S
1)i(JEMi3ER 1920
1
AUTEURSRROHT VO OBBHOLTDEN
Economl*sc
–
h-Statistiséhe
Berïchtèn
‘-
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
11E JAARGANG
WOENSDAG 8 DECEMBER 1926
No. 571
INHOUD.
BIz.
SUR IN AME IN LIET CENTI1 UM VAN VELER BELA N(STEL
LING
door
Mr. Dr. U. P. Schoch
………………
102
De Nederlandsch.Indische Begrooti ng voor
1927
door
J.
L.
Vlaming
J…………………………….
1073
Bescherming ‘Ier Suikerindustrie door
J. M. Van Bom-
nul
Von
lloten
…………………………..
1077
De
bonen
der Amsterdamsche Gemeentesverklieden
door Mr. J. Biereus de IIaa
J……………….
1078
bEet Emigratievraagstuk in Nederland door
Jhr. J. 0.
0.
Sandberg
……………………………….
1079
I1UIIENLANI)SOFIE MEDEWERKING:
l)e
vooruitzichten voor het zakendoen met Rusland
door
Geh. Nep. Rat Georg (Jleinow
…………
1082
Na de Rijksconferenlie door
Prof. J)r. P. Geyl
….
1083
A ‘N TEEE EN IN GEN
Indexcijfers van groothandeisprij zen
…………
1 084
De Politiek der Duitsche Rijksbank …………..
1085
SrATIs’rlEKisN
EN
OVERZICHTEN
…………..
1 088—
1094
Geidkoerse n.
Ba
nkstaten.
1
Goede re
ii
handel.
Wisselkoersen.
1
Effectenbeurze
n.
1
Verke rs wezen.
/ V$TITUUT VOOR ECONOMISC IIE GESC 7/Nl 1″TEN.
Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra.
ECONOi1IISCII.S’I’ATISTI SC 17E BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES.
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. E. Moresco;
lir. Dr. L. F. II. Regout; Dr. 8. van Welderen Baron
Rcngers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis; Mr.
Q. J. Terpstra; Prof. jiJr. F. de Vries.
(;edelegeerd lid:
Prof.
jhr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: D. J. lVansjnfc.
Secretariaat: Pieter de Iloochwcg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. I’ostrekening 8408.
tbonnementsprjs voor het weekblad franco p. p. ‘n
Nederland f20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateur8 van het Instituut ontvangen het weekblad gratis.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh ct van Ditmar’s Uitgevers-Maat8chappij, Rot.
terdam, Amsterdam, ‘s.Gravenhage. Postchèque- en giro-
rekening No. 6729.
7 DECEMBER 1926.
De gelcihehoefte vooi de maandwissei.ing deed de
koersen nog iets verder oploopen. Vooral aan het
einde (ier week svss cle geldvraag weder groot .Parti-
(:IIlier disconto steeg tot
35/1.,
pOt. en voor prolongatie
werd Zaterdag 3% pCt. genoteerd. Ook call geld was
regelmatig sterk gevraagd; op (le ultimo werd grif
4 pCt. betaald en ook verder bleef ie vraag sterk aan-
houden en werd voor 3% h 4 pOt, alles opgenomen.
* *
*
Op (ben sveekstaat van De Nederlandsche Bank blijkt
(le post bi oneniandsche wissels met
f
2,4 niillioen te
zijn toegenomen. De leieeningen geven een vermin-
(lering
VRO
f
5,3 mihi ioen te zien, die nagenoeg geheel
vooi rekening komt van de lioofdbank. Het renteloos
voorschot aan het Rijk daalde met
f
1,3 millioen.
i)e voorraad gouden munt vertoont een teruggang
van ruim
f
200.000. De zilvervoorraad nam met een
kleine
f
400.000 af. Het hoofd muntmateriaal bleef
onveranderd. De post papier op het buitenland daalde
met.
f
1,4 millioen, terwijl de diverse rekeningen on-
der het actief met
f
6,7 millioen toenamen.
De biljettencirculatie verminderde met
f
3,4 mil-
liben. De ..ekeniug-courantsaldi noteeren
f
3,9 mil-
fioen hooger dan verleden week. Het beschikbaar me-
‘taalsaldo liep met een goède
f
600.000 terug. Het
dekkin gspercen tage bedraagt ruim 51.
* *
*
Na de plotselinge stijging op Maandag tot 9,30
wtrdlen Franken cle volgende dagen weder lager ver-
handeld. Woensdagmorgen werd voor 9,03 afgedaan,
maar daarna trad weder een onafgebroken stijging
in; zoodat gisteren bij den aanvang 10,10 werd be-
taald. Hiermede was echter, voorloopig althans, het
hoogste punt bei eikt, want een vrij ster.ke
daling trad
ii en na tallooze schommelingen, waarbij echter
meestal slechts kleine bedragen verhandeld werden,
werd aan het einde van den dag voor 9,76 afgedaan.
Ook Oslo schommelde weder sterk; de stemming was
ehter belangrijk vaster, 62,85-64,15-63,75. In de
goudwissels was weinig verandering. Marken konden
nog iets stijgen, 59,47 werd betaald, daarentegen wa-
ren Ponden meestal nogal aangeboden, 12,1374—
12,12%-12,13. In de overige wissels kwamen weinig
veranderingen.
LONDE.N, 6 DECEMBER
1920.
Niettegenstaande het einde van een maand in de
vorige berichtsperiode viel, heeft de geidmarkt zonder
hidp van de Bank van Engeland in hare niet onhe-
logrijke credieteischen kunnen voorzien. Op Dinsdag
werd tot S pOt. voor ,,overnight” geld betaald; Met
den aanvang van December werd geld overvloedig en
nu en dan in den namiddag moeielijk uitleenbaar.
Onder die omstandigheden was de toon in do dis-
bontomarkt flauw, zoodat de noteering voor 3-maands
hâokaécepten op 4% teiuggebracht kon worden.
In de vreemde valutas trekt de snelle waardever-
meerdering van den Franschen franc zeer de aandacht
en gist men nog steeds naar de ware oorzaak daar-
van. Blijkbaar geschiedt deze te snelle waardetoename
niet met medewerking van het gouvernement, daar
nog voor korten tijd van officieele zijde een koers
van ongeveer 150 f.rancs per pond sterling als eene
waarschijnlijke blijvende basis werd genoemd en ook
in ha.ndelskringen
vrij
algemeen als een gechikt rust-
puht voor den franc werd beschousvd.
1072
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
8 December 1926
SURINAME IN HET CENTRUM VAN
VELER BELANGSTELLING.
liet is nog maar .enkele tientallen jaren geIedei,
lat de doorsnee Nederlander tot een behoorlijk ont-
wikkeld en toegerust jongmensch, die meende in
Suriname nuttigen en eervollen arbeid te kunnn
gaan verrichten, de vraag richtte:. (j’-a jij naar de
West?! met de noodige uitroep- en vraagteekens.
Er is sedert heel wat veranderd in de mentaliteit
van dien doorsnee-Nederlander, als men ten minste
mag afgaan op den waardemeter van de -volksbelang-
stelling, te vinden in wat couranten en tijdschriften
tegenwoordig over West-Indië aan het lezend publiék
te verwerken geven. De kwaliteit van de overgenomen
berichten is wel niet
altijd
in overeenstemming mét
de kwantiteit, maar het feit op zichzelf wekt toch
verheuging bij hen, die in Suriname meer zien dân
een lastpost. .
In 1926 komt de Surinaamsche koloniale maagd
wel zeer bijzonder voor het voetlicht en allerlei be-
langhebbenden en belangstellenden toonen aan het
publiek de kwalen van dit lijdende persoontje bu
geven, naar beste weten de geneesmiddelen aan, welke
profijtelijk zouden blijken. Eerst werd publiek ge-
maakt eene uitvoerige studie van belanghebbenden,
georganiseerd in den Ondernemersraad voor SuH-
name, die zijn rekest aan den Minister van Koloniën
van 22 Juli jl. het licht deed zien.
1)
Nu onlangs v±-
schenen twee geschiiften over de kolonie, welke ook
de aandacht vragen: het eene van den indischen oud-
advocaat Mr. J. H. van Laer, die, louter uit sympa-
thie voor de West, ons land aan de overzijde van den Occaan bereisde en zijne indrukken, zeer lezenswar-
dig, op schrift stelde, en het andere van den Indischbn
oud-zakenman
W.
de Cock Buning, die een ,,Rappdrt
over Suriname” uitbracht aan de Vereeniging van
Kamers van Koophandel en Fabrieken in Nederland.
Gelukkig voor de patiënte loopen de conclusies van
de verschillende geneekundigen niet erg uiteen en
is dus hier niet van toepassing het bekende adagim
omtrent ,,de vele dokters” enz. ik noem hier nog
gaarne de pennevruchten yan Mr. van Gijbland Oos-
terhoff, die eveneens ïit belangstelling West-Indië’is
gaan zien, en zijne indrukken mededeelt in artikelen
in ,,do Nederlander” en elders.
Gaarne wijd ik aan de brociure van den heer de
Cock Buning eene bespreking, nu een dergelijk mach-
tig en maatschappelijk gezond lichaam als de Ver-
eeniging van Kamers van Koophandel en Fabrieken in Nederland den heer Buning uitkoos om haar voor
te lichten.
Welke opdracht aan den heer Buning is verstrekt,
staat in Zijne brochure niet met zooveel woorden ver-
meld. Uit hetgeen Gouverneur van Heemstra bij zijne
terugkomst in Suriname in 1925 aan de Koloniale
Staten mededeelde, zonde de genoemde vereeniging de
uitzending van een ervaren deskundige in overwe-ging hebben willen nemen, ten einde na te gaan op
welke wijze een beter contact tussehen producenten
en consumenten in beide landen zouden kunnen wor-
den verkregen.
Dat zou eene belangrijke opdracht zijn geweest. De
heer Buning schrij
.
.t zelf in de inleiding tot zijne 16
bladzijden groot geworden brochure, dat in zi.jn rap-
port eene belangrijke plaats wordt ingeruimd voor de bespreking van den handel van Suriname, maar
daarnaast ook andere algemeëne opmerkingen en korte
beschouwingen zijn opgenomen om aan zijne opdracht-
gevers zoo volledig mogelijk den indruk weer te geven, dièn hij van de kolonie en hare ontwikkelingsmogelijk-
heid ontving. De hem gegeven opdracht kan worden
beschouwd, schrijft de heer Buning, eenerzijds als
medewerking aan •het offensief van den Gouverneur
tegen berusting en onverschilligheid, anderzijds als
duidelijk bewijs, dat ook in de handels- en .bedrijfs-
kringen van het Moederland het verlangen
iE
ont-
1)
[Zie p. 963
in het No.
van
3 November 11. – Red.]
staan naar zakelijke voorlichting over dit gewest,
daar men veelal geen tijd heeft de verschillende offi-
cieele rapporten te bestudeeren. Of dit laatste juist
is, zou ik niet durven onderschrijven. De in de laatste
jaren verschenen rapporten zijn juist samengesteld
door bëkende deskundigen om de zakenwereld omtrent
de kolonie en hare vooruitzichten in te lichten. Daar-
tegenover kan niet opwegen het resultaat van eene
studie van enkele maanden met een verblijf ter plaatse
van zes weken, maar gelukkig komt de heer Buning
in Zijne beschouwingen slechts een enkele maal in botsing met bedoelde deskundige rapporten en dus
heeft zijn relaas het nut van het: ,,Frappez toujours”.
De
schrijver
heeft zijn arbeid in drie hoofdstukken
yerdeeld: 1. Algemeene opmerkingen, II. Handel, III.
Landbouw, Immigratie, Kolonisatie. Het geheel is
aantrekkelijk van vorm, laat zich gemakkelijk leren
én wekt bewondering voor den schrijver, die in kor-
ten tijd zich op de hoogte stelde van de vraagstukken,
welke voor Suriname aan de orde
zijn,
en daarover
zich een oordeel vormde, al is tegen dat oordeel,
wanneer de
schrijver
zich buiten zijn eigen terrein
begeeft, nu en dan wel wat in te brengen.
Met eigen terrein van den
schrijver
bedoel ik dan
handel, zooals die in het tweede hoofdstuk wordt
geschetst. Dat tweede hoofdstuk bevat feitelijk dat-
gene, wat voor de Nederlandsche handels- en bedrijfs-
kringen van belang is en waarom het geschrift eene
bijzondere plaats mag innemen onder de studiën, wel-
ke over Suriname verschenen. Voor dat hoofdstuk
vraag ik dus moer speciaal de aandacht.
Aan de hand van de in- en
uitvoercijfers
der laatste
jaren geeft. de schrijver aan, wat
hij
als eene normale
invoerwaarde voor Suriname beschouwt, ni. acht en
eenhalf millioen gulden,
terwijl
hij dan verder na-
gadt, welk deel van dien invoer aan de verschillende
importeerende landen ten goede komt. Reeds v66r
zijne reis naar Suriname was den heer Buning ge-
bleken, zoo schrijft hij, dat Nederland’s aandeel in
den huidigen in- en uitvoer van Suriname zeer bevre-
digend genoemd kan worden. Deze meening hand-haaft de schrijver, na den lezer verschillende waar-
devolle gegevens te hebben verstrekt. Er zijn voor
Nederland slechts twee belangrijke concurreerende
landen
bij
den invoer in Suriname, ni. Engeland en
de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, welke
beide landen, naar zijne meening, eigenaardige, ge-
specialiseerde producten leveren. Daarom acht de
heer Buning het niet waarschijnlijk, dat in de be-
staande omstandigheden Nederland’s aandeel in den invoer ten koste van Zijne twee groote concurrenten
belangrijk is op te voeren, ook al is
bij
meerdere in-
spanning de afzet iets te vergrooten.
Over ons deel met een percentage over 1924 en 1925
van ongeveer 46 pOt. mogen wij, meent hij, best te-
vreden zijn. In Ned.-Indië is dat percentage voor
goederen uit Nederland afkomstig, slechts pl.rn.
21 pCt.
Ik ben over dat percentage niet zon 1;evreden en
zie het Nederlandsche belang bij den handel in Suri-
name de laatste jaren allengs achteruit gaan. Eene
vergelijking met Ned.-Ïndië gaat natuurlijk niet op,
omdat dat groote afzetgebied omringd wordt door
groote uitvoerende landen als Japan, China, Britach-
Indië en Australië.
