de af zet van het buitenland hier te

lande steeg. Voor zoover het de p-eilerij- betreft, zal
hierbij echter meer aan het verplaatsen van deze be-

werking naar de voort

brengingal-anden, dan aan an-
dere oorzaken, m.oeten worden gedacht.

Uitvoer van f-abrikat-en: Groep 2b. Voedingsmiddelen.

d.
Verminderde uitvoer bij- toegenomen invoer.

A.nr.
Goederensoorten

1926
X
f1000
1927
x
f1000_

Uitvoerl
Invoer

uitvoeri

Invoer

440
1.919
18.881
867
20.796
447
Gepeide rijst ……..
2.904
13.403
3.589 448

Tarwemeel ………….
19
..174
267
1.015
2.132 452
Zemelen, voergrint en

. 1.017

2.309
1.941
2.823
2453

Gebroken rijst ……..2.102

Rijstvoedermeel
483
22
447
337
1010

-gries

…………3.433

Bieropfust ………
257
809
287
1030
Gist …………….
..2.536
99
2.444
207

‘) -Het
gewicht verniinderde.
2)
Het
gewicht
nam toe.

Overzichtelijk -oorgesteld, -bi-edt -de uitvoer van in

fabrieken bereide -voedingsmiddelen mits-dien het -vol-
-gen-de -beeld:

onderzochte posten …………….41, t.w.v. / 311.905.000
waarvan


uitvoer + en invoer + ………… 15,

114.215.000
uitvoer + en invoer – ………… 9,

121:169.000
uitvoer – en invoer.- …………10,.

55.595.000
uitvoer – en invoer

………… 7,

20.926.000
terwijl, indien het gewicht tot grondslag ware genomen, de uitkomst aldus zou zijn geweest:


uitvoer ± en invoer + ………..-. 13 posten
uitvoer+eninvoer – ………….10
uitvoer – en invoer – …………11
uitvoer – en invoer + …………7
De invoer
van groep 4,
,,andere” fabri1ceten,
steeg
-in het tijdperk -onder verslag met
f
37 millioen, de
ujt’voer steeg met
f
38 millioen en ‘het invoeroverschot
-daalde mits’dien van
f
222 tot
f
220 millioen.
De uitvoer van -deze groep ‘besomde f499.493.000
en -hiervan- wed een aantal- van 181 posten, met een

gezamenlijke uitvoerwaarde van
f
454.567.000 in het
onderzoek ‘betrnk-ken, -zoodat ook in dit geval met ze-

kerheid -kan werden vastgesteld, ‘dat in de cver’biij-

vende posten geen veranderingen van eenige ieteeke-

nis kunnen hebben plaats gehad. Hier-bij moet ‘boven-

-dien worden ‘bedacht, -dat een aanzienlijk de-el van de
oveiblijvende
f
45 millioen aan -de eerder -opgesomde

posten, welke om een ‘bi-zon-deze. reden werd-en weg

gelaten, toevalt.

Uitvoer van – fabrikaten: Groep 4. Andere.

a. Toegenomen uitvoer bij toegenomen invoer.

A.nr.
(oederensoorten

1926

)< f1000
1927
,
X f1000

Uitvoerl
Invoer

Uitvoerl
Invoer

273

414
onbel.
462
onbel.
336
Zwavelzure ammoniak
2.697
7.715
3.135
9.929
368
Bovenmateriaal

voor


spoorwegen
53
3.703
85
4.576
389
Gegotenbuizen
187
5.152
238
5.505
2372
672
118 771
134
375
207
828 276 918 379
IJzer- en staalwerk

n.a.g.

………….
1.957
10.132
2.081 10.700
382
Blikwerkn.a.g …. …
346
525
363 550
389..
Koper. en bronswerk
n.a.g.

…………
1.519
4.582
1.521
6.075
2394
Loodenartik.n.a.g
675
168
693
183
454
154
59
178
76
459
2.226
onbel:
2.922
onbel..
485
Reukwaters en tand-

514
1.372
535
‘1.467
496
452
2.735
478 3.003
513
431
155
.
604 224 515
486
– .

109
.

773
110

519

Stroohulzen …………

Geneesmidd. n.a.g
1.378
2.258
1.534
3.006
521
Chem. producten n.a.g
4.584
6.059
4.771
6.931
533
Aangemaakte verf
1.955
750
1.955
817
2533
2.305
217
2.527
310
3533
Siccatief en vernis
439
303

509

306
534
Katoenzaadolie

…..

779
2.914
1.089
3.102
546

Klinknagels …………..
Staaidraad ……………

Soyaolie …………-

4.920
13.868 9.925
20.319
3553

Dextrine

…………..

Asphalt uit ruwe aard-

middelen …………..

5.882
248
7.873
760
2559

Zwavelzuur ……………

4.770
528
7.608
916
2571

Tarwestijfsel …………..

1.159
38 1.253 48
,
586

Beenderlijm …………..
Gelatine …………….

Kaarsen, andere dan

Lakverf

…………..

566
onbel.
642
onbel.
625
Timmerwerkv/hbouw-
– –

oliën ……………

594
113
1.039

‘146
670

G.ehardetraan ………
Benzol

……………

632
310
1.520
551
671
510 1.130
1.7.96
2.053
675
Lederenschoeisel
1.194
3.034
1.502
13.083

711

stearine

…………..

bedrijf

……………..

Vischnettenn.a.g.
681 25
833
63
714
Manufacturen uit zijde
123
3.745
453
4.100
720

Verlakticder ………….
.Voeringleder …………..

Bontgeweven katoen
16.635
444
16.808
528
724

e.a. stoffen …………..


Bukskin ………..-
3.712
6.313
4.730
6.936 725
448
141
528

166
738
Kant……………

582 630
655 658
744

Flanel ……………

Tapijten uit wol
306
5.867
379 6.683
.
748
Cocostapijten

……..
463 246 469

282

2 November 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

965

A.nr. Goederensoorten

1926
X f1000
1927
X f1000

Uitvoer
Invoer
Uitvoeri

Invoer

2754
Bovenkleeding

voor
mannen n.a.g
198
571
351
601
.756
Wollen bovenkleecling
voor vrouwen
370
13.819 640 16.945
2756
Bovenkleeding

voor
vrouwen n.a.9
164
2.865
437
1
3.133
759
587
3.529
791
4.487
2770
Faience

…………
385
onbel.
413:onbel.
806
Gew. witte flessehen.
1.
..089
1.172 1.222
1.367
813
Papierrnethoutslijp
226

.

4.914

2.272
241
2.505
814
Houtvrij papier ……
1.835
4.916
1.890 816
Strookarton ………
onbel.
15.215
onbel.
820
Imitatie-perkament
312 973
356 1.149
826
Papieren karton n. a.g.
384
4.237
420
4.328
833
1.188 2.109
1.221
1
2.111 898
2.452
130
2.588
1
132 1036
Rollend spoorwegma-
terieelv. pers
48
90
183
844
1238
Onderdeelen roll. mat.

Pelterijen …………..

v. spoorwegen
293
825
309
940
1045
7.084
2.708
15.609
8.386
1212
Radiotoestellen ……
2.163
2.436 5.728 2.882
1049
Telegraaf- en telefoon.

..4.681
..

Drukwerk n.a.g ……

..

toest. n.a.g ……..
2.898
564
3.710
1050

Sigaren …………….

Elco. toestellen n.a.g.
] .
..051
4.825 2.038
5,201
1056
Arbeidswerktuigen v.
2.989
15.685
3.456
17.206
1061

Vaartuigen

………..

Textielwerktuigen
753
6.016
1.007
7.161
1074
Geïsoleerd koperdraad

..418

2.496
6.191
2.564
6.339
1077
Gereedschap, ander d.
v. landbouw
411
3.268
424
3.422
1086

krachtwerkt……….

en -kabel

………..

Wetenschappelijke in-
1.463
1.996
2.170
2.595
1088
Weeg. en meetwerk-
1.951
4.076
2.005
4.397
1096

strumenten cm’
.
……

Lampen, andere dan

..

tuigcn ………….

567
f2.676
641
2.992
liii
electrische ………
K.ramerij

…………
806
d
7.498
1
869
7.685
– Liet gewicnt vernunuerae

Uitvoer van fabrikaten: Groep 4. Andere.

b.
Toegenomen uitvoer bij verminderden invoer

A.nr.
Göedorensoorten

1926
X
f1000
1927
X
f1000

Uitvoeri
Invoer
Uitvoer
Invoer

290 616
145 647 59
302
Fabrikaten v. pi. aard.
herkomst n.a.g
845
491
860
302
334
Superphosphaat ……
10.481
3.307
11.447
2.604
341
Kirnstrnestii.a.g……
1.277
362
2.408
300
372

Turfstrooise] …………

Ankers en kettingen
214 396
314
2372
373 1.505 1.319 1.824
1.017
2373
Schroeven en moeren
892 1.438
1
903
1.434
2374

Draadnagels ………

266
423
99
2375
Prikkeldraad ………42
252
..
960
497 690
377/
ÏJzergaas …………..
Geëmailleerd,

z.

for-
2377
nuizen en derg……
1.796
1.824
1.820
2
1.747
2379
IJzeren bruggen en
161
172
229
130
514
Lijm, ander dan been.
149
238
184
2193 3526
.
9
1.346
10.252 1.336 535
4.233
10.857
5.387
10.319 539

onderdeelen ……….

210 463
412
340
541

derlijm …………..
Verfwaren n.a.g……..644

112
345 56 3547

Grond.notenolie …….
Raapolie

…………..

Mcngselsvanoliën
5.101 283
6.953
73
568

Maïsolie ……………174

1.017 375
960 570
Pek ……………..183
Koolteer …………
.208
35
434
32
583
Gezuiverde glycerine
2.496
369
3.219
333
628
Houtwerkn.a.g ……
871
2.140
1.119
22.097
633
Teen. enmandewerk
980
..

1.262
680
1.037
422
665
Plantaardig gel. zool-
leder in huiden

..

1.313 1.523
943 667
Java. en rundbox
2.464
1.454
3.589
913
668
Chroom gelooid over-
Ieder n.a.g ………
4.1421
3.9991
6,6691
3.956

Jaeb gewierlu verrn.Lnuerue
2 Het gewicht nam toe

1926

1927

A.nr.

Goederensoorteb

X f1000

X f1000

Uitvoer1 Invoer Uitvoer1 Invoer

673 Drjfriernenleder

466

399 1.202

396
677

Drijfriemen ………….682

115

734

101
708 Kabel en touw ……..3.443 1.712 3.569 1.339
718 Geverfd katoen ……..6.983 9.786 7.318 29,755
719 Bedrukt katoen

7.969 2.444 9.176 2.389
727 Nieuwe jute zakken

1.178 3.227 1.348 1.404
2727 Voorwerpen uit jute

en -doek …………. 547

848

879

535
729

Fluweel …………….447 3.014

674
2
2,860
730

Trijp ……………….845

630 1.087

507
731

Huishoudgoed ………1.621 1.809 2.611 1.529
732 Wollen dekens …….
….197

224

268

192
733 Katoenen dekens

7.302

156 7.507

138
736

Zeildoek ……………451

651

451

647 751

Linoleum …………3.163 1.303 3.678 1.292
754 Wollen bovenkleeding
voormannen

452 1.812

737 1.785
769 Fijn wit aardewerk…

2.318

266 2.835

156
772 Onvergl.dakpannen..

540

458

816

410
790 Onvergiaasde metsel.
steenen …………923 3.562 1.041 3.067
..
818 Onbedr. pakpapier…

1.190 2.093 1.228 1.821
1037 Roilenci spoorwegma-

terieel n.a.g. ……
…324

900

501

494
1046 Baggermolens, droog.
dokkenenderg……6.271 1.338 9.050 1.026
1048 Dynamo’s, eleetromo-
toren, transf …….
.1.879 5.493 3.888 5.250
1057 Arbeidswerkt. n.a.g 2.227 845 2.492 837
1058 Werktuigen voor sui-

kerfabrieken …….2.800

524 3.021

429
1075 Landbouwgereedschap

20

860

22
2
836
1076 Zuivelgercedschap …

20

32

22

230

1108/
1254 Borstelwcrk ……….396

883

417

833

2 Het gewicht nam toe.

Uitvoer van fabrikaten: Groep 4. Andere.

c.
Verminderde uitvoer bij vermiridercicti invoer.

A.nr.
1

Goederensoorten

339
Beendermeel …….
455
Rijststijfsel

………
457
Stijfsel n.a.g………
3485
Kunstmat reukstoffen
516
Zwavelzure kinine
536
Sesamolie ………..
2547
Geharde plantaardige
oliën ………….

552
Paraffine ………..
561
Stearine …………
588
Harde zeep n.a.g…..
629
Houten vaten …….
666
Afvalzoolleder …….
717
Gebleekt katoen …..
723
Laken …………..
3727
Gebruikte zakken
741
Katoenen lint …….
757
Gebreide en tricot
goederen

………
3764
Overhemden, boorden,
manchetten …….
770
Gekleurd aardewerk..
802
Onverzilv. spiegeiglas.
808
Glaswerk n.a.g…….
815
Bordpapier ………
825
Luxe papier ………
1205
Stoomlocomotjeven
1042
Rijwielen ………..
1043
Rijwielonderdeclen..
1073
Werktuigen n.a.g…..

2 Het
gewicht nam toe

1926

1927
xfl000

xfl000

Uitvoer Invoer Uitvoer Invoer

446

130

411

129

525

72

311

61

26

3

1

1.175

534 1.077 2514
4.943 1.538 4.160

7

2.363

198 1.320

138

16.587

823 14.308

345
596 1.343 2546 21.229

1.925

11 1.649

29

769

319 2745

205

341

360

250

273

517

309

497

225
36.175 1.337 ‘32.803 1.065
2.734 723 2.533 544
9.167 5.355 7.128
2
5210

594

592

471

549

2.717 21.786 2.340 20.479

525 1.218

409 1.156 1.478 1.994 1.156 21984
1.921 1.493 1.297 21.453
1.610 3.096 1.304 2.879
707 504 524 2481

312

134

275

99

440

452
2
320

211

604

714

519

578
649 6.069

383 4.280
2.386 8.023
2
2.239 7.003

966

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 November 19271

‘tfltvoer van fabrkaten: Groep4: Aide:

teinijjf, fiidien lit gewicht tot gronds]areomd

d.
Verminderde uitvoer ‘bij toegenomen invoer

A.nr. Goederensoorten

1926
X f1000
1927
X fl000

Uitvoer
Invoer
Uitvoer
Invoer

315
Steenkooibriketten
1.434
3.992
725
1
4.099
328
Kalisalpeter……..
431 86
335
151
370
Buizen, niet gegoten
678
5.852
545
6.779
3379
IJzerconstructiewerk
n.a.g.

…………
953
3.129
2.270
456
Maisstijfsel in poeder.
1.811
750
1.764
868
2456
Maïsstjjfs.in
brokken
713 237 613 292
2485
Aetherische oliën, be- halveterpentijnolie
1.303 1.539
21.285

1.652
533
Aangemaakte verf
1.955
750
21.955
817 537
Lijnolie ………….
85
17.910
1
96
544
1.140
22.159

1.322
545
Cocosolie ………..
18.990 1.474
16.305
2.416
559
Traan n.a.g ……….

..4.023

..
10.794 318 17.378 562
Oleïne …………..
1.083
27
912
51
2562
Vetzuren, m.u.v. stea-
rine en oleïne
3.890
232
3.456
297
582

Paimpittenolie ……..2.505

Ongezuiv. glycerine

..21.383

449
1.205
291
2.051
672

vorm…………….

197
1.074
170
1.202
713
Manufacturen uit en-
113
5.599
2112

5.929
715
Ongebleekt katoen
3.519
1.497
2.486
1.917
778
Vergiaasdemuurtegels

..637

954
1.299
2
942
1.450
799
Pjatenv.bedekking
779

997
603
1.299
805
Gekleurde flesschen
1.113
246 968
497
812
Krantenpapier …….
4.218
2.837
2
3.848
3.057
897

Zeemleder ……………

kelzijde ……………

Gekorven tabak
9.979
26
8.998
30 899 364 224 396
1047
Vliegmachines …….
..
1.165
45 849 389
1051

Sigaretten ………..255

Stoomketels ………
1.590
3.945
1.214
1
4.098
1053
Stoommachines en

.

1.920 1.499
1.927
1054
Verbranclingsmotoren
3.388

.

3.675
3.147
6.926
1214

-turbines ……….1.520

Hef- en transportwerk-
tuigen ………….
998
2.643
825
3.379
1216
Pompen, ventilators
2.143
3.299
1.801
3.813
1062
Werktuigen voor ijs-
enderg …………

473
581
473
854
1094
Metaaldr. gloeilampen
13. 650
577
13.050
633
1103
Buitenb. voor auto’s..
232
4.898
81
5.366
1104

installaties …………

Buitenh. v. rijwielen
1.192 1.402
794
1.887
1224
Binnenb. v. rijwielen
191
444
179
579
1225
Massieve banden
434
141
193
151

Het gewicht verminderde

uitkomst aldus zou zjjn geweet;

uitvoer. + en invoer + …………74 posten
uitvoer + en invoer – …………53
uitvoer – en invoer – …………18
uitvoer – en invoer + …………36

Ten einde het beeld volledig te maken, zij Lieraan

een overzicht van den in- en uitvoer van eenige fa-

brikaten, welke niet tot de groepen 2
,
b of 4 •van do
handeisstatistiek behooren, toegevoegd.

1926

1927

A.nr.

Goederensoorten

X fl000

X
f1000

tjtvoer Invoer Uitvoeri invoer

a. Toegenomen uitvoer bij toegenomen invoer

362

Vormijzer ……………146 1.386

176 1.750
367

Balkijzer …………….141 3.639

321 4.061
581

Cacaoboter ………..14.539

326
1
17.995

903 685

Naaigaren ……………866 1.555 1.206 1.744
687 Ongetw. wollengarens

51 1.502

89 1.946
688 2-draads getw. wollen
garens ………….
….431 7.975 1.223 8.941
6891 Meer d. 2-dr. getw. w.

2689 ‘ garens …………
….574 2.145

792 2.390
693 Ongetw. garens v. vlas

542 2.114

651 2.493
700 Onbew. garens van

kunstzijde ……….14.660

206 19.343 1.003
703 Garens van rarnie enz

7.380

326 9.245

601

b.
Toegenomen uitvoer bij verminderden invoer

360

Ruw ijzer …………3.337 1.398 4.026 1.275
361 Halffabrik. uit ijzer

300

224

558

151
366

Staafijzer …………1.279 18.121 1.691 18.078
458 Aardappehneel ……

9
..583

772 14.326

180
680 Ongetw. ruwe katoen.
garens ………….
.1.227 30.921 1.253 28.164

c.
Verminderde uitvoer bij toegenomen invoer

365

Plaatijzer …………1.147 13.241

838 17.666
681 Ongetw. gebl. katoen.

garens …………
.1.296

978 1.028
2
1.000
682 2-draads getw. kat.

garens …………
…451 2.075

272 2.683
683 Meer dan 2-dr. getw.

kat. garens ……..
….102

869

53 1.003
2686 -Ava1 van kat. garens

1.474 1.021 1.002 1.250
865 Geraffineerd zout

346

167 2342

194

Het gewicht verminderde 2 Het gewicht nam toe

2 Hot gewicht nan toe
Het aantal fabrikaten, niet behoorende tot de vee-
dings- en genotmiddelen, waarover
het onderzoek zich
rtihans uirtatruict bedraagt 202. Verdeelt men deze over
Van 66 van deze 181. posten nam de uitvoer toe,
.
de verschillende takken van nijverheid, dan antetaat
bij gelijktijdig toenemen van den invoer. Goederen,1
het volgende ‘overzicht:
van welke de invoer onbelangrijk was, zijn ook thans

bij

‘deze

groep

ingedeeld.

De

uitvoerwaarde’ van

Aantal posten, van
clie

66

posten

beliep

in 1926
f
117.050.000, tegen
welke de waarde van

f
151.991.000 in het tijdperk onder verslag.
Voortbrenging of verwerking van
den uitvoer:

Do

uitvoer

‘van

52

andere

posten

nam

van
steeg

verminderde

f
104.852.000 tot
f
129442.000 toe, terwijl •de waarde
Piantaardige voortbrengselen ……..
3

van den invoer daalde.
Mineralen, metalen en met anders ge-

noemde fabrikaten daarvan ………
23

6
Van 27 poster daalde de uitvoer van
f
92232000,
Meel en meelfabrikaten
……………..
3

5
tot
f
18916.000, terwijl de waarde van den invoer
Chemische

producten,

geneesmidde-

steeg;

:
len, verfwaren en kleurstoffen… …
11

4

bij 36 posten is er een daling van de uitvoerwaarde
Olie,

hars, gom, pek, teer, was en
fabrikaten van deze stoffen ………
14

12
van
f
109.388.000 tot
f
94.158.000, terwijl de waarde
Hout en fabrikaten van hout en derge-
van den invoer dier -goedereift toenam.
lijke stoffen; meubelen …………
3

1

Overzichtelijk voorgesteld, biedt de uitvoe± van de
Huiden,

vellen, leder,

lederwerk en

and&e” fa-brikaten derhalve het volgende beeld:
schoenwerk………………….
8

2
Garens, touw en touwwerk, weefsels en


stoffen, kleederen en mod.ewaren.

..
32

12
onderzochte posten ……………181, t.w.v.
! 454.567.000
Aardewerk,

porselein,

baksteen

en
waarvan
1

andere kunststeen …………….
4

3
uitvoer
+
en invoer
+
…………66,

,,

151.991.000
Glas

…………………………
1

.
3
uitvoer
+
en invoer

……. …..52,,,

129.442.000,
,

Papier

…………………..

..

…..
.’7

:

3
uitvoer

en invoer

………… 27,

78.976.000
Voedings- en genotmiddelen niet anders

uitvoer – en invoer
+
………….36,

,,

,,

94.158.000, genoemd

……………………
.1

.

3..

2 November 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

967

Rjjtuigen, voertuigen, vaartuigen en
luchtvaartuigen ………………5

4

Machines, werktuigen, lampen, banden,
en andere niet anders genoemde
fabrikaten ., ………………….1.7 –

12

Alle groepen te zamen ……………132

70

De 132 fabri’katen, van welke de uitvoer toenam,

besomden te zaman
f
354.328.000; de 70, van welke

deze achteruit ging, te aamen
f
175.689.000. Hierbij

moet in aanmerking worden genomen, dat er bij deze

70 niet minder dan 27 zijn van welke ook ‘de invoer

is gedaald en daaronder overigens, nog heel wat voort-

brengselen van industrieën schuilen, welke druk ver-
tegenwoordigd zijn op de staten van den toegenomen

aitvoer.
Voor zoover dan ook uit de handeisstatistiek blijkt,
heeft de afzet van de Nederlandsche nijverheid naar

liet. ‘buitenland zich niet ongunstig ‘ontwikkeld. Niet
66n bedrijfstak heeft haar ‘deel van ‘de algemeene ver-

leven’diging van ‘den goederenruil gemist en het is

‘daarbij van groote beteekenis, .dat de cijfers geen aan-
leiding geven tot de veronderstelling, ‘dat het toene-
men van .den uitvoer door het stokken van de vraag,

hier te lande in de hand is gewerkt.
Hierbij zij er nog eens op gewezen, ‘dat twee punten

het ‘doel van he’t voorgaande onderzoek hebben uitgo-
‘maakt: ‘de vraag, of ‘het toenemen van den uitvoer en
het vermin’dern van het invoeroverschot in het tijd-
perk on.der verslag, op een verbetering van den ec’ono-
mischen toestand hier te lande wijzen en voorts, of de
1

uitkomsten van ‘de ‘handeisstatistiek steun geven aan de opvatting, .dat de weg naar ‘de vreemde markt aan

de
Nederiandsc’he nijverheid is versperd. Het bevesti-
gend antwoord op de eerste, en het ontkennend ant-
woord op de tweëde vraag, zien derhalve het bestaan
van moeilijkheden, 66k op het. gebied van de handel’s-

politiek, geenszins
voorbij,
‘doch het onderzoek daar-

van valt buiten ‘het bestek van ‘dit overzicht, ‘gesteld
al, ‘dat voldoende gegevens voor een zakelijke. waardee-
ring van deze gevallen konden ‘worden verzameld.
Tn een volgend nummer hopen wij’ ten slotte nog
een enkel woord te zeggen over de onvolledigheden in

cle handelsstatistiek en het vraagstuk van ‘de dumpin.g.

(Wordt vervolgd).

D.
Z.

DE FINANCIEELE VERHOUDING TUSSCHEN

RIJK EN GEMEENTEN.

III.
1)

Het Ontwerp-Rij’ksu’it’keeringswet der Staatscom-
missie rust dus, zooals we zagen, op den grondslag,
dat ‘de Gemeenten aanspraak ‘kunnen maken op eene tegemoetkoming in de uitgaven, waartoe zij op grond,

van een wettelijk voorschrift worden genoodzaakt.