Was in 1921 het bedrag aan wissels, dat de Suri-
naamsche Bank op Nederland verkocht nog
f
2.117.811,19, een gelijk bedrag als de jaren 1911 en
1912 vertoonden, in 1922 liep het totaal nog even op tot f2.258.951,41, om daarna geleidelijk te dalen:
in 1923 tot
f
1.825.967,49
1924 ,, ,, 1.449.071,61
1925
., 1.201.424,33
Bleef de wisselverkoop op Londen in de jarn 19231
25 vrijwel stabiel tusschen de £ 71.000 en £ 86.000, de
verkoop op Now York steeg langzaam, maar gesta-
dig van:
in 1923 $ 287.446,99 tot
8 December 1926
ECONOMISCH-STATIST’iSCHE BERICHTEN
1073
in 1924 $ 358.029,87 en
11 192.5 ,,481.229,02
Dat in de oorlogs- en naoorlogsjaren Noord-Amerika
het leeuwenaancieel had in den invoer spro€kt van-
zelf,
niet door den meerderen ijver van de Amen-
kaansche kooplieden, als wel, omdat Suriname in den
oorlog absoluut van Europa was afgesneden en men
in Nederland na cle oorlogsjaren zich niet dadelijk in-
spande om het verloren terrein te herwinnen. Maar
het is toch niet noodig en niet gewenscht, dat Neder-
land op den duur niet voor verreweg het grootste
deel voor den invoer zorgt. Ik laat den invoer van
meel, kerosineolie, benzine en automobielen gaarne aan Amerika over, maar aardewerk en verlichtings-
artikelen, kruidenierswaren en kramerjen, madhine-
rieën voor
mijnbouw
en landbouw, manufacturen, eet-
bare oliën en vetten, sigaretten, steenkolen, geraffi-
neerde suiker, thee, vieesch, zeep, dranken, ve.rfwaren,
galan.terieën zijn artikelen, welke mi. door Nederland
evengoed kunnen geleverd worden. De schrijver noemt
zelf oorzaken, waarom de Nederlandsche handel ach-
terstaat.
De Nederland sche leverancier vraagt meer winst
– zoo word hem medegedeeld – en vertoont zich min-
der ter plaatse, is te weinig gedifferentieerd in zij:le
aanbiedingen, loopt niet hard voor kleine ordertjes
en is niet zon gemakkelijk met zijne betalingscondi-
ties. Dodelijk stel ik daartegenover, dat de toestand
van den handel in Suriname een.e zeer eigenaardige
is. doordat de meeste winkeliers (Chineezen. Suri-namers, Britsch-Indiërs) in directe verbinding zijn
komen te staan met de buitenlandsche importhuizen.
Daardoor is het risico voor den importeur zeer ver-
groot, daar het moeilijk is een juist inzicht te behou-
den op het bedrijf van die winkeliersbevoiking van
verschillende iationaliteit, die zeer gemakkelijk wis-
selt en lange credieten vraagt. Persoonlijk contact
door geregeld bezoek van goede reizigers of door de
belanghebbenden zelve kan, zooais cle schrijver terecht
opmerkt, daartegen eenige bescherming geven. En
dan geeft de aanstelling in de kolonie van een be-
trouwbaren agent behoorlijke zekerheid. Het komt mij
voor, dat de Nederlandsche handel in deze richting
nog i’col kan doen.
Er is alle reden om aan te nemen, dat de koloniale toestanden in de eerstvolgende jaren zullen verbete-
ren. De uitvoerwaarde kwam in 1925 weder eindelijk
op het peil van v66r den oorlog en naderde de
f
tO
millioen. De invoer steeg in dezelfde mate in 6n jaar
met f2 millioen . .Ailengs zullen in •de kolonie wel
weder personen zich opwerken tot kooplieden, die in
het groot invoeren, waardoor meer geregelde toestan-
den zullen ontstaan en de kleine winkeliers niet meer
zelfstandig hunne bestellingen doen. De Nederland-
sehe handel zorge, dat Nederland dan niet uitgescha-
keld zij.
Deze waarschuwing geldt, ook den uitvoer van Suri-
name. Hier geldt, met recht het door den heer Buning aangehaalde: .,trade foliows the flag”. Wordt Amen-
kaansch geld in de kolonie gebracht, dan gaat hot
daarmede verkregen product naar Amerika – de
hauxiet, possumhou.t en weldra de katoen —; brengen
de Belgen kapitaal voor hout, of de Franschen voor
goudexploitatie, dan gaat het hout en liet goud res-
pectievelijk naar Antwerpen en naar Frankrijk.
Waarom zou het. rijke Twente het niet eens beproe-
ven met den aanplant van die mooie. langdradige Sea-
islaud katoen? en waarom blijft de krachtige Neder-
landsche houthandel achter, waar het betreft de be-
w’erking van zeer uitgestrekte complexen bosch, waar
de boomsoorten wel alle dooreen staan, maar toch
bijna elke soort hare waarde heeft? De moeilijkheden
van de exploitatie zijn niet zoo overwegend, als de heer
Buning die afschildert, als men zich maar losmaakt
van de Boschnegers en opkoopers en een eigen be-
drijf inricht met eigen gecontracteerde inlandsche kap-
pers. Daarvoor is een grooter bedrijfskapitaal noodig,
mjar men heeft dan ook zekerheid omtrent hoeveel-
heid en soort en termijn van levering. Het bedrijf van
de firma 0. Rersten & Co. toont dit duidelijk. Aan
den roofkap zou echter een einde dienen te worden
gemaaict. Reeds lang wekt het mijne verwondering,
dat hij den houtkap van Gouvernementswege niet de
eiseh wordt gesteld van jongen aanplant van eene
zekere boomsoort, welke aanplant dan door het Gou-
vernement zou Icunnen worden overgenomen tegen
eenige vergoeding.
ik. meen dat iets dergelijks in Ned.-Indië bij de
Djati-bosschen gebruikelijk is.
En waarom blijft do handel in tropische producten
van verre staan, waar, voor betrekkelijk weinig kapi-
taal, verlaten, maar nog ingepolderde en vrij behoor-
lijk afwate.rende plan tages in vruchtdragende en ren-
tegevende koffievelden kunnen worden omgezet? Het-
zelfde geldt voor de vruchten-import combinaties tea
aanzien van si.n aasappel en – en ban aneneultuur (Sur.
bacoven) en voor de g.roote Indische maatschappijen
ten aanzien van de suilcercultuur, vooral nu er uit-
zicht bestaat, dat die cultures door wijziging van de
bestaan de, bezwarende bestuursregelin gen aantrekke-
lijker zullen worden.
Waaiorn stellen de zee:r krachtige plantenhote.rmaat-
schappi.jen in Nederland niet eenige degelijke Suni-
naamsche boschloopers in hun dienst om de groote
hoeveelheid in de bosschen verloren gaande noten en
pitten te verzamelen. die een rjic gehalte hebben aan
vetten? Ilc weet, dat in die richting reeds vroeger aan-
dacht is gewijd, maar het resultaat bleef uit.
Met eenige aarzeling noem ilc oolc tabakmaatschap-
nijen. Ik heb jaren geleden uitgestrekte pi’oefaanplan-
tirigen van tabak op de hooger gelegen gronden van de
kolonie zien groeien en de namen Nienhuys en Olie
zijn mij uit dien, tijd bijgehleven.I n vorige eeuwen was
tabak een aanzienlijk uitvoerproduct. Herinner ik mij
g6ed, dan was de tabak hij de laatste proefneming te
zwaar of te donker? Men is sedert zooveel verder ge-
komen niet de w’etenschap. Zou het niet nog eens te
beproeven zijn?
Daar is voor het kleine Nederland in het groote
Suriname nog heel wat te doen. Het is de
tijd
voor
de zakenmenschen, die weten, dat de ,,cost gaat voor
de baet” en niet omgelceerd. En met het lcapitaal komt
oolc de meerdere bevolking.
Ik meen het bij deze opmerkingen te kunnen laten.
Een.e bespreking van het hoofdstulc over . landbouw,
imniigi’atie en ko]onisatie zou mij te ver voeren. De
schrijver huldigt ten aanzien van irrigatie, bonen,
kolonisatie via den grooten landbouw en de verplichte betaling door de plantages van 15 cent per arbeider en
per weekdag eene eenigszins andere opvatting dan de
normale, door deskundigen nog dezen zomer vastge-
legd in het reeds hierboven genoemde rapport van den
Ondernemersraad voor Suriname aan den Minister
van Koloniën. Dit rapport kon den schrijver hij de
samenstelling van zijn rapport nog niet bekend zijn.
Dit neemt niet weg, dat ook de in dit hoofdstuk
verzamelde gegevens de brochure maken tot eene waar-
devolle aanwinst voor de litteratuur over Suriname.
Gingen maar meen belangstellenden eens naar de
overzijde van den Oceaan om onze twaalfde en groot-
ste, i-naar minst hevolkte provincie niet eigen oogen te
bezien. Zij zouden allen medewerkers worden aan den
opbouw van dat land, evengoed als de heen de Oock
Buning een vriend is geworden, die geloof heeft in
hare toekomst. ,,Nederland kan Suriname tot een wel-
varend gewest maken”. Zoo concludeert de heen Bii-
ning en die conclusie is reeds sedert jaren ook (Ie
mijne.
Mr. Dr. C. F.
SCHOON.
Amsterdam, 21 November 192.6.
DE NEDERLANDSCHINDISCHE BEGROOTING
VOOR 1927.
(beschouwinq aan de hand van de Minisierieele
bequootingsstukken).
De Memorie van Toelichting op de hegrooting
(stuk.8) vangt aan met de niededeeling, dat 1925, in
1074
ECONOMISCH-STA1″ISTISCHE BERICHTEN
8 December 1926
plaats van een geraamd tekort op den gewonen dienst
van
f
13,4 millioen,
1)
een overschot heeft gelaten
van
f
100,3 millioen. Bij een tekort op den buiten-
gewonen dienst van
f
31,4 millioen, werd het over-
schot op beide diensten: f62,9 millioen, waa.tdoor
‘s lands kaspositie dermate verbeterde, dat de vlot-
tende schuld van
f
118,4 millioen per ultimo Decem-
ber 1924 terugliep tot
f
64,5 millioen
2)
per ultimo
December 1925.
Voor 1926 was het vorige jaar een tekort geraamd
op den gewonen dienst van
f
9,— millioen en op den
buitengewonen dienst van
f 47,1 millioen.
De Regeering herraamt thans de uitkomsten van
den gowonen dienst
f
64,1 millioen gunstiger en van
den buitengewonen dienst
f
2,8 millioen ongunstiger,
waardoor per saldo de gehee]e dienst 1926 een over-
schot zal laten van f4,5 millioem.
In hoeverre thans juist geraamd is, ligt.buiten het
bestek van dit artikel, dat beoogt een beschouwing te
geven over de begrooting voor 1921 en wel in hoofd-
zaak over de financieele politiek, die
blijkens
de he-
grootingscijfers en voorstellen ten opzichte van Indië
gevolgd wordt.
1-let vertrouwen in ,,ramingscijfers”, in het bijzon-
der voor wat de ontvangsten betreft, is er in de laat-
ste jaren in Indië niet grooter op geworden. Dat vol-
gens de thans ingediende begrooting voor 1921 de
gewone dienst sluit met een overschot van
f
3,9 mii-
lioen en de buitengewone dienst met een tekort van
f 51,2
millioen, heeft, dunkt mij, in zooverre betee-
kenis, dat er wel zeer bijzondere gebeurtenissen moe-
ten plaats grijpen, wil de uitkomst per saldo ongun
stiger zijn. Nu is het altijd aangenamer als een raming
meevalt, maar men onderschatte vooral niet het kwaad
dat gesticht wordt, als jaar in jaar uit blijkt, dat
ontvangstramingen te laag zijn geweest. Dan ontstaat
wantrouwen; dan komt het gevoel op: ,,er wordt
geraamd al naar er plannen of bedoelingen zijn” en
vooral in een koloniaal land mag zoo’n stemming
niet komen. Wie de rede van den heer
,Soeroso
leest,
gehouden in de Voorjaarsaitting van den Volksraad,
voelt, dat zoo’n stemming er is.
Alvorens in eene bespreking te t.reden over de
landsinkomsten, wil ik de aandacht vestigen op drie
bijzonderheden, clie bij deze begrooting worden voor-
gesteld. De eerste betreft eene verandering in de
opiumpolitiek. In verband met eene verklaring door
den Nederlaridschen vertegenwoordiger, iamens den
Minister afgelegd in de Raadgevende Opiumcommis-
sie van den Volkenhond, zullen in de komende jaren
geen hoogere bruto-inkomsten uit opium in de jaar-
ljksche begrootingen onder ,,gewonen dienst” worden
opgenomen, dan het helrag
(f
34 millioen), dt in 192
voor die inkomsten werd geraamd. Volgens de
Indi-
sche hcgrootingsstukken werd, evenals voor 1926, ook
voor 1921 als hruto-opiumontvangst
f
34 milhoen ge-
raamd, maar de Minister verhoogde (lezen post tot
.f
36
millioen en kon nu f2 millioen als ontvangst ,,bui-
tengewonen dienst” hoeken.
De tweede bijzonderheid bedoelt de opheffing van
(Ie rekening ,,Dienst der vlootuitbreiding”, die in de
jaren 1916 t.m. 1926 een
telcort
vertoont van f84,2
millioqn.
r[
en
hate van deze rekening is gedurende een reeks
van jaren
f
5,1 millioen van ontvangen belastinggel-
den afgezonderd (in 1925 werd de ontvangst, uit hoof-
de van de vennootschapsbelasting, er mede vermin-
derci). Ten laste van de rekening ,,Dienst der vlootuit-
breiding” kwamen de uitgaven voor de vlootuitbi-ei•
ding. Voorgesteld wordt thans het tekort van
f
34,2
millioen in de betreffende jaren onder de voor- en
nadeelige sloten
gewonen
dienst te verwerken – wat
‘)
i)eze en volgende cijfers op honderd duizenden afge-
rond.
) Ta
dit bedrag is begrepen
f33,2
,niiIIioen muntbiljetten
ii omloop. Thans is
er,
practisc-h gesproken, geen sprtke
meer van
cclie
vlotteucle schuld.
bereids gedaan is in bijlage 8e – en in het vervolg
alle uitgaven voor vlootuitgaven dâr op te nemen.
Te beginnen met 1921 zal dus het geheele bedrag, dat
voor vI ootuitbreidi ng wordt uitgegeven (geraamd),
direct
onder de uitgaven van den gewonen dienst wor-
den gebracht, en van nu af missen we het overzicht,
dat de rekening ,,Dienst der Vlootuitbreiding” gaf
van de gelden, die méér besteed werden dan het he-
dchikbaar gestelde deel der belastingpenningen, (lat
er speciaal voor was aangewezen.
De derde
bijzonderheid
heeft betrekking op het
rentevoordeel, dat verkregen is door de conversie van
een 6 pOt., 6% pOt. en
1
pOt. leening, toen pro resto
groot
f
263.125 millioen, in twee leeningen, genaamd
1926 A en B, rentende 4
1
/i pOt.
Verdeeld over den duur der nieuwe leeningen (34
jaar) heeft deze transactie een netto besparing opge-
leverd vanf 14 millioen. Voor 1927 bedraagt de ren-
tebate
f
4,8 millioen en de minister stelt voor deze
baten ieder jaar ten goede van dcii gewonen dienst
ie doen komen.
Gaan we thans over tot de voor 1927 geraamde
landsinkomsten, dan zien we het volgende overzicht
(in millioenen):
Belastingen
………….
f 291,2
Overschot:
Monopolies
53,8
Producten
1)
– –
,,
51,1
Bedrijven
…..,,
41,5
Allerlei
………………
,
15,0
Totaal – . – –
f
452,6
De inkomsten uit
producten, bedrijven
en
allerlei
houden verband met Staatsexploitaties en Staatsbe-
moeiirugen, die uit
nronopolies
(zout, pandhuis en
opium) worden zoo goed als geheel opgebracht door
de groote miliioe.nen massa, voor w’at hetreft
opium
in bijzondere mate door (Ie kleine lieden, Ohineezen,
terwijl de post
belastingen
van de geheele bevolking
van Nederlandsch-Indië met inbegrip van de Naam-
1 ooze Vennootschappen wordt verkregen. Het volgend
overziehtje, waam-in ik de belangrijkste heffingen zal
opnemen, die 5f voor een zeer groot deel 5f geheel
door de g.roote massa der Inlandsche bevolking wor-den opgebracht, geeft ons een inzicht in de belasting-
politiek, die in de jaren 1921125 in Tndië ten opzichte
van de bevolking is gevoerd.
(iii millioenen guldens)
–
Geschatte bedra-
gen in
1927
dor
de Inlandsche Paming
bevolking op
19192)
1925
1927
te brengec
Invoerrechten
…..
32.8
74.6
74.9
55.-
Uit,voerreehten
….
4.4
12.7
15.2
13.2
Accijnzen
………
13.3
27.9 27.4
232
Slachtbelasting
. . .
3.5 6.2
6.1
4.5
Hooi
cigeld
……..
9.4
11.3
– –
Landelijke
inkom-
steii
cii
andere
grondlasteii
….
23.5
34.2
35.—
33.-
1
,ikonistenbeliisti
i
ig
(van
i’rilan(lcrs)
1)
iversen
(pers.
bel.
Statistiek recht,
Zegelbel. etc.)
3-
86.9
166.9
158.6
148.9
Boven staande cijfers dernonstreeren duidelijker clan
onder woorden is te brengen de uitwerking van de ta-
riefsverhoogingen en de invoering van nieuwe belas-
tingen in de jaren 1921.125. Immers invoerrechten en
accijnzen van belangrijke massa-artikelen ondergingen
verhoogingen van 66% pOt., 100 pOt., 200 pOt., de
slachthelasting werd verdubbeld, de landrente in uit-
gestrekte gebieden belangrijk verhoogd, een 1Lnlandscli.
Verpon ding (grondhelasting) werd ingevoerd, evenals
2)
Gouveriiemen ts Landbouw- en Mijnbouw ondernemin-
gen.
2)
Omdat
1920,
en ten dccle
ook 1921,
sterk .onder den
invloed stonden van een hoogst abnormalen invoer van
producten, waardoor uiterna cd het i nvoerreeht abnorma al
beïnvloed werd, ii
nut
ik
1919 als
vergelijkingsobject.
8 December 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1075
(in 1925) deheffing vn
V
een uitvoeneeht op bevel-
kingsrubber.
Voegt men hierbij cle verhooging in 1922 met 30 op-
centen op cle inkomstenbelasting voorzoover de aan-
slag minstens
f
11,40 bedraagt, het steviger aan-
draaieir van de belastingschroef bij het toepassen van
cle belastingwetten – insiders weten hierover mee te
praten – en bedenkt men dan, dat ook allerlei locale
heffingen een enorme stijging oodergingen, terwijl de
bonen en voor Java de inkomsten uit landbouw in
dezelfde periode een sterke daling ondergirigen, dan
begrijpt men ook ,,le en u
de eoer” door den Regent
van Batavia, het Voiksraadslid den heer Djajadiniog-
rat in de Voorjaarszitting 1924 van tien Volks.raad ge-
uit, naar aanleidii:ig van ccii onderzoek door hem in hot Bantamsehe ingesteld betreffende den belasting-
druk op de bevolking (zie Handelingen 2e Kamer
1924125, pag. 1215, waar Mr. Oud een deel van de rede van den heer Djajadningrat citeert).
In cle laatste kolom van het overzichtje heb ik opge-
nomen wat, naar matige schating, de groei) ,,Iiiland-
sche 1)evolk.ing’
2
volgens cle rammgseijfers in 1927 zal
opbrengen van het ‘oor dat jaar uit hoofde van ,,be-
lastingen” in totaal geraamde bedrag groot
f
291
1
1
millioen.. Het i.s :rum 51 Ot., ondanks het feit, dat;
iie Regeering hij beg.rootmgspost voorstelt, let
hoofd
–
geld
als belasting yoor Java af te schaffen, waarmede
.f
12 niiilioen gemoeid is.
Ook zal de werking van cle Icilandsche Verponci ing,
die ‘zooveel kwaad bloed gezet heeft, verzacht worden, waa ‘voor op deze begrootng op een mindere ontvangst
van
f
62.000 is gerekend. Zijn alle wijzigingen in de
1 niandsche Vorpon(i ing tot stand gekomen, clan zullen
(leze
volgens de hegrootngstoehchttng
,,01)
den duur
nidt tner dan f200.000 aan ‘s lands schatkist kosten.” Aan Iniancische zijde is in don Volksraacl zeer sterk
aanged longen
0
hot tot stand brengen van
alle 1)00-
digo wijz.i gingen .i n 1926, zoodat dan voor 1921de post
..ïtila n(1sche Ve.rponding” (opgenomen onder ,,Lande-
lijke i nkonistenen andere groncirenten”) met
.f
262.000
verini iilei’ti zal worden.
rI
en
1)01) oeve va ii cle Ei ropeesch e Verpo id .i ng word t
voorgesteld cle 10 npceiiten to laten vervallen, wat in
1921 voor ‘s lands schatkist een mindere opbrengst
van
f
121.000 betcokent.
Mernoi’eeren we, thans nog, dat voorgesteld wordt
liet i nvoei’reeht vaii ,,garens, niet van zijde” te verla-gen van 10 pOt.
01)
5 pOt., wat een mindere opbrengst
van f 200.000 meebrengt, dan is de belastingverlaging
opgesomd waarviiii cie greep ,,Inlanclscho hevolicing”
rai prof.iteeren. U.ier tegenover staat, dat het invoer-
recht op sigarettenpapier van 54 cent per rol (han-
delswaarde
f 4.50)
gebracht zal worden
0
1) f
23,50.
De
Oouve.rneur-Ocneraal heeft van zijn recht gebruik ge-
maakt deze verhoogi ng reeds in werking te doen tre-
tien.
Ui toraarcl wordt het bedrag van f 4 millioen, dat
VCfl
(leze ve.rhoogtng meer in ‘s lands schatkist ver-
wacht wordt, in hoofdzaak opebnacht dooi de Inland-
scho i3cvolking, die in het vervolg voor een. pakje si-
gaiettenpapi.er (100 velletjes) .i ii plaats van 234 cent,
734 cent zal hebben te betalen.
*
Voo,r de Enropeesche l)evo]kirig van Indië en de
boter gesituee:rde Ohineezen – ik noem cle belangrijk-
ste groepen – is de progressieve ,,inkomstenhelas-
ting”, voor cie Naamloozo Vennootschappen is de
,,vennootschapsbel asti ng” het meest van belang.
Ik wees er hierv6ôr reeds op, dat sinds 1922 de in-
konistenbelasting met 30 opcenten is verhoogd. Eene
vergelijking van druk op physieke personen in Indiö
en in Nederland (provincie Z.-H.) is iii onderstaand
overziehtje aangestipt: .
inkomen
Aanslag
Aanslag Indië
Nederland
f 3.000
[
92,04
f
99,86
6.000
248,04
273,41
10.000
,,
528,84
543,16
f
20.000
f ‘1.438,84
f
1.404,16
50.000
,, 5.468,84
,, 5.886,16
100.000
,, 15.815,80
,, 17.705,16
. Houdt men nu verder rekening met het feit, dat de
gemeentehelastingen in Indië buitengewoon laag zijn
en dat er geen vermogensbelasting w’ordt geheven, dan
blijkt duidelijk dat, ook mèt de opcenten, de physieke
personeti in Indië niet te zwaar belast worden.
t
in haar 4e ral)port stelt de beiastingherzienings-
commissie in Indië hij een belastingdruk van 10 pOt.,
waarin dan – niet liiag geschat – alle directe en in-
directe belastingen verdiseonteerd zijn, het jaarlijksch
iiiicomen van Eûropeanen en vreemde Oosterlingen op
f
8000
ii
f 9000. Volgens het bekende rapoit Mefer
R.anneft—Huender, waarmede cle commissie op dat
punt accoord gaat, is hij
ccci
zelfde belastingdruk het
gemiddeld gezinsinkomen (vijf
iersonen)
vooi’ de be-
volking op Java te stollen
0])
f
200
ii f
225 per jaar.
Ooic al houdt men rekening met het verehil in levens-
peil, schrijft do commissie, dok toe]) beteekent een jaarlijksch inkomen voor Eurnpeannn en Vrenmcle
Oosterlingen van f 8000 á
f
9000 een aanmerkelijk
hooger levenspeil clan een jaarlijksch inkomen van
f 225 voor cie inheemschen. Toch is er, ook naar liet
oordeel van cle herzieni ngscommissie, wei reden voor
een ve.rniinde.iing van belastingdruk voor physieke
personen.
Te ve’gen, dat alle opeenten zuilen w’orclen afge-
ehaft en hèt oude tarief, zoriciei meer, wordt her
steld, legt :i ntussche:n aan voorsta:oclers vnn ‘zoo’n ho-
lastioi’pol i tiek de plicht op, aan te geven ôp welkë
wijze het gat, dat iii ‘s lands financiën ‘ordt gesla-
gen, weer zal wotden gestopt. Durven zij te adlviseore.n,
dat het tekort maan weer gevonden moetworden door
pieuw’on druk op de Inlancisciie bevolking? Of willeiï
zij tariefsserhooging voor cle Veiuiootsehajisheiasti lig? JI ct geld moet ergens vandaan komek en met kortzieh-
tig kijken, alleen maar naar cie hussojroii 1924 en
1.925 (belastingjaar 1925 en 1.026) of door slechts te
verwi.jzei naar nog boteren aanslag van de j.iilanclsc:hC
bevolking iii cle i nikomstenbelast.iiig zie handeliii-
gen Vodrjaai’szittii:ig Voiksraadl komt men er iiet.
De Belast.i og-]ierzicni ngscommissie in indië, onder
leicli ng van haren cmi nienten
Tobr’zi
tien en Sec:reta:
is, zal (lat alles waarschijiiii,jk overwogen hebben;
ih
ieder geval heeft zij i ri haar reeds gnoemd 4e rap port
een miciclenweg gekozen en. cie opeeutën gedeeltelijk
verwerkt in een nieuw tarif.
01)
pag. 46 schrijft zij:
De commissie is om (leze redenen van Öordcel, (lat
boven de voriiiinderi
ng
niet ccii bepaald gedeelte van (ie
opeenten in haar geheel, cciie afschaffing van de opcen-
ten, gepaard. aan eene herzien ing van liet tarief der
inkonistetubelisting, dc voorkeur verdient, waardoor liet
mogelijk wordt 1e drukvermiiidening daar aair te bren-
gen, waar zij liet meest tioodig is en cle opklimining der
belasting meer geleidelijk te doen plaats hebben In over-
eenstenoning hiermede zijn door haar een tweetal tarie-
ven
A.
en 13. onbworpen, welke als bijlagen bij dit ver-
slag zijn gevoegd.”
Tarief A kost ‘s lands schatkist
f
3 Millioen; Tarief
13.
f
2 mill:ioen, Indien het belastingvrije miniüium
van
f
1.20 verhoogd vordlt tot f 180, cli.n komt H:i.t
‘s lands schatkist te staal) op
f
1.960000 extra.
I)e commissie geeft de voarkeur aan Tarief A, als
de middelen er voor gevonden kunnen vorden.
De Regeening heeft het advies van de Oommissie
niet
gevölgcl, en hij begrootingspost eenvoudig voor-
gesteld cie ojcenten voor de inlcomstenbelasting met
6 te verminderen wat aan ‘s lands schatkist f2 mii-
lioen zal kosten.
Eenzelfde bedrag wordt gevoteerd vooive.rlagiïig
van de Vennootschapsbelasting met 5 opeenten en ook
hier handelde de Regeering in afw’ijldng van liet in-
zicht der Commissie, die geen verlaging voor de Ven-
nootschappen noodig oordeelde (zie dd openingsrede
van oud-G. G. Mr. Fock in de Voorjaarszitting 1926
van den Volksraad).
Deze voorgestelde verlagingen,
wnarmeçle
in totaal
f
4 millioen gemoeid is, hebben den zeer bitteren
1076
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
8 December 1926
bijsmaak, dat ze schijnbaar rechtstreeks verband hou-
den met de besproken tariefsverhooging voor het
massa-artikel sigarettenpapier, waarmede de Regee-
ring
f
4 millioen voor ‘s lands schatkist hoopt te ont-
vangen. Hoe anders te verklaren deze passage (pag.
46) van het 4e rapport van de Belasting-herzienings-
commissie:
,,Zou in ‘verband met cle aanstaande herziening van
het tarief der invoerrechten er naar hare meening geen’
bezvaar tegen bestaan om naar gelang van de voor
belastingverlaging beschikbare middelen, de opcenten i)
te verlagen,” ……….