Voor
uitkeerircgm,
van het Rijk aan de Gemeenten
kan, naar zij meent, het draagkracht-beginsel niet in
aanmerking komen.
Wel onbbreekt in haar opzet het ‘draagkracht-begin-
sel niet geheel, doch het komt slechts zeer subsidiai r

in aanmerking, vooreerst bij het ietwa’t ‘vaag ‘belichte,
en niet in concrete voorstellen uitgewerkte ‘denk-
beeld, ‘dat het
Rijk
bijdragen
verleene als tegemoet-‘
koming voor gemeentelijke uitgaven ter verzorging
van ‘belangen van algemeenen aard, ten andere in hans voorstellen inzake een wettelijke regeling tot
sfeun
van gemeenten, die het nood’sein hebben moe-.
ton hijsehen.
Ik sprak reeds als mijne meening uit, ‘dat de Staats-commissie zich al te zeer door het ééne beginsel, ver-

goeding terzake van ‘verplichte uitgaven, heeft laten
leiden.

Vooreerst toch ‘stuit men hierbij, op liet bezwaar, dat’
een aantal Gemeenten een hoogere uitkeering zou
verkrijgen, zonder ‘deze noodig te hebben. Doch vooral

1)
Men
zie
voor no.
T.
en
TT
.de
E.-S.
B. van 12
en 19 0e-
toher
jI.
Overvloed
van
copie noodzaakte ons
helaas
de
plaatsing van deel
111
een nummer uit te
stellen. [Red.]

geldt ‘de beden’king, dat deze uitkeering den druk der

Gemeente-belastingen niet in boteekenende mate zal

verlichten. Dit geldt vooral voor de zwaarst belaste

Gemeenten, waarvoor immers de uitkeering op de-

zelfde ‘bas’is plaats vindt als voor de Gemeenten met

lagen ‘belastingdruk. Ook al zou dus de poging der

Staatscommissie, om te ‘bereiken ‘dat ‘de verhooging
der rj’ksui

tkeeririg leidt tot een algemeene gemeente-

lij’ko belastingverlaging, slagen, hetgeen zeer onwaar-

schijnlijk is, dan zou dit nog geenszins tot gevolg heb-

ben een opheffing van ‘de excessen in belastingdruk,
waar immers de uitkeering voor alle gemeenten naar

gelijken maatstaf plaats heeft.
De rijksuitkeerin’g van de Staatscommissie zal het

offer van het Rijk ongeveer verdubbelen. De over-

heveling ‘van het dubbele van hetgeen thans wordt

uitgekeerd in de gemeentelijke ‘kassen zal uiteraard

moeten leiden tot een
verzwwring
van ‘de rjksiasten

en, waar allerminst zekerheid bestaat, dat ‘de ver-

zwaarde rijkslasten ‘door een evenredige ‘verlichting

van gemeentelijke lasten zullen worden opgewogen, zal

daarvan een ve’rhooging van den
algemeenen. ‘belas-

tingdruk, een
stijging
‘dus van de
gezamenlijke
pu-

blieke lasten, ongetwijfeld ‘het gevolg zijn.
Tegen een dergelijke consequentie heeft Minister

de Geer
bij
de installatie der Staatscommissie reeds,

in zeer voorzichtige bewoordingen, stelling genomen

(‘bijiagen rapport ‘bi. 66). En in zijn onlangs aan de
Staten-Generaal overgelegde M’illioencn-nota zegt de-
zelfde Minister, ‘dat
daarom
geen nieuwe uitgaven,

voortvloeiende uit een herziening van ‘de financieele
verhouding tusschen Rijk en Gemeenten in de be-

‘grooting
zijn
‘opgenomen, omdat die herziening, in

welke richting
zij’
ook tot stand zal komen, on’der de

huidige omstandigheden nooit zal mogen ‘beteekenen,

‘dat ‘de gezamenlijke in ons land te dragen publieke
lasten er ‘door worden verhoogd: of, wat in den grond

hetzelfde is (‘de Minister doelt hier
‘blijkbaar
op ‘de in
uitzicht gestelde verlagig der rjksinkomstenbelas-
tin.g), er hooger ‘door ‘blijven dan zonder die herzie
ning het geval ‘had behoeven te zijn.” De herziening
der financieele verhouding ‘mag, naar ‘s Ministers

oordeel, ,,niet meebrengen een zwaardi’en ‘druk op
de gezamenlijke contribua’belen, maar slechts een
betere verdeeling van den druk tuisached de contri-

buabelen onderling.”
Aan deze voorwaarden voldoen de voorstellen der

Staatscommissie in geenen deele.

Men kan hieruit reeds deze gevolgtrekking maken
– ook de ietwat grimmige nota van het lid der
Commissie, den Thesaurier-Generaal
Mr. van Door-

nincie,
deed ‘dit ‘verwachten -, dat de Regeering er
niet aan ‘denkt ‘om ‘de voorstellen ‘der Staatscommissie

tot ‘de hare te maken.
De fout van ‘de Staatscommissie ,is, naar het mij voorkomt, vooral h’ierin gelegen, ‘dat zij’ gepoogd
heeft een theoretische bas’is te vinden voor ecn rijks-
uitkeerin’gsregeling; zij ‘heeft getracht daaraan een
algemeen rechtsbeginsel ten grondslag te leggen,

waaruit eenerzijds een aanspraak van de Gemeenten,
anderzijds een verplichting voor ‘het Rijk voortspruit;
de geljkgerec.’htigd’heid van alle Gemeenten stelde zij

daarbij op den voorgrond.
Deze theoretische constructie – waarvan wij in

ons vorig artikel reeds de juistheid bestreden –
bracht ‘als van zelf mede, ‘dat aan den practi’sc’h-staat-
kundigen kant van het vraagstuk te weinig aandacht
werd ‘geschonken.
Indien ‘de Staatscommissie zich ‘beter rekenschap
had gegeven van de omstandigheid, dat hans uitkee-
ringswet de bestaande onevenredigheid tusschen het
‘bedrag der rjksuit’keering en den ‘belastingdruk (zie

‘het overzicht op bi. 34 van ‘haar rap’port) allerminst
zou opheffen, zou zij wellicht tot de conclusie zijn
gekomen. .dat haar stelsel in, het licht van de fiscale
toestanden van het huidige tijdsgewricht geen kans
van slagen ‘kon ‘hebben.

968

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 November1927

Men bedenke toch ook wel, :dat de Staâtkundige

gelijkheid van alle Gemeenten nog niet tot gevolg

behoeft te hebben, idat niet anders dan door
gelijice
aazepraken te erkennen een definitieve uitkeerin’gs-
regeling kan worden getrdffen. Aan déze mijvatting
maakt evenwel de Staatscommissie
zich
bij de moti-

veering harer Rij’ksuitkeeringswet séhildig. Haar

stelsel ware verdedigbaar voor een Staat., waarin alle

Gemeenten wat betreft haren financieelén toés’tand

en het welvaartspeil – harer bevolking in nagenoeg

gelijke omstandigheden verkeerden. Doch de Neder-

Ian.d’scho Gemeenten vormen zekéi niet het pendant

van den bekenden homo economicus der liberale eco-

nomie. Rare omstandigheden ‘zijn zeei vevsèhilienc]

en als gevolg daarvan verschilt ook ‘hare’ financieele

‘draagkracht.

Bij een herziening ‘der financieele
1
verh6uding ktn

daarom het draagkracht-beginsel niet ‘terzijde woderi

gelaten.

• De uitwerking van dit beginsel is zeker uiterst

moeilijk; de toepassing daarvan in ‘de wet van 1891

is geheel ‘onhoudbaar gebleken en ook tegen de for-
mule’s van het ontwerp-Treub en van de nooduitkee-

ringswet van 1921 ‘zijn ongetwijfeld ‘bezwaren in te

brengen £)., Bovendien dreigt, hierbij het gevaar van

een verscherpt bovengemeentelijk toezicht en dus een aantasting van de, gemeentelijke zelfstandigheid.
De nota van
Mr. van Doorninck is op
het punt der

gemeentelijke zelfstandigheid allerminst,geruststel-leed. Naar ‘zijne meaning verdraagt zioh ‘de vrijheid

der Gemeenten om haar eigen huishouding naar eigen

inzicht in te richten niet met’ con verplichting van

‘het Rijk om de,’emeenten in de ‘kosten harer huis-

houding bij’ te ‘staan (bi, 116).

Men onder’scheide: Indien de
bijstand
van het Rijk
voortapruit uit ‘de zeer ‘bijzondere omstandigheid da

een Gemeente niet in staat is in ‘de kosten harer

huishouding te voorzien, in, het noodgeval du,s vn

wat men, zou kunnen noemen het ‘publiekrechtelijk,e

faillissement, voorzien in hot ontwe’rp-Steun’wet der’

Staatscommissiè, is er inderdaad voor.
,een bijzonder

toezicht, voor-
s
een soort curateele dus, alle aanleiding.

Als ‘het .eenige deugdelijke motief voor een rijks-

bijdrage in de ‘kosten der
gemeen
telijke, huishouding

– dus, men ‘bedenke dit
wel,
niet in, de ze1fbestuurs’

uitgavan – ‘kan overigens- slechte gelden de draag-
kracht ‘der Gemeente in veiban’d met het weivaarts-‘ peil harer. ‘bevolking, .de reeds in de wet van 1897

voorziene omstandigheid dus, ‘dat ‘het aantal inwoners

hetwelk niet in de gemeentelijke lasten
lcarn
‘bijdragen

of dat door de Gemeente
moet
wos’der gesteund de

grenzen van het normale
overschrijdt,
ton gevolge

waarvan het overige ‘deel der
,
‘bevolking tot ‘het ‘bren-

gen van o’vermatige offers ‘gedwongen is.

1-let verleenen van geldelijke bijdragen volgens een

bepaalden maatstaf aan de ‘minder welvarende, doch
daarom nog niet noodlijdende Gemeenten maakt ‘nu

echter,’ naar het
mij’
voorkomt, het ‘scheppen van een

bijzonder contrôle-regiem nog niet noodzakelijk. De

normale middelen, die ‘de organen met het ‘boven-
gemeentelijk toezicht belast ten dienste-staan, zijn in
‘het algemeen voldoende om te voorkomen, .dat de. rijks-

bijdrage wordt ‘misbruikt.

Indien men zich echter plaatist op het standpunt
van
Mr. van Doorninck,
voor wien do beperking’ van-

de Gemeentelijke zelfstandigheid zelfs eenige beko-
ring
schij’ct
‘mede te brengen, is het al uitert ge-
makkelijk in de ‘omstandigheid, .dat Rij’ksgeld aan -de
Gemeenten toevlpeit, ‘de rechtvaardiging te vinden
voor het instelltin van een intensief werkend con-

trôle-apparaat.

Daartegen :dien,t te wörde’n .gewaa’kt. De ‘gedachten-

1)
Een
poging
‘tot oplossing in deze richting geeft ook
M. A.
Verkerk:

Nivelleering van den ‘G’eineentelijken be-lastin
g
druk. Extra-nummer van’ ,,Anti-revolutienaire
Staatkunde”
1927.

gang, door
Mr. van. Doorn’i.ncic
in zijn nota aange..
geven, voorspelt weinig goeds.

Reeds in ‘het door ‘de Staatscommissie berekende

hoofdgold, ‘waarin o.a. een vergoeding voor ‘de helft

van ‘de kosten der Gemeente-secretarie is opgenomen,
vindt de Heer
van Doorninck
voldoende rechtvaardi-

ging om ‘de vrijheid der Gemeenten ‘aân ‘banden te
leggen en haar te verplichten zich ,,aan te ‘passen

aan do wijze, waarop het Rijk zijn eigen adininistra-

tieven dienst heeft ingericht’.’ (‘bi. 111). Als voor-

beeld worden op ‘bl. 116geoem’d dè salarissen. 1)och,
was het niet ‘de Regeérin
g, waarvan luttele jaren

geleden juist een drang uit’ing naai verhooging der

gemeentelijke ‘bezoldiging? Verder wordt gewezen op

‘de leenin’gs’politiek der Gemeenten. Was ‘die van het

Rijkoo -véortreffelij’k?
1)•

Hot is te hopen, ‘dat het eeni.gszins ‘ben epen d

partementa’le standpunt, ‘dat ni de âfzonderlj’ke notá

tot uiting ‘k’o’mt n’iet de gedragslijn aangeeft, *el’ke

in ‘de voorstèllen ‘der Regeerin’g tot herziening van

de financieele verho’udin, tusschen Rijk en Gemeen-

ten zal ‘wépden, ‘gevolgd. Oaveant consul-es!

De erkenning – ‘van hét draagkracht-‘beginsel als

grondslag van ‘de ‘herzieninj van de financiéele
v
e
r
:

houding mag er niet toe leiden ‘deze hérzi’enirig te

doen strekken tot het ver-krijgen eene’r
nivelleering

der plaatselijke belastingen. Het is ‘geheel iet,:s anders,

of. men dit beginsel ‘toepast om
uitwa,ssn
in belasting:

druk ‘op te ‘heffen dan het aan te wenden om te ge-
raken tot
‘gelijkheid
in belastingdruk. Dit laatste’ is

niet in overeenstemming met ons aloude ‘decontrali-

stiebeginsel, ‘dat vanzelfhet bestaan van verschil-

len in plaatselij’ken ‘belastingdruk met zich ‘brengt.
Wil m
en. nivlleerng
bereiken en de M-illioenen-
nota vai Minister
de Geer
d’oet helaas vermoeden dat
dit bet standpunt is der Regeering – dan ‘dreigt de
gemeentelijke zelfst?.ndigheid een gr9ot gevaar.

Ook mag ‘het ‘draagkracht-beginsel ,niet, de
eenige
grondslag zijn ven de toekopstige regeling. Indien
toch het andere, beginsel,, do -door de ‘Staatscommissie

voorop.gestel’de gedachte eener vergoeding vor ver
plichte uitgaven, – werd prijs gegeven,, ‘dan, zou dit

voor ‘de Gemeenten een aanmerkelj’ken achteruitgang
beteekenen. Het komt mij’ dan ook – ‘vbor, dat in 1e

‘toekomstige regeling
dit
element der wat van 1897
niet mag ontbreken.

De ‘som, in art. 2 par. 2 dezer wet ‘daarvoor vast-
gesteld, berustte ‘louter op fictie. Bij’ een ‘herziening
schijnt ‘het rationeel, dat de
cijfers
van het hoofdgelcl

‘der- Staatscommissie (art.. 1 der Rijksuit’keerings’wot)

worden’ aaniraard. De berekening daarvan ‘lijkt aan-

.nemoljk en het is. reeds op zich zelf niet onredelijk,
dat ‘de cijfers der vet van
’91
worden verhoogd in
verband met de aanmerkelijke waardedaling van hot

geld. -Ook ‘de voorstellen met -betrekking tot ‘de jaar-

1)
Op bi. 116 schrijft de Heer
van Doorninok,
na ver-
meld
te
hébben, dat de Gé,meeiiten vrij algemeen a]s ssteem
hebben ‘aangenomen ‘om ‘te benen voor objecten, waarvan
het

nut ‘geacht kan -worden
‘zich
over meer da.n één jaar
uit -te strekken, het volgende:
,,.Zoo
goed als geen enkele
Gemeente schrijft echter af op die tot den- algemeenen.
lienst belmoo’ren’de eigendommen, .-waartegenorver geen schuld,
staat ‘en aangezien door de leenin.gspo]itiek ton aanzien
van nieuwe objecten geen nieuw ‘kapitaal -wordt gevormd,
gaat het gemeentelijk vermogen ônverinijcleljk achteruit,”
Deze bcwéfing is ‘kennelijk’ onjuist. Doordat de schuld,
welke voor zeker object is ‘aangegaan, in liet – algemeen
pleegt -te ‘n’orden afgelost
buren.
-den termijn van ‘den levensduur, van ‘het object, vindt wel degelijk ‘kapitaal-
vorming plaats. Tal van uitgaven, welke niet ‘telken, jare
terugkeeren, plegen bovendien énder den
gewonen
dienst
te worden gebracht.
Afsch.rijving op
eigendommen ‘vindt
slechts plaats, voorzoover een -regeling is getroffen ex ‘art.
114 bis ‘der G’eiiieentewet. De gemeenite-.begrootirig is echter
een ‘kasbcgroo’ting.’ De ten laste van den, gewonen ‘dienst
komende aflossing ,is het surrogaat der afschrijving. Voor
het Rijk geldt
trouwens ‘hetzelfde;
ook
de Rijksbegrooting
volgens ‘de nieuwe C’omptabiliteitswet ‘is geen begrooting van
bateh en ‘lasten. –

2 November 1927

ECONOMTSCH-STATISTISCHE BERICHTEN

wedden van Burgemeester en Secretaris zijn alleszins

redelijk te achten.
Een verdere uitbouw van het hierbedoeldie bginsel

(ik doel hier op •de voorstellen der Staatscommissie

terzake van ‘krankainnigen, politie en onderwijs) zal,

naar het mi, voorkomt, moeten worden uitgesteld.

Deze o’nderwè.rpen benen zich eerder voor een spe-
ci ale overweging, waarbij wellicht door een gewijzigde

taakverdeeling ‘tusnchen
Rijk
en Gemeente – dit

geldt met name voor politie en onderwijs – vanzelf

de financieele verplichtingen van de Gemeente ver-
anderingen zullen ondergaan. Wat de krankzinnigen

betreft, zal de taak van Provincie en Gemeente nader

behooren te worden afgebakend; het geven van een

rijksbijdrage aan de Gemeente zonder dat zekerheid

bestaat, dat ‘de Provincie haar aandeel in deze kosten
niet zal verlagen, schijnt niet raadzaam. Er ‘valt daar-
en boven de laatste jaren een belangrijke evolutie waar

Ie nemen op het gebied dor ‘kran’kzinnigenverpleging,

die wellicht zal leiden tot een andere taakvei’deoling

tusscheu de ‘daarbij betrokken lichamen, gepaard
gaan cle met een gewijzigde ‘kostenverdeeling.

ilfr. vom. Doornir&ck wil
dit reorganisatiedenkbeeld

over de geheelo lijn der Overheidsbemoeii’ng uitstrek-

ken. Van een juiste verdeeling ‘der lasten – zoo
meent dit lid der Staatscommissie – ,,kan slechts

sprake zijn, nadat stuk voor stuk de omvang van elke

Ovorhe.i’dsbernoeiing en daarna het aandeel van ieder
Overheidsorgaan nauwkeurig is onderzocht en voor
zooveel noodig begrend” (bi. 115). Eerst daarna
komt de financieele verhouding aan do orde en he,t
kan best zijn, dat dan een Rijksuitkeering achterwege
kan blijven (bi. 118). Inderdaad, ‘dit is zeer wel mo-

gelijk. Doch het ‘volgen van deze gedragslijn zou be-
teokenen een uitstel van de herziening ‘der financieele

verhouding ad Ca.lendas G’raecas. Een zoo grootsc’h
plan is trouwens to’t mislukking gedoemd.
Doch een reorganisatie van de ‘drie takken van
Staatszorg, lager onderwijs, ‘politie en krankzinnigen-

verpleging ‘blijft binnen de grenzen van hetgeen uit-

voerbaar is. Bovendien zijn omtrent de politie eerlang,
naar het schijnt, ‘voorstellen te verwachten, terwijl
voor het lager onderwijs een Staatscommissie is inge-
steld, clie ongetwijfeld ook het vraagstuk der taakver-
deeling in onderzoek zal nemen.

Door reeds ‘thans uitkeeringen te dezer zke in uit-

zicht te stellen (art. 2, 3 en 4 Ontwerp-Rijksuitkee-
ringswet) loopt de Staatscommissie vooruit op een
toekomstige reorganisatie.
Van ‘de verdere voorstellen der Staatscommissie
verdient, naar ‘het mij voorkomt, hare Ontwerp-Steun-
wet alleszins te worden aanbevolen. Hot is toch zeer

gewenscht, dat het nood-regiem, waaronder reeds
thans, naar ‘de Staatscommissie mededeelt, een zes-
tiental Gemeenten zijn geplaatst, in de wet zijn
grendsiag vinde.
Ook de instelling eener vaste Commissie voor de
Oerneentefirtanciën schijnt mij gewenscht. Het vraag-
stuk van ‘cle financieelo verhouding tusschen Rijk en
Gemeenten is inderdaad een probleem, dat voortdu-
rond aandacht zal blijven vragen en waarvan de
groote moeilijkheid niet steeds ‘door ‘do departemen-
tale bureaux is ‘begrepen. Straks zal wellicht de ver-
vervroegde invoering van ‘het. verplichte zevende leer-
jaar ‘wederom nieuwe lasten aan ‘de Gemeenten ko-
men opleggen en zoo ‘gaat het herhaaldelijk met
nieuwe wetgevende maatregelen. De aanwezigheid
cener vaste Commissie zal de Regeering nopen meer

‘dan tot ‘dusverre aandacht te schenken aan den in-
vloed van wetgevende maatregelen op ‘de financiën
der Gemeenten.
Verschillende on’derdeelen in het rapport der
Staatscommissie verdienen ‘dus inderdaad ernstige
ovo:rweging. Als geheel schijnt mij echter het rappoi’t
niet ‘bevredigend. De Commissie ‘hèeft gepoogd een
gewijzigde rijksnitkeering op een (wankele) theore-

tische ‘basis op te ‘bouwen en daarvan draagt het Ont-

worp-R.ijksuitkeerin.gswet ‘de duidelijke sporen. Met

cle sociaal-economische omstandigheden der Gemeen-
ten wordt daarbij in geen enkel opzicht rekening ge-
houden. 1-let ‘draagkracht-beginsel raakte ‘daardoor al

te zeer ‘op ‘den achtergrond.

De Minister van Financiën stelt zich voor, dat in

elk geval in de ‘huidige parlementaire periode de 11er-

ziening dor financieele verhouding tus’schen Rijk en
Gemeenten haar beslag zal krijgen.

l)e passus ‘der Milbioenennota, die aan ‘dit onder-

werp wordt gewijd, is niet dubbolzinnig; duidelijk

blijkt daaruit, dat de voorstellen der Staatscommissie

in het sigemeen niet aan de inzichten ‘der Regeering
‘baan bwoorden.

Moge de Regeering intussehen ‘het ‘goede in de

voorstellen ‘der Staatscommissie niet miskennen en
niet in ‘andere richting in dezelfde eenzijdigheid ver-
vallen, ‘die, naar ik meen, de Commissie als een fout

behoort te worden aangerekend.

De Commissie heeft ongetwijfeld ‘het vr’aagstulc iii
een nieuw ‘stadium gebracht; zij verrichtte o’pbou-

wond werk en ‘behoefde dus niet, ‘zooals hare voor-

ga’ngster, met een non liquet hare beschouwingen te

beëindigen. Zij verdient voor haar arbeid ‘den ‘dank

‘der natie, al is zij er, naar het ‘mij’ toeschijut, ni.et in
geslaagd, een voor Regeering en Wetgever aannorne-
lijk stelsel te ontworpen.
V. D. GRIN’I’EN.
Nijmegen, October 1927.

DE ,,RHEINTAG” TE DUISBURG.

Op 6 en 7 October is te Duisburg hot vijftigjarig
bestaan gevierd van ‘den ,,Verein zur Wahrung der
Rheinschifffahrt’sinteresse.n”. De belangen der Duit-

sche Rijn’vaart, welke ‘deze veroeniging in do eerste

plaats ‘behartigt, boopen in vele opzic’h’ten parallel met
de ‘belangen, die ook ‘de Nederlan’dsche havens, do Ne-
rlerlan’dsche zee- en ‘binnenvaart en ‘daarmee een groot
gedeelte van ‘het Nederlandsche volk hebben ‘bij het
‘verkeer op ‘dan Rijn, den voornaamsten toegangsweg

tot ‘de belangrijkste ‘gedeelten ‘van ‘het achterland on-
zer ‘havens. Rat is ‘dan ook van ‘de Nederlandsche ‘dag-
bladpers goed gezien geweest, ‘dat ‘zij aandacht heeft
gmvijd aan ‘de feestelijke herdenking te Duisburg,

waaraan ‘door autoriteiten uit ‘binnen- en buitenland
evenals door afgevaardigden van vele organisaties,
die ‘zich op het uitgebreide gebied ‘der Rijuvaart be-

wegen, is ‘deelgenomen. Herhaaldelijk werden in de
vele redevoeringen, welke in ‘d’ie twee ‘dagen te Dais-
burg zijn gehouden, dezelfde, met de vaart op den

Rijn en de in zijn stroomgebied gelegen waterwegen
verband houden’de, vraagstukken aangeroerd, ‘die ook
in ons land voortdurend ‘de aandacht trekken en in dit
tijdschrift van tijd tot tijd besproken worden. Zoo
kwam de ‘tarievenpolitiek ‘der Duit,sche spoorwegen
herhaaldelijk ter sprake en werd er ‘door meer dan
een spreker op aangedrongen, ‘dat de spoorwegen bij

‘het samenstellen hunner tarieven ‘de ‘belangen der
binnenscheepvaart niet te zeer uit het oog zouden
verliezen.. Het ligt voor de hand, ‘dat velen der spre-

kers, die zich op dezen ,,Rheintag” lieten hooren, in
de eerste plaats feestredonaars waren, en na hetgeen

over de viering in onze ‘dagbladpers is ‘bericht, zou er
dan ‘ook niet veel aanleiding bestaan om ‘daarvoor ook

in ‘dit tijdschrift de aandacht te vragen, indien niet
Gehei’mrat Koenigs van het Duitsche ‘Ministerie van
Verkeer in een voordracht over Duitsche verkeers-
politiek opmerkingen had gemaakt, ‘die ook in Ne-

derland belangstelling verdienen, nu het vraagstuk
der juiste houding ‘van ‘de Spoorwegen tegenover de
andere verkeersmi’ddelen hier in de laatste jaren zee
zeer op den ‘voorgrond is ‘getreden.
Zeer uitdrukkelijk besprak G’eheimrat K’oeni.gs den
in Duitschland steeds als juist erkenden en gevolgden
stelregel, ‘dat ‘de volkswelvaart het best gediend is met
‘bevordering van alle vormen van het verkeer en hij
haalde ‘daarbij een uitspraak aan van A’dam Smith,

970

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 November.I
927
-I

die er reeds op gewezen ‘heeft, dat er geêu ‘hei.lzamer
middel bestaat tot ondersteuning van het bedrijfsleven
dan verbetering der ‘verkeersmi’d’delen.. Reeds kort na.

1870 heeft Pruiisen zich tot taak gesteld om een grens
te stellen aan •dikwij].s voorkomend misbruik, dat de

spoorweg-ondernemingen in strijd met het algemeen
belang maakten van de bijzondere positie, ‘die het
‘monopolistische karakter van het bedrijf ‘hun ver

schafte. Dit streven leidde in 1879 tot de hanvaar’din’g.

van staatsexploitatie en uit ‘dien’zelfden tijd dateert

het eerste Pruisisehe program voor een stelsel van

waterwegen. Men stelde zich daarbi de vraag, of en

in welken omvang het aanbeveliiik verdiende, d in

Pruisen voorhanden waterwegen, eventueel in aan-
sluiting ‘met de in hbt ‘buitenland bestaande, te ver-

•beteren en daaraan nieuwe toe te voegen. De beant-‘
woording dier ‘vraag, waarbiji de verhouding tu’s’ichen

spoor- en waterwegen een groote rol speelde, leidde

tot het principe, dat aan ‘de Duitsche verkeerspolitiek
tot aan den oorlog, ten grondslag heeft ‘gelegen en

dat neerkomt op ‘gelijktijdige ontwikkeling van alle

beschikbare verkeersmiddelen, waarbij de staat zijn

strenge en doelbewuste leiding geeft. In overeenstem-‘
ming met ‘dit beginsel zijn naast een snelle uit’bieiding

van het spoorwegnet ook de Duit’sche waterwegen

voortdurend toegenomen in aantal en vervoerscapa-

citeit en werden ook aan ‘de verbetering der wegn

steeds aanzienlijke bedragen ten koste gelegd. Vooral
nu in dozen tijd de Duitsc!he regeering meer ‘dan ooit
haar ‘aandacht heeft te wijden aan ‘de bevordering der
,

volkswelvaart, ‘is zij er zich volgens Geheimrat Koe-

nigs van ‘bewust, dat verbetering ‘der verkeerswegen

en verlaging der kosten van het vervoer de beste

middelen zijn ‘ter bevordering van de voortbrenging,
dan afzet naar binnen- en ‘buitenland en de ont.slui-
tin’g van alle hulpbronnen, waarover ‘het land te be-

schikken heeft.
De Deutsche Roichabaihn’gesell’schaf t staat op het
standpunt, ‘dat ‘zij niet slech’bs het geheele verkeer,

ôok wanneer zich ‘dat nog sterk mocht uitbreiden en

inclusief het ‘gedeelte, ‘dat van ‘de waterwegen gbrui’k
maakt, zondei’ bezwaar zou kunnen beheerschen, ‘doch

bovendien ‘dit ‘geheele verkeer benevens het’ steeds in

omvang toenemende vervoer per vrachtauto goed’koo-

per zou kunnen ‘bewerkstelligen ‘dan alle andere ver-
voermi’d’dele’n. Geheimrat Koenigs meent eehter, dat
een onderzoek ‘omtrent de juistheid ‘dier stelling, waar-

mede dn kostbare verbetering van het verkeer te
ivater en langs ‘de wegen bestreden w’6r’dt, achterwége
‘kan ‘blijven. Zelfs al ‘mocht ‘het juist zijn, ‘dat de

spoorweg het geheele verkeer, dat binnen het Du’itsche
rijk plaats vindt, zou kunnen waarnemen, ‘dan is .d’at
nog geen reden om het aanleggen van andere ver-

keerswegen ‘achterwege te laten: Hoe snel, nauwkeu-
rig eii goedkoop de spoor •de goederen ook kan ver

voeren en hoezeer sommige, ondernemers daardoor ook
in staat mogen worden gesteld om bestaande mogelijk-

heden te benutten of hun bedrijven uit te breiden,

steeds zullen er nog faciliteiten zijn, die niet ‘de spoor-

weg, doch wel de scheepvaart of de vrachtauto weet
te bieden en die weder voor andere ‘bedrijven de ont-

wikkelings’kansen doen toenemen.
Voor
sommige hun-

ner zal het bijvoorbeeld van groote iv’aarde zijn, d
goederen met eigen ‘eikeersrni’ddeien (‘schepen of

vrachtai.tto’s) te vervoeren en dus gedurn’de het ve:r-
voer ‘de beschikking over de goederen te behouden.
Andere wenschen t& profiteeren van de sc’homrnelin-gen in ‘de vrachten van kust- en binnenscheepvaart ‘of

hebben belang bij een langzaam vervoer
S
per
.
‘schip,

dat ‘dan als bergruimte dienst doet. Zoo zijn er nog

verschillende voordeelen aan te wijzen, die de spoor-
weg niet en ‘de overige – -eikeersmi’ddelen wel bieden
en welker ontbreken aan het bedrijfsleven verschillen-

de ontwikkelingskansen zou onthouden.
Het gaat er verder ‘bij’ ‘de ‘beoordeeling der vraag,
of het besteden van groote ‘bedragen voor d9 bevorde-

ring van ‘andere ver.keersmi’ddelen dan de spoorweg

gerecht.vaaidigd is, niet om, ‘of cle aan te leggen ver-
keerswegen hun rente opbrengen, ddch men heeft zich

daarbiji slechts te ‘houden aan het beginsel, dat door

een enkel ‘verkeersmiddel’ ‘de economische krachten,
waarover de gemeenschap beschikt, niet voldoende tot

ontwikkeling kunnen ‘komen. Niet met hun commer-
cieele doch ‘met ‘hun sociale producti’viteit dient men
bij het aanleggen en verbeteren van wegen en water-

wegen te rade ‘te gaan en’ het dient daarom als onjuist

te worden ‘beschouwd, ‘den aanleg van zulke verkeers-

wegen te laten afhangen van een vooraf opgestelde

berékening ‘der ‘te ver’waehten’financiee1e resultaten,

afgezien ‘dan nog van ‘de onmogelijkheid om met eenige

zekerheid het verkèer te schatten, dat in dan loop der.

jaren van den nieuwen weg zal ‘gebruik maken.

De ‘staat heeft tot taak; ‘de bevolking
bij
te staan

in haai streven ter ‘verbetering ‘der resultaten van

haar arbei’d,en :ht, ligt niet op zijn weg om de uitvoe-

rin der ‘daartoe te nemen maatregelen te doen af-

hangen van ‘de ‘directe financieele ‘voor- of nadeelen,

die
zij
voor ‘den ‘staat ten gevolge zullen hebben. Even-

min al’s bi den ‘bouw van scholen, die eveneens de

strekking hebben, om de bevolking in staat te stellen,

ten volle van de in ‘den lande aanwezige welvaarts-

‘bronnen te ‘rofiteeren, de directe financieele voor-
deèlen, die ‘daaruit voor den staat voortvloeien, wo-
den of kunnen worden becijferd, is ‘dat met ‘den aan-
leg van verkeerswegeli het geval. Beide ‘dienen te wor-

den ondernomen, indien daarvan sociale voordeelen

voor de ‘bevolking of voor zekere landstreken ‘kunnen worden verwacht. Komt men”dus tot de conclûsie, dat

naast el’kan’der zoowel spoorwegen als land- en water-

wegen dienen ‘te w’or’den aangelegd, dan blijft nog de

vraag, hoe de staat zich te ‘gedragen heeft. tegenover

de onderdemin’gen, welke langs ‘die door ‘den ‘staat ter

beschikking gestelde wegen het vervoer ter hand ne-

men. In Duitschlan’d is’ ‘daarbij steeds ‘het principe
.gevolgd dat ‘zul’ken on’derndminigen de vrijheid moet

worden ‘gela’ten haar bedrijf naar eigen inzicht uit

te oefenen, tenzij de ‘onderneming een ‘monopolisti’sch
karakter bezit, zooals ‘bij ‘de spoorwegen het geval was.

Dat ‘deze ten slotte uit de handen van ‘den staat over-
gegaan zijn naar de Deutsche Reichs’bahngesellschaft
is een gevolg geweest van ‘de Dawes-regeling en ‘voor

zoover ‘daarin een inbreuk op bedoeld principe heeft

‘gelegen, ag ‘de Duitsche ±egeering zich ‘tot die afwij

ki
ng
: haars ondanks gedwongen. Wat zee- en ‘binnen-scheep’sa’rt’en alle overige transportmi’d’delen betreft,

heeft ‘de staat zich steeds van inmenging onthouden.
Bij ‘het vaststellen van scheepvaartrechten, weggel’d-

heffingen, ena. heeft hij zich steeds tôt taa’k gesteld,

deze zoo métig te ‘doen zijn, dat zij ‘de verbetering der

bestaans’voorwaarden van het Duitsche bedrijfsleven,
waartoe ‘de w.egen waren ‘san’gelegd, niet belemmerden.

Dekkin’g ‘der kdsten van aanleg en onderhoud werd

met die heffingen niet nagestreefd.

1
Wanneei nu ‘de staat ‘de bedrijven zonder monopo-

li’stisch ‘karakter vrij’ laat, dan ‘dient hij’ zich ook als
londernemer der spoorwegen tot redelijke concurren-

tie te ‘bepalen. De spoorweg kan voor trajecten, waar
hij met andere verkeersmi’ddeldn heeft ‘te ‘concurree-

ren, zijn tarieven ‘verlagen ‘tot op de ±eine transpor-

1
‘kosten en de dekking van veste ‘kosten, afsc’hnijvin-

gen, leenin’gdienst enz. viii’den rin ‘de meerdere voor-

“doelen, welke te erkrjgen zijn uit ‘dat gedeelte van

,zi.jnverkeer, dat niet tevens met andere middelen kan :wor’den bewerkstelligd. Verkeersondernemingen, di

ivan wegen of waterwégen gebruik maken, zijn tot zul’k

een trieveupolitiek slechts in zeer beperkte mate

‘in staat, ‘daar
‘zij’
op den ‘door haar gebruikten ver-

keersweg steeds op ‘mededinging te rekenen hebben.

Hoe ‘ver ‘mag nu de staat, of in den tegenwooi’digen
tijd in Duitschlan’d de Deutche Reichs’bahngesell-
schaft gaan in den concurrentiestrijd tegenover de
andere yerkeersrniddeleii, ‘die zich steeds bedreigd ge-

voelen ‘door den spoorweg, tdgen wel’ks monopolisti-
sc’he positie ‘zij, zich bezwaarlijk kunnen wapenen?

2 November 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

971

Herhaaldelijk heeft de Duitsche Minister van Ver-

keer, die het ‘toezicht heeft op do tariovenpolitiek der

Deutsche Roichsbahngesellschaft, to beslissen in mee-

nings’verschillen over de toelaatbaarheid ‘van tarieven
tusschen den spoorweg eu de zich benadeeld gevoe-

icude binnen’scheepvaart en autoverkeer-oo’dernemin-

gen. Als leiddraad hij. zijn beslissingen mag de Minis-

ter zich slechts laten leiden door het belang der ge-

meenschap, hetw(-.lk met zich brengt, .dat de concur-

rentie tussohen ‘cm verschillende verkeersmiddelen,
die tot verkrijging van matige tarieven onontbeerlijk

is, zoowel aan den spoorweg als aan de andere onder-
nemingen de mogelijkheid laat om een krachtig bedrijf

in stand te houden.

Ook de verkeerspolitiek tegenover het buitenland

kwam ter sprake, waarbij gewezen werd op de inter-
nationale verkeersvrijheid, welke Duitschland bij
voortduring heeft betracht en de overtuigih’g, .dat het
Duitsche bedrijfsleven geen zelfstandig geheel vormt,

‘doch nauw met do omringende landen verbonden is,
zoodat nooit aan den vreemdeling de faciliteiten zijn onthouden, waarover in Duitschland het ‘verkeer be-

schikt. Wat den strijd ‘der Duitsche spoorwegen tegen
de Nederlandsche zeehavens betreft, zullen wij waar-

schijnlijk genoegen ‘dienen te nemen met de opmer-

king van Geheimrat Koenigs, dat het. op ‘den weg van

den staat ligt, speciaal in ‘de .gren’sgebieden het ver-
keer naar de binneniandsche centra te bevorderen,
opdat die gebieden economisch ten innigste met het

overige land verbonden ‘blijven. Al viel dus op ‘dit spe-
ciale gebied uit de voordracht niet veel bemoedigends
voor Nederland te putten, zoo wierp zij toch ‘op ver-
schillende onderwerpen een licht, dat ook voor hen,
die in Nederland op ‘dit gbied verreikende ‘besliesin-

gen te nemen ‘hebben, ‘belangwekken’d moet zijn.

JAN SCHILTHUIS.

DE HANDEL VAN CHINA GEDURENDE
HET JAAR 1926.

Met alles wat wij ‘gehoord hebben omtrent burger-
oorlog, revolutie en chaos in China gedurende de

laatste jaren, sohijut ‘de uitwerking op den handel van

China tot eind 1926 nog niet veel erger te zijn ge-
weest dan dat wij. weer een maand langer hebben moe-

ten wachten op ‘het officieele han’del’svers’lag en de
statistieken betreffende het afgeloopen jaar
1
). Deze
gelezen ‘hebbende, mag men wel ophouden met te spre-

ken over de ,,Chineesche paradox”, want het blijkt nu
eenvoudig een
feit
te ‘zijn, dat de bui’ten’landsche han-
‘dol van China zoo goed als
geen
weerslag ondervindt
van al de politieke verwikkelingen zooals ‘die er tot
‘dusverre zijn geweest.

Waar het toch reeds als een zeer ‘gunstige uitkomst
1

werd beschouwd, ‘d’at de handel van China geduren’de
1925 een ‘klei’nen vooruitgang in de in- en uitvoer-
rechten te zien gaf tegenover een ‘kleinen achteruit-
gang in do ‘totale waarde der goederen, vinden wij nu
voor 1926 onder veel ernstiger politieke verwikkelin-
gen, ‘zoowel in ‘do ‘opibren’gst ‘der doua,nerec.hten als in

de totale waarde ‘der in- en uitgevoerde ‘goederen,
vooi-uitgangen, grooter dan ‘die in eenig jaar geduren-
de de laatste decade, over het voorafgaande jaar be-
haa.ld!

Hiermede is dus wel gebleken, ‘dat ‘de hndel van
China
imnttun is
voor vrijwel eiken graad van poli-
tieke desorganisatie, – een immuniteit ongetwijfeld
ontwikkeld in der loop van ‘vele ee’uwen van absolute
zelf-hulp van handel en verkeer onder ‘allerlei handi-,
cape – maar nooit een pai-tikel steun – van over-
heidswege. De robusthei.d ‘en onafhankelijkheid dus,
van een tegen alle verdrukking in groet ‘geworden ver-

schoppeling. Zied’aar in een enkel woord ‘de verkla-
ring van de paradox.

1)
Forcign Trede of China, 1926.
Part. 1: Report and
Abstract of &atistios – Published by order of ‘the Inspee-
t,oi General of Customs by the Staitistical Department,
Shanghai,
Chiva,
1927.

Gaat men de verslagen der afzonderlijke ‘verdrags-
havens na, ‘dat:i ziet men hoe ‘do toedracht in werke-
ljkhei’d heeft plaats gehad. Meestal treedt een com-
pensatie ‘voer ong’un’s’tige invloeden in gedurende de

onmiddellijk er op volgende peri’iie, door het zich

‘herstellen van den ‘tijdelijk ,,geknakten” handel izoodra

het ergste weer voorbij is, met een sterke neiging om

‘de ‘schade weer ‘dubbel en dwars in te halen. Het is

alsof de handel van China het Confuciaansche spreek-

‘woord volgt: ,,Als de wind ‘blaast, buigt het riet zich

er naar”, maar met het ingesloten ‘begrip, dat ‘de groei

aan den wortel toch onverminderd doorgaat en iedere

halm zich na het voorbijtrekken van den ‘storm oiïmid-

dellijk weer op .zal richten. Burgeroorlog, bandietisme,

extra knevela’rij: of ‘verwoesting toch, trekken over

China heen in ‘den vorm van vlagen en wij zien in ons
geestesoog het uitgestrekte ‘veld mèdegolven. Er be-

staat geen orkaan, die over een heel werel’ddeel zoo’n
taai en ‘alom opschietend gewas blijvend tegen den
grond kan slaan.

Dit neemt natuurlijk niet weg, dat er steeds veran-

cleringen en verschuivingen plaats vinden in de os-

derdeelen, waar bijv. een haven de functies van een
andere overneemt, zooals Centen tijdelijk de ‘di
s
t
r
ib
U

eerende t’aak van Hongkong heeft ovel-genomen, of

schepen onder andere vlaggen varen ‘voor een die,
zooals de Britsche vlag in het Zuiden, tijdelijk ge-

boycot was, of ook goederen van andere herkomst tre-
den in ‘de ‘plaats van ‘die, welke onder de een of ‘andere
extra moeilijkheid ‘te lijden hebben, zooals het op-
duiken van de Russische petroleum te Canton toen
een tijd lang een ,,regeeringsrnonopolje” het voor vrij-
wel alle andere soorten van petroleum onmogelijk ‘had
gemaakt.

In ‘het oog houden’de dus, dat deze ‘bespreking in

hoofdzaak geldt ‘den handel van Ohina als één ge-
heel, uit het oogpunt van den Chineeschen fiscus en

statisticus, zullen wij er in het kort de voornaamste
trekken van nagaan onder ‘de in deze verslagen ge-
‘bruikelijke ruibrieken-indeeli’ng. Dov,arie-opbrengst.
Met een sprong van Ha,ikuan
Taëls
1
) 69.870.003 voor 1925 op 11k. Tls. 78.122.277
voor 1926, ‘heeft het totale bedrag der in- en uitvoer-

rechten, kust’vaart-, binnenl’andsche rechten en tonne-

gelden, een tot dusverre ongehoord recordcijfer ge-
h’aal’d. Waar ‘dit juist aan ligt, is niet in enkele woor-den te verklaren. Eendaling in den prijs van het zilver

tegenover goud kan, als men er vlug ibij is met de
dienovei-een’komisti’ge correctie ‘der zilverprjzen voor
import-goederen, die een
ad valorens
recht betalen, een
automatische vermeerdering in de rechten teweeg-
brengen, maar ‘de ‘daling van het zilver is in het

afgeloopen jaar niet zoo aanmerkelijk geweest, d’at
daarmede zoo’n groote voorsprong zou kunnen zijn be-
haald. Trouwens, ook in de uitvoes-rechten, die, wat
berekening ‘der rechten betreft, geen invloed van den
zilverprija ondervinden, zien wij een vooruitgang van

24.6 tot 26.3 m’illioen taëls geduren’de 1926, waarmede
ook onder deze rubriek een record cijfer is behaald.
Als men ‘de verdr.agsha.vens afzonderlijk beschouwt,
dan ziet men, dat Shanghai, met .7.3 millioen taëls
voorsprong over 1925, verreweg het grootste aandeel
in ‘de ‘vermeerdering der douane-opbrengst heeft ge-

had. Verder zijn groote vermeerderingen te boeken ge-
weest in het voornaamste ‘han’delscentrum van Man-
churijë, Haibin en in zijn voornaamste uitvoerhaven

Dairen. De soyaiboon, die l’angza,meehand ‘de cultivatie
van tarwe in Manohurijë verdringt en zoodoeride den
uitvoer van de diverse boon-producten omhoog werkt,
heeft hierin vermoedelijk het grootste aandeel gehad.
Harbin en Dairen vertoonen ook het voor ‘de Ohinee-

sche ‘havens ongewone verschijnsel van uitvoerrech ten,
die ‘de invoerrechten verre overtreffen.

Van ‘de meer ‘belangrijke havens in Noord China is
Tientsin iets ‘achteruitgegaan ‘maar daarentegen ging
1)
De gemiddelde waarde van de Haikuan T’aëi gedurende
1926 was
f
1.87; voor 1925 was het
gemiddeld
f 2.10.

972

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 November 1927

Kiaochow met ongeveer .het’Lelfde bedrag vooruit. Deze

‘twee havens bedienen min ‘of meer hetzelfde hinter-

land. De Yangtse havens, met name Hankow als de
meest belangrijke, zijn de eenige, die een eenigzzins

uitgesproken ‘malalse vertoonën; maar zelfs met de

economische ontwrichting van deze streek gedurende

cle tweede helft van ‘het jaar, door ‘het verchineeschte

bols’jewisme aangebracht, is de achteruitgang toch nog

matig ‘te noemen en blijven de cijfers nog vèr boven

die van 1923 en daaraan voorafgaande jaren.

Van de Zui’d-Chineesche havens eindelijk is het
voornaamste kenmerk de phenomen ale vooruitgang

‘van Centen, waar niettegens’tiaande ‘boycots en boisje-

wisme toch een herleving plaats vond, ‘die niet alleen

den ‘achteruitgang van het vorige jaar ruimschoots

ver’goed’de, maar ‘daarbij’ nog een extra toegift voegde,

waarmede de douane-opbrengst te Oau’ton tot een

schitterend record

cijfer werd gebracht. De voornaam-

ste oornaak hiervan zal wel gelegen ‘hebben in de tijde-

lijke vervanging van H.on’kon’g als distributiecen-

trum ‘voor den handel van Zuid ‘Ohina.

De Douane-opbrengst’ als o’rvderpcsnd’ voor de les-

n.inge’iv.
1-let bovenstaande in aanmerking nemende,

behoeft het geek bijzondere vermelding, ‘dat, wat be-

treft de •hoegreoth’eid van het geldelijk onderp’and,

zeker geen zorgen gekoesterd behoeven te worden

omtrent ‘de solventie van ‘alle op di’t ‘on’derpand gefun-

‘deerde buitenlandsche leeningen van Ohin’a. Ongeluk-
‘kigerwijzo ‘echter is het politieke aanzien der zaak niet
zoo bevredigend. Door ‘ allerlei bijzondere en onvoor-

ziene ontwikkelingen in deze toch al ‘zoo ‘gecompli-

coercie kwestie – waaronder wel als de voornaamste
aangestipt mag wrden de curieuze ontdekking in den

loop van ‘dit jaar ‘door ‘de buitenlandsche crediteuren

van China gedaan, dat, of’s’choon de gehypothekeerde
opbrengsten der douanerech’ten in Europeesche ban-
ken werden gestort als onderpan’d voor den dienst der

leenin’geu, ‘dit ‘geld toch niet kan worden getoucheerd

zonder
medewerking
‘der ‘Ohin’eesahe regeering (dus

vati ‘den schuldenaar!), en ‘dat deze medewerking al
meer dan eens geweigerd ‘is met hoogst onaangenaam

gevolg voor-zekere leeningen, – is het niet mogelijk
om den vooruitgang ‘der ‘douane-opbrengst als onver-

deeld het crediet van Ch-ina ten goede komend te be-

schouwen. De zaak is echter te ingewikkeld &m in het
kort te behandelen en valt ook niet in het kader van

d ere bespreking. &heepvaart.
Even als, in 1925 het geval was, ver-
toont ook in 1,926 het ‘aantal in- en uitklaringen voor
alle verdra.gvh’avens in China ‘to samen nl. 158.996 een

teruggang op het vQrige jaar. in totale tonnemaat,

n]. 134.7 millioen regis’ter-ton ingeklaard
plus
ui’tge-

k]aard (dus ‘tweemaal de totale tonnemaat der inge-
loopen schepen) is er echter een kleine verbetering

ingetreden en wordt’ daardoor het corresp.on4eerende

cijfer voor 1925 met
.
6.4 millioen register-ton over-

schreden. In ‘deze cijfers zijn de zeilschepe’n (hoofd-

zakelijk Chineescthe jonken) weer belangrijk achterii.t
gegaan, nl. ‘tot 41,677 in- en uitkiaringen met 2.4 mil-

lioen register-ton. Onder
Nederlandsche vlag
aij’n ‘556

in- en ui’tklaringen, geschied, ‘dus iets meer dan in

1925, terwijl ook de hiermede samegaan’de tonnemaa’t
iets gestegen is. Wij staan nog steeds op de achtste
plaats, ‘wat ‘rangorde naar tonnem’aat in de statistieken

van China betreft, maar on’ze stilstand in ‘de absolute cij’fers steekt niet gunsti’g af bij’ den ‘sterken vooruit-
‘gang, die onder ‘de Britsche, Japansche, Amerikaan-
sche, .Duitsche, Fransche en Noorsc’he vlag respectie-
velijik te zien is. Echter is, ‘de maatstaf van deze ta-

‘bellen geen zuivere te noemen, daar ‘de kust en rivier-
vaart ‘er ook in begrepen zijn en ‘dus een enkel schip,
dat ‘op een kort traject een, groet ‘aantal malen per

jaar vaart, het cijfer sterk naar omhoog kan jagen.
Schakelt ‘men deze er uit,, dan aou in tonnemaat van
den direkten everzeesd’hen handel van China, de No-
‘clerl’andsche vlag waarschijnlijk op de vierde plaats

.komn: te staan.