Door welke motieven de Bel asting-herzi eningscom
missie zich heeft laten leidën om geen opeenten-ver-
mindering voor te stellen voor de Vennootschapsbe
lasting, is mij niet bekend. De aanslag in cleze.balas-
ting, betrekking hebbend op het belasti’ngjaar 1925,
correspondeerend op het winstjaar 1924, beliep voor
alle vennootschappen in Nederlandsch-Ind ië ongeveer
f
55 millioen, cl.i. slechts 4 millioen gulden boven cle
raming. Aan de hand van de cijfers van den Oncierne-
mers.raad, gegeven bij zijn adres van 7 September 1025,
waarin de Raad w’ederom om belastingverlaging ver-
zoekt – schrapping der opcenten – zou deze op
brengst ,,verre het bedrag vnn
f
6234 millioen hebben
moeten overschrijden.” ) Geeft men er zich rekenschap
van, dat 1924 voor onze cultures in Indië een bui
7
tengewoon gunstig jaar is geweest, dan is het dui
1
delijk dat, berekend over een
normaal
wil3stjaar, het
getelde opbrengstbedrag van
f
51 millioen niet ge
haald zal worden, en in een laag-conjunctuurtijd zal
dat zeker niet het geval zijn. Maar ,,tekorten” in de
opbrengst bij laag-conjunctuur, worden genivelleerci
door ,,overschotten” bij hoog-conjunctuur en
daarop
is ook het tarief ingesteld. .
Zeer uitdrukkelijk hebben è:n de
commissie-More$cç
èn later de commissie-Bruin.s èn daarna de Indisch
en de Neclerlandsche Regeering het tarief gekoppeld
aan een opbrengst van ongeveer
f
51 millioen. Tijf
dens de behandeling van het wetsontwerp voor de
Vennootschapsbelasting in de Tweede Kamer betoog
de Minister de Graaff nog, dat het voorgestelde tarie’
met opcenten ten minste évenveel zou opbrengen a1
het totaal der heffingen, die voor de nieuwe belas!
ting plaats maakten. Ook hier dus weer het verband
met de vervallen he’ffin gen. Trouwens, ook do Onder-
nemersraad erkent dit in zijn ]aatste adres volmon
dig. Na den gang van zaken nog eens te hebben op-
gesomd,
schrijft
de Raad: . .
,,Nu
echter, ondanks deze (onze) bezwaren, waarvan
de gegrond’heid moeilijk •gelooehend kan worden, aan het
uitgangspunt, dat de nieuwe ibelasting minstens
f51
millioen zou moeten opbrengen, is vastgehouden, achten
wij het voorshands nutteloos hierop terug te komen.”
De door Minister de-Graaff bedoelde heffingen wa
ren – zie de begrootingsstukken – Inkomsteubelas±
ting:
f
31 millioen, vervallen productenbelastingen’:
f
7.1 millioen, en aardoliebelasting:
f
13 millioen, dus
totaal
f
51,1 millioen,
‘zijnde
het bedrag, dat de Re-
geering als opbrengst raamdè voor 1925 en 1926. Hoe:
wel de Indische regeering den Minister destijds advi
seerde, dat een heffing van 12 pOt. met 20 opcenten
nbodzakeljk zou zijn om in een normaal winstjaar on
geveer
f 51
millioen binnen te
krijgen,
werd voorge-
seld en in de Staten-Generaal aangenomen een tarief
van 10 pOt. met 25 opcenten, waarop nu, volgens het
begrootingsvoorstel, wederom 5 opcenten geschrapt zullen worden, terwijl de raming voor 1927 is terüg
gebracht op
f
49 millioen.
Staart men zich blind op het hausse-jaar 1924, dat
f
4 millioen boven de raming opbracht en op het ge-
weldige hausse-jaar 1925 (belastingjaar 1926), dat
zeker wel een
f
12 millioen boven de rhming op zal
brengen? Reed’s het helastiugjaar 1921 zaL gezien”d’
zeer matige suikerwinsten in 1926 en dengeweldigQn
1)
De commissie spreekt hier over de inkomstenbelasting.
) In zijn adres schrijft de Raad, dat cle totale belast-
bare winst zeker verre
ctc
f 500
millioen zal overschrijden.
val van den rubberprijs, geheel andere uitkomsten op-
leveren; en……er komen nog meer jaren n. 1927.
Wie weet, of indië misschien niet reeds over enkele
jaren een laag-conjunctuurtijd heeft te doorstaan, en
wat moet er gebeuren, als de tinprijs inzakt of wel
de productie ernstig vermindert, zoodat winsten van
ruim f.44 millioen in 1925, f35 millioen (raming
1926) en
f
26 millioen (raming 1927 op basis van
f
140 per picol) achterwege blijven?
Toch gaat het in dezen op het oogenblik, naar mijne
opvatting, minder om de
f
2 millioen, die er voor
‘s lands schatkist mede gemoeid zijn – en die voor
aandeelhouders gemiddeld
1
1
20
pOt.
1)
dividend voor-
deel beteekenen, wat niemand hunner individueel veel
zal interesseeren – als wel om het feit zelf.
Het is mijn meening, dat thans minder dan ooit
tariefsverlaging voor de Vennootschappen mag plaats
hebben, nu de belastingdruk op de Inlandsche Bevol-
king met haar geringe draagkracht, in de periode
1921f25 is verhoogd op eene wijze, dat teruggave vn
f
S millioen (hoofdgeld
f
12 millioen min tariefsver-hooging op sigarettenpapier
f
4 millioen) daarbij in
het niet zinkt.
Men voere voor Indië een financieel beleid, dat
berust op degelijker grondslag dan spreekt uit dozen
zin: ,,In verband met den stand der begrooting ackf
de Regeering het mogelijk het aantal opcenten der
Vennootschapsbelasting met 5 te verminderen” (pag.
74 st. 8).
Een goed gefundeerd beleid brengt mede, dat inzake
de inkomstenbelasting het advies van de Belasting-herzieningscommissie gevolgd wordt, in plaats van
luk raak 6 opcenten te schrappen.
Een goed gefundeerd beleid brengt mede, dat de
opcenten van het tarief voor de Vennootschapsbe-
lasting blijvend verwerkt worden in een tarief van
1234 pOt., nu met de gegevens van 1925 voor oogen
onomstootelijk blijkt, dat voor een
normaal
winstjaar
een tarief van 10 pOt. met 25 opcenten stellig noodig
zal zijn, om het gestelde bedrag van f’51 millioen op
te brengen, en dit tarief’ allerminst te hoog is, in ver-
band met de rentabiliteitsmogelijkheden in Indië,
waarvan beleggend Europa en Amerika ten volle
overtuigd zijn.
Een goed gefundeerd beleid brengt mede, dat er
alleen op grond van zeer ernstige overwegingen, in-
en uitvoer- en accijnstarieven worden ontworpen, waarvan de consequenties van te voren behoorlijk
moeten worden overzien.
Geen uitvoertarieven vodr opkomende bevolkings-
cultures (rubber), die de opkomst van zoo’n cultuur
alleen dan niet belemmeren, als de wereldmarkt toe-vallig goede prijzen noteert; geen rigoureuze accijns
op gemaksartikelen (lucifers), waarvan het resultaat
is, dat de Inlancier zich het gebruik van zoo’n gemaks-artikel zooveel mogelijk moet ontzeggen (zooals blijkt
uit den geweldigen terugval van het lucifersvorbruik)
wat hem outstemt en den handel belemmert. Is men
met zoo’n financieel bel.id eenmaal op het verkeerde.
pad, dan is de neiging groot; nieuwe verkeerdheden
dooi- te zetten. In dit verband wees ik reeds. op het
ongekend hoog opgevoerde invoerrecht voor sigaren-
aanstekers en vuursteent,jes, op het zoo hoog opge-
voerde invoertarief op sigaretten, waardoor natuurlijk
een grootscheepsche sigarettenindustrie in Indië zelf
ontstond, wat heelemaal niet in de bedoeling heeft
gelegen, met ‘als gevolg een abnormaal hoog invoer-
recht op sigarettenpapier. .
Met belangstelling mogen we dit jaar de redevoe-
ringen in onze Volksvertegenwoordiging tegemoet zien
over de financieele politiek, die’ voor Indië gevolgd
wordt. Tenzij, der gewoonte getrouw, deze voor de
materieele en geestelijke ontwikkeling van de 50 mii-
lioen bevolking van Indië zoo
belangrijke
aangelegen-
heid, bij wijze van spreken wëderom in een Woens-
dagachternamiddag wordt afgehandeld.
VLEMING.
1)
Op basis van eeti geschatte totaalwinst van
f400
rnillioen en een gemiddeld .dividend van 10 pCt.
8 December 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1077
BESCHERMING DER SUIKERINDUSTRIE.
Over het bovengenoemde onderwerp verscheen in
het nummer van 24 November 1026 een artikel van
Dr. 0-. Minderhouci, waarin deze zich uitspreekt tegen
de actie van den Bond van Coöperatieve Suikerfabrie-
ken, waarbij aan de regeering om steun voor de sui-
kerindustrie wordt verzocht.
Het zij mij vergund naar aanleiding van dat artikel
cenige opmerkingen te maken, omdat het mij voor-
komt, dat de bestrijding van Ir. Minde.rhoud niet in
alle op7chten juist is.
Dr. iii nderhoud acht het optreden van den Bond
praematuur,
hoofdzakelijk om de volgende redenen:
le.
cie algemeene toestand van het landbouwbedrijf
is ongunstig. Indien de suikerbietenverbouwers steun
van de regeering zullen krijgen, zullen ook andere
on derdeelen van het land bouwbedrijf en tevens andere
takken van industrie om steun
bij
de regeering aan-
kloppen;
2e.
de productielcosten’berekening,
welke d oo:r den
Bond van Coöperatieve Suikerfabrieken werd ge-
maakt, is gebaseerd op omstandigheden in het Zuiden
des lands, waar de bictenteelt te eenzijdig wordt toe-
gepast. Het gevo]g daarvan is, dat de hijproducten, bietenkoppen en bladeren, onvoldoende tot waarde
kunnen worden gebracht. Daarom zou deze productie-
kostenberekening niet als juiste maatstaf kunnen
dienen voor het geheele land en mag daaruit niet
worden geconclude-rd, dat de biete:ncultuur algemeen
niet meer rendabel is;
3e.
de suikerpr’ijs is
inmiddels gestegen, waardoor
de beweging haar actualiteit verliest.
Omtrent het bovenstaande zou ik het volgende wil-
le.,i opmerken
De opvatting, dat indien de sui’ker’bietenverbouwers
steun van de regeering zouden ontvangen, ook andere
takken van het landbouwbedrijf met evenveel recht
daarop aanspraak kunnen maken, lijkt mij niet geheel
juist. Om dit te motiveeren moet ik terugkomen
OP
(le beweegredenen, welke v66r regeeringssteun wor-den aangevoerd en stel daarbij op den voorgrond:
dat de bietencultuur is een intensieve cultuur, clie
den ]andbouwer in staat stelt aan zeer veel arbeiders
een goed loon te verschaffen;
dat bietencuituur de grondstof levert aan een zeer
belangrijke industrie;
(lat voor het vervoer der heetwortelen en de daar-
uit verkregen producten zeer groote bedragen aan de
1) innen vaart, t cern- en spoorwegen worden uitbetaald.
ik weet geen ander landbouw’product, dat in een
dergelijke mate bijdraagt tot dc algemeene welvaart
van ons land.
Dr.1inderhoucl wijst erop, dat niet alleen de
suiker in prijs gedrukt wordt door maatregelen van
vreemde regeeringen. Deze opmerking is volkomen
juist. Als wij bedenken, welke maatregelen Engeland
genomen heeft tegen onzen vleeschinvoer, dan is liet
begrijpelijk, dat cle vleeschproducenten in Nederland
hij het lezen van de vele artikelen over suikerhescher-
ming meenen ook aanspraak
OP
steun van cle regee-
ring te mogen maken.
Maar of zij dit met evenveel recht zullen kunnen
doen, betwijfel ik. In de eerste plaats omdat, voor
zoover mij bekend is, geen enkel ander product van
den Nederlandschen Landbouw bedreigd wordt door
een zoo
universeele
bescherming als suiker in de
overige productiel and en der geheele wereld geniet.
In de tweede plaats meen ik, dat te veel vergeten
wordt, dat het hier meer gaat om het behoud van een
industrie, dan om bescherming van een bepaald onder-
deel van het landbouwbedrijf. In deze’ndustrie zijn
enorme kapitalen vastgelegd, die vernietigd zouden
w’orden bij inkrimping of verdwijning der bieten-
cultuur. Als de bestaande fabrieken door gebrek aan
grondstof op den duur hun bedrijf moeten staken,
zou daarmee een belangrijke bron van welvaart voor
ons land verdwijnen.
Dat de belanghebbenden bij deze industrie zich tot
de rcgcering hebben gôwend om steun is ook uit his-
torisch oogpunt te verdedigen. De suilderindustie
heeft in Nederland haar opkomst te danken aan be-
scherming, die tot 1897 genoten werd in den vorm van de zg. accijnsvrje overponden. Hiermee waren
groote bedragen gemoeid, maar de wet van 29 Januari
1897, Staatsbiad No. 63, maakte daaraan een einde.
,,Tot afschaffing van de premie durfde men –
waar andere landen de uitgevoerde suiker bleven
premiëere.n – nog niet overgaan, maar in tegenstel-
li.ng met de tot nu toe genotene, waarvan het bedrag
verborgen bleef, werd bij art. 67 een
open
premie
toegekend”, aldus van Bosveld Heinsius in zijn werk
,,De suikerwet”.
Deze productiepremie verminderde geleidelijk tot
het jaar 1905/06 en bleef daarna stationnair
(f
1,30
per 100 KG. voor elke beetwortelsuikerfabriek).
Onafhankelijk van de prijzen van andere landbouw-
producten, onafhankelijk van den toestand van andere
industrieön, oordeelde men het nuttig en noodig de
suikerindustrie te beschermen tegen de maatregelen,
welke in het buitenland algemeen werden genomen
m de inheemsche industrie te steunen. Dezelfde omstandigheden zijn thans, na de onder-
breking, die de Brusselsche Conventie medebracht,
iveer teruggekeerd. De Bond van Coöperatieve fabrie-
ken vraagt daarom thans eveneens de maatregelen te
nemen, die toenmaals noodig bleken voor het behoud
der sui kerindustrie.
* *
*
Het lijkt mij niet gewenscht op deze plaats de pro-
cluctiekosten te bespreken, en het verschil tusschen
de verhoudingen in het Noorden en Zuiden des lands
te behandelen. Slechts enkele opmerkingen zou ik
willen maken.