Goederen.
Met 1988 millioen haikian ‘taël’s ttale

waarde van in- en uitgvoer’de goederen staat het

jaar 1926 264 .mi’lIioen taëls boven 1925, hetgeen een

aanmerkelijk grootere voorsprong is’ dan eeni’g ander

jaar gedurende de laatste decade op zijn voorganger

.heef t kunnen ‘behalen. in dit ibedrag gaan. 1124 mill.

aan (netto) import en 864 m’i]lioen aan export, beide

cijfers aanmerkelijk grooter dan het vorige jaar. Daar

bij de import nog pl.rn. 46 ‘m’illioeri t’aëls specie, ‘die

China in ‘het jaar meer ‘ingevoerd dan uitgevoerd

heeft, moeten ‘worden bijgeteld om tot ‘den zicht:bareu

handelsbalans ‘te geraken, zien we ‘voor ‘dit jaar weer

een ‘aanmerkelijk ,,ongunstig” ‘saldo’, nl. van Tls. 306

millioen exces invoer over uitvoer. Di’t con sta-

teerende, laat het verslag in het midden of dat te

wijten ‘is aan een ,,werkelij’ke overmaat van import

‘over export, dan wei aan koersflnctuaties of hoogere

waarden”, maar baseert op het gevonden verschil toch

de conclusie ,,dat het Chineesche volk ‘blijkbaar in

groote mate ,van het buitenland afhankelijk
:5
voor

goederen, die het zelf niet kan produceeren”. Aan

onzichtbare
import en export ‘schijnt de steller

(die gewoonlijk niet de oederteekenaar is) van
‘dit
verslag
‘dus
niet ‘gedacht te ‘hebben.

in mijn bespreking van’ het Chineesche handels’

verslag voor
1,9251)
heh’ik een ‘schatting van ‘de’on-

zichtbare ‘d g
ebet en credit-rekenin van Ohina’ gemaakt

en’kw’am tot de conclusie, dat het credit ‘saldo hier-
van, ‘hoofdzakelijk uit hoofde van naar ‘China te re
.mitteeren verdiensten van in het buitenland verwij-

lende Chineezen, ongeveer 200 ‘millioe.n taëls per jaar

bedraagt. Te oor’deelen naar het bovengenoemde tekort

in. de zichtbare rekening van het af.geioopen jaar, zeil

deze ‘schatting dus geenszins aan dan te hoogen kant

liggen.

‘in het navolgende vergelijkende tabeiletje zijn do
voornaamste artikelen van invoer en uitvoer van

China aangegeven in waarde, uitgedrukt in ‘millioenen

haikuan ‘taëls, respectievelijk voor de jaren 1925 en
1926.

Invoer

Uitvoer
1925 1926

1925 1926
Katoenen goederen
157 177
Onbewerkte Zijde.
153 159
Suiker ……….
90 83
Boonen en -prod
. 142 176
Onbewerkte katoen
70 94
Huiden en bont..
30 29
Petroleum ……
66 57
.Onbewerkte katoen
30 29
Rijst …………
61

90

Aardnotenen -prod.
25

30
Metalen en miner.
43

52

Zijden stukgoed…
23

31
Katoengaren ….
39

28

Thee …………
22

26
Steenkolen …….
26

27

Graansoorten….
22

29
Zee-producten….
25

28

Steenkolen ‘ ……
20

26
Tabak ……….
20,, 26

Zaden en -prod…
18

27
Papier ……….
19

28

Eiwit
en dooier..
18

28
Cigaretten ……
18

21

Hout-olie …….
.

17

15
Chemicaliën .’…

16

21

Cigaretten ……
15

15
Meel …………
16

25

Schapenwol……
14

15
Machinerieën ….
16

17

Overige artikelen.
227 219
Overige artikelen.
265 350

Totaal ….
947 1124 ‘

Totaal . . .
776 864

Het Nederlandsche a’ndeel.
Voor zooverre ‘de sta-

tistieken in ‘hun -tegen’woordigen vorm als basis voor
zulke gegevens mogen dienen, geeft het navolgende
staatje een aanduiding van het aandeel, dat Neder-

land en Nederlandsdh-Iudië .in ‘den directen handel
van China met het buitenland’ hebben gehad. Het

bureau der statistieken ‘te Shanghai waarschuwt ons
echter, dat ‘de nauiwkeurigheid dezer gegevens geheel afhangt van ‘de kooplieden zelf, -die verzocht worden,

maar niet verplicht zijn, om bij het i’n- en u.i’tklaren
van ‘hun goederen de juiste herkomst of bestemming

aan te’geven.

Dezelfde reserveerin’g geldt ook voor ‘het volgende

staatje, waarop men de plaats ‘kan zien, die respectie-velijk door Nederland en Nederlandsch-Indië bekleed

wordt in ‘den bui’ten’landscb’en handl van China. De
getallen ‘geven ‘de waarde van’ ‘den in- en uitvoer-

1)
Zie E.-S. B.
van 29
Sept.
19262.

2
November 1927

ECONOMISCH-STATJTISCHE BERICHTEN

973

Nederland Nederlandsch-Indië

Naar
Van
Naar
Van
Cl.iina
China Totaal

China
.
China Totaal

(in miltioenen taëls)
1918



S.6
2.6
11.2
1919
0.1
1.8
1.9
6.9
3.1
10.0
1920
3.8
10.6 14.4
10.6
4.0
14.6 1921
4.5
7.4
11.9
1.9
7.9
20.8
1922
7,6
5.7
13.3
13.8
9.1
22.9
1923
3.9
8.5
12.4
13.6
8.1
21.7
1924
20.5
13.5
34.0
20.7
9.3
30.0 1925
11.0
10.8
21.8 37.4
10.1
47.5
1926
105
17.8
28.3
31.3
9.3
40.6

Ii au cl ei in cru ii lioenen taëls.

Japan, mci.
Forunosa. 549

Nederlanclsch-Indië …. 41
Amerika (en Hawaii) .
338

Singapore, enz. ……
41
Hongkong …………
218

Nederland ……….29
Engeland …………
172

Canada …………..
26
Britsch-Indië……….
95

Siam …………….
24
Frankrijk …………
85

Turkije, Perzië, enz,

24
Rusland, Oostel. havens

79

Italië…………….
22
Fransch Indo-China .

70

België …………..
18
Duitsebland ……….
63

Philippijnen ……….

12
Korea …………….
59

Macao …………..
6

1:1.et, verslag eindigt in een niet, al te optimistische

stemming omtrent de vooruitzichten voor •de naaste
toekomst. i)e meer opt,imistisohe overtuiging, waarvan

ik in den aanvang van dit verslag blijken gaf, moet
dan ook meer als rni,jru eigen conclusie dan als die van
‘deii schrijver van het officieele verslag worden aan-
gezien. Maar lot is ook mogelijk, .dat wij ons op ver-
sch 1 lende stan dp un ten hebben geplaatst. Ik bedoel dan

handel van Ohi.na als één onvorwoestbaar geheel, maar

‘dat neemt niet weg, dat vanuit bijzondere standpunten
‘beschouwd, ‘bijv. die van den Westerscheru koopman of

van den buitenlandschen reeder, de uitkomsten gedu-
rende een of moer jaren zeer onbevredigend of zelfs
désastreujs kunnen zijn. Erg waarschijnlijk lijkt mij
‘dat echter ‘niet toe.

Slechts één ding is zeker, en wel, dat de oude dagen

van de in rustige routinewerk voortpioeterende
,,horig” met zijn ,,compra’dore” en allerlei vaste winst-
gevende connecties voor goed voorbi. zijn. Steeds meer
en meer zal de handel in China worden beheersoht

door den actieven, sch•erpzienden koopman, liefst met
kennis van do taal, in elk geval uitstekend op de

hoogte van al de gecompliceerde nieuwe ontwikkelin-
gen, die hem van dag tot dag coufronteeren. Maar
met een goed objectief oordeel en snelwerkend aan-
paissingsvermogenis nog een goed aandeel te ver-
bveron in de handeisgelegenheden, die altijd in ruime

mate in China zullen
blijven
bestaan, n’importe de
poljtiek, de tariefbesiommeringen •of welke binnen-
landsche misère dan ook.
THOS. T. II.
FERGUSON.
Oenève, 14 October, 1927.

AMERIKAANSCHE LOONTHEORIE.

Is men gewend uit Amerika op het gebied der loon-
theorie medodeelingen ‘to ontvangen betreffende de
toepassing van een ‘of ander stelsel op de voetsporen

van Taylor; thans ‘moge eens ‘de aandacht wQrden ge-
vraagd voor de beschouwingen van den voorzitter van
den ,,American Federation of Labour”, het Amen-

kaansche verbond van arbeidersvakvereenigingen.
Tii het Augu’stusnummer van de ,,American Fede-
ratioruist” wordt een soort program ‘ontvouwd ‘door den
Voorzitter van het. veibond: William Green; in dit program kan men zien een nadere analyse van den

loons trijd, zooals de Amerikaansehe vakvereenigin gen
dien tot nu ton ‘hebben gevoerd, terwijl nieuwe grond-
slagen worden ontwikkeld; nieuw althans voor Ame-
:rikaansche vei’houdingen.

Ons, in West-Europa, klinkt de taal van W. Green
zeer ‘vertrouwd en juist ‘daarom acht ik die beschon-
vingen van belang. Er kan niet anders uit worden ge-concludeerd, dan ‘dat er, wellicht langzaam, overeen-

stemming komt tusschen ‘den onbwikkelingsgang ‘der
maatschappelijke verhoudingen in Amerika met den

gang dezer ontwikkeling, welke wij in de West-Euro-
peesche staten ‘hebben meegemaakt.

G’reen dan onderscheidt den loonstrijd der arbeiders

iii drio phasen. In do eerste phase streden do arbei-
ders voor hoogere geldloonen; in ‘de volgende p’haso

erkenden de arbeiders ‘dat het niet op de hoogte van
het, loon in geld aankwam, maar dat het erop aankwam

voor ‘het ‘hoogere loon ook meer waren. te kunnen ‘koe-

pen, de s’trid ging voor wat de Duitschers noemen:
Reallöhn e

In het derde ‘tijdvak ‘komt de vakbeweging – vol-
gens Groen – tot het inzicht, dat ook het nastreven
en bereiken van ,,Reallöne” niet voldoende geacht ‘kan

worden, wanneer de productiviteit nog ‘meer toeneemt.

Men zou ‘kunnen Eeggen, dat de vakbeweging er dus
geen vrede mee kan hebben, dat het aandeel der arbei-

ders in de opbrengst van de productie relatief min-

der wordt, al stijgt per in’di’vidueelen arbeider ook het
werkelijke loon.

Groen zegt het met veel aplomp:

,,Vermindering der sociale positie, d.’w.z. vermindering
vaii de koopkracht der massa van de arbeiders in verhou-
ding tot de nationale ‘productie, leidt tot industrieele on-
bestendigheid n’elke
zich
tot een industnieele crisis moet
ontwikkelen.”

Dan volgt daarop met A.merikaanso.he zelfgenoeg-
zaamheid:

,,Het Amerikaansche vakverbond is de eerste arbeiders-organisatie ter wereld, welke de ‘beteekenis van den factor
pi’oducti viteit in te voiksh uishoud
uig
erkent. Het strijdt
daarom niet langer voor hoogere geldloonen; liet strijdt voor
bonen, die verhoogd worden naarmate dé prijzen en de
proiuetiviteit stijgen.”

Met groote belangstelling zal men’ verdere toelich-
tingen tegemoet zien.

Tot nu ‘toe is do nadere motiveering zeer spaarzaam,
om niet te zeggen ‘ongelukkig; het wordt een simpel

rekensommetje, ‘dat ‘beoogt aan te toonen, ‘dat, al stijgt
het loon per arbeider, maar ‘stijgt de ondernemerswiust
sterker, er eigenlijk sprake is van ,,ioonsverlaging”,
althans het aandeel, ‘dat ‘den arbeider uit de totale
opbrengst van het productieproces toevalt, relatief
kleiner wordt..

Dat i’s niets bijzonders en ons wel bekend; opmer-
kelijk is’ slechts d’e ontevredenheid, welke uitdeze op-
vatting spreekt. met de tot nu toe als voortreffelijk
beschouwde Amerikaaniche loonmethode.

Nog onlangs is de lof der Amerikaansche verhou-
dingen gezongen en het geuren met de ‘hooge Ame-
rikaansohe bonen schijnt in sommige kringen tot den
goeden toon te behooren.

Hier heeft men nu den leider der Ameri’kaansohe
anbei’dersvakvereenigingen, die ‘komt vertellen, dat

men een geheel nieuwe pihase in den loonstrijd in Ame-
rika is ingetreden.

Men moet hieruit ‘dus conclu’deeren, dat de gemeen-
schappelijke ‘opvatting over het wezen van den loon-strijd, welke tot nu toe bij werkgevers en arbeiders in
de Ver. Staten verondersteld werd aanwezig te zijn,
niet meer bestaat, dat er althans veranderingen op
til zijn.

Wij herhalen, dat het zeer belangwekkend zal zijn,
deze ‘en twikkeling nauwkeurig te volgen.
De realiteit drong intusschen rvel naar een veraru de-
rng.

In het Au’gustusnummor’van de ,,Montihly Labor Ho-

view” werd een uitvoerig verslag ‘opgenomen van een
onderzoek, ‘hetwelk was ingesteld naar de hoogte van
do bonen in verschillende doelen der Ver. St. en naai
d0 kosten van het levenson’Jerh u i ter pl:catre.
Daarbij is gebleken, dat in vele Staten hot: loon nau-
welijks voldoende is, om op zeer eenvoudige wijze een
arbeidersgezin in stand te houden; m.a.w. dat vele ar-
beiders in ‘de Ver. Staten leven op de grens van het

pauperisme. Voor ‘de ongeschoolde arbeiders vooral
‘staat de zaak heel ongunstig; tallooze hunner ve’rdie-

974

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

.2 November 1927

nen slechts bonen, welke niet -roidoen’de zijn om een

bescheiden bestaan te blijven voeren.
Oo’k een bedrij’fsgewijze ingesteld onderzoek, waar-
omtrent men gegevens vindt in ,,ïruiustriai md La-

bour Information” XXIII No. 13, vij’st op vchrille

tegenstellingen en onvoldoende bonen.
Waar de bonen in dezelfde industrie sterk uiteen

loopen kon ontevredénhei’d met de gevolgde loonpoli-
tiek niet uitblijven en men kan, de cijfers beschou-
weûd, ook niet anders dan beamen, dat er ernsti’ge

misstanden moeten ‘heerschen.
Wat, toch te zeggen van de, in de ‘hierna igenomen

tabel voorkomende loonsve’rschillen?’

Werktijd
Laagste
Hoogste

Naam der industrie
per week
bonen
bonen

Kleininduatrie……..
57.5
$
10.48
$
25.27

Conservenfabrieken
50.2
17.04
25.34

Wol-
en sajet

,,

..
49.4
20.77
27.82

Machinefabrieken 50.6 11.78
25.32

Papierfabrieken
56.7

13.37
28.05

Gieterijen …………
52.5
14.37
28.67
Motorvoertuigen

fabr.

.

50.4
24.02
30.26

Kolenmijnen ondergr.
.
10.34
33.90

bovengr..
11.03 37.69
Anthrac.mijnen, ondergr.
gemiddeld
29.42

bovengr.
,,
29.45

IJzermijnen, ondergr
52.1
19.80
27.73

Blijkens onderzoekingen in de Ver. Staten ingesteld

door Dr. Oharlotte Lüttken•s en gepubliceerd in ,,Ar-

chiv für .Social’wissenschaft und Socialpolitik” vordert

een huisgezin, dat bescheiden eische.n van welstand

,

heeft, 2268 dollar per jaar; dit geldt voor ,,arbei’ders-

v,

Als bestaaiis’minimu,m moet men een bedrag van 1100 tot 1400 dollar aannemen, varieerend naar den

levensstandaard in de verschillende staten. In de Zui-delijke staten blijiven de bonen van de ‘ongeschoolde

arbeiders daar beneden.
Bij Ford komen de arbeiders, wier dagloon 6 dollar
80 cents bedraagt met 304 arbeidsdagen, slechts tot
2065 ‘dollar per jaar. In de .gegevvns van Dr. Liitt-

keus treft bovenal de mededeeling, dat er slechts 7 mil-

lioen arbeiders een grooter inkomen dan lSOO dollar

hheo.
Afgezien van de overtuiging, dat deze bonen in
verband, met de Ametikaansche prijzen, moeten wor-
den ‘beschouwd, ligt de conclusie vooi- de hand, dat de
groote verschillen in’derdaad moetan leiden tot .,in-
dustrieele on.besteiidigheici” en is het alleszins verklaar-
baar, dat de Ameri’kaansc’he arbei.drsvakvereenigi n-gen naar een anderen vorm van loonstrij.d zoeken.
Hoewel het misschien niet aangenaam is voor de

bewonderaas door dik en dun van Arnerikaansche
verhoudingen, hebben wij’ de aandacht willen “iestigen
op de veranderingen, welke’ in de Ver. Staten te ge-
beuren st.aan. Reeds eerder heeft ook ‘de groot-indus-
trieel ‘Stork in dit tijfdsc’hrift .gewtrschuw’d’ voor
blinde bewondering; ) thans jkonrt ‘het ‘hierboven mee-

gedeelde wederom als een waarschuwing voor hen,

die met een zkere genoe’gdoen’iig Amerikaansche toe-
stknden verkiezen boven die in West-Europa.

– J. RATTJi.

DE INVLOED VAN DE DAWES-BETALINGEN OP HET

ECONOMISCH LEVEN VAN DUITSCHLAND.

In zijn naschrift van 5 October heeft de heer Verwey

enkele punten nog niet geheel opgehelderd.
Scheiden we een oogenblik ‘D awesverplichtingen,

binnenlandsche staatsschuld en pensioenen en laten
we de eerste twee even buiten beschouwing. De uit-

keering van
pensioenen
nu beteekent, zoo we het volk

als een groep beschouwen, niets anders dan een her-
verdeeling van het jaar]jksche sociaalproduct onder
de leden van die groep. Waarschijnlijk zal tengevolge
van deze verdeeling wel méér van het jaarinkomen
worden verbruikt dan’ anders ware geschied maar

1)
Zie E.S. B. van
19
Januari
1927. [Rad.]

dat gaat buiten de quaestie om: een last voor het

volk als geheel beschouwd vormen pensioenen geens-

zins.
Mijn
bezwaar, dat de heer Verwey in
zijn
artikel

op blz. 830 ongeljksoortige grootheden heeft op-

geteld, blijft’ dus bestaan. Wél is natuurlijk het

inkomen per hoofd der bevolking
‘geringer dan het

zou
zijn
geweest als er geen oorlogsinvalieden enz.
waren. Daarop kom ik straks nog terug.
Nu de ‘staatsschulden! Ik erken, dat ik in mijn

streven naar bondigheid een zin heb neergeschreven,

die in
zijn
algemeenheid onjuist is. Maar laten we

ons bezig houden iiet het onderhavige speciale geval.!

Zoowel Dl. als Fr. consumeerden in den oorlog. Het

verbruikte is onherroepelijk vei-loren. Natuurlijk ont-

gaat men daardoor, naar de heer Verwey terecht

opmerkt, ook de baten, die uit een’ produetief gebruik’

van de nu verloren sommen zouden
zijn
voortgevloeid.

Het geleden verlies werd in Dl. – ruw uitgedrukt –

tengevolge van radicale inflatie door de renteniers

‘inééns gedragen: ze verloren hun bezit.
In Fr. wordt het na inflatie overgebleven deel,

alweer ruw uitgedrukt, door de ondernemers gedragen,

die
jaarlijks
een deel van hun inkomen aan de ren-

teniers moeten afstaan.
Beide landen werden armer. Maar in Fr. weer-

spiegelt zich dat in een groote staatsschu’ld, in 1)1.

is ‘dat niet meer het geval.
Vergelijkt men nu, zooals

de heer Verwey dat deed, publieke schuld met
totaal

staatsbudget,
dan
schijnt
het Fr..volk zwaarder belast.

Kon men echter de schuld vergelijken
met het jaar-

lijksche volksinkornen,
dan zou men zeker tot een

ander resultaat komen. Want op het Duitsche volk,

evenzeer verarmd, al uit zich dat niet in het cijfer

van een hooge binnenlandsche staatsschuld, rusten
bovendien. de D awes-verplichtin gen. Het behoeft m.i.
geen betoog, dat naast de grootte van het inkomen
alléén de laatstgenoemde verhouding: Schulden: In-

komen per hoofd der bevolking, ons houvast kan
geven, als we willen nagaan of de verplichtingen
voor het D. volk al dan niet te dragen zijn. De door

den heer Verwey opgestelde vergelijking is daarvoor

onbruikbaar.

Ten slotte de toekomst! Het is niet mijn wensch,
als verkeersagent in het kapitaalverkeer naar Dl. op

te treden ‘en Stopi te bevelen. Ik wil slechts een
waarschuwingsbord aan den -weg zetten. Want men zal goed doen, de toekomstige moeilijkheden niet te
onderschatten. Vooral vergelijking met vroegere,

oppervlakkig beschouwd soortgelijke gevallen, zoo als
dat van de V.S. in de 19e eeuw, kan gevaarlijk worden,
als men de geheel andere structuur van de Duitsche

,Wirtschaft” uit het oog verliest.
E. F. PRILIPP.
* *
*

N a s c h r i f t. Met het betoog van ‘de heer Philipp,
‘oor zo’ver dat op het afwij’kend karakter ‘der verar-

n’.ing in Duitsland en Frankrijk betrekking heeft, ‘kan

ik mij volkomen .verpnigen. Het zal de heer Philipp dan oo’k een voldoening zijn te vernemen dat in het
eerste concept van mijn artikel de draagkracht der
beide landen in ‘mijn gegevens verwerkt was en •dat

het. mij in zekere zin
spijt
de betreffende passage te

hdbben geschrapt. ,,In zekere zin”, omdat elke schatting
van natio’naal inkomen en nationaal vermogen zo ‘bui-
tengewoon ‘betrekkelik is. De meest betrouwbare,’ waar-

over i.k ‘besohi’k, zijn die van Fisk
1)
en geven ‘het natio-

tiaal inkomen van ‘Frankrijk zowel als van Duitsland

met 7 milliard, het nationaal vermogen met resp. 51.9
en 55 milliard dollars ) aan. De cijfer’s ‘hebben blijk-

baar betrekking op het jaar 1923 en ik wil er mij

allerminst ‘op beroepen. Ook worden in hetzelfde boek
eer afwijkende schattingen van andere schrijvers aan-
gehaald: Wel maken ‘zij’ ‘begrijpelik waarom ik nog niet
zo -zeker ben (wat. ‘de heer Phi’lipp blijkbaar wel is)

9 Harvey E Fisk, Inter-Ally Debts,
.p. 282, 311
en
315.

1
9
Dollars
met koopkracht van
1913.

2 November 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

975

(lat ,,in•dien men de schuld vergelijken kon met het

jaarli’ks volksinikemen, men zeker tot een ander resul-

taat ‘zou komen.”

Niet een’s ben ik het niet de heer Philipp ten aan-

zien van het eerste gedeelte van rijn betoog. Blijkbaar
handhaaft de heer Philipp de stelling .dat buitenlandse

schulden, al’tans Dawesverplichtingen, enerzijids, en
bi nrienlandse schulden en pensioenen, anderzijds,
011-

gelijksoortige grootheden ‘zouden ziju.’) En dit ‘op

grrnid van het feit ‘dat zowel pensioenen als rente-

(lieus’t van de binnenlandse schuld voor het volk als

geheel genomen een herverdeling betekenen van het

jaarinkomen, maar dat het jaarinkomen zelf er niet

door gewijzigd wordt. En dat daarentegen het jaar-

inkomen ‘door de rentelast op een buitenlandse schuld,

of door de Dawesbetalingen, wel verandering onder-
gaat.
Dit alles echter •is slechts ‘betrekkelik waar. Opper-
vlakkig beschouwd betekent pensioenuitkering inder-

‘daad ‘dat aan één groep wordt uitgekeerd, wat een
andere (die der belastingbetalers) heeft opgebracht,

en verandert er dus schijnbaar niets. Echter slechts
schijn.baar.
:[n
werldelilchcid
toch hebben gelden, die
productief
hadden kunnen worden gebruikt, een
on-
productet’e
bestemming gekregen. Het jaarinkomen

zou ‘dan ook belangrijk hoger rijn indien het geld voor

productieve ‘doeleinden gebruikt was. Wat de pensioc-
rien ‘dus ‘doen, is een druk uitoefenen op het jaarin-
komen. De heer Philipp geeft dit ook toe. ) Welnu,
de l)awesbetalin gen hebben geen ander effect. Ook zij

oefenen een zodani’ge ‘druk uit. Elke onproductieve
lening ‘doet ‘dat. Niet de rentedien,st op
bin’nenlandse
en
buitenlan.dse,
maar op
prodvctieive
en
ir&produc-
ieve
schuld, zijn ongelijksoortige groot’heden. Ik was
echter gerechtigd die bij elkaar op te tellen omdat
zowel in Duitsland als in Frankrijk het. leeuwendeel
der zchuld’betalingen onprod’uctief is. Trouwens ‘di’t
punt bestrijdt ‘de ‘heer Philipp niet.
G.
V.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

HET FRANSCH-DUITSCHE HANDELSVERDRAG.
DE MOEILIJKHEDEN MET DE VEREENIGDE STATEN.

Prof. B. Nogaro te
Parijs
schrijft ‘ons:
D0 publieke opinie aan deze en aan gene zijde van
den Rijn begon genoeg te krijgen van ‘de eeu’wige aan-

kondiging, dat de Fransch-‘Duitsche economische on-
derhandelingen, die ‘officieel op 1 Oct. 1924 begonnen

waren als een vervolg op de conferentie van Londen en op den vooravond van de beëindiging van het on-

‘gelijke régime, dat door deel X van het verdrag van
Versailles was ingesteld, tot een gunstig resultaat
‘hadden geleid.

De vele wisselvalligheden bijl de onderhandelingen
en de tallooze teleurstellingen hadden ‘het publiek
sceptisch gestemd en niets toont dit ‘duidelijker aan,
dan de houding van ‘de pers op dan avond zelf van
de ‘onderteekening van de conventie van 17 Augustus
1927, waaraan vij’ tot op ‘de laatste minuut scheen te

twijfelen.
Ditmaal is de overeenkomst ‘gesloten. Zij’ is vol-
komen. Voorloopig,
ongetwijfeld,
maar ‘met de moge-
lijkheid van verlenging regert
‘zij
in ‘zeer liberalen geest
de economische verhoudingen tusschen Frankrijk en

Duitschland en maakt een eind ‘aan den feitelijken
tarieven-oorlog.

Geroepen zitting te nemen in den Volkenbond en
daarmee op voet van ‘gelijkheid gstel’d met zijn oude

vijanden, had Duitsc’hland sedert 1 Januari 1925 zijn

Uit hetgeen de heer P. zegt, krijgt men wel is waar
de indruk dat hij ‘tussen pensioenen enerzijds en schulden (binnenlandse en Dawesbetalingen) anderzijds, bedoelt te
onderscheiden, maar dit kan ik niet aannemen, omdat de
heer P. dan in strijd
ZOU
komen met zijn vroeger betoog.
(Ec..St. Ber. van 5 October 127).
Zie
tweede alinea op én na laatste zin.

vrijheid op economisch en handelspolitiek gebied her-
kregen. Op dëzen datum eindigde eveneens de ‘bepa-

li ng van het vprdrag van Versailles, ‘die het de ver-

plichting oplegde zijn vroegeren tegenstander ‘e

moest.begun’stiging toe ‘te kennen zonder wederkeerig-
heid. Op dezen ‘datum ook eindigde de
vrije
invoer in
het Duitsche Rijk van een contingent, goederen uit ‘den

Elzas en Lotharingen, ‘overeenkomende met den nor-

‘malen handel van deze provincies naar de rest van
het
rijk,
waar zij van 1871 ‘tot 1918 deel van hadden
uitgemaakt. –

Duitschland verdroeg deze ‘beperkingen noode. Da-

delijk na den vervaldatum stelde ‘het alle pogingen in

het werk, te verkrijgeh wat ‘hem aanvankelijk was ge-

weigerd. Het eischte voor alles behandeling op voet

van de mees-bbegunstigde natie. Engeland en België
stemden hierin toe. Frankrijk begeerig om op do

Duitsche markt niet te worden gehandicapt, vroeg

erom, maar ‘de Fransche onderhandelaren meenden
deze ‘behandeling ‘hunnerzij’ds niet te kannen verlee-

nen. Immers de tariefwet van 29 Juni 1919 was aan-
genomen met commentaren, die de algemeene verlee-

ning van de bepaling van de mees’tbegunstigde natie

uitsloten. Duitsc’hland eischte bovendien het voordeel
van vaiststaande rechten, d.w.z. rechten, die gedurende

den geeleu ‘duur der conventie ongewijzigd zouden
blijven, hetgeen in
strijd
was met de grondslagen van
de Fransohe tariefwet.

Voorloopige overeenkomsten waren reeds gesloten,
die het stelsel ‘van de meestbegunstigde natie ten op-zichte van Duîtschland vrij ruim in toepassing brach-
ten, maat’ Juni jl. liepen, deze ‘overeenkomsten ten
einde. Beteekende het een breuk? Zou de Fransche

regeering den handel ‘tusschen de ‘beide aan elkaar
grenzende staten onderwerpen aan het hoogste tarief
of aan volstrkte invoerverboden? Een erustige poging

‘tot verzoening werd in het werk gesteld. De wet, welke
13 Juli werd aangenomen, verleende aan de Fransche
regeerin’g de noodzakelijke ‘bevoegdheden om nieuwe

tarieven in te stellen. Het was een maatregel, die zijn gelijke niet had. Immers het Fransche douane-stelsel
is in principe gebaseerd op 2 wettelijk vastgestelde

tarieven: een algemeen tarief en een minimum tarief
en het parlement heeft de regeering het recht verleend
tijdens zijn afwezigheid wetten te maken, onder voor-
behoud van ratificat.ie
, die feitelijk niet geweigerd
kan worden. Op deze wijze gaf men echter aan
Duitsch.land een wezenlijke garantie. Zoo kon de Fran-

che regeering do onderhandelingen ‘hervatten, die
leidden tot de conventie van 17 Augustus, waarvan

do bepalingen duidelijk werden in het licht van de
voorafgaande ‘beschouwingen.

De nieuwe overeenkomst regelt inderdaad op ge-
lijke ‘basis en op een wij-ze, ‘die gunstig is voor ‘de rc’-

geimatige ‘betrekkingen tusschen de beide landen, de
voornaamste economische problemen, die door ‘de
Fransche en Duitsche douane-politiek van na den oor-
log zijn opgeworpen. Deze werd beheerscht ‘door het
verlangen naar -tariefvrj’heid. Frankrijk vooral, be-
kend met de ontduikingen van de meest’begunstigi.ngs-
clausule, die te voorschijn waren geroepen (lOer de spe-
cialisatie ‘der tarief’pos’ten, had een afkeer van deze
bepalingen. Bovendien verbiedt ‘de wet van 29 Juli 1919 zijn onderhandelaren deze bepalingen en bloc

toe te staan. Zij verleent ‘hun ‘slechts het recht bepaal-
de concessies te verle’en’en, bestaande uit verlagingen
op ‘het maximum-tarief, dat overigens weer aanzienlijk

was verhoogd en gemiddeld het viervoudige bedroeg van, het minimum-tarief, waardoor het een werkelijk
s’trjdtarief werd. Zonder openlijk deze wettelijke be-
paling ‘te schencien, past de nieuwe conventie ‘haar
aan de huidige ‘behoeften aan. Voor bijna alle produc-
ten uit het andere land –
en
in ieder geval voor de
werkelijk belangrijke – verleenen Duitschland en
Frankrijk elkander feitelijk of wettelijk de behande-ling van ‘do meestbegunsti’gde natie. Eenerzijds ver-
leent
Frankrijk
aan Duitschiand:

1
976

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 November 1927
le. het voorrecht van het mini,m’umtarief, geamen-

deerd krachtens de macht, ‘die ‘het Gouvernement

ontleent aan de wet van 13 Juli 1927, voor ongeveer

520 artikelen en voor mee± dan 400 gespecialiseerde

chemische pioducte’n; hetgeen de uiterste greni

vormt van de concessies, die %ij
,
kan toestaan;

2e. verlaging van het algemeene tarief voor 58

‘artikelen.
Anderzijds kent Duitschland aan Frankrijk het

recht toe tot bijzondere verlagingen op een tarief voor

ongeveer 320 artikelen, zonder aan •de behandeling

als meest,begnnsti’gde natie voor bijna alle andere

koopwaren afbreuk te doen.
Natuurlijk zijn de takken van productie, die bij

invoer in het andere land het ,
mees
tbe
gl
,msti.gingsTecht

genieten, diegene die i.n ‘de nationale economie de g&

wichtigste rol spelen en voor weiker verdediging bij

‘dë onderhandelingen ‘de meeste zorg is gedragen. Voor

Frankrijk is dit hoofdzakelijk de landbouw. Maar al
zijn groote ‘industrieën zooals katoen, wol, zijde, con-
fectie, schoenen, metaalbawerking en mechaniek, joop

en parfumerieën, glas en porcelein,
krijgen
het voor-

recht ‘hetzij van een vr]aging hetzij van een bevestil

‘der Duitsch—é tarieven. Voor Duitschland zijn
het de groote industrieën van chemicaliën, mechaulek

en électriciteit, klein ijzerwer.k, cement, fayence en
potcelein, leer en snuisterijen, die het voorrecht van
het minimum-tarief gen i eten en van meestbegun sti gde

natie.
D:e
on
standvastig’liid der douane-tarieven is evei{-

‘eens een groote hinderpaal voôr de ‘betrekkingen tus-
schen handeidrj’vende landen. De meestbegunsti-

gi n gsclausiile
is
‘daar geen geneesmi’d dol voor, van t

zij kan een heziening dor tarieven volstrekt niet ver-
hinderen. Maar toch verzekert zij aan allen, in wier

voetdeel ‘zij is vastgesteld, gelijkheid van ‘behandeling
ten opzichte van ‘de nieuwe rechten. Nu ‘is vooral voor

de
ex
pborteurs ‘de vastaiei’d det tarieven, het element

van stabiliteit van ink’oops en ver’koopsprijzen, v’ai
belang. Vandaai het gebruik van vaste rechten, ver-

nietigd in Frankrijk ‘door de toepassing van variabele
coëfficiënten; de nieuwe overeenkomst verzacht dit

ongerief. Zij ‘beperkt ‘de sttekking der herzienirigen en
onderwerpt ‘deze aan een objectieve regeling. Op grond

van ‘de nieuwe Fransche douanewet kan ‘het Gouver-

‘nement ‘de tarieven wijzigen overeenkomstig het’ in

dexcij’fer van
gr
oot,handelsprj’zen iederen ‘keer, ‘dat dit

een verschil van 20 pOt. ‘aaniwijkt ten opzichte van het
ni.’ieau van J’uli 1927. Het Frausch-Duitsche handels-

verdrag past dit beginsel toe. De tarieven, die aan

Dui’tschlan’d wotden’verleen’d, zijn volgens ‘bepaalde cijfers vastgesteld en ‘de meesten daarvan kunnen
ge
i

durende de overeenkomst niet anders gewijzigd wo
den, dan in overeenstemming met ‘de groothande,is
prij:zen. Wat de Duits’che tarieven betreft, deze zullen,

in Goud marken uitgedrukt’, ‘onrveran’derlj’k zijn gedu-

rende dienselfden tijd.
Dat ‘zijn ‘de twee grooto economische bepalingen van

het Ftansch-Dui’tsohe ‘handelaverdrag. Dè andet’e heb-
ben een administratief, technisch en politiek karakter.
Zij# hebben hetrehking op ‘de toe’assing van de rech-

ten en hun aansluiting bij de verdere belastingwetge-

ving: op de wijze van inning ‘der rechten, de inklaring, de nationaliteit der ‘koopwaren, ‘de ‘beperking van uit-
en invoet, den status van personen en vereeuigingen,

de zeevaart. en ‘de binnenvaart in het moederlan’d zo’o-

wel ‘als in de kolonië’n. Zij’ gaan uit van, ‘de nieuwe be-
ginselen van internationaal recht, zoowel, voor zoover

het de’ regels betreft, ‘die hen beheei’sc’hen, de proce-
dure bij het beslechten van geschillen: de arbitrage,,

als ‘de beivoegde rechtspraak, ‘te weten: het hof van

justitie in Den ‘Haag. ‘
Toch doen ‘deze beschikkingen de grondslagen der
douanepölitiek van ‘het huidige Frankrijk allerminst
teniet. Zij vinden er hun grenzen. In ‘de eerste
plaats is de ‘duur der overeenkomst beperkt tot’ 15

December 1928. Het is waar, ‘dat bij ‘gebrek aan op

zeging voor ‘dien -datum de twee landen elkan’der van
‘dat oogenblik af de ‘verzekering geven, d’e clausule

‘der ‘algeheele meestbegunstiging te zullen toepassen,
bewijs van hun liberale bedoelingen. Anderzijds ‘kent

het verdrag Frankrijk ‘het recht toe voort te gaan

met de wijziging ‘van het douanesteisel, die op het

oogenbl’ik in studie is ‘genomen en die ‘voor sommige

producten reeds onmiddellijk in werking’ zal kunnen
treden èn binnen ‘drie maanden voor de artikelen, ‘die

het onderwerp ‘he’ben uitgemaakt van een vaststelling
van rechten. Ten slotte zijn ‘het ‘minimum-tarief ‘of het

gewijzigde algemeene tarief niet toepasselijk op alle

producten of op een onbepaalde hoeveelheid daarvan.

Zoo moet Frankrijk ook op zekere p’udten het auto-

nome Duitscbe tarief aannemen en blijft Duitschland

onderworpen aan het algemeene Fransche tarief.

Daarenboven is, overeenkomstig een tussch en Fran ic-

rijk en zijn ‘koloniën ontstane en sedertdien door het

verdrag van Versailles gewettigde gewoonte, het nieuwe

tarief, ‘dat aan Duitsehlaird is toegestaan, slechts Van
waarde voor ‘bepaalde jaarljksche contingeuten, tér-

wijl« andei’zijds ‘de gewone F’ran’sche wijnen slechts in

Duitschl and kunnen worden ingevoerd ‘tot een totaal

van 360.000 cen’tenaar per jaar.
Niettegenstaande deze verschillende reserves heeft

het Fransch-Dui tsche handeisverdrag een bemoedi-

geud’karakter. Het wettigt inderdaad een hand’elspoli-
tiek, die, zonder tot een ‘vrij ruii’verkeer over te gaan,

een gelukkige reactie tegen het overdreven protectio-

fl
sm’e van d en na-oorlogstijd ‘kenmerkt.

Toch brengt het in werking treden van het Fransch-

Duitsche ‘handelaverdrag op grond van de buitenge-
wone bevoegdheden, die aan, ‘de Fransche regeering

zijn toegekend, de toepassing van een nieuw tarief
– minimum of algemeen – voor een tamelijk groot

aantal goederen.

Di’t n’i ouwe feit heeft heftige tegenwerpingen uit-
gelokt van. den kant van ‘de regeering in Washington
en ‘een zeer categorisch antwoord ‘van den kant van de

Fransche regeering. Het theoretisch geschil, ‘dat ont-

ketend is, kan nooit ‘tot een ‘practisch resultaat leiden,

omdat cle ‘twee regeeri’ngen uitgaan van’ absoluut
verschillende beginselen. In verband met ‘het feit, dat
‘cle Amerikaansche douanewet geheel en al het. stelsel
van wederkeerigheid ‘heeft verlaten, i’ de Amerikaan-

sche regeering van meeni’ng, ‘dat de hoogte der tarie-
ven een kwestie is van ‘binnenlandsche politiek ,en dat
het eenige ‘principe van internationale orde dat van

de
gelijke
behandeling der verschillende landen is,

zelfs wanneer men ‘alle ‘aan ‘beschermende rechten

zou onderwerpen. Zij behoudt zich slechts ‘het recht

voor de tarieven te ‘ver’hoogen tegenover ‘die landen,
welke tegenover haar een diacriminatiepolitiek voeren.

Frankiijk ‘daarentegen gaimt meer en meer de richting
op van een reciproci’teitspoli’tiek; de Regeering dient
het minimum-tarief, of intermediaire rechten tusachen
‘het algemeene en het minimum-tarief, slechts toe te

staan in ruil voor gelijkwaardige offers.

Doch in werkelijkheid ‘behouden de Vereenigde Sta-
ten hét voordeel ‘van een spontaan ‘door Frankrijk ‘toe-

gestaan minimum-tarief of van een oud algeeen ta-
rief voor een aanzienlijke hoeveelheid goederen en
slechts voor een zeer ‘klein aantal waren zijn ‘zij’ aan

het nieuwe algemeene tarief onderworpen. Anderzijds
heeft hun Regeering het in haar macht bepaalde rech-ten te verlagen na ‘voorafgaand onderzoek. Het is dus
waarschijnlijk, ‘dat de beide landen door een uitwisse-
ling van gunsten wederzijds maatreeien nemen, die
aan het verlangen om elkarider te ontzien, tegemoet

komen. ‘

AANTEEKENINGEN.

Prijsvraag van de Nederlandsche Organisatie

van Accountants.
Ter gelegenheid van het vijf en twintigjarig bestaan

der Ned’erlan.dsche Organisatie van Accountants heeft

2 November
1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

977

hot
Bestitur van genoemde Vereeniging de volgende

prijsvraag uitgeschreven, aan welker beantwoording

een ieder kan deelnemen:

Een
op
grondig onderzoek der feiten berustende

beschrijving van don ontwikkelingsgang en den huidi-

gen stand van het accountantsberoep hier te lande,

alsmede een onderzoek naar ‘de oorzaken, welke tot de

opeenvolgende stadia in ‘de ontwikkeling hebben

geleid.

Aandacht zal o.m. moeten worden geschonken aan

do wisselende opvattingen omtrent de taak van den

accountant, do ontwikkeling van de accountantsver-
eonigingen en hare beteekenis voor ‘hef, beroep, ‘den in-

vloed van do algemeene economische omstandigheden

en van de wetgeving, alsmede aan de epleiding en de

examens. Een en ander ‘zoowel met betrekking tot de
vrije als tot de ambtelijke beroepsuitoefening.
De antwoorden, welke getypt moeten ‘zijn, zullen

v66r
of
uiterlijk ‘op 1 December 1028 moeten worden

toegezonden aan den secretaris der Vereeniging, Joh

V’erhulststraat
07,
Amsterdam.

Zij moeten geteekend zijn ‘met een kenspreuk ca

daarbij moet gevoegd worden een verzegeld briefje,
dat dezelfde kenspreuk tot’op’schrift ‘heeft en den
naam en hot adres ‘des schrivers bevat.

Zoo
spoedg mogelijk na genoemden datum zal de

commissie van heoordeeling, bestaande uit: de Heeren

Mr.
1.
Goudeket, Prof. Th. Limperg en M. van
Overeem, over de ingekomen vorhandelingen in ‘het
openbaar haar oordeel kenbaar maken, en aan den
schrijver van het ‘meest voldoende antwoord, hetwelk

door ‘do commissie van beoordeeling de eer dr be-
kroning is waardig gekeurd, een prijs van
f
250.-

uitgereikt worden.

Kosten van het levensonderhoud bij arbeiders-gezinnen en gezinnen van meergegoeden te
Amsterdam.

rit
aansluiting op de vroeger
1)
door ons aan het maand-
bericht ‘vlin het Bureau van’ Statistiek der Gemeente
Amsterdam ontleeiido cijfers over ‘de kosten van levens-
onderhoud voor arbeidersgezinnen en voor gezinnen van
rueergegoeclen, volgen hieronder do desbetreffende cijfers over liet derde kwartaal 1927. Naar men weet ‘is het index-
cijfer dor kosteti van liet levensonderhoud voor arbeiders-
gezinnen’ gebaseerd op de levenswijze van 72 arbeiders.
gezinnen gedurende het tijdperk van 1 October 1923 tot
30 September 1924, dat voor gezinnen van meergegoeden
01) die van 20 gezinnen van hoogere ambtenaren met een
inkomen van meer dan
f
5000 gedurende hetzelfde jaar.
Voor de
arboidOrsgeziwiven
bedraagt het ‘indexeijfer in
September 1927 94,7 op de basis van de periode 1923-24,
78.2
op do basis Maart 1920 en
167.2
op de basis van de
periode vOÔr den oorlog. Daar dc .betreffende cijfers in Juni
1927 resp. 94.8, 78.3 en 167.4 bedroegen, is er voor de
gezinnen van ‘deze categorie sedert de vorige drie-maande.
lijksche berekening in hct algemeene pei’l der prijzen een
daling waar te nemen van
0.1
pCt.
Voor de gezinnen van
meergegoeden
bedraagt het cijfer
95.4
op do basis 1923-’24,
84.9
op de basis Maart 1920
en
168.4
op de basis 1911-’13. De overeenkoinstige cijfers
waren in Juni 1927 rcsp. 95.7, 85.2 en 168.9. Voor de
iiteergegoeden heeft zich dus sedert liet vorige kwartaal
ecn daling voorgedaan van
0.4
pCt.
In Juni jI. nvareii cle meeste onclerdeelen van het budget
ongewijzigd gebleven en was alleen beweging te vinden voor twee groepen van posten, clie in tegenovergestelde
richting verliepen (eenerzijds melk, vetten (uatuurboter)
en braudstei, die een verlaging hadden ondergaan, ander-
zijds aardappelen, groenten en fruit, die een stijging ver-
toonden), en wel s66 dat tea slotte de invloed van een
van beide bewegingen op het, indexcijfer (ni. die van de
groepen aardappelen en groenten) overwoog.
rJans
is in
hoofdzaak hetzelfde waar te nemen, doch de richting is de
oingekeorcle van die van drie maanden tevoren. Zoo onder-
gingen melk, natnurboter, ‘brandstoffen onder den ‘invloed
van het jaargetijde in den loop van het derde kwartaal
een stijging (dit was ook het geval met eieren), groenten, aardappelen en fruit daarentegen een daling. In het effect
is echter deze eigenaardigheid, dat de laatste bij de beter-

t)
Zie ons nwnmcr van 3 Augustus jl.

Arbeidersgezinnen.

Gezinnen v.meergeg.
Gemiddelde inkomsten Gemiddelde inkomsten
f
1902 per gezin

f8527 per gezin.

Rest
1)
1
Totaal
Voe-
Rest
2)
i Totaal

Gemiddelde weke- 1
lijkscheuitgaveper
1
gezinseenheid
3)
in 1
centen gedurende 1
het jaar
1
Oct. 1923- 1
30 September 1924.
493
6081

Bedragen in centen,
welke per gezins-
eenheid zouden zijn
uitgegeven, indien
besteed aan het-
zelfde als in het jaar
1
Oct.’23-30Sept.’24
in:
Juni

1926…. 472

594

1066

911 2811 3722
Sept. 1926….
4
31+ 5931

1025 8
2
7+
2
807+ 3635
Dec.

1926.. . .
4
50+ 596

1
0
4
6+ 875+
2805 3
680+
Maart 1927…. 4441 592+

1037 842 2800 3642
Juni

1927…. 457

587+

104
4
+ 867+
2792
3659+
Sept

1927…. 457

586

1043
859+
2788
3
84
7+
Brood, beschuit, koek, grutterswaren, melk, kaas, eieren,
vleesch, visch, vetten, suiker, andere kruidenierswaren,
aardappelen, groenten, fruit, dranken, maaltijden buitens.
huis bereid, berek. voed. vacantie buiten A’dam.
Kleeding, schoeisel, huishuur, brandstof, gas, eleetri-
citeit, toilet-, wasch., schoonmaakartikelen, woninginrichting
huisraad, fondsgelden, contributie, periodieken, rooken, ont-
spanning, spoor, tram, diversen
(mcl.
hulp in de huishouding).
8)
De herleiding tot gezinseenheden geschiedt aldus, dat
de man geldt voor 1, de vrouw voor 0,9, een kind in het
eerste levensjaar voor 0,15, in het tweede voor 0,2, in het
derde voor 0,3 volwassene en zoo geleidelijk opklimmende
met 0,05 voor elk leeftijdsjaar.

Indexcijfers voor
arbeidersgezinnen
op de basis van

lndexcijfers voor ge-
zinnen v.
meergegoeden
op de basis van

Maanden
.
0
11
t-
Ii
O_
t)
t

0
11
,tfl
0.
0.0)fl
O

1911113
100 100
Mrt. 1920
213,7
100
198,3
100
Dec.

1920
221,6
103,7
Juni 1921
207,9
97,3 Dec.

1921
190,4
89,1
Juni 1922
186,8
87,4
Dec.

1922
176,3
82,5
Juni 1923
173,5
81,2
Dec.

1921
177,6)
83,1)

82,6
100
176,5
89,0
100

Sept. 1924
176,3) 82,5J Dec.

1924
180,8
84,6
Juni 1925
179,1
83,8
Dec.

1925
177,2
82,9
Juni 1926
170,9
80,0 96,8
171,7
86,6 97,3
Sept. 1926
164,2
76,8
93,0
167,8
84,6
95,1
Dec.