De heer Addens berekent volgens Dr. Minderhoud
de productiekosten per 1000 EG. bieten op f13,50.
IIi.j gaat daarbij uit van een opbrengst per IIA. van
35.000 KG. bieten. Volgens de statistische gegevens
bedraagt de gemiddelde opbrengst over de jaren 1920
tot en met 1025 in Groningen slechts 27.800 .KG.
De productiekosten zijn dus, uitgaande van het cijfer
“en den heer Addens,
X
f
13,50
= f 17.
27,8
,De heer Minderhoud beweert, dat de ervaring ge-
leerd heeft, dat de bietenprijs per 100 KG. in den
regel net veel afwijkt van den suikerp.rijs te Amster-
dam per 1000 KG. Dr. Minderhoud moet hier ver-
keerd zijn ingelicht, daar deze opvatting beslist in
strijd is met de waarheid.
Bij een bepaalden suikerprjs kan dat vel het geval
zijn, maar daarom is het nog niet altijd juist. Stel, dat bij een suikerprijs van
f
25 voor een bepaalde
fabriek een hieteuprijs van
f
25 mogelijk zou zijn, en
dat 138 KG. suiker pe:r 1000 KG. bieten verkregen
wordt. Daalt de suikerprijs met
f
5, dan is de op-
brengst 1,38 X
f
5 = f 6,90 per 1000 KG. lager en
zou dus de bietenprijs
f
1.8,10 bedragen, tegenover
een suikerprijs van
f
20.
Dat een landbouwbedrijf een organisch geheel is,
wil ik niet ontkennen. De aard der organisatie kan
en moet soms uiteenloopend zijn, in verband met het verschil in de omstandigheden.
In het Noorden ontwikkelde zich de bietencultuur
naast het zuivel- en veehoudersbedrijf, in het Zui-
dien is de ontwikkeling gepaard gegaan met geringe-
ren omvang van die bedrijven. Toch wil dit nog niet
zeggen, dat deze cultuur in het Zuiden minder ren-
dabel is. De omstandigheden brengen mee, dat de opbrengst daar hooger is dan in het Noorden, het-
geen een reden kan zijn, dat, al zou de Organisatie
van het bedrijf een geringere henutt.ing der bijpro-
ducten veroorzaken, de bietencultuur toch een belang-
rijke plaats in de vruchtwisseling verdient. Daarom
lijkt het mij onjuist om te spreken van een eenzijdige ontwildldeli ng van den bietenverhouw in het Zuiden
des lands.
1078
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
8 December 1926
Dat dehietenultuur zich zoo enorm zou hebben
uitgebreid is trouwens niet juist.
De statistische cijfers duiden aan, dt in 1926 on-
geveer eenzelfde oppervlaicte met bieten weid be-
teelci, als gemiddeld gedurende de jaren 1911 tot e.n
met
1915
het geval was.
i) produetiekosten van suikerbieten zijn sinds den
oorlog zeer gestegen door de hoogere arbeidsloonen.
De indexijfers der iandhouwproducten over Octo-
ber geven het volgende te zien
Index Akkerhouwproducten ……
128
Index suiker ………………..101
Index productiekosten ………..
159
Index arheidsioonen …………
204
hieruit blijkt, dat de algemeene toestand voor het
landbouwbedrijf ongunstig is: de index der produc-
tiekosten overfreft in sterke mate dien van de akker-
bouwproducten. In bijzondere mate is dit echter voor
de suikerproductie het geval. Want de index der sui-
ker is aanmerkelijk
lager
dan het gemiddelde, terwijl
de index der produetekosten voor suikerbieten, aan-
merkelijk het gemiddelde zal bvertreffen, in verband
met cle groote aanwending van arbeid, die dit gewas
vereicht er. den grooten index, velkc voor ârheids-
bonen geldt. –
* *
*
Tamiddels zal het i.iadexcijfer voor suiker in No-
vember aanmerkelijk hooger zijn doo:r. de sterke stij
–
ging, die cle prijs heeft ondergaan. Daardoor zou cle
actie van den Bond, volgens Dr. Minderhoud, hani
actualiteit verioreh hebben. Ook met deze opvatting
beu
ik- het niet geheel eens.
Tat
toch is het geval. Evenals vii6r de Brusselsche
Conventie wordt de productie ii] het buitei:,iancl thans
weer door allerlei maatregelen beschermd. Evcal
S
toen, is ook thans weer overproductie daarvan het
gevolg.
Deze overprod ucti.e behoeft niet buiten gewoon groot
te zijn om reeds een zwaren drnk
0])
clei prijs uit te
ocfcneii. Ir. IT. C. Prinsen. Geerligs toonde dit on-
langs aan in een artikel in cle ,,Tnclische Mcrc:uur”.
l)c algemeene protectie in het buitenland moet
00
zaak zij
1,
dat in onbeschermde landen geprodu-
cee.ril w’ordt beneden lcostprijs, indien ovc.r:igens cle
omstandigheden gelijk zijn. Wij zien n ci het
verschijn-
scl, dat iliettegenstaancie cle groote producenten in
E ci
ropa en ook Ouha reeds bescherming gen.i eten, in
(lie landen, toch aangedrongen wordt op maatregelen,
hetzij om meerdere bescherming, hetzij om te bevor-
(leen, dat weer een internationale regeling tot stand
komt.
Dit wijst erop, dat ook elders de rentabiliteitsgrens
dër suikcrprocluctie bereikt is.
In Ouba kwam het inderdaad tot een ingrijpen van
overheidswege en werd ‘voor den oogst 1926 een res-
tri cti o voorgeschreven. Bovendien viel de J’ava-oogst
tegen, zoodat Ouba en Europa een deel der productie
konden afzetten naar het verre Oosten.
In een artikel in de Telegraaf van 9 November jl.
zegt Dr. H. 0. Prinsen Geerligs hieromtrent:
,,Het gevolg vas, dat Cuba zijn suiker tegen een niet
,,al
te slechten prijs, die evenwel dan, pianter verlies
,,bracht, kon. verkoopen en dat de zichtbare voorraad
op
,,den
31
Augustus
1926
‘niet al te overstelpend was.”
Sinds 9 November jl. is het voornemen van den
president van Cuba bekend geworden om den komen-
den oogst te beperken op
4.500.000
ton of
500.000
ton
lager dan de raming. Deze beperking heeft op de
markt een enormen invloed uitgeoefend, geheel vol-
gens het inzicht van Dr. Prinsen Geerligs, dat be-
trekkelijk kleine wisselingen in de productie, van
groote beteekenis zijn op de Positie van het artikel. Maar Dr. Prinsen Geerligs is tevens van meening
(zie het aangehaalde artikel in de Telegraaf) dat
,,betrekkelijk kleine middelen, zooals de restrictie van
,,den Cuba-oogst voor één of meer jaren, of de be-
,,perking van den oogsttijd op Cuha tot een zeker aan-
,,tal dagen of zelfs de gevolgen van een orkaan of
,,van een regenperiode geen blijvende verbetering in
,,den algemeenen toestand brengen.”.
Ik -meendn goed te doen de medning van deze auto-
riteit te stellen tegenover de opvatting van Dr. Min-
derhoud, die blijkbaar meent, dat de
mo’meneele
stij-
ging van den suikerprjs aanleiding is, dat. cle act.ie
van den Bond haar actualiteit verloren heeft.
Ik ben er van overtuigd, dat ieder lid van den
Bond, meer dan welke Nederlander ook, wenseht, dat
bescherming van de suikerindustrie achterwege zal
kunnen blijven. Maar dat de toestand dezer industrie
ernstig was, en nog is – ondanks de momentle ver-
betering van de suilcermarkt – moge uit het boven-
staande gebleken zijn.
Men vergete daarbij niet, dat iedere inlcrimp.ing
van de cultuur medebrengt een verhooging van de
proctuctelcosten van de geproduceerde suiker. Iedere
beperlc ing van de verwerkte hoeveelheid suikerbieten
oefent invloed uit op de rentabiliteit ‘van cultuur en
industrie.
i)aarom juist is het een groot gevaar af te wach-
ten, totdat de nood het hoogste is. De gevolgen ‘van
inkrimping der cultuur beneden. normaben omvang
zoti.clen vorgelelcen iu.nnen worden met den voortrol-
londen sneenwbai, clie teti slotte een lawine veroor-
zaakt.
Dat de Bond van Coöperatieve Suikerfabrieken ge-
mec’ncl heeft tijdig te moeten waken voor de ernstige
gevolgen van. den toestand mag haar zeker niet ver-
weten. worden. En dat haar actie praematuur zou
zijn,- mag op grond van het bovenstaande toch zeke:r
worden tegengesproken.
J. M. VAN BoMatEb VAN VLOTEN.
Goes, 1 December 1926.
DE LOONEN DER AMSTERDAMSCHE
GEMEENTE WERKLIEDEN.
Daar er zeker wel hier en daar nog steeds belang-
stelling zal bestaan voor de loonpolitiek van een
onzer grootste werkgeefsters, moge hier, evenals dat
in vorige jaren geschiedde, ee.0 en ander medegedeeld
worden uit het onlangs verschenen verslag omtrent
de bemoeiingen der gemeente Amsterdam in arbeids-
zaken over 1925. Waar, zooals men weet, in de loon-
politiek der hoofdstad slechts weinig pleegt te ver-
anderen -in den ioop der jaren, doet eenerzijds het feit,
dat nu het jaar 1926 al weer ten einde neigt, geen
afbreuk aan de actualiteit dezer gegevens, maar is
er anderzijds, na hetgeen vorige jaren hieromtrent
reeds werd opgemerkt, geen aanleiding voor uitvoeriger
beschouwingen. Het – grootste verschil tussehen de
cijfers over 1924 en die over 1925 wordt veroorzaakt
door het feit dat in het eerste jaar de pensioenpremie
nog niet ten volle van het loon afgehouden was
(slechts over een’ deel van het jaar), in 1925 wel.
Het geheele aantal werklieden bedroeg op 31
December 1925 11.402 (vorig jaar 11.373), van wie
bij de diensten aangesteld 10.485 (vorig jaar 10.328)
en
bij
de Arbeidersreserve 917 (vorig jaar 1045). Het
totaal aantal
volwassen
werklieden bedroeg 10.697,
waarvan
bij
de diensten 9780 waren aangesteld (8434
mannen en 1346 vrouwen) en dus bij de Arbeiders-
reserve 917 (811 mannen en 106 vrouwen). Het aantal
jeugdige werklieden bedroeg 705 (ni. 580 mannelijke
en 125
vrouwelijke).
Het totaal aantal vrouwelijke
werklieden in dienst van de Gemeente (grootendeels
sehoönmaaksters en wasehmeisjes) bedroeg dus 1577,
d.i.
bijna
14 pOt. van het geheele aantal werklieden. Het totaal bedrag, met inbegrip,van den vacantie-
toeslag en gratificatiën
;
dat den werklieden – vol-
wassenen (met inbegrip van de reservisten) en jeugdigen
– na inhouding van de pensioenkorting iii 1925 werd
uitbetaald, bedroeg f 20.151.005. Buiten den vacantie-
toeslag en de gratificatiën werd, alleen aan loon,
betaald f 19.900.762, ruim f 480.000 minder dan ver-
leden jaar. Deze vermindering werd veroorzaakt
doordat 8Y2 pOt. van het loon als’ ‘pensioenpremie
8 December 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1079
ingehouden werd, de volle inhouding die de pensioen-
wet toestaat. 1)it maakte een besparing uit van ruim
f 644.000, waartegenover echter weer eenige meerdere
uitgaven stonden door vermeerdering van het aantal
werklieden en door bevordering naar hoogere klassen.
I)e vacantietoeslag bedroeg f 20 voor volwassenen
en f 10 voor de jeugdige werklieden.
Omtrent het weekinkomeri worden de volgende
cijfers gegeven.
Onder weekinkomen wordt verstaan al hetgeen
werkelijk ontvangen is; bij het eigenlijke verdiende
arbeidsloon (met inbegrip van oververdiensten) zijn
dus gevoegd het eventueel genoten ziekengeld en het
bij verlof en vacantie doorbetaalde loon – echter
niet de vacantietoeslag en de gratificatiën – terwijl in mindering
zijn
gebracht de inhoudingen op het
vaste weekloon voor pensioen en die wegens, toege-
staan verzuim voor eigen rekening, schorsing en boete.
Dit weekinkomen bedroeg gemiddeld voor alle vol-
wassen arbeiders (de nulkiasse, d.i. de werksters bui-
ten beschouwing gelaten) f 37,23 (vorig jaar f 38.06).
Het vaste (officieele) week 1 oon bedroeg gemiddeld
f 38,13. Dat het gemiddelde inkomen f 0,90 hier
beneden bleef, werd veroorzaakt vooral door den aftrek
voor de pensioenpremie.
Per loonklasse bedroeg het gemiddelde weekinkomen
(afgerond in halve guldens):
voor de le loonklasse
f
33,-
(vorig
jaar
f
34,50)
2e
,,
,, 34,50
,,
,,
,, 35,50)
11
3e
36,50
,,
,,
,, 37,50)
4e
37,50
,,
,, 38,50)
11
5e
,,
,, 39,50
,,
40.50)
De hoogste individueele weekinkomeus weiden ver-
diend door werklieden uit de derde en vierde loon-
klasse (straatmakers en vrachtvaarders); 62 werk-
lieden hadden een gemiddeld weekinkomen van f 50
tot f 60, 1843 werklieden een tusschen f 40 en f 50.
De volgende staat geeft een overzicht van het ge-
middelde uurinkomen per klasse en van de verschil-
lende kosten die per gewerkt uur ten laste van de
gemeente komen. Onder uurinkomen wordt verstaan
het per gewerkt uur
werkelijk
verdiende arbeidsloon,
berekend door het werkelijk verdiende loon te deelen
door het aantal gewerkte uren.
Kosten per gewerkt
i
=
.2
E
uur voor
0
0
se
Looiiklasse
‘
0
.,. 0)
–
o
so
0
–
,
f-o
o
>
ct.
ct. ct.
ct. ct. ct. et. ct.
0-Klasse Vr.
1199
48
49,51
1,90
3,68
0,81
3,32
9,71
59,22
0-Klasse M.
33
54
57,79
1,45
0,22 0,68 3,15 5,50
63,29
Klasse
L.
527
71
77.71
3,26 2,86
0,91
5,48
12,51
90,22
816
74
82,62
3,51
2,67
1,14
5,83
13,15
95,77
1713 77
85,72
3,65
2,25
1,04
5,91
12,85
98,57
3581)
803
87,04 3,79
2,10
1.03
6,18
13,10 100,14
1879 84 91,21
3,91
1,77
0,99
6,47
13,14
104,35
Dubb.aanst.
33
–
90,90
3,53
2,87
0,88 6,00
13,28
104,18
Tot. gem.1
9780
1
76
182,87
1
354
1
2,32
1
1,05
1
5,82
1
12,73
1
95,60
Laat men de werklieden (vrouwen) van de nulklasse
buiten beschouwing, dan bedraagt het gemiddelde,
werkelijk verdiende uurinkomen voor de mannelijke
werklieden 86Y2 cent en zijn de totaal kosten per
gewerkt uur 99Y2 cent. Dc gemeente betaalt dus
ongeveer een gulden voor ieder uur arbeid.
Aan de ,,rustende reservisten” d z. de werkloozen
die in de arbeidersreserve zijn ondergebracht, werd
uitbetaald een bedrag van f 82.600 (0,41 pOt. van het
totaal aan de werklieden uitgekeerde bedrag). Deze
reservisten ontvangen een garantieloon van f 22,32,
welk loon echter door het verrichten van allerlei
arbeid en bewakingsdiensten aanzienlijk hooger wordt:
het gemiddeldé weekinkomen der mannelijke reser-
visten bedroeg f 34,50; 73 reservisten verdienden ge-
middeld f 40 tot f 49 per week, slechts 89 minder
dan f 30.
De hier gegeven
cijfers
zijn een samenvatting van
de belangrijkste gegevens van het verslag. Uitvoe-
rige staten, die als gewoonlijk aan het verslag toe-
gevoegd zijn, ‘geven gedetailleerde overzichten van
het aantal arbeiders en van de bonen en inkomens,
bij dé verschillende onderdeelen verdiend, terwijl
verder ook omtrent de ambtenaren talrijke gegevens
verstrekt worden. Mr. J.
BIERENS DE HAAN.
HET EMIGRATIEVRAAGSTUK IN NEDERLAND.
Jaarlijks neemt de ‘bevolking van Nederland met
ruim honderd duizend zielen toe en een zoodanig
groote aanwas is nog zeker gedurende tal van jaren
te verwachten, vôôrdat, mits hij voortgaande vermin-
dering ‘van het gboortecijfer, de jaarlijksche toene-
ming geleidelijk ‘kleiner wordt en ten slotte waar
schijnlijk e evenw’ichtstoestand intreedt tusschen
geboorte- en sterftecijfer.
1)
Inmiddels wordt het vooralsnog elk jaar, moeilijker
om in Nederland een ‘bestaan te vinden. Reeds thans
is een belangrijk aantal personen vrijwel permanent
werkloos.
De vooruitzichten voor do komende jaren geven
geenszins reden tot optimistische verwachtingen, zelfs.
niet
bij
eene
belangrijke
opleving van handel en indus-
trie en niettegenstaande de landaanwinst door droog-
legging der Zuiderzee, waarop naar schatting slechts
een 200.000 menschen, dus een aantal overeenkomend
met een tweejarig accres der bevolking, een bestaan
zal kunnen vinden.
Wel opent, gelukkig, Nederlandsch-Indië nog aan
velen een uitweg, maar het aantal, dat daar loonend
werk kan vinden, is toch ‘beperkt, ook omdat Neder-
‘]andei’s er in het algemeen slechts in leidende betrek-
• kin gen terecht ‘kunnen.
Een deel van onze landgenooten zal daarom, hoe
ongaarne misschien ook, gedwongen zijn om in den
vreemde een bestaan te zoeken.
Naast die emigratie uit noodrzaak zal er bovendien
steeds zijn de emigratie van hen, die gebruik willen
maken van de betere vooruitzichten, welke sommige
immigratielanden bieden, ‘t zij dat de economische
toestanden er beter zijn of dat er overvloedig goede
grond beschikbaar is tegen lage
prijzen,
enz.
Al overtreft dan ook thans het aantal emigranten
uit Nederland het aantal immigranten in Nederland
slechts betrekkelijk weinig – zooabs blijkt uit de sta-
tistiak van vertrek en vestiging – toch lijdt het geen
twijfel, dat emigratie voor ons land van belang is en
in. de komende jaren in toenemende mate van belang
zal zijn.
Te betreuren valt dan ook, dat emigratie voor onze
landgenooten in cle laatste jaren ‘belangrijk moeilijker
is geworden,
2)
doordat in vrij wel alle voor ons in
aanmerking komende immigratielaiiden de economi-
sche toestanden minder gunstig zijn, terwijl het voor
ons beste overzeesehe immig:ratiel and, do Vereenigde
Statei’i van Amerika, de immigi’atie sterk heeft be-
perkt en doordat do veivoerkosten nog steeds diie
maal zoo hoog zijn als vSSr den w’ereldoorlog.
Ook verschillende Europeesche landen bemoeilijken
het hinneniomet:i van vreemde arbeidkrachten.
Er is echter kans – nog geen zekeiheicl – dat het liantal in Nederland geborenen, dat jaarlijks in de
Vereenigde Staten mag binnenkomen, in Juli 1927
met ongeveer 1000 wordt verhoogd. Verder bieden ver-
schill,èodo immigratielanderi .nog zooveel goede kan-
:en, dat een groeiende emigratie uit Nederland en
zelfs in belangrijke mate, ‘zeer wel mogelijk is.
Zal dit echter geschieden, dan moet aan treklusti-
gen het nemen van een besluit om te emigreeren ge-
makkelijk worden gemaakt, zoowel door zakelijke, on-
opgesmukte, ‘betrouwbare inlichtingen over de immi-
gratieianc]en te hunner beschikking te stellen, als
J)
Zie: .,Enkele beliiiigrijke Demografische feiten”
door
ii. W.
Metliorst in Meiisch en Maatschappij, October
1926.
2)
Zie: ,,Emigratie in verband niet het bevolkiugsvraag-
stuk
in
Nederland”
door
Jhr. J. C. C. Satidberg. Haagsch
Maandblad
Juli 1926.
1080
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
8 December 1926
door ze .te beschermen tegen overdreven of valse’he
voorspiegelingen, tegen misleiding.
Hoe staat het nu in dit opzicht hier te lande?
• De oppervlakkige beoordeeiaar zal geneigd zijn hier-
over gunstig te oordeelen, omdat de propaganda voor
emigratie en de werving der emigranten door de Ne-:
derlandsche wetgeving niet in het rninst belemmerd
wordt.
1-let zal hun misschien vreemd in de ooien klin-ken, dat ondergeteekende van meening is, dat juist
die vrijheid aan een toenemen der emigratie ernstig
schaadt.
Wat toch is het gevolg van die vrijheid, die beter
bandeloosheid ‘ware te noemen?
Het gevolg is, dat practisch gesproken, het aan
ieder hier te lande vrij staat om tot emigratie te ver-
leiden, al geschiedt dit onder valsdhe voorspiegelin-
gen, met verkeerde voorstelling, van toestanden en
ondr beloften, die niet nagekomen worden. De treklustige hier te lande is vogelvnij- wild yoor
de wervers, die aan zijn emigratie hopen te verdienen.
Wat er verder van dien emigrant terecht komt, of
hij al of niet slaagt, is voor die wervers van geefle
of van geringe betedkenis.
Het resultaat is, dat een belangrijk deel dier emi-
granten in het vreemde land ernstig wordt teleur
–
t
gesteld, dat sommigen er totaal mislukken, anderen
zeer veel ellende doormaken, die hun bespaard had,
kunnen worden, weer anderen spoedig naar ‘het Va-
derland terugkeeren niet alleen teleurgesteld, maar,
ook armer dan toen zij gingen en dikwijls moreel
geknakt.
Deze teleurgestelden, mislukten, enz. geven uiter-
aard een ongunstig oordeel over het immigratieland
terwijl voor een toenemende emigratie naar een
vreemd ‘land juist gunst’ige ‘hericthten der reeds ge-
emigreerden noodig en de belangrijkste aanspo-
1
ring zijn.
• Waarom bedraagt het aantal aanvragen vobr een,
visum voor de Tereenigde Staten nu reeds een 15.000,.
terwijl er jaarlijks slechts 1648 in Nederland gebo-‘
renen in dat land mogen binnenkomen volgeis de
gans geldende bepalingen, en er bovendien nog dui-
zenden zijn, die geen visum aanvragen, omdat zij,
weten toch in jaren niet aan de beurt te zullen komen?
Omdat de berichten uit dat land, van familieledçp
en kennissen, gunstig luiden, onidt er daar werk is
voor iedereen, die handen aan het lijf heeft en bereid
is aan te pakken.
De drang om naar de Ver. Staten te trekken is
groot en zou nog veel grooter zijn, als er jaarlijks
meer treklustigen ‘werden toegelaten, tei’wijl er’ voor
de Vereenigcle.Staten vrijwel geene propaganda wordt
gemaakt noch wordt geworven.
En het is opmerkelijk, dat bij alle propaganda en
werving voor andere landen, die voor sommige zeer
intensief wordt gevoerd en waaraan groote sommen
worden uitgegeven, niettemin de treklust naar die
landen miniem is.
Dit is uiteraard een gevolg van het feit, dat die.
landen bij lange na- niet de goede kansen bieden,
welke er in de Ver. Staten zijn, maar ook een gevotg.
1
van de bekrompen inzichten van de geldelijk belang-
hebbenden ‘bij emigratie en hun zucht naar onmid-,
dellijk geldelijk voordeel.
1.
Werd de emigratie naar die landen omzichtig ge-
leid, werden door juiste voorlichting degenen terug-
gehouden van emigratie, die er geen ‘kans van slagen,
hebben en gingen er dus in ‘t algemeen slechts trek-
lustigen heen, die er succes ‘behaalden, dan zouden de
gunstige berichten van die geslaagden leiden tot een
wassenden str-oom van emigranten naar dat land,
d.w.z. van emigranten, die er in hun beroep kansen,
hebben, terwijl zij dan aldaar den steun van huiiue
reeds gevestigde familieleden of kennissen zouden
hebben.
In den loop der tijden zouden dan ook dekansen
om in andere beroepen te slagen -er grooter worden,
hetgeen weei tot toeneming der emigratie zoude leiden.
Maar daarvoor is wat geduld noodig en moet men
meer in de toekomst zien, instede van uit te zijn op
onmiddellijk voordeel en dat geduld hebben de belang-
hebbende wervers niet.
Van de agenten en onderagenten dier wervers is
dat te ‘begrijpen, want hunne inkomsten ‘hangen af
van het aantal aangebrachte emigranten, hetgeen één
dor oorzaken is van de misstanden in liet emigratie-
bedrijf.
Dat de groote belanghebbende organisaties echter
geen beter begrip toonen, getuigt van weinig door-
zicht en is ook een gevolg van concurrentie.
Het is daarom echter zaak, dat de Regeering maat-
regelen treft om de emigratie beter te regelen en dat
niet alleen en ook niet in de eerste plaats om daar-
door de emigratie te ‘bevorderen, maar bovenal om de
Nederlanders te ,’besohermen tegen de overdreven en
de zon herhaaldelijk voorkomende valsche voorspie-
getingen der wervers.
Onze ‘beschamend ac’hterlij’ke wetgeving op emigra-
tiogebied,’) die nl. dagteekent van het jaar 1861 en
feitelijk niet anders is dan een wet op den doortocht
en het vervoer van landverhuizers, geeft aan onze
treklustige landgenooten die ‘bescherming niet.
In ons land mag geen margarine als roomhoter wor-
den aangeprezen, doch wel mogen de emigranten-war-
vers hier den treklustigen voorspiegelen, dat het in het
door hen aangeprezen immi-gratieland alles is ,,bo-
tertje tot den boom”,
terwijl
in werkelijkheid de op
het brood voorspiegelde roomboter hoogstens marga-
nine is, als zelfs ook die niet ontbreekt.
Beschamend achterlijk is onze Wetgeving op dit
gbied
bij
die van de meeste andere Europeesche lan-
den, zelfs
bij
die van jonge Staten als Polen, J’oego-
Slavië, e.a.
En niettegenstaande al jaren lang in geschrifte
en ook ,m-ondéling, o.a. eenige keeren in de Tweede
Kaimer, is aangedron’gen op verbetering der wetge-ving, is nog steeds geen paal en perk gesteld aan het
afkèurenswaardig
bedrijf
der wervers, dat vooral daar-
om zoo weerzinwelekend is, omdat hunne slachtoffers
voor het grootste deel behooren tot de weinig entiwik-
kelden en weinig bezittenden.
Deze weted meestal zeer weinig of niets van het
immigratieland, af, soms zelfs niet waar ‘het ligt en zij,
moeten om hun emigratieplan uit- te voeren, meestal veel van wat zij’ nog bezitten, zon niet alles, te gelde
maken om de kosten te ‘bestrijden.
Voor hen is mislukking materieel een ramp, terwijl
de moreele schade zeer ernstig kan zijn.
De toestand, zooals ze nu in Nederland is, maakt,
dat de treklustigen ,,kopsc’huw” worden. De tegen-strijdige inlichtingen, de nu en dan in de pers voor-
komende en van familie of kennissen ontvangen en-
gunstige berichten, de terugkeer van mislukten, de
waarschuwingen tegen gevaarlijke wervers, die nu wel
moeten worden verspreid om het- gevaar ten minste
eenigszins te ‘keeren, zijn oorzaak, dat de treklustigen
niet meer ‘weten waaraan zic’h te houden en dat de
emigratie ernstig wordt geschaad.
Dat ingrijpen noodig is, werd ook vastgesteld in
lie bijeenkomsten ‘van de emigratiecom’mi-ssie van het
internationaal Ai’beidsbureau in de maand Augustus
1921 te Genève gehouden, waarin nu-der meer de na-
volgende resoluties werden aangenomen:
,,(10). Het is wenedheljk, da-t elk ‘lid (‘van het interna-
tionaal arbeidsbureau, S.) zieh verbindt een staatstoezicht
in ‘het leven te roepen op -cle ondernemers en agenten,
clie izieh ‘bezig houden met het vervoer ter zee en te land
i) Zie: Lan’cl,veLhui’zing en de Ne’derlandsdhe landverhui-
zingswat door Jhr. J C. C. Sandberg, E’con.-Stat. Berich-
ten
5
Maar-t
1924.
1)
Zie: De besluiten genomen door de migratie-Commis-
sie der Internationale Arheidsorganisatie in hare bijeen-
komsten in cle maand Augustus
1921
door Jhr. J. C. C.