1926
167,8
78,5
95,0
169,5
85,5
96,1
Mrt. 1927
166,4
77,8
94,2
168,0
84,7
95,2
Juni 1927
167,4
78,3
94,8
168,9
85,2
95,7
Sept. 19271
167,2
78,2 94,7
168,4 84,9 95,4

gesitueerden in sterkere mate overweegt dan bij de ar-
beiders. De oorzaak daarvan ligt in het feit, dat de
prijzen van de beste soorten en kwaliteiten van groenten
en aardappelen sedert Juni jl aanzienlijk meer gedaald
zijn dan die van de gewone soorten en dat deze belang-
rijkere daling de niet geringe stijging van natuur.botor en
melk dus ook gemakkelijker overtreft.
Behalve ht bovenstaande zijn nog enkele wijzigingen
van ondergeschikte beteekenis te vermelden: een stijging
van den post suiker en een geringe daling van den post
diversen, dit laatste als gevolg van de met 1 Juli ingetreden
verlaging van liet briefport. De rubriek vleesch is bij de
arbeidersgesinnen gedaald, ‘bij (le meergegoeden lichtelijk
gestegen, doordat tegenover een met 1 Augustus ingevoerde
prijsverhooging van ‘bevroren rundvleeseh een verlaging te
vermelden valt van de goedkoopere soorten van versch
inlan.dsch rundv’leesch, terwijl de duurdere kwaliteiten
hiervan ongewijzigd zijn gebleven.
Voor den post ‘huishuur is de ‘berekening bij gebrek aan
meer recente gegeens nog gebaseerd gebleven op de uit-
komsten van de woningtelling van 1 November 1925, zoo-

110]+Il925+I2900 38251

978

ECONOMISCH-STATiSTISCHE BERICHTEN

2 November 1927
,

wel
wat
betreftde .liüurstijgiug als cle verhouding van oude
Data
sfbck:
Oslo
)
‘w
sing-

1
Buenos-
Mon-
en .nieuwgeboiiwde voningen. Met het oog op het feit, dat
,
holm ‘)
fors’)
Airest)
Ireal’)

net 19 Juli de hi,urcommssies buiten werking zijn getreden
en dat anc1erzijds cle nieuwbouw in den laatsten tijd •groo-
25 Oct.

1927 66.95

66.60

65.371

6.26
106’/

2.48%

tere afmetiugen heeft aangènomen, ligt het evenwel in de
26
,

,

1927 66.921 66.65

65.37k

6.26
106
1
1
8

2.48%

hniloelïng om iii samenwerking met den Woningdienst naar
27

1927 66.871 66.55

65.421

6.26
10611
6

2.483%’

middelen uit te zien ten einde nieuwere gegevens op •dt
28

,,

1927 66.85

66.55

65.421

6.26
10611,

2.4851

gebied te verzamelen.
29

,,.

1927 68.85

66.521 65.40

6.26
10611,
6

28
K
31

1927 66.821 66.52k 65.40

6.26
Laagsted.w.
1
)
66.75

66.45

65.30

6.25
10611
e

2.48
105

2.4831
8

MAANDCIJFERS.
Hoogste d.wl) 66.95

66.65

65.45

6.28
1061,

2.487/,

GIRO-OMZET BIJ DE NEDERLANDSCHE BANK.
24 Oct.

1927 66.95

66.65

65.47k
1

0.26

1927 66.971 66.65

65.47k

6.271
Muntpariteit 66.67

66.67

64.67

6.26k

106X1
2.48k
10681
8

2.48k
10581,

2.48%
Augustus 1927
Augustus 1926

:

1
.
•)
Noteering te Amsterdam.
*1)
Not. te Rotterdam.
1)
Part. opgave.
Posten
Bedrag

Ilposten
Bedrag
Laatstbekende noteeringen te Amsterdam
1 November 1927 voor
telegrafischeuitbetaling
en Rotterdam op
op:
Voor reke-
.
t
ninghouders
50.199

f2.871.609.000
51.236
f
2
.
660
.
219
.
000
1
.

1
Gulden per’
Pan Koers
Bank-

waarvan door

__________________t
disconto

1uropa
____________

01
de H.-bank
.
plaatselijk
38.312

,,2.546.030.000
38218
,, 2.300.492.000
Londen *) ……..
£
12.10
12.O8{
4

Ter voldoe-
Berlijn *)
100 Mark
59.213
59.29
7
.

Parijs
*)
………..
100 Franc
48.-
9.74
5
ning van
Rijksbelast.
1.613
1
0.
8
70.
000
1
1.336
,,

10.916.000
100 Belga
34.59
34.591.

100 Franc
100

,,
48.-
48._
6.90
47.871
3

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
100 Kronen
50.41
1
)
7.36

5
,
Weenen $) ………
100
Schilling
35.-
35.05
6
N.B.

beteekent: Cijfer8

og niet ontvangen.
Boedapest

. .

.
.-.
. .
100 Pengo
50.41
1)

43.45
6

GELDKOERSEN.
100 Lei
48.-
1.52
6
100 Leva
48.-
1.79
10

OPEN MARKT.

,

.
..

Brussel
*)

§)

………
Luxemburg ……….
Zilrich
*)
…………..

Belgrado ……….
Stamboel

……..

Milaan
*5)

Turksch
£
100 Drachme
100 Lira

48.-
10.93
48.-
48.-

4.37
1.32
3.30
13.56

7

10
7

1927
11

1926
1925
1914

29 Oct

24129
Oct.
17122
Oct.
10115
Oct.
25130
Oct.
26131
Oct.
20/24
Juli

Praag

……………

Boekarest

………..

Lissabon ……….

100
Peseta
Escudo
48.-
2.684
42.41
0.124
5
8
Amiterdam


Partic.dlsc.

43/
4
.5

47J,_5

45/16-9/a,

31/
3
.43/
5

27/
5
_31/
4

3
0
/16

3’/5J16
Prolong.

43/

411
3
.511
4

4114.5

3
1
12′
41
14

3-ij2

331
4
_4

211
4
31
4

Sofia

…………..

Kopenhagen
5)

….

..100 Dinar

100
Kronen
66.67
66.524
5

Londen
100

,,

..

66.67 65.50
5
Daggeld
– .

3l/3/

3I/4

23/
4
-3
3
/4

3-5

31/
3
.41/
3

34
1
/2

18(4-2

Athene

…………

Madrid’**)
.
……….

Stockholm
‘)

100

,,
66.67
66.82k
Partic.disc.

43
j,&

/s

4
5
11
3
1

4
5
11

45116

431
4

331
4
.15/
95

21/4314
66.67
54.90
BerlUn
Daggeld
..

6-8

5-8

5-9

68112

37113

7-1011

Oslo’) …………..

100
Zloty
48.-
28.-
8

Partic.disc.
Kovno (Litauen)
..100
IJsl.Kr.

100
Lita
24.88
24.67
.


30-55 d…

6j8

6
7
18

6
3
14-
7
/8

6
1
13″
3
14

4718

”/s


Riga (Letland)
. . .
100
Lat
48.-
47.80
7
56-90 d..
.

6
7
1s

6
7
18

614-18

6
1
13″
3
14

451_3/

7

211
5
11
7

Reval (Estiand).
.. .
100
Esti. Mk.
0.66
2
/
s

0.664
8
Waren- wechsel.

731
5
.11
3

7
1
14.
9
/2

7_3/

6513.7114

51/_3/

8314-9


100
Finnmrk.
6.264
6.25
64

New York’)

Helsingfors

……..
Moskou

……. . …
.Tjerwonets
12.80 12.85
Ca11 money

311
3
.3/
4

3
1
12.
3
14

311
3
.411
4

4.3/
4

411
3
.31
4

4314.5114

1
3
14″2
1
19
(10
Roebel)
Partic. disc.

3315

3318

33/8

3
1
I4-I8

4

3119


100
Gulden
48.40
48.25
6
1)
Cail money-koers van 28 Oct. en daaraan voorafgaande weken tjm
Amerika.
Vrijdag.

Reickjavik
……….
Warschau

………..

New-York
S) $


2.4876
2.484
34

WISSELKOERSEN.

Canad.
$
2.4876
2.484

KOERSEN IN NEDERLAND.

Danzig

…………

Buenos Aires……
La Paz (Bolivia)
.

Mex. Dollar
.P
(papier)
Boliviano
1.0568
2

0.97

1.18*
1.06
0.904
Ne,v
Londen
Berlijn
Parijs
1
Brussel
Batavia’
Data
York”)
‘9
‘)f

Montreal

………
Mexico

…………

Rio de Janeiro.
-.

.eso

Milreis (pap.)
Peso (papier)
0.8075′ 0.9080′
0.29+4
0.30*
74fl 84

25 Oct.

1927
2.487,
12
-10 T5
59.314
9.75

34.581
997
1
Bogota (Columbia)
.
Peso
2.42
2.44

26

,,

1927
2.4871,
6

12.0971
8

59.254
9.754 3459
9971,

Valparaiso
………

Quito (Ecuador)

.
Sucre

.
1.21
0.494
27

,,

1927
2.4891
8

12.09
‘,
59.304
9.75

34.59
99;’
Per.
£
12.104 9.40
28

,,

1927
2.48%
12.09
59.30
9.744 34.594
99
‘a
1
Lima (Peru)

…….
Montevideo (Urug.)
Peso
2.5725
2.541
29

,,

1927

12.0881
8

59.264
9.744 34.59
99ia
1
Caracas (Venezuela)
Bolivar
0.4795
0.484
31

,,

1927
2.4831
16
12.081.
1

59.27
9744 34594 997
19
Gulden
1.-
0.97
6

Laagsted.w.l)
Hoogste d.wl)
2.48
2.48t. 12.08
12.1011
8
59.21
59.33
9.73

34.56 9.76

34.61
99%
100
Willemstad (Curaç.)
Gulden
Colon
1.-
0.6220
1.014

24 Oct; 1927
2.48%
12.l0(.
•4i
99
v/s
San Josd

Rica)
(C.
Peso
0.0415

17

,,

1927
2.48l/,
°

12.107/,
59.36
9.764 34.62
99718
Managua (Nicarag.)
C’ordoba
2.484
2.464
Muntpariteit
2.48%
12.103%
59.26
48:-
100
San Salvador(Salv.)
Colon
1.2440
1.26

‘9
Noteering
te Amsterdam.
“9
Noteering
te Rotterdam.

Azië.
‘)
Particuliere
opgave.

Paramaribo

……..

Kobe

Rupee
Gulden
I.C.
Yen

0.807
1.-
1.24

0.904
0.9944
5

5.48
Data
77t
serland
Weenen
Praau
Boeka-
Milaan
Madrid
‘T
rest’)
“)
1.154
5)

•’,
Dollar
1.21

25 Oct.

1927

47.923%

35.10

7.36

1.524 13.58

42 65
Taël
1.54

26

,,

1927

47.92%

35.10

7.361

L525 13.55

42:484

Guatemala
……….

Batavia

………….

Straits
DolI.
1.4125
1.404

27

,,

1927

47.90

35.10

7.36

1.524

13.56

42.51
Phil. Peso
1.214
1.224

28

,,

1927

47.88

35.05

7.36

1.524

13.56

42.46

r
Bangkok
……….
0.914
1.124

29

,,

11J27

47.88

35.05

7.364

1.52

,

Calcutta
…………

Teheran (Perzië)
. .
..Tical
Kran
0.244

31

,,

1927

47.873%

35.05

7.36

1.524 13.584 42.41

……………
Hong Kong

………

Afrika.

Laagsted.w.’)

47.82%

35.-

7.35

1.50

13.52

42.25

Shanghai

……….
Singapore

………..
Manilla

………….

Kaapstad
£
12.104
12.7
6

Hoogsted.wl)

47.95

35.15

7.39

1.55

13.59

42.70
Alexandrië ……..
Egypt.
£
12.42
12.384
24
Oct.

1927

47.94

35.10

7.364

1.524 13.58

42.68*
Aijstralië.

17

,,

1927

47.95

35.10

7.374

1.55

13.584 42.774
Melbourne, Sidney

.

Muntpariteit

48.-

35.

2)

1
48.-

48.-

48.-
en Brisbane
….
£
12.104 12.0844

‘9
Noteering te Amsterdam.

“9
Noteering te Rotterdam.

Nieuw Zeeland
. …
£
12.104
12.0844
Particuliere opgave.

,
1)
Pariteit der voorm. Oostenr.
Kroon.
2)

Goudpeso.
Milreis
Goud.
Vettelijk gestabiliseerd tusschen
7.534j5
en 7.21
1
12.
‘9
Not, te A’dam.
0*)
ld.te
R’dam.
0v.
not, part. opg,
§)
1Belga5frank.

2 November 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

979

KOERSEN TE NEW YORK.
(Cable).

D a
Londen
Parijs
Berlijn
Amsterdam
($ per £)
(
p.
IOOfr.)
($ p. 100 Mk.)
($ p. 100 gld.)

25 Oct.

1927
4,87
3,9234
23,8734
40,25k
26

,,

1927
4,86
81
1
32
3,9261
8

23,8534
40,25%
27

,,

1927
4,87
6
/8
3,9234
23,87%
40,28%
28

,,

1927
4,8761
8

3,9234
23,90
40,31
29

,,

1927
4,871/
18

3,9234
23,89
40,31
31

,,

1927
4,86121
18

3,9234
23,88
40,29

1 Nov.

19261
4,8451
a

3.1834
23,793(
40,-
Muntpariteit..
1
4,8667
19,30
23,81%
4071

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
INoteerings.I
eenheden
15
Oct.
1927
1 22
Oct.
1927
1

24129
Oct.
1927
ILaagstelHôogstej
129
Oct.
1927

Aiexandrië.
.
Viast. p.g
9714
97
1
9734
Athene

.
.
-.
Dr. p. £
36634
366 365
368
366
Bangkok …
Sh.p.tical
111034
111034
111061
8

11108/
8

111081
8

Budapest
.
..
Pen. p.
£
27.851
27.85
27.82
27.87
27.841
B. Aires’)…
d. p.
$
4765/60
/
4765!
64
9765/
1
/

4729!
82
4757
2
Calcutta
. . . .
Sh. p. rup.
1j568164
115
31
1
32

1/5
61
1
64

1/508/64
1
I8
Constantin..
Piast.p.0
91734
91734
905 920
91234
Hongkong ..
Sh. p. $
l’
I’
11
l]
2
1
0
1

33

1/11%
210
5
1
210
1
1
33

Kobe

……
Sh.p.yen
P10°’
6
1,1015
111068
1

32
1’581
l

s’s
1/l0.
Lissabon
1) .
.
d. per Esc.
..d.per$
2
71
2
7
/
2131
82
2151
633
6)39:

164
24
24
23 25
24
Mexico ……..
Montevideo’)
d. per
$
50
50%
50
5071
8

5034
MontreaP)
..
$
per
£
4.86
T’s
486
T’s
4.86
6
/
8

4.865/
4 86

1

R.d.Janeiroi)
d. per Mil.
5661
10
569(84
571
8

5651
16

5571
164
Shanghai
..
.
8h. p. tael
2,6
8
i
2/6
5
18
26%
217
2/6s1
Singapore. ..
id. p.
$
21″

1

64
2
/
349
/64
21323132
21,327
(’33
°
(
2
‘”s’s
‘Talparaiso
‘).
$
p.
39.39 39.40
39.40
39.47
39.44
Warschau ..
ZI. p.
£
4334 4334
43 44
4334
‘;
t
eiegranscn transtert,
‘(90
ag.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
9)

Londeni)
N.York’)
Londen
24 Oct.
1927..

2518,
5634
24 Oct.
1927…
84/111.(
25

,,
1927.. 25%
56
6
1
8

25

,,
1927..,,
8411034
26

,,
1927..

2513/
56%
26

,,
1927….
84111
27

,,
1927..

2513/ 5634
27

,,
1927….
84111
28

,,
1927..

25T/
5661
9

28

,,
1927….
84111%
29

,,
1927..

2571
8

56%
29

,,
1927…..
84111%
30 Oct.
1926..

24’8
5351
5

30 Oct.
1926….
84/1134
20 Juli
1914..

24
,
al
lg

54i1
20 Juli
1914…..
84111
1)
in pence p.oz.stand.
2)
Forelgn sllver In tc. p.oz.fine.
3)
In 8h.
p.oz.fine

STAND VAN
‘s RIJKS KAS.
De Minister van Financiën maakt bekend:

Vorderingen.
1

15Oct.1927
1

22Oct. 1927

Saldo bij de Nederlandsche Bank….

Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
/

787.597,77
,,

.705.701,88
Voorschotten
op
ultimo Sept. 1927 aan
de gem.
op
voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
Inkomstenbelasting en opcenten
op
42.018.016,74
,,

42.018.016,74
de Rijksinkomsten belasting………,,
7.468.908,35
,,

7.638.122,92
Kasvord. weg. credietverst. ajh. buiteni.
,,
121.946.535,11
,,
125.444.861,49
Daggeldieeningen

tegen ônderpand
van Staatsschuldbrieven

Voorschotten aan de koloniën…………

Saldo der postrekeningen van Rijks-
,,

16.029.089,11
,,

21.116.704,12
comptabeien

…………………..
Vordering
op
het Staatsbedrijf der
P.,


T.

en

T.2)……………………………
Id.
op
andere Staatsbedrijven
2)
,,

3.005.348,03
,,

3.385.348,03
Ve rplicht
1
nge_n.
1
Voorschot door de Nederl. Bank
/
11.345.935,38
/

8.469.035,59
Schatkistbiljetten in omloop’) ……..
,,

63.196.000,- 34.040.000,-
,,

63.196.000,-
32.040.000,-
Waarvan direct bij de Ned Bank..,,

,,

12.340.634,50

Schatkistpromessen In omloop
……..

Schuld a.d. Bank
v.
Ned. Gemeenten
3)

..



Zilverbons Inomloop ………………12.265.046,-

Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds
8)
3.898.541,74
,,

2.916.602,16
3)..,,

Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en T.
28.661.386,20 31.521.140,94
Id. aan andere Staatsbedrijven))………1.160.000,-
1.160.000,-
Id. aan diver2e instellingen
3) ………
,,

6.056.601,93
,,

5.911.271,17
1)
Waarvan
f
12.056.000 vervallende
op
1 Juli 1929.
3)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH.INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.

1
22 Oct.1927
29 Oct.1927

Vorderingen:
Saldo bi)
‘s
Rijks kas
……………..
f
2.896.000,-
f
6.108.000,-
,,
15.797.000,-
,,
14.268.000,-

Verplichtingen:
Voorschot uIt
‘s
Rijks kas aan N.-lndlë
– –

Saldo bij de Javasche Bank
………..

Voorschot javasche Bank aan N.-Indië


Schatkistpromessen in omloop …….
400.000.-
,,

400.000,-

Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds
,29.892.000,-

,29.703.000,-
Muntbiljetten in omloop

…………..

idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank
,,

1.996.000,–
,

1.311.000,-
,,

1.496.000,-
,,

1.209.000,-

Goud
Andere
Beschik b.
ek
D-
Data
Circulatie
opeischb.
Metaal-
kn ga
Munt
1
Muntmat.
s
saldo
perc.

31 Oct.
’27
67.841
318.266
854.329
41.947
233.660
46
24

,,
’27
67.859
318.266 806.680 41.250
243.681
49
17
’27 67.864 318.266 814.098
27.802
244.589
49
10
’27
67.870
318.266 824.265
37.623
240.322
48
3
’27
67.881
318.266 845.658
39.634
235.911
47
26 Sept.
’27
67.898
318.275
796.026
35.311
247.388
50
1 Nov.
’26
62.266
356.290
891.961 23.977
261.533
49

25 Juli
’14
65.703 96.410
310.437 8.198
43.521
1
)
54
Tofrial
Schatkist-
Belee
Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen

op
het
reke-
discon to’s
rechtstreeks buitenl.
nin gen
3)

31 Oct.
1927
159.507

144.875
127.841
59.511
24

,,
1927
156.157

126.783
111.914 52.168
17

,,
1927
157.325

141.959
106.825
33.774
10
1927
156.231

137.514
125.351

34.886
3
1927
171.402
6.000
134.243
135.413 36.253
26 Sept.
1927
144.799

128.561
126.640
36.655
1 Nov.
1926
73.795
9.000 170.355 185.544
66.100
25 Juli
19141
67.947
14.300
61.686
20.188
509
up ue oasis van -15 mesaalaeiuclng. ‘) Sluitpost activa.

CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaaanste posten in duizenden nuldena.

Data
_____________
Metaal Circu- lafle
Dis-
conto’s
1 1

6
Voor-
schotten
aan de
kolonie
Diverse
reke-
ningeniningen2

Diverse
reke-

1
September1927
2.066
2.625
149
66
1.859
1.061
1
Augustus 1927
1.996
2.605
153
42
1.919 1.075
1
Juli

1927 1.947
2.671
152
14
1.854
881
1
Juni

1927
1.857
2.406
140
43
.1.658
867
1
Mei

1927
1.769
2.473
150
48
1.825
856
1
April

1927
1.657
2.495
146
32
1.775 648

1
September19261
1.344
2.147
61
1

48

1
1.358
230
‘.1 OIUILPUbL uur aciva.
‘)
oiuitpost aer passlva.

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans
op
31 October 1927.

Activa.
Binnenl.Wis-(Hfdbk.
f
131.902.701,97
se1s,Prom.,
Bijbnk.
,,

12.951.945,29
enz.in disc.(Ag.sch.
14.651.927,54

f
159.506.574,80
Papier o..h. Buiten!, in disconto.
.. . …

Idem eigen portef..
/
127.840.731,-
Af :Verkochtmaar voor
debk.nognietafgel. ,,


127.840.731,
Beleeningen
nc1. vrsch.
Hfdbk.
f

60.072.891,50

in rek..crt.
Bijbnk.

9.031.376,09

op
onderp.
Ag.sch.

75.771.158,19

/
144.875.425,78

Op
Effecten………
/
138.057.525,78 Op Goederen en Spec.
,,

6.817.900,-
144.875.425,78
Voorachottena.h. Rijk_.
..,

. … -. ….
12.272.853,29
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
… …..
f

67.840.775,-
Muntmat., Goud
._,,
318.265.779,56

f
386.106.554,56
Munt, Zilver, enz.

27.264.753,77
Muntmat. Zilver..

Belegging
11

kapitaal, reserves en pen-
413.371.308,33

sioenfonds

…………………….,,
23.720.222,52
Gebouwen en Meub. der Bank
.. ….. ,,
5.000.000,-
Diverse rekeningen
… .. .. . .. ……..

,,
59.510.864,46

Paulva

f
_________________________
946.097.980,18

Kapitaal
…………………..
f
20.000.000,-
Reservefonds
………. . … … .-.. .

..

,,
7.027.840,39
Bijzondere reserve …….
– … . _…. .

,,
8.000.000,-
Pensioenfonds

………………….,,
4.744.251,66
Bankbiljetten in omloop……..

854.328.620,-
Bankassignatiën in omloop………..,,
1.670.082,01
Rek.-Cour.
Ç
Het Rijk
f


saldo’s:

Anderen

40.276.715,69
40.276.715,69
Diverse rekeningen
. . .. . .. .. .

….
10.050.470,43

f
946.097.980,18

Beschikbaar. metaalsaldo
…………
f
233.659.704,29
Op de ba8is van
21

metaaldekking….
… ,,
54.404.680,75
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is. ,,
1.168.298.520,-

Voornaamste posten in duizenden
guldens.

980

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 Noveynber 1927

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste woken zijn telegrafisch ontvangen.

Data
Goud
Zilver

Circulatie
Andere
opeischb.
schulden
Beschikb.
metaal-
saldo

29Oct. 1927
2Ol.900
320.700
78.500
121.060
22

,,

1927
200.900320.900
83.300′
120.060
15

,,

1927
200,600 324.700
76.600
120.340

24Sept.1927
183.831

17.616
321.414
76.990
122.087
17

1927
183.953

18.057
325984
71.948
122.736
10

1927
183.762

18.673
326.855
68867
123.666
3

1927
183.817

19.382
325.293 74.834
123564
30Oct. 1926
198.534

28.471
333.741
701498
146.632
31

,,

1925
143.456

42.189 338.570
45.914
109.416

25 Juli 1914
22.057

31.907 110.172
12.634
4.842
2
)

Data
Dis-
cont&s
1

buiten
1

N.-Ind.
_____________

1

Belee-
1 ningen

Diverse

ningen’)
reke-
S
king
percen-
tage

29Oct. 1927
1

182400

•s
50
22

,,

1927
1

184.400

***
50
15

,,

1927
184.700

•*s
50

24Sept.1927
1i65

246

126.006

35.505
.

51
17

,,

1927
13.249

25.344
1121.754

38.397
51
1(‘

1927
13.209

25.215 1115.193

42.613
51
3

.

1927
13.015

26.441 1115.046

45.078
51

30Oct. 1926
12.528

25.741

1102.986

41.643
56
31

,,

1925 17.019

27.713
1

91.055

62.105
48

25 Juli1914
7.259

6.395
1


2.228 44
1)
Sluitpost activa.

2)
Basis
21
*
metaaldekking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste
posten, onder bijvoeging der Currency
Notes,
in duizenden ponden sterling.

Data
Metaal
Circulatie
Currency Notes


Bedrag 1 Bankbilj. Gov
. Sec.

26 Oct.

1927
151.811
135.773
292.457 56.250
242.704
19

1927
151.214
135.539
294.309
56.250
244.809
12

1927
151.007 136.272
297.086
56.250
247.518

5

1927
151.179
136.989
297.673
56.250
248.252
28 Sept. 1927
151.092
136.505
294.798
56.250
245.424
21

,,

1927
.
150.456
135.629
293.783
56.250 244.076

27 Oct.

1926
152.815 139.069
287.615
56.250
236.820
22 Juli

1914
40.164 29.317


Data
Gov.
Other
Public
Other
Reserve
Dek-
kin gs
Sec. Sec.
Depos. Depos.

26 Oct. ’27
40.690 52.998 20.966
90.845 35.788
32
19

1
27
47.550
56.177
22.097 99.381
35.425
29i/,
12

’27
52.930
53.560
21.830
101.505
34.485
28
5

,,

’27
57.845
56.728
20.993
109.864
33.939
25′
51
28 Sept.’27
56.310 50.935 25.696 97.538
34.337
277,
21

,,

’27 6.490
49.800
21.894
100.644
34.577
28

27 Oct. ’26
36.715 70.094
17.756 104.850
33.496
273/
8

22 Juli
1
14
11.005
1
33.633
13.736
42.185
29.297
52

‘(

t)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen franca.