Sanciberg. Econ.-Stat: Berichten van-
19
October
1921
en
het Jaarverslag der Nederland’sehe Vereeniging ,,Landver-
h-uizing” over 1925.
–
-.
-..ij
8 December 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
WE
der emigranten, op de eigraieagenten en oncleragenten,
op de emigratiebureau’s of elk ander bureau dat vervoer-
biljetten aan emigranten levert, op de wervingsagenten
en arbeidsbemiddeliugsagenten voor het buitenland en in
het algemeen op allen, clie belang hebben bij bevordering
der emigratie en die werkzaam zijn binnen het lands-
gebied.
(11). Elk lid verbindt zich alle voorradige inlidhtingen,
betrekking hebbend op emigratietoestanden, zoo mogelijk
kosteloos, ter beschikking van belanghebbenden te stellen.
(12)
Elk licL verbindt zioh alle propaganda voor emi-
gratie, waarbij van valaahe voorliohtingen gebruik ge-
maakt wordt, te onderdrukken.”
Die Commissie bestond uit vertegenwoordigers van
verschillende Regeeringen, van werkgevers en van
werknemers en telde vele deskundigen op emigratie-gebied uit cle belangrijkste emigratie- en immigratie-
landen, zoodat aan de aangehaalde resoluties ongetwij-
feld groote beteekenis moet worden toegekend.
Ten einde aan den in Nederland bestaanden wan-
toestand een einde te maken, zal de Regeering de
voorlichting van cle treklustigen en de propaganda
voor emigratie aan alle belangheibbenden bij emigra-
tie moeten verbieden.
Dé voorlichting zal slechts mogen geschieden ôf
door een Rijksorgaan ôf (en) onder bepaalde voor-
waarden en onder toezicht der Regeering door orga-
.n isaties, die hoegenaamd geen belang hchben bij het
ernigratiebedrijf.
Propaganda moet eveneens slechts worden vergund
aan organisaties of personen, die hoegenaamd geen
belang hebben bij de emigratie van treklustigen en
dan eveneens onder Regeeringstoezicht en onder be-
paalde voorwaarden, terwijl de propaganda zio.h zal
hebben te bepalen tot het onder de aandacht brengen
van de mogelijkheden voor een bestaan, welke de
voor Nederlanders geschikte immigratielanden bie-
den, met nadrukkelijke vermelding daarbij van de be-
zwaren aan emigratie verbonden en van cle moeilijk-heden, die te overwinnen zijn.
Nimmer zal deze propaganda mogen zijn eene po-
ging om personen over te halen tot emigratie te be-
sluiten. Want dat is altijd af te keuren. De drang
om weg te trekken moet van de menschen zelf komen,
het besluit niet onder den invloed van anderen wor-
den genomen. Want zelfs al zijn de kanseii in het
immigratieland nog zoo goed, dan nog laadt men een
zware verantwoordelijkheid op zich, als men een per-
soon of een gezin tot emigratie ,,overhaalt”.
Mislukking en ellende zijn toch, ook in hot meest
belovendo immigratieland, niet uitgesloten en nimmer
geheel te voorkomen. Wanneer voorlichting en pro-
paganda aan de ‘belanghebbenden bij emigratie ver-
boden zijn en de fwerving en arbeidsbemiddeling zijn
onder Regeeringstoezicht gesteld, dan is te verwach-
ten een groeiende emigratie, als gevolg van ‘betere
voorbereiding der treklustigen, vertrouwen in de in-
liohtingen en belangrijk minder teleurstellingen en
mis lukkingen.
Tegenstanders van deze maatregelen verwachten
weliswaar daarvan eene belemmering der emigratie,
maar geven daarmede slechts blijk lan weinig in-
zicht in het vraagstuk.
Ook zijn er die vermeenen, dat het niet gewenscht
en niet billijk is, alle belanghebbenden bij emigratie
in deze een zelfde maatstaf aan te leggen; zij zijn
van oordeel, dat er groote organisaties in het emigra-
tiebedrjf belanghebbend zijn, die zeer goed in staat
zijn om de belangen der emigranten te behartigen, die
er belang bij hebben, dat de door hare organisatie
aangeworvenen ook slagen en die zich moeite en kos-
ten getroosten om die immigranten daarbij ‘behulp-
zaam te zijn.
Daartegenover zij opgemerkt, dat die organisaties
toch steeds in de eerste plaats hun eigen belang op
het oog hebben, terwijl ‘het succes der immigranten
slechts in zooverre voor hen weegt als het aan de be-
langen der Organisatie ten goede komt, terwijl zij aan de mislukten toch ook verdienen.
Maar bovendien, al waren de belangen der emigran-
ten in hunne handen in zekere mate veilig, dan nog
zou liet niet toelaatbaar zijn aan die organisaties
vrijheid van voorlichting en propaganda to geven en
evenmin om ze vergunning te verleenen tot ongecon-
troleercle werving en arbeidsbemiddeling, al ware het
alleen maar •omdat het niet mogelijk zal zijn in deze
onderscheid te maken tusschen cle wolven en de wolfs-
honden, nog daargelaten, dat de beste bedoelingen
van de leidende personen dier organisaties meestal
met voeten getreden worden door ondergc-schikteu, iii
casu door werfageuten en onderagenten en door plaat-
singsagenten, zooals in cle practijk herhaaldelijk is
gebleken.
Ook de zorg voor de godsdienstige en zedelijke be-
langen onzer eigranten eisoht, dat het emigratiebe-
drjf aan Regeeringstoezicht onderworpen is, in het
bijzonder de asbeid&bemiddeling, welke ook daarom
dus niet zonder meer aan de goedwillende, maar niet-
temin bij het bedrijf belanghbbende, organisaties
mag ‘worden overgelaten. Bovendien als die goedwil-
lende organisaties het ernstig meenen met de belan-
gen der emigranten, dan kunnen zij er niets op tegen
hebben, dat de troklustigen zakelijke, onopgesmukte,
betrouwbare inlichtingen ontvangen van een niet be-
langhebbende instelling.
En de contrôle op hunne werving en arbeidsbemid-
deling behoeven
zij
dan toch zeker niet te vreezen.
Er is dus juist voor
die
organisaties geene aanlei-
ding om daartegen stelling te nemen.
Zij zouden in gemoede hunne kaarten kunnen open-
leggen.
Verzet van die zijde geeft dan ook reden om aan
hunne goede ‘bedoelingen te twijfelen.
Ten einde de emigratie uit Nederland in goede
banen to leiden en haar groei te bevorderen, verdient
het voorts aanbeveling maatregelen te treffen om de
immigranten ook in den vreemde, althans in den
eersten tijd na hunne aankomst aldaar, met inlichtin-gen en raad ter zijde te staan.
Hierbij zouden de Nederlandsche consulaire amb-
tenaren en te vormen organisaties van betrouwbare
Nederlanders in het vreemde land belangrijke dien-
sten Icunnen bewijzen, waarbij dan samengewerkt
zou kunnen worden met vorenbedoelcle, het goede wil-
lende, organisaties in het immigratieland, die ‘belang
bebben bij de vestigng en het slagen der immigran-
ten, mits bij die samenwerking ook ‘weer de noodige
contrôle wordt u-itgeoefend en slechts voor zoolang
de gestie dier belanghdbbende organisaties geene aan-
liding geeft tot gerechte klachten.
In verschillende immigratielanden treden reeds der-
gelijke organisaties, of op zichzelf staande personen,
geheel belangeloos en ‘kosteloos in het ‘belang onzer
landgenooten op, in samenwei*ing met de Nederland-
sche Vereeniging ,,Landverhuizing”.
Voorts ware aan de Nederlandsche consulaire amb-
tenaren op te dragen hunne aandacht te schenken aan
de kansen voor vestiging van Nederlanders in hun
ressort.
Ten slotte ware door de Regeering ernstig te over-
wegen om met de Regeeringen der immigratielanden
overeenkomsten aan te gaan, waardoor èn cle belangen
onzer emigranten èn die van het immigratieland zou-
den kunnen worden gediend, zooals bijv. zijn gesloten
tuss±en Frankrijk en Polen, Frankrijk en Italië, en’z:
Volgens een artikel in het Vaderland zou het ont-
breken van een zooclanige overeenkomst tussohen ons
land en Frankrijk oorzaak zijn, dat de Nederlanders
in Fran’krjk gevestigd, hij de inkomstenbelasting den
belangrijken aftrek voor vrouw en kinderen missen
(3000 frcs. voor elk), niettegenstaande de F.ranschen
inNederland hiervan wel genieten.
Moge de huidige Regeering blijk geven een open
oog te hebben voor het toenemend belang, dat emi-
gratie voor ons land heeft en zal hebben en daarvan
spoedig doen blijken door indiening eener wet op de
emigratie, waarin de ‘belangen onzer treklustigen en
1082
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
8 December 1926
on zei cmi gran ter afdoende worden beschermd.
Zij moge ons echter vooral geene wet brengen,
waarin getracht wordt om èn cle kool èn de geit te
sparen.
Dan haridhave men nog beter onze totaal verouder-
cle wet, waarvan het. ten minste zeker is, dat ze gé*n
bescherming oplevert, wat nog te verkiezen is boven een nieuwe wet, die een schijn van bescherming zou
brengen, maar in wezen de toestanden onveranderd
zou laten.
J. C. C. SANDBERG.
‘s-Oravenihage, 26 November 1926.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DE VOORUITZICHTEN VOOR HET ZAKEN
DOEN MET RUSLAND.
O’eh. Reg. Rat Geo:rg Cleinow te Berlijn schrijft ons:
1)e groote strijd in den boezem van de com-
munistische partij over den koers, dien het econo-
misch leven in den Sovjetstaat dient in te slaan, is
beëindigd. Onder leiding van den Grusinischen boe-renzoon Stalin heeft die richting gezegevierd, welke
cle vermaning van Lenin om economisch op cle boeren-
bevolking te steunen, tot programma heeft verheven. De leuze der ,,inclustrialiseering” krijgt daardoor een
meer gematigden klank. De industrie zal in de toe-
komst niet meer om der wille van haarzelf, en om een
industrieel arbeidersproletariaat in het leven te roe-
pen, uit tien, bodem gestampt worden, doch uitsluitend
overeenkomstig de behoeften van den ]andboiw. De
land- en boschbouw zullen als cle voornaamste d’rageis
van tIen export ten sterkste behartigd worden.
Deze zwenking heteekent zonde.r twijfel, dat de ont-
wikkeling in rustige:r banen geleid wordt, beteekent,
(lat alle krachten van de partij en van den Staat ver-eenigd worden ter bereiking van een practiseh doel:
bevordering vati den export. Als exportartikelen komen voornamelijk in aanmer-
icing: aardolie, hout, tarwe en rogge, hennep en v]as,
en pelswerk.
Afgezien van aardolie, waarvan de uitvoer zich gun-
stig ontwikkelt, is de geheele uitvoer teruggeloopen of
z66 duur geworden, dat zij verliesgevend werd voor den
Staat. Tot welk een bedrag deze verliezen op den ex-
port gestegen zijn, is bij de wijze, waarop deSovjeturiie
haar boekhouding voert, niet vast te stellen. Zelfs
schattingen, die aanspraak op bruikbaarheid maken,
zijn onmogelijk. Wij kunnen enkel waarnemen, dat er
ccii w’aijverhouding heerscht tusscben de hetalings-
middelen van den Staat en de behoeften van cle volks-huishouding. T)aai’ vloeit uit voort, dat cle buitenland-
sche handel, ten minste onder de tegenwoordige om-
standigheden, niet hij machte is cle geldmiddelen le
verschaffen, die noodzakelijk zijn om het economisch leven gaande te houden. De inkomsten uit belastingen
ve krijgen zoocloe.ncle een grootere beteekenis.
‘Fot het vorige jaar rekende men in Moskou aldus:
de export van aardolie, van Iandbouwprodueten en
van pelswerk verschaft de Sovjetregeering de nood-
zakelijke deviezen om al datgene in het buitenland
te koopen, wat voor den opbouw van de industrie nood-
zakelijk is.
Terzelfdertijcl heef t men het binne,olandsche han-
delsapparaat vernield door de verdrukking der par-
ticuliere ondernemers, zonder bij machte te zijn eew
gelijkwaardig Staatsapparaat. daarvoor in de plaats
te stellen. Men heeft zoodoende beiastingbronnen
vernietigd. Thans hoopt men, dat de boeren zelf
coliperaties zullen vormen, dat zij zullen afzien van
het herstel va.n den particulieren handel en dat zij
door den uitbouw van coöperaties het handelsapparaat
van den Staat zullen steunen. Wij gelooven niet, dat
deze ontwikkeling snel zal gaan en wel om de eenvou-
dige reden, dat de boer individualist is geworden en
dat het handelsapparaat van den Staat zich van jaar
tot jaar meer op de hoerenbevolking ral moeten instel-
len en zoodoende de poorten voor het individualisme
zal moeten openen. Slechts in Siberië achten wij de
kans op een snelle on twildceli ig der coöpera ties aan-
wezig.
De opgaven, waarvoor de Sovjethuishouding zich
in de naaste toelcomst zal gesteld zien, beperken zich
tot het herstel der verbindingen tusscherc producen-
ten ën de wereldmarkt.
Dit beteekent eenerzijds: her-
stel van verkeerswegen, spoorwegen, havens, graan-
pakhuizen, silo’s en sorteerinrichtin gen; en ander-
zijds: herstel van een hij het economisch leven ge-
interesseerd hande]sapparaat, m.a.w. herstel van den
particulieren handel in het binnenland.
Het. feit, dat men voor een dergelijke opgave staat,
zal misschien nog niet in de eerstvolgende maanden
erkend worden, maar het zal toch zeker gedurende de
huidige uitvoercampagne van graan terrein winnen.
Het handelsapparaat
van den Staat
zal ook in het
loopende productieaar niet in staat zijn de noodza-
kelijke huitenlandsche cleviezen in voldoende hoeveel-
heid te verschaffen.
Voorloopig streeft de Sovjetregeerirg ernaar den
nood van het oogenblilc te boven te komen door
rigo-
reuze bezuinigingen.
De bezuinigingen, die men
voor oogen heeft,
zijn
echter met betrekking tot de
behoeften slechts gering. Bovendien zijn maatrege-
len, die een inkrimping tot doel hebben,
bijzonder
ge-
e.igend critiek te wekken en om de arbeiders, die pro-
centsgewijze het scherpst getroffen worden, tot onte-
vredenheid te brengen. Een dergelijke hezuinigLng
wordt op een bepaald moment oneconomisch; zij betee-
Icent een uitdrogen van liet economisch leven en zulks
temeer, daar ieder, particulier initiatief ouderclru.lct
wordt. Zij kan derhalve ook niet op da tegenwoordige
ij
‘ze worden voortgezet; zij moet productief,worde.u.