Waarvan
Te goed
‘Wis-
Belee-
Data
Goud
in het
Zilver’
in h
sels
Flingen
buitenl.’)
1
buitenlj
lbultenl.

27 Oct. ’27
5.545
1.864 343
56
1.6321
7
L664
20

’27
5.545
1.864′
343
55
1.412
7
1.668
13

’27’
5.546
1.864
343
54
1.339
8
1.690
6

’27 5.546
1.864.
343
54 1.205
8
1.662
29Sept.’27
5546
1.864
343
58
1.920
6
1.647

28 Oct. ’26
5.549 1.864
339
80
5.334
13
2.166

23 .Juli’14
4.104

640

1.541
8
769

Buit .gew.
Schat-
1
Diver-
Rekg. Courant
Data
voorsch.
kistbil-
3)
Circulatie
Parti-
Staat
ad. Staat
jetten2.)J
culieren

27Oct.’27
24.850
5.822
24.080
54.700
10.753
33
20

,,

1
27
24.950
5.81
24.219
55.004
10.582
24
13

,,

’27
25.200
5.820 24.526 55.404
10.697
66
6

.,,

’27
25.400
5.811
24.758
55.887
10.443
19
29Sept.’27
24.400
5.806
23.733
54.156
10.434
5

28 Oct. ’26
35.750 5.494
5 062 54.578
3.945
38

23Juli’14
– – –
5.912
943
401
1)
Waarvan beschikbaar 463 miliioen.
2)
In disconto genomen wegens
voorsch. v. d. Staat aan buiteni. regeeringen.
8)
Sluitpost activa.

EFFECTENBEURZEN

Amsterdam, 31 October 1927 –

De interna6ionale foiidseumarkten hebben in de achter
ons liggende berichtsperiode geen al te opgewekt verloop
gehad. Vooral de beurs te B e r 1 ij
it
heeft een ongeanimeerde
. stemming aangetoond, welke voornamelijk in liet leven is
geroepen door de discussies omtrent ‘s Rijks financiën. De
nota, door den ‘heer Parker Gilbert ingediend, in verband
met (le voorstellen omtrent de hervormingen op onderwijs-
, gelyied, vergoeding aan ingezetenen, welke in dcn oorlog . schade hebben geleden, enz. hebben de publieke meening
verontrust. Dit was des te eerder het geval, omdat men
meende, dat de iedoelde nota zelfstandig door deh agent-
generaal was aangeboden. Iater is gebleken, dat dit ge-
schied was op verzoek van den Duitschen minister van Ii-
nanciën, doch, afgescheiden – van de ger.uststel1ng, welke deze inededeeling, heeft te voorschijn geroepen, heeft men
ter beunze toch alle aandacht besteed aan de feiten, welke
door den heer Gi-lbert naar voren zijn gebracht. Een pessi-
mistische geest omtrent de -toekomst van D.u-itsehland’s f i-
na-aciën is in de nota overheerschend en deze heeft niet
nagelaten ‘het algemeene koerspeil aanmerkelijk, te drukken.
Hierbij -kwam de toestand van -de geldmarkt, ‘welke nog
steeds zeer gespannen is gebleven. De verwachting omtrent
een aanstaande disoontoverhooging heel-t het hare bijgedra-
gen tot een on-geainimeerde tendens. Wel is tegen het slot
een licht herstel ingetreden, doch van een aanmerkelijke
verbetering kon toch niet worden gesproken.
De markt te Lo n de n heeft een scherpe tegen-stelling
gevormd -tot de houding van dc overige bearscentra. -De
handel in

.ver-schi-liende i-n-dustrieele aandeelen is bijzond9r
groot geweest; op den voorgrond zijn getreden aandeelen
T.m:per.i-al Chemical Industries, doch voorts hebben aancieeleit
in kunstzijde-ondernemi.ngen – Cour-taulds, British Cela-
– nese, enz. – in brouwerijen, aandeelen -Marcon-i, ete. sterk
de. aandacht -getrokken. De levendige handel is gepaard ge-
gaan met belangrijke koer.sverbeteringen van sommige der
genoemde fondsen, hoewel .-tvinstnemiuigen tijdelijk groote
schommelingen hebben uitgelokt. Ook de beleggingsmarkt is
opgewekt geweest; do meeste emissies, welke in de herichts-
periode aan de markt zijn gebracht, hebben een goed ont-
haal gevonden.
-. –
Te P a r ijs -is, dc markt -vrij -sf91 gebleven, hetgeen voor:
namelijk in ver-band heeft gestaan met het vooruitzicht op
vier v.acantiedaigen, ter gelegenheid van het feest van .Mler-
heiligen. Toch vil wel een bepaalde stroomï.ng op te mer-
ken. Deze hcef t zich voornamelijk bewogen in de richting
van belangstelling voor de z.g. ,,arbitrage” papieren, -zoodat
Fran-sche aandeelen cen.igszins op den achtergrond bleven.
De markt te N en’ Y o rk is eenigazins onregelmatig ge-worden. De berichten uit de kringen van handel en nijver-
heid -maken melding van een langzaam tempo, ‘waarin de
3 opdrachten -binnenkomen en men begon zich rekenschap te
geven van de mogelijkheid van lagere winsten, dan men aan-vankelijk had gedacht. Ir, verband, hiermede zijn belangrijke
verkooporclers ter heurze samen-gekomen, waardoor een
krachtige reactie plaats heeft gevonden. De mate van ver-
koopopdraeliten kan eertigszins -worden afgemeten aan de
t omstaildigheid, dat in de achter ons liggende beriebtsperiocle
de – voorschoLten aan makelaars -ter -beurze verleend, met
-ongeveer 90 m’i-ll-ioeu dollar zijn verminderd. De -geidmarkt
is echtr ruim gebleven en -in financieele kringen ver-wacht
men in-dit opzicht geen spoedige verandering, tenzij de ont-
wikkeling van handel en industrie plotseling groote vei-be-
-ter-ing zou aantoonen.
Te ii o n z e n t heeft een ma-tte, stemming de overhand
gehad. Toch waren er -verschillende afdeel

ingen, welke zich
hieraan hebben kunnen onttrekken, terwijl tegen het einde
-van cle berichtsweek de algemeene tendens eerder iets beter is geworden. De
beleggiagsinarkt
‘heeft ‘weinig veranderin-
gen te zien gegeven, doch de richting is bijna voortdurend
neergaand geweest. -6 pCt. Ned. Werk. Schuld 1922:
105116, 104%, 104118; 4% pCt. Ned. Wer-k. Schuld 1917:
99, 99% ; 4% -pCt. NecL-Indië 1926: 9717/
33,
97131
3.,
,

– 0
77
/1o;
5 pCt. Mexico £ 100-1000 ‘(afgest.)
:
87/
s
, 9, .91
;

8 pCt. Sao Paulo
,
1921: 105, 105%, 105.

Belangrj-ke schommelingen sijn voor-al op te merken ge-
weest -in de af-deel-ing voor
suikeraa-ndeelen.
In den aanvang
1
van de -berich-taperiode, to-eci de geld-markt voortdurend stij-

1
ver werd, zijn vooral hier omvangrijke realisaties u-ite-‘

1
voerd, -welke in de eerste’ plaats op aandeelen Handelsver

eenigi-ng ,,A-m-sterdam” een krach-tigen druk -hebben -ui.tge– oef end. De verkoopdranig ‘ver-minderde echter spoedig, nadat
hier te beurze geruchten -begonnen -te circuleeren, volgens -welke aandeelen E.V.A. aan de -markt van
New
York -ge-
-introduceerd zouden wordeü. Klaarblijkelijk heeft toen ook

2 Novembér 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

de intussehen gegroeide eontra:mi.ne door dekkin.gsaaukoo-
pen een sterken steun verleend. Cultuur Mij. der Vorsten-
landen: 176%, 177%, 178, 1773/2; Hancleisvereeniging Aan-
sterdam: 779, 796, 800, 816; Javasche Cultuur Mij.: 406,
414, 416, 414; Kalibager: 429%,
435%,
442; Maron: 283%,
286, 288; Moormann: 435, 430; Necl.-Ind. Suiker Unie:
298%, 304, 308%,
307%;
Poerworecijo: 1.25, 129%, 128%
Sindanglaoet: 465, 480, 471, 475; Suiker Cultuur Mij.:
312%, 316, 319; Tjepper: 786
1
/.„, 790, 810, 820; Watoeto&is
•Poppoh: 890, 90:6.
De afdeelin.g voor
indwstrieele aandeelen is
rustiger ge-weest. Vooral kunstzijdesoorten hebben een kalme ontwik-
keling aangetoond, welke vermoedelijk moet worden toege-
schreven aan cle .omstallcligheid, dat groote groepen, welke
tevoren in deze aancieelen hadden geopereerd, uit de markt
zijn gebleven. De geringe omzetten hebben .de koersen bijna
niet of slechts voorbijgaand aangetast. Centrale Suiker
Mij.: 123%,
12
3%, 122% ; Hollandsohe Kunstzijde I’nd.:
139%,
142%,
141%,
142
1
/8;
Jurgens: 236
1
/2, 234
1
/
2
, Z317/,
231%; Maekubee: 113,
113%,
113; Ned. Gist- & Spiritus-fabriek: 405, 399%, 408; Neci. Kuustzijdefabriek: 376%,
383, 388,
385%;
Philips Gloei]ampenfabrieken: 482, 495,
500; Zweedsehe Lucifer Mij.: 346, 349, 357, 348.
De rubberrna.rkt
was tamelijk opgewekt; het vooruitzicht
op de niogelijklieid van een verscherping van de bepalingen van het plan ‘Steven son, te samen met de vermindering van
de voorraden te Londen en den vasten rubberprijs hebben
er toe geleid, dat in deze af deeling enkele kooporders ver-
den uitgevoerd. Amsterdam Rubber: 288%, 2907/
8
, 2897/
s
,
293, 292%; Deli Batavia: 234, 241, 245,
244%;
Hess’a Rnb-
her: 418%, 423, 421; Indische Rubber: 355, 351
1
/2′, 358;
Kendeng Lemboe:
400%,
407, 410, 409%; L’ampong Suana-tra Rubber: 208, 214, 217, 218; Ned.-Ind. Rubber en Koffie:
330, 326, 332; l’reanger Rubber: 177%, 183%,
186%;
R’dam
Tapanoeli: 146%, 149%, 151; Serbadjadi: 281%, 287%,295,
293%; Sumatra Caoutehouc: 260, 262%, 265, 264%; Su-
matra Rubber:
288%,
294%, 297; Vereenigde lcd. Cultuur
Ond.:
192%,
187,
190%;
Jntercontinental Rubber: 11%,
lV/te, 11%, 11
10
13
2.
Ook voor
tebeksaendeelen
was de belangstelling tamelijk
groot. Weliswaar konden de meeste koersverbeteringeu niet
volkomen behouden blijven, doch de grondtoon is vast ge-
bleven. A.rendsburg: 652, 655, 658; Deli Batavia Mij.: 509,
521%, 519%, 526, 525; Dell Mij.: 459, 467, 463%, 472,
470%; Besoeki Tabak Mij.: 527, 524, 523; Ngoepit: 439,
437, 440, 443; Oostkust:
243%,
246%, 2481%, 244%; Se-
nenibah: 469, 476, 482, 479.
Pctroleumcta’rtdeelen
hebben zich eenigszins op den achter-
grond bewogen. Voor het hoofdfoads bestond geen vraag van
voldoenden omvang, om nadeelige koersverschillen, voort-
komende uit aanbod, van buitenlandsche zijde, te kunnen
verhinderen. In aansluiting hieraan ‘hebben ook de overige
petroletim aandeelen eenige reactie getoond. Dor,dtsehe Petr.
Tiid. Mij.: 322%, 321
3
/
4
, 320,
318%.;
Kou. Petr. Mij.: 345
3
/8,
3447/8, 342, 340/8; Perlak Petroleum: 78, 79%, 78%; Pen-
dawa: 17, 16, 15
9
11o; Marland Oil:
3411/t6,
33i(, 32%, 33%.
Voor
soheepvssrtasndeelen
bestond doorgaans goede vraag,
in verband met de betere berichten van de vraelltenmtrkt.
Holland-Amerika Lijn: 82, 84, 83%, 82; Java-China-Japan
Lijn: 181¼, 133, 1:35%; Kon. Ned. .Stoonlboot Mij.: 100,
101, 100
1
/8;
Ned. Scheepvaart Unie: 193%, 195, 198; Nie-
velt Goudriaan: 127
3
/8,
129%,
135, 132¼; Stoôanvaart Mij.
Nederland: 197, 192, 197
1
/2, 1961%..
Mijnaa.ndeelen
‘zijn vrijwel verwaarloosd gebleven; de
stemming is echter iets beter geworden. Alg. Exploratie
581%, 60%, 601%; Billitoii le Rubriek: 908, 905, 900,
895; Boeton Mijnbouw Mij.: 144%, 145%, 143%, 148%;
Muller & Co.’s Mijnbomv ‘Mij.: 70, 70%,
73¼;
Redjng Le-
bong: 144, 140%, 1423’i; Singkep Tin Mij.: 446, 450, 441,
442.
Aandeelen in
bev.kinsteWngen
waren kalm en opgewekt
van toon. Amsterdamsche Bank: 176
1
/
8
, 178%, 177
1
/8,
17
7%; Incasso Bank: 125%,
125%,
125; Javasche Bank:
344%, 345; Koloniale Bank: 270%, 275,
276%,
275; Ned.-laad. Handelsbank: 175%, 177%, 176, 179%; Ned. Handel
Mij. C. v. A.: 168, 172%, 171%,
172%;
R’damsche Bank-
ver.: 94%, 93%,
9
5%, 94%; Twenbsche Bank: 147, 147%.
De
Amorikaa.nsche ?na’rkt
bleef ongeanimeerd, in verband
met de aanwijzingen uit Wallstreet. Ainerican Water
Works: 600, 635, 620, 610, 600; Anacouda Copper: 93131, 93%, 92
1
/8;
Studebaker:
53%,
547/
8
, 53%; United Staes
Steel Corp.: 137%, 1397/
8
, 131%, 129%; Atehisen Topeca:
183, 186, 182; Baltimore & Ohio:
11834′,
120, 118%; Ene:
62%, 64%, 61%, 59
13
1io;
New York Ontanio & Western:
37
3
/„ 35, 35
1
110;
St. Louis & San Francisco: 110%, 111%,
109; Union Pacific: 184, 186, 185, 184; Wa,bash Railway:
7
Oil/
10
,
68t3110, 64
12
132, 63
5
I32.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

1 November 1927.
De tarwemarkt ‘begon deze week nog in flauwe stemming
en verkeerde nog sterk onder den invloed van de zeer groote
aanvoeren van t a r w e aan de Canadeesche markten. Nu
het weder in den laatsten tijd in Canada veel beter is ge-
‘eest en dus met het dorsciten flinke voortgang kon vorden
gemaakt, terwijl bovendien cle vegen in beteren staat waren
en vooi- het vervoer in sterke mate gebruik gemaakt wordt
van autotractie, hebben de hoeveelheden tarwe, welke in
Canada ter markt werden gebracht, een omvang bereikt,
welke vroegen nooit was voorgekomen, zelfs niet in het
‘recordjaar 1925. Blijkbaar kost het ouder deze omstandig-
heden aan den Canacleeschen tarwepool eenige moeite om
aulke groote hoeveelheden tarwe af te zetten en tegelijker-
tijd daling der prijzen tegen te houden. Het was aan het
einde der vorige en ‘het begin dezer week duidelijk zicht-
baar, dat ook aan de kracht van zulk een verkoop-organi-
satie grenzen zijn en dat met name het ophouden der prij-
zen beawaarlijk wordt, wanneer de aangeboden hoeveelhe-
den te groot worden voor de gelegenheid tot opslag. Ook in
Argentinië was de tarwemarkt op 24 October nog flauw.
De uitstekende vooi

i,iitzichten voor den nieuwen oogst, die onlangs nog weder verbeterd zijn door nieuwen regenval en
dc omvangrijke uitza’ai, welke nog 1% pCt. grooter is ge-
weest dan in ‘het vorige jaar, hadden die flauwe houding
der Argentijn sche teimijnanarkten ten gevolge, evenals cle
dalende Nooi

d-Amerikaansehe markten en de beperkte be-
langstelling in Europa. Spoedig echter trad eindelijk aan
de overzeesche tcrmijnmarkten eeiige prijsverhiooging in,
‘elke uitsluitend beschouavcl dient te worden ‘als een reactie
01)
den voortdurend dalencien prijsloop van den laatsten tijd.
Reeds in vorige ‘berichten hebben ‘wij bemerkt dat, naar-
mate de prijs verder daalde, de kans op een herstel toenam,
omdat geruiuleu tijd in sommige Europeesche landen zeer
weinig was gekocht en daar nog belangrijke invoer noodig
is, terwijl ook in de uitvoenlanden het sterk gedaalde prijs-
niveau wel eens aanleiding zou kunnen worden tot toename
van den ondernemingslust. Toen dan ook op 25 en 26 Octo-
ber te Chicago en Winnipeg aan de prijsdaling een einde
kwam en zelfs eenige verhooging plaats vond, traden plot-
seling enkele landen van het Europeesche continent in sterk
toegenomen mate als koopers van tarwe op. Groots zaken
werden vooral gedaan naar Duitschland, voornamelijk van
Cunadeesehe tarwe ‘ter vei-scheping van de Westkust, zoo-
wel als van de Oostkust gedurende de maanden November
en December, terwijl ook voor stoomende tarwe meer be-
langstelling bestond. Nederland en België deden mee aan
deze toename der zaken, zoowel met het oog op den door-
voer naar Duifschianci als voor binnenlandsch verbruik,
doch in Engeland trad in den omzet slechts weinig verbe-
tering in. Portugal kocht eenige spoedige ladingen Hard-
winter, hetgeen evenals de Duitsohe vraag aan de Engelsche
markt wel ten goede kwam, doch tot groote aaken kwam
het daar eigenlijk niet. Voornamelijk hieraan zal het vel
te wijten zijn geweest, dat op 28 October te Chicago en Win-
nipeg een deel van het prijaherstel weder verloren ging,
hetgeen ook in Europa de stemming weder rustiger deed
worden en den omvang daarop volgenden mar’ktdag echter was men in Noord-
Amerika weder zeer vast, maar zooals gewoonlijk iin tijden
van sterke fluctuaties, heeft ‘ook nu de vaste Noorcl-Ame-
rikaansche markt van 29 October in Europa slechts weini-
gen aanleiding gegeven om de verhoogde prijzen te betalen. Dat in Engeland in ‘den loop dezer week slechts in beperkte
mate het vastelandsohe voorbeeld van uitbreiding van den
omzet is gevolgd, zal waarschijnlijk verband houden met de
groots in’koopen, welke eenigen tijd geleden, toen de stem-
ming zoo vast ‘was wegens slecht Canedeesch weder, door
Engelsclie molens zijn gedaan. Nu echter over het algemeen
de kooplust voor tarwe op het vasteland wat beter is ge-
worden, mag waarschijnlijk ook wel spoedig in Engeland,
wanneer men eerst die sooeven genoemde groote inkoopen
verwerkt heeft, weder een uitbreiding der zaken worden
verwacht. In Argentinië is eerst op het Noord-Arnerikaan-
sehe voorbeeld een flink prijsherstel ingetredera, doch bij de
uitstekende vooruitzichten voor den n’ieuwen oogst, heeft
die verhooging zich niet kunnen handhaven en ten slotte
was Buenos Aires 10
a
15 centavos per 100 KO. liooger en

:Rosar’io 10 lager tot 10 hooger dan op den 24sten. Men dient hierbij echter in aanmerking te nemen, dat op dien
datum de prijs juist nogal wat was gedaald. Noord-Amerika zakte op 31 October weder eenigsains in, maar het slot was
te Chicago toch nog 3 Ii 3% dollarcent per 60 lbs. ‘hooger
dan een week te voren. Te Winnipeg was October ouveran-
derd, December 1% en Mei 2% hooger.

r

982

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 November 1927

Noteeringen.

Chicago
Buenos Aires

Dala
Tarwe
Maïs
Haver
Tarwe Maïs

Lijuzaad
Dec.
Dec.
Dec.
Nov.
Nov.

Nov.

29Oct.’27
126
8381
s

475
11,90 6,85
14,80
22

,,

’27
12251
833/
8

4551
8

10,90
7,_
15,30
29 Oct.
1
26
14294
7594
4351
8
12,80
5,80
15,40
29Oct.’25
14794
7494
39
12,25
7,90
18,10
29Oct.’24
14494
10794
5031
8

15,50 11,60
23,05
20Juli’14
82
56s
3694
9,40
5,38
13,70
1)
per October

Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

s
oor en
31 Oct.
1927
24 Oct.
1927
1

1
Nov.
1926

Tarwe (Hardwinter II) …’
13,25 13,10
16,10
Rogge (No. 2 Western)
..1
11,60 11,40
13,
Maïs (La Plata)

…….
178,-
178,-
180,-
Gerst (48 lbs. maiLing)

.
•2
230,- 229,-
216,-
Haer (Canada 3)……..
1

12,60
12,60 11,75
Lijnkoeken (Noord-Amen-
kavanLaPlata-zaad)..t
13,10
13,20 12,15
Lijnzaad (La Plata) …..
8

350,-
358,_
1

390,-
1)
per 100 KG.

2)
per 2000
KG.
8)

per 1960 KG.

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam

Amsterdam

Totaal

Artikelen

23129 Oct.
1

Sedert

Overeenk.
II
23129 Oct.
1

Sedert

1
Overeenk.
1927

1 Jan. 1927

tijdvak 1926

1927

1
1Jan. 1927

tijdvak 1926

1927

1926

Tarwe ………………
.69.175

1.815.777

1.364.892
•Rogge ……………..11.200

342.918

226.466
Boekweit ……………….-

15.985

18.031
Mais ………………

36.
.086

1.171.394

744.749
Gerst ………………19.263

399.644

315.037
Haver ……….
………4.685

183.950

159.509
Lijnzaad ……….

8.179

210.160

192.561
Lijnkoek ……………..2.079

156.979

213.430
Tarwemeel ………….1.285

92.818

91.084
Andere meelsoorten

279

10.054

13.090

Van tijd tot tijd komen uit Australië no
g
berichten om-
trent regenval, doch er schijneu nog altijd streken te
zijn,
waar nog lang niet genoeg regen is gevallen en dientenge-
volge loopen cle meeniageu omtrent de te verwachten op-
hreagst nog altijd sterk uibeen. Wei schijnt echter te mogen worden aangenomen, dat cie oogst Vrij wat grooter aal zijn
dan in 1925, toen hij ongeveer 13. millioe.n quarters be-
droeg tegen 20 rnillioeu in 1926. Voor de nieuwe wintertarve
der Vereenigde Staten blijven de weersomstandigheden uit-
stekend en de uitzaai schijnt nogal wat grooter te zijn clan
in het vorige jaar. Of het echter juist is, dat die vermeerde-
ring, zooals sommige Anierikaansche berichtgevers beweren,
ongeveer S pCt. bedraagt, dient te worden afgewacht. Uit
B,uslan.d zijn deze week wel weder en. 100.000 qnarters
verscheept, doch de hoeveelheden ‘blijven toch van dien aard,
dat cle in den loop der laatste maanden telkens binnenko-
mende berichten omtrent het weinig gunstige resultaat van den Russisehen tarwe-oogst, wel juist zullen zijn. Van den
Donau blijven de versehepingen vati tarwe zeer klein en wat
cle wereidverschepingen ‘aangaat blijft de markt dus gheel be-
heeracht door Noord-Amerika, waar, zonals reeds in den
aanvang van dit bericht werd opgemerkt, Canada vrij drin-
gend ‘aan •de markt was. Overigens was het totaal der
we-
relclverschepin.gen wat kleiner dan in de vorige week, dmdaf
ten slôbte de versebepingen van Noord-Amerika eelI’ige ver-
nnnderin.g ‘hebben ondergaan.
In r
0
g ge Leeft de uitbreiding der zaken, welke de vorige
weak
kou worden bericht, geen verderen voortgang gema’ikt
en zC]fs is de omzet in Duitsch•laacl weder afgenomen, ter-
wijl in Nederland dc vraag voor rogge onbevredigend is. In
Amerika is men echter tevreden over cle mate, waarin den
laatsten tijd Amerikaansche rogge ii:i Europa plaatsing vindt
en tevens is men er daai van doordrongen, dat de Euro’pee-
sche invoerlanden tengevolge van de slechte kwaliteit van
een ‘aanzienlijk deel hunner eigen oogsten in dit seizoen
veel buiteulan’dscbe rogge zullen nood’ig hebben. Rogge heeft
dan ook te Chicago nauwelijks meegedaan aan de prijsdaling,
vclke4e tarwemarkt in het begin dezer week nog onderging
en geleidelijk kon eenige prijsstijging plaats vinden, die ech-
ter op 31October weder gedeeltelijk ‘verloren ging. Dc ‘markt
sloot toen 1
1
/8
h 1% cloliarce.nt per 56 lbs. hooger dan op
den 24sten.
Voor ma ï s heeft de Argentijnsohe termijnmarkt deze
week niet van een vaste houding blijk gegeven. In de meeste
Ebropeesche ‘injvoerl anden was ondanks ki éine Argentij.nsche
verschepingen de vraag voor mais teleurstellend en de Ar-
gentijnsche verschepers kwamen niet in de gelegenheid
groote hoeveelheden in Europa te plaatsen. Wel blijft in Ne-derland bij voortduring goede vraag voor de binnenkomende
Platamais bestaan, doch de prijzen bewegen zich steeds be-
neden het Argeatijnsclie niveau, waartbe ook het goedkoope
aanbod uit Belgi, waar bij het plaatsen der aanvoeren vrij
veel moeite orrdervonclen wordt, bijdraagt. Daarbij onder-
‘vindt de Nederlandsche markt tegenwoordig geen steun uit
Duitschland, want de beperkte vraag aan den Rijn wordt

39.252

13.842

1.855.029

1.388.734

743

1.411

343.661

227.877

67

1.108

16.052

19.139

8.340

195.106

87.180

1.366.500

831.929

500

12.199

9.664

411.843

324.701

2.829

2.465

186.779

161.974

9.730

194.653

174.443

404813

367.004


156.979

213.430

504

35.919

20.525

128.737

111.573

10.054

13.090

gemakkelijk •bevrcdigcl door cle daarheen onderweg zijnde en
de te Mannheim opgeslagen partijen. Zelfs worden deze nog
beneden cle pariteit der Nedicrlandsehe markt aangeboden.
in het allereerste begin der week vond aan cle Argentijn-
•sche termijnmarkt eenige prijsstijging plaats, doch later is
die weder verloren gegaan. Stijging in de zeevrachten heeft
echter veroorzaakt, dat in de Europeesche prijzen voor
Plata.maïs die prjscialin.g nauwelijks tot uiting is gekomen.
Oele gul liet aanbod van ‘andere maïssoorten geen aanlei-
ding tot verlaging der prijzen, want Zuid-Afrika vindt voor
de partijen, welke liet ter verscheping brengt, zonder be-
zwaar koopers tot hoogere. prijzen dan voor Argentijnsche
mais worden genoteerd. Roemenië is zeer spaarcaam met
waïs nati de markt en ivraagt tevens prijzen, waarvoor in West-Europa slechts bij uitaondering mais te plaatsen is.
De verschepingen u’it Roemenië blijven dan ook uiterst klein.
In Noorcl-Ameriika heeft de maïsmarkt nog zeer flauwe
‘dagen cioor.gemaakt, welke weder tot enkele zaken naar
Nonrd-Du.itschl’and hebben geleid, doch later is ook Chicago
als reactie op de prijsdaling van den laatsten ‘tijd voor mais
vaster geloopen. Op 31 October trad echter weder een ver-lagiug in, zooilat de markt nog ongeveer
94
dollarcent per 56 lbs. lager sloot dan een week tevoren. Aan de Argentijn-
sche termijuinarkten bedroeg de verlaging 5 5. 10 centavos
per 100 KG.
De ge r st-markt heeft ook gedurende deze week wedei
weinig helangwekkends gebracht. Aanvankelijk was cle ter-
niiju.markt te Winnipeg weder wat flauwer, doch de vaste
vrachtenmarkt heeft ten gevolge gehad, dat in de prijzen,
‘elke uit Amerika werden gevraagd, slechts weinig ver-
andering betrad. Aan sommige der Europeesche markten,
waarbij Rotterdam en Antwerpen, was spoedige gerst ge-
drukt wagens groote aanvoeren en onvoldoende vraag, het-
geen cle zaken ‘van Noord-Amerika belemmerde. Ook in
Diritschiand bestond voor gerst niet veel belangstelling en
ofschoon op enkele dagen eene verbetering schen te ont-
staan, toen speciaal in Westfalen nog al eenige op Rotter-
dam stoomende partijen ‘Noorcl-Amerikaansche gerst werden
gekocht, is ook ten slotte naar Duitsohland slechts een be-perkte omzet in gerst tot stand gekomen. Het verschil dus-
schen de prijzen voor Donangerst in Noord-Duif,schiand eenerzijds en Rotterdam en Antwerpen anderzijds, waar-
van reeds in ons vorige overzicht sprake was, is bljvn be-
staan en dientengevcige komen naar laatstgenoemde havens
slechts wpïnig zaken tot stand en zijn ook de afladingen
daarheen klein, terivijl naar Hamburg vrij geregeld be-
scheiden saiken tot stand komen. Uit Roemenië wordt be-
richt, dat het anbocI ‘van gerst daar nu zeer klein is, doch
tot levendige zaken heeft dat nog niet geleid. Dat ten slotte
te Winnipeg de gersbprijs weer iets is gestegen heeft de
stemming nauwelijks verbeterd.
Voor h a v e r •is de vraag deze week klein gebleven en
•in Engeland vooral bestaat voor deze graansoort slechts
zeer weinig belangstelling, Speciaal spoed’ige Platahaver is
daar dan ook wat goedkooper te koop gekomen, zonder den

2 November 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

983

ondernemingsiust te doen toenemen. Op het vaste]ancl vindt
liet overigens niet groote aanbod van haver van dan Donau
cii van Rusland viel geregeld koopers, zonder dat in de prij-
zen veI flactuates optraden, doch de zaken zijn nog steeds
van minder beteakenis dan enkele weken geleden het geval
wils. Wegens de hooge Noord-Amerikaansehe prijzen blijven
zaken van haver uit cle Vereenigde Staten en Canada bij
voortduring van zeer weinig beteekeiiis.

SUIKER.

In sympathie met Amerika was (le stemming voor suiker
op de overige stukermarkten slechts aan zeer weinig ver-
nclering oi.iderhevig.
In N e w Y
0
r k waren de noteeringen op iie termijnmarkt
en voor Spot Centrifagals als volgt:

Sp.C. Dec. Jan. TiErt. Mei Juli
Slot voorafg. week ……….4.68 2.92 2.95 2.80 2.87 2.96
Opening verslagweek ……4.71 2.96 2.96 2.82 2.88 2.97
Slot verslagweek ……….4.68 2.90 2 92 2.80 2.87 2.94
De ontvangsten in de Atlantische havens (Ier VS. be-
droegen deze week 43.000 tons, de versmeltingen 5.1.000
tons tegen 75.000 tons in 1926 en de voorraden 203.000 tons
tegen 210.000 tons.
Cubasuiker en andere koloniale ruwe suikers verclen ver-
haudeld tot ongeveer 2,15(16 d.c. c. & fr. voor prompten af-
sche.ep.
Dc laatste C ub astatistiek is als volgt:

1927

1926

1925

Tons

Tons

Tons
Cubaanscheproductie 18Oct.. 4.508.521 4.884.658 5.125.970
Weekontv. afscheephavens 41.243 40.024 21.790
Totaal sedert 1 Jan.-25 Oct.. 4.020.090 4.453.962 4.828.244
Weekexport …………….60.946 72.191 58.288
Totale export sedert 111-25/10. 3.493.397 4.008.876 4.328.254
Voorraad afscheephavens .. 551013 445.106 500.009
Voorraad Binnenland ……346.l]i

313.176

180.707
In D uit s ch 1 and werd door de Uitvoer Vereeniging
liet uitvoercijfer voor het seizoen 1927128 met 8 pCt. van
(ten oogst vastgesteld, hetgeen volgens Licht’s laatste ranhing
dus voo.r.looig ongeveer 135.000 tons zou bedragen.
[ii Id ii ge in ud was cle markt na de aankoopet van
Raff inadeurs verleden week stil, maar prjs.boudend. De
iioteeringett op de teriiijnarkt bleven onveranderd, be-
houdens October-termijn, en sloten als volgt:

October 1927 . . Sh. 1413

Maart 1928 . . . . Sh. 15111k
December

. .

1311 1
v
4
Mei

……,, 1612k
Aug……..16;6
De zichtbare voorraden zijn volgens Czarn.ikow:

1927

1926

1925

Tons

Tons

Tons
Duitschland 1 Oct. ……..

53.000

72.000

17.000
Tsjechoslowakije 1 Oct. ….

9.000

44.000

36.000
Frankrijk 1 Oct. ……….

91.000

45.000

51.000
Nederland 1 Oct. ……….

29.000

63.000

17.000
België 1 Oct. …………..

14.000

18.000

18.000
Polen 1 Oct. …………..

4.000

22.000


Engeland 1 Oct. geïmpt. suiker 253.000 371.000 300.000
Engel. 1 Oct. Binneni. suiker

Totaal Europa

453.000 635.000 439.000
V.S.Atlant,havens 26 Oct.

203.000 210.000

82.000
Cuha 22 Oct. …………..

558.000

445.000

500.000

Totaal ………………..1.214.000 1.290.000 1.021.000
0
1) J a v a verkochten de V.I.S.P. nog een restant No. 16
&fhooger uit oogst 1927 tot
f
14.75 per 100 KG.
De markt voor tweedehands suiker was zeer kalm; aan
het einde der week waren noteeringen een fractie lager dan aan het begin.
Volgens het ,,Archief” bedraagt de ditjarige totale suiker-
lrodtictie van Java 38.018.728 pikols of 2.348.037 metrieke
tons, hetgeen een toename beteekent van 18.6 pCt. vergeleken
met 1926, toen de opbrengst 32.100.000 pic. of 1.983.000
tons bedroeg tegen 37.237.000 pic. of 2.300.000 tons in 1925.
J)e aanplant bedroeg dit jaar 261.140 boitw.s tegen 253.245
bouws en 250.885 bouws in 1926 en 1925. Voor 1928 is de
aanplant 272.594 botiws of 4.4 pCt. meer clan dit jaar. Het
rendement (pics. Hoofdsuiker per bouw) bedroeg dit jaar
in doorsnee 145.60 tegen 126.70 en 148.20 in cle beide voor-
gaande jaren.
Ook h i er te 1 a n d e bleef de markt deze week kalm,
doch prijshout end gestemd. De noteeringen varieerden hoog-stens
f
118. De markt sloot kalm 01) te volgende prijzen: October ongeveer
f
16%; December ongeveer
f
16/;
Maart ongeveer
f
17%; Mei ongeveer
f
17%. Augustus
ongeveer
f
17
1
/2.
De omzet bedroeg deze week ongeveer 3900 tons.

KATOEN.

Marktberjcht van de Eleeren Sir Jacob Behrens & Sons. Manchester, d:d. 26 October 1927.

Gedurende het grootste gedeelte van de afgeloopen week bleven prijzen van Amerikaansche katoen geleidelijk dalen,
zooais sedert de vorige maand reeds het geval is geweest.
Het schijnt wel, dat dit om dezen tijd van het jaar, van-
iee’het grootste gedeelte van dbn oogst geplukt wordt,
meermalen voorkomt, speciaal nu de industrie zoo weinig
afneemt. Het Ginner.s Bericht op jI. Dinsdag gaf als hoe-
veelheid geginde katoen op 17 October jl. iets meer dan
acht millioen balen aan. Dit cijfer is natuurlijk kleiner dan
in •de laatste beide jaren, die om hun groote oogsten be-
kenci zijn, doclrgrooter dan in 1924. Men vestigt er de aan-
dacht op, dat de .plu.k dit jaar dooi’ weersomstandigheden
eenigezius verlaat kan zijn, zoodat in verband hiermede de
hoeveelheid geginde katoen kleiner zou kunnen zijn, clan
anders in een uorniaal seiz.oen het geval zonde zijn geweest.
Als gevolg van het Ginners Rapport werd er veel gekocht
en prijzen stegen circa 40 punten, waardoor de daling van
cie laatste dagen weer werd ingehaald. In lilgyptische ka-
toen is weinig verandering gekomen, doch is over het alge-
meen iets goedkooper dan een week geleden.
Garenprijzen zijn in overeenstemming met ruwe katoen
iets lager dan een week geleden en er valt weinig bemoe-
digends voor spinners te iapporteeren. In de geheele Ame-
rikaansche industrie zijn weinig teekenen, die op een ver-
itieuwde activiteit wijzen, mat uitzondering vnu enkele zaken
in ,,Eetra Hards”. Doubleurs rapporteeren een vernieuwde
belangstelling voor getwijude buntllegarens, doch tot nu toe
treden geen bepaalde zaken op den voorgrond. In de E.gyp-
tische sectie zijn Irodlucenten over het algemeen meer te-
vreden. Er zijn niet veel nieuwe zaken gedaan, met uitzon-
dering van enkele gevallen, doch spinners en toubleurs
van de fijnere nummers zijn goed bezat en hebben met
nieuwe zaken nog geen haast.
Tot de publicatie van hot Ginners )3cricht valt er over de doekmarkt weinig nieuws te melden. Indië toont niisschien
wat meer belangstelling en hoewel er van een algemeene
vraag nog geen sprake is, beginnen enkele firma s meer
naar prijzen te in.formeeren, terwijl in enkele gevallen zelfs
zaken tot stand zijn gekomen, hoewel de marges zeer ge-
ring worden genoemd. Andere Oostersche markten .toonen
weinig teekenen van verbetering. Men moet nu maar af-
wachten, wat katoen zal doen en of Amerika in verband
met .het Ginners bericht in staat zal blijken te zijn hoogere
prijzen te beclingen. Momenteel hebben zij een vasten in-
vloed op de markt en prijzen kunnen zich hancl.haven.

Liverpoolnoteeringen

Oost. koersen 18 Oct.25 Oct.
,190ct. 26Oct. T.T.opBr.-Indië 1/54, 115+
F.G.F. Sakellaridis 19,00 19,00 T.T.op Hongkong 1/1 l 1/1 1
G.F. No. 1 Oomra. 8,50 8,65 T.T.op Shanghai 2/6 216k

KOFFIE.

Op de buitengewoon vaste stemming in de laatste dagen
van de vorige week, volgde in de eerste helft der afgeloopen
week een kleine reactie, waarbij de prijzen voor kost en
vracht, piompte verscheping, in Brazilië
11-
2 21- per cwt.
inzakten. In overeenstemming hiermede daalden de notee-
ringen aan de verschillende termijnmarkten. Ten onzent
gaven te prijzen van liet Gemengd contract ongeveer 1% 2
1% ct. per % KG. toe, doch daar.na herstelden zij zich
wederom grootendeels en bij het afsluiten van dit bericht
staan zij dooreen slechts ongeveer 3/ ct. lager dan een week
geleden. Na de felle en zeer snelle rijzing, welke in het vorig
bericht werd vermeld, was deze kleine terugslag overigens niet meer dan natuurlijk. Ook Nederlandsch-Indië was met
de Robusta-aanbiedingen iets gemakkelijker en op .het oogen-
blik zijn de vraagprijzen, zoowel voor Palembang Robusta als voor W.I.B. f.a.q., ongeveer % 1. 1 ct. beneden die van
verleden week.
In loco, waarvan de officieele noteeringen inmiddels met
1 et. verhoogd waren, was de afzet ditmaal minder leven-
•d’ig, hoewel voor directe behoefte regelmatig werd gekocht.
Nieuws van beteekenis was er deze week niet. Berichten
over belangrijke schade, ‘door regen toegebracht aan den loo-
peuclen Santos-oogst, voor zoover die in September nog niet
bereid was, houden aan. Het is naar aanleiding daarvan
thans vel als zeer w’aarschijn]ijk aan to nemen, dat, even-
als vier jaar geleden, een ge:Ieelte geheel is verloren gegaan
en de rest door regensehade hoef t geleden. In hoeverre de
raming van de totale opbrengst dientengevolge zal moe-
ten worden gewijzigd, valt vooralsnog niet na te gaan, en
berichten, ‘die ongetivijfeld binnenkort hierover ivel uit Bra-
zilië zullen worden onbvangen, dienen dan ook als gewoon-
lijk met groot voorbehoud te worden aanvaard. Volgens tele-

984

ECONOMISCH-STAT1’STISCHE BERICHTEN

2 November 1927

grammen, in de laatste dagen uit Brazilië ontvangen, heeft
ook de bloei van den volgenden oogst door cle zware regens
geleden en heeft een belangrijk gedeelte van de vrucht zich
daardoor niet kunnen zetten. De algemeene opinie daar te
lande sdhjuit dan ook te rekenen op een k’leinen volgenden
oogst.

Ook van Salvador en vn Guatemala wordt gemeld, .dat
hevige regens invloed hebben gehad op den oogst, die thans
‘oor een deel reeds in bereiding is en voor de rest nog te
velde staat. In Salvador zouden zij bepaald schade hebben
toegebracht en in Guatemala zouden
zij
het rijpen van de
vrucht hebben vertraagd, terwijl zij bovendien de wegen al-
daar in een zoo slech.teu toestand zouden hebben gebracht,
dat het practisch onmogelijk is om de koffie, die gereed is
iioor de peiling, naar de daartoe bestemde ïnrichtine.n te
vervoeren. –
De prijzen van gewoon goed beschreven Sujerior Santos
op prompte verscheping zijn thans ongeveer
961- á
98/- per wt en vasi dito Prime ongeveer 99(6 1. 1011-, terwijl zij van
Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte verscheping,
bedragen 6416 k 65(6.
Van Robusta op aflading van Nederlan.dsch-Indië, zijn de
prijzen in de eerste hand op het oogenhlik: Palembang Robusta, Noveniber-verscheping 34 ct.; Pa-
lembang Robusta, December versobeping,
343/:
ct.; W.I.B.
I.a.q. Robusta, November verscheping,
433.
ct., alles per
: KG., cii, uitgeleverd gewicht, netto contant.

De . ‘loco-noteering voor Supçrior Santos werd verhoogd
van 58 op 5.9 ct. per
.
– Y2 KG., terwijl die van Robusta van
45 op 46 et. werd gebracht.
De noteeringen aan cle Rotterdamsche termijnmarkt
waren aan de ochtend-caIl als volgt:
Santos-contract

Gemengd contract
basis Good

basis Santos Good

1
Dec. i l4rt.
1
Mei -Sept.11 Dec.
1
Mrt.
1
Mei
1
Sept.

1 Nov.
525/
8

51
1
/8
501/
9


433(
4211
5

41i
40
25 Oct.
487/a
‘/8
467/s

43s,
42
41.i1
40
18

,,
451/
9

4411
43’1

’40
39y
38s
38
11

,, 451,
4411
9

43tj

3971
9

385
3771
9

37

De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:

Dec.
1

Maart

1
Mei

1
Sept.

31

Oct.

……
$
13,45
$
13,33
$
13,22
$
13,10
24
,,

13,86
13,74
13,60 13,50
17

,,
13,13

..

,,

13,05
,,

12,92
,,

12,84
10

,,
12,80
,,

12,70
,,

12,53
12,44
Rotterdam, 1 November 1927.

(Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandel
te Rotterdam.)
Noteeringen en voorraden in Brazilië.

te Rio

1

te Santos

1 Wisselkoers
Data -‘ te Rio
Voorraad
1
Prijs
1
Voorraad Prijs op Londen
1
(In Balen)
1
No,7
1
)
1
(In Balen)! No.4’l

31

Oct. 1927
391.000

23.350968.000

30.500
5631,94

24

1927
357.000

23.275 1.071.000

30.000
6
17

,,

1927
327.000

22.600

903.000

27.400
6
30

Oct. 1926
318.000

23.025

680.000

25.000
6
29
1
32

Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.

te Rio
1
te Santos Data
Afgeloopen
Sedert

Afgeloopen
Sedert
week
1 Juli
week
1Juli

29 Oct. 1927 ….
138.00Ö
1.585.000

28.000
3.648.000
30 Oct. 1926
….
.81.000
1
197.000
2723.000
1)
In
Reis.

THEE.
De afgeloopen week gaf op de theemarkt weinig. nieuwe
gezichtspunten te zien. Er viel op de Londensche veilingen een goede belangstelling te constateeren, die voornamelijk
gericht was op de gewone- en middensoorten. Deze kon.den dau ook meermalen een ‘klein prijs-avance boeken, .’waartc-
genover de betere, kwaliteiten soms iets gemakkelijket van
cle hand gingen.
Men is in afwachting hoe de verdere Britsch-Ind.isdhe
oogst over October. zal uitvallen, terwijl men hier in Am-
sterdam in afwachbin’g is van de veiling van 3′ November,
die – zoo.als bekend – een aanbod te zien zal geven van
ca. 13.000 kisten.Ned..-Indische thee..

Dc aanvo&en ‘hier. nijn. nog klein, zoodat voor de véil’ing
.van 24 November een iets kleiner aanbod veiw.aeht wbrdt.

Amsterditm, 31 October 1927.

VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.

De Noord-Amer’iikaansche graan’vrachtenm arkt was cle
afgeloopen week vast, speciaal van de St. Lawrence. Van cle
Northern range werd ook meer bevracht.’ en de vrachten
vertoone.n over de geheele linie een aanzienlijke stijging.
Van Montreal werden ongeveer 20 booten gedaan per einde
October en November belading en werd tot 15 cents per 100
lhs. betaald naar Rotterdam direct, 19 cents per 100 l’bs.
en 4/- per qtr. na.ar
Lissabon, 18(19′ cents naar de Middel-
landsehe Zee en 193 cents naar Kopenhagen. Van de North
cru range was de meeste vr.aag naar tonnage voor volle
ladingen naar Bremen en werd hiervoor 154 tot 16 cents –
betaald voor NovemberfDecem’ber belading. De Golf van
Mexico blèef tamelijk kalm. Naar Antwer.pen,tRotterdam is
16 cents te badi.n.gen per Neveniber en December.

De suikervrachtenmarkt van ‘ West-Indië was kalm. Er
werden eenige booten bevracht ter dekking van de verkoo-
pen van den ouden oogst en werd 171- per November be-
taald voor booten van 61r 6500 tons.
De North Pacif ie bleef ‘levencljg. Een 15-tal booten werd
bevraeht voor belading per NovemberfJanuai

i tegen vrach-ten varieereud van, 3216 tot 331- naar gelang van grootte. Tegen het einde der week werd de markt iets kalmer.
Van de La Plata was een flinke vraag naar tonnage en
er werden over 30 beviach.tingen gedaan. De vradhten zijn
voor alle posities tot einde December gestegen. Van boven
La Platahavens naar Antweren of Rotterdam direct werd
221- betaald voor November .verscheping en 221- naar cle
volle range UK/Continent per December. Voor nieuwe
oogstbelading ‘is de markt iets kalmer en de vrachten zijn
nagenoeg onveranderd gebleven.

De chilisalpeter vrachtenmarkt was veel kalmer. Voor
wilde tonnage is momenteel zeer weinig vraag, behalve een
order voor Nov/Dec. ioor een kleine boot naar het Con-
tinent,
mcl.
Rouaan tegen 28/6. Met uitzondering van boo-
ten, die onderweg zijn naar de Westkust van Zuid-Amerika;
is geen tonnage voor salpeter te krijgen tea gevolge van de
verbetering vad de vra’chten van La Plata. Maan.deljksche partijen werden geboekt Juli tot December 1928 naar Ant-
wer.pen/]iotterd am/l3remenfllamburg tegen 26/-.
De markten van het Oosten bleven kalm, doch de vrach-
ten zijn vast en in sommige gevallen zelfs geneigd tot stij-
gen. Van Wlacliwostock is een flinke vraag naar tonnage
voor boonen op basis van 341- naar Rotterdam of Hamburg. Austraiië bleef kalm. Handige tonnage kan worden geplaatst
voor nieuwe oogstbelading tegen 40/- van West-Austra’lië,
van Zu.id-Australië[V’ictoria/Sydney naar Middelland-
sche Zee[U.E./Continent, doch noch reeders noch bevrach-
ters zijn geanimeerd.
– De Donau was kalm, doch werden niettemin verscheidene
boeten bevracht op basis van 1519 tot 16(3 naar gelang van
grootte. De Zwarte Zee is flauw gestemd. Er wordt 11/9 be-
taald naar ‘het Continent.
De vrachten van de Middellandsche Zee bleven vast en
er werd flink ‘bevracht. De voornaamste ertsafsluitingen
zijn:
Meli.l’lafRotter.da.m 4/10w, Ardrossan 71-, A-lgiers/aNew-
pos-t 619, Be,nisaffRotterdam 419, Hornilla BayfNewport 713.
Fosf nat betaalde: Sfax/Gkrstch11/-, SfaxfCalais 519, Tunisf Rotterdam 7/4
4.
De uitgaande Engelsche kolenvrachtenmarkt was leven-
dig. Van Zuid-Wales werd betaald: Havre 316, Port-Said
101-, Alexan.drië 101
,
3, Las Palmas 91-, en van de Oostkust:
Stettin 5/9, Amsterdam 413, Rouaan 3174,

Buenos Aires
13/3.

RIJN VAART.
Week van 23 t/m. 29 October 1927.

])e aanvoeren van zeezijde waren over het algemeen mal-.delma’tiig. De ‘aanwezige scheeparuimte overtrof de vraag, zoodat cle toestand de geheele week tamelijk gedrukt bleef.
])e ertsvraehten ‘bedroegen
f
0,35 met ‘ en
f
0,45 met
lostijd.
Naar den Bovenrjn betaalde men gemiddeld
f
0,90 á,
f
1
iier last met ‘verkorten -lostijd. Het sleeploon -werd geno-
teerd volgens ‘het 35 cents Tarief. De waterstand bleef val-
Ikud, zoodat naar den Boveisrjn op beperkten diepgang werd
afgeladei.i. De algemeene toestand in de Ruhriiaveus bleef
ongewijzigd.

Auteur