Wat beteekent heden ten dage productiviteit in
een land als Rusland, waar de particuliere onder.ne-
nier principieel terzijde wordt gesteld en waa:r der-
halve een belangrijlce stijging van de draagkracht
niet te verwachten valt?
Het beteekent, dat de
iS’taat
moet bouwen en wel
op elic gebied: woningen, spoorwegen, fabrieken. Ï)e
Staat moet cle arbeicismarlct tot leven brengen, opdat
bonen het land binnenstroomen en uit de bonen
be-
lastingen terugvloeien naar de Staatsicas en bestellin-
gen naar de fabrieken.
Wat heden ten dage op dit gebied geschiedt, is
slechts ten dccie productief en ir zijn beperktheid
volkomen ontoereikend. :De spoorwegen staan niet een
budget van 13.140 inil,iioen Roebel voor een nabije crisis. De ontwikkeling van enlcele lijnen geschiedt
dooi (Ie afbraak van andere. Om ‘de spoo:rwegen
Op
het peil van 1913 te brengen, heeft de Staat in de
komende jaren honderden millioenen per jaar noodig.
In het binnenland zijn zulke bedragen niet op Ie
brengen. :De belastingen op tien landbouw moesten in
het jaar 1925126 met ongeveer 100 milli.oe.0 Roebel
verniinclerd worden. Het tegoed der spaarders ‘be-
droeg op 1 September 1926 slechts 81 millioen Roe-
bel, terwijl liet in 1913 in ronde cijfers 134 milliarci
goudroebel of dertig Iceer zooveel bedrdeg, d.w.z. on-
geveer 234 milliard van cle huidige geldeenheid. ‘)
Daarbij bestonden in 1913
. ongeveer 7000 spaarbanken,
thans echter 14.697. De kosten van beheer zijn ‘bus
snel gestegen …. Zonder verdere investeeringen van
grootert omvang lcan de industrie geen noemenswaar-
dige overschotten opb:rengen. Hetzelfde geldt voor het
grootlandbouwhedriif van den Staat, waaraan men,
als belangrijksten factor voor den graanexport, bij-
zondere opmerkzaamheid besteden wil.
Met eenige zelcerheicl zou men slechts de inlconi-
sten uit den Staatsverkoop van brandewijn van 600
op 1200 millioen Roebel kunnen brengen (950 mil-
lioen goudroebel van v66r den oorlog).
Het is echter begrijpeljlc, dat de Bolsjewistischc
.regeering ertegen opziet, dit verderfelijke middel
ge-
heel uit te buiten.
Zoo
blij ven
bin.nenlanclsche leeningen
over.
.1)
t Goudroebel is gelijk 1,7 Tscherwoiietz-Roebel.
8 December 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1083
i)c Conimissa:ris val Financiën, Brjuchanow, houdt
dozen weg ‘oor mogelijk voor zoovej: de omstandighe-
den een prikkel bieden om Staatsleen.ingen op te
nemen Zulke omstandigheden zouden voorhand en
zijn, wanneer niet, de inkomstenbelastingen zoo bui-
tengewoon hoog waren, dat van cle gunstige onistan-
digheclen niets overbleef.
De Sovjetu.nie :is, blijkens het voorafgaande, ver-
oordeeld cle binneulandsche ontwikkeling tot een nog
langzamer tempo te verminderen dn tegenwoordig
het geval is, of tot buitenlandsche leenin gen over te
gaan
en daarmee in de groote familie, der overige sta-
ten terug te keeren.
De weg der leeningen is in verdekten vorm sinds
lang betreden door het aangaan van goedereneredie-
ten. Deze credieten hebben een looptijd van maximum
vier jaar. Zij zullen heden ten dage een bedrag van
700 millioeni Roebel of ongeveer 1172. pOt. van het
budget nauwelijks overschrijden. Zij zijn niet zonder
meer een teeken van vertrouwen in de Sovjethui’shou-
ding van de zijde der credietgevers, ofschoon juist
ecuige van de grootere credietverleeningen uitslui-
tend op liet persoonlijk vertrouwen van den leverancier
berusten. Men dient ze èerder te beschouwen als een bewijs van oneenigheid tusschen de Westersche vol-
ken onderling en voorts als een gevolg van de werk-loosheid in de diverse staten. In ieder geval drukken
zij cle hoop uit, en verdisconteeren deze, dat de
Sovjetunie een tijdpevk van vreedzame economische
ontwikkeling, zij het langzaam, tegemoet gaat.
Na de
overwinning van. Stalin
doet men goed in
de eerstvolgende maanden de ontwikiceling in het
bi ninenland, in het hestuursapparaat, in de vakver-
cen.iginge.n en in het partijapparaat opmerkzaam te bestudeeren en de rogeering den tijd te laten zich in
de nieuwe verhoudingen in te leven en een dienover-
eenkonistig .ini oopsplan op te stellen. Rat lijkt mij
niet nuttlg op het moment in,Moskou met belangrijke
voorstellen tot zaken doen aan te komen. Wanneer de
consolideering verder zal zijn voortgeschreden, zullen
de Russen zelf hun
werkelijke
en met do uiterste
spaarzaamheid getaxeerde behoefte te kennen geven.
Dan zu]len zij ook het
bewijs
dienen te leveren, dat de
verdorring van liet economisch leven, die wij thans
vaststellen, geweken is voor een herleving. In dit vers
band lijkt het ons een verlies, dat niet slechts de Sov
–
jctregeering heeft getroffen, doch evenzeer de geheele
werd dhu ishoud ing, dat de Sovjetgezan t in Londen,
L. B .iCr assiji, ‘s levens strijdperk heeft verlaten –
en (lat
ZOO
korten tijd na het overlijden van Djerzinski’.
Krassmn
was een bijzonder geschikte bemiddelaar tus-
schen den starren staat der monopolies en de liberale huishouding in de overige wereld.
Hij
heeft, evenals
Djerzinski, in zijn laatste ievensjaren liet
mogelijke
nagestreefd. Djerz.inski was eeti man, clie de autori-
teit bezal: om bij cle Partij compromissen door te zet-
ten.. Bepaalde oud erhan clelingen zullen nu nog wel
langer gerekt wo:rden en er zullen nog heel wat ge-
sprekicen tusscheti de hoeren Briand en Strese.mann
plaats
vinden voordat
het Russisch economisch leven
wer een deel van de wereldh,uishoudi’n.g is geworden.
Do zelcerheicl in zaken zal niettemin in langzaam
tempo toenemen.
NA DE RIJKSCONFERENTIE.
Prof. Dr. P. (leyl te Londen schrijft ons:
:1)0
Rijlcsconferentie is geëindigd te midden van
onderlinge gelukwen schen en tevredenheiclsbetui gin-
gen. Rot is eigenlijk een onverwacht schouwspel ge-
reest. Zooals ik u vantevoren schreef, heerschte er
hier een zekere zenuwachtigheid
bij
het vooruitzicht
van deze vergadering, en het was ook waarlijk een
eigenaardig treffen: juist een conservatieve regeering
in Engeland was geroepen om te presideeren over een
confeeuti e, waal: drie nationalis tische Dominion-pre-
miers op constitutioneele hervormingen zouden aan..
(lrnl gen Wat er van die constitutioneele hervormin-
gen. terecht is gekomen, zullen, wij aanstonds’ zien,
maar int ieder. geval is het gemeenschappelijk overleg
Èii het passen en meten om tot allen bevredigende
formules te komen goed afgeloopen. .De Engeischen
hebben er een verbazende slag van om to let bygones
be bygones” en om onder wat vorm dan ook cle
realiteiten van een situatie te erkennen en er hun
voordeel mee te doen, en het is de moeite waard om daar den nadruk op te leggen, want vermoedelijk zal
ook in de toekomst het Rijk daar heel wat meer aan
te danken hebben dan aan de prachtigste rapporten en
teksten. Het is bijvoorbeeld geen kleinigheid, dat het
Balfour geweest is, die de sub-commissie, belast met
de delicate taak van het bepalen der constitutioneele
relaties, heeft voorgezeten. Geen naam placht in Ier-
land feller gehaat te worden dan do zijne en in Zuid-
Afrika bewaart men ook ver van goede herinneringen
aan hem. Toch is hij het nu met Ieren en Zuid-Afrika-
iers over de ,,status” van hun landen, die hij weleer
met politiemacht wou regeeren of met legermacht’ on-
der den voet loopen en onderwerpen, eens kunnen wor-
den. Generaal Hertzog is terug naar Afrika gegaan
met de meest nadrukkelijke verzekeringen, dat hij
tevreden was met wat hij verkregen had. De Ieren
zijn minder uitbundig, maar over ‘t algemeen kan men
gerust zeggen, is er een ontspanning in de inter-im-
])erialO stemming. Zoo goed als de . conferentie van
1923 een onaangename atmosfeer achterliet, zoo zeker heeft deze de lucht gezuiverd.
Maar is dat geschied ten koste van den samenhang
van liet Rijk, zal misschien de een of andere lezer
denken, die in een Nederlandsch blad heeft kunnen
vinden, dat het constitutio’neel rapport op de ver-
scheuring van dle laatste eenheidsbanden neerkomt. Of
wel,, men zal denken, dat de eenige verklaring is, dat
de onnoozele clominions zich een keer te meer hebben
laten foppen, want is in een ander Nederlandsch blad
niet geschreven, dat zij nog steeds aan Engeland on-
dergeschikt blijven? En trouwens, ook de
Daily
Herald
noemde het rapport verachteljic ,,a niastdr-
piece of evasion”.
Mij lijkt intusschen het eene ineicht zoowel als het
andere er vlak naast. Het rapport brengt eigenlijk
niets nieuws. Het formuleert slechts wat in iverke-
lijlcheid al lang bestond. Op zijn hoogst kan men zeg-
gen, dat het de laatste belemmeringen van formeelen
aard voor een onontkoombare ontwikkeling uit den
weg ruimt. Het is dus begrijpelijk, dat allerlei ]edeii
van de Conferentie – vooral de Australiërs, en ook
cle Canadeezen soms -. en allerlei buitenstaanders
voortdurend wat ongeduldig herhaalden: die consti-
tutio.neele haarkloverjen zijn niet van wezenlijk be-
lang, laat ons ander werk niet verzuimen. Zij waren
niet heelemaal in het ongelijk, en toch, voor anderen,
wier opvatting door hun eigen omstandigheden be-
paald werd, moest de constitutioneele kwestie van vér-
bazend gewicht zijn, en ook al zouden zij toegeven,
dat de ,,status” der dominions door de Oonferenti,e
niet echt veranderd is, dan nog zou voor hen de for-
rnuleer.ing van wat feitelijk reeds erkend werd, belang-
rijk blijven.
Het strjdhaar nationalisme, waarmee Zuid-Af
..ni-
kaaflsche en lersche staats]ieden nu eenmaal rekening
moeten houden, hecht aan formules. Het is achter-
dochtig, het lijdt aan een inferioriteitscomplex, waar-
door men zich gauw verongelukt voelt, het staat op
zijn rechten. Dat alles is het tegenovergestelde vaü de
ijpo v’erclraagzaamheid en plooibaarheid, die de Brit-
sche staatsmanskunst kenmerken en die de levens-
adem van het Rijksorganisme behooren te zijn. Door
aan die nationalistische zucht tot formules toe te
geven, helpt men de lastige broeders over hun achter-
dochtigheici ‘heen en maakt hun het aannemen van den
Lijksgeest van samenwerking gemakkelijker. ‘t Zou
trouwens onbilljk zijn niet te erkennen, dat in elke
associatie de zwakkeren den steun van nauwkeurige
definitie van rechten en plichten het meest behoe-
ven, ofschoon dat het feit niet wegneemt, dat de
1084
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
8 December 1926
practijk van de machtigste in deren Bond, de Engel.
sche regeering, in de laatste jaren zich naar de be-‘
ginselen, die in den toestand al lagen opgesloten ed
clie nn openlijk. aanvaard zijn, steeds heeft moeten
voegen.
Vrijheid en gelijkheid, ik heb ze bij alle vorige ge
legénheden al de grondslagen van de R.ijisconstitutié
genoemd.
Zij
zijn nu formeel als zoodanig erkend. In
het rapport van Balfour’s commissie, dat door de Con-
ferentie bekrachtigd is,’orded de dominions cn
Groot-Brittannië, idet uitsluiting dus van Indië en de
Icoloniën, als, een afzonderlijke groep voorgesteld en.
van de positie en onderlinge betrekkingen van de
leden
van die groep heet het dan: ,,Het
zijn
zelfbestu-
rende gemeenschappen binnen het Britche Rijk, ge-
lijk in rang (status), op geenerlei wijzd aan elkancieri
ondergeschikt in eenig opzicht van hun inwendige of
uitkvendige aangelegenheden, ofschon door een ge-
rne’ensciappblijke getrouwheid jegens de kroon ver-
1
eenigd en vrjelijlc als leden van het Britsch Gemeene-
best van Natiën verbonden”. De formule geldt voor’
GrootBriftannië en de dbminions gelijkelijk en men-
kan geen volstre’kter erkending van het opgeven door
,
Engeland van alle aanspraak op voorrecht of voor-,
r
rang verlangen.
Maar natuurlijk, daarmee is alles niet ‘gezegd. Het
rapport zelf komt daar rond voor uit. ,,De beginselen van gelijkheid en gelijkvormigheid”, aldus leest men
er, ,,passende bij status, strekken zich niet volledig’
uit over functie.” In diplomatie en defensie, bijv., zoo
ongeveer gaat het voort,
blijft
een noodzaak vooi aan-
passing aan omstandigheden bestaan. En hiermee is
voldoende gezegd, dat men in die,zakeh nog net als
vroeger zal moeten bljved zoeken en tasten, conferee-
ren en odderhandelen, kibbelen van tijd tot tijd en
compromissen sluiten. Formeel heeft men ook hier uit’
het abstracte beginsel de consequenties getrokken.
Men herinnert zich, dat Chamberlain het verdrag van
Locarno onderteekend had met volmacht van den Ko
ning, geadviseèrd door de Engelsche regeering al-
leen; en dat het verdrag formeel geldende voor heel’
het Britsche Rijk, een artikel bevatte, volgens hetwelk’
de doinions eerst door afzonderlijk toetreden de vet-‘
plichtingen van het verdrag op zich zouden nenian.
In het vervolg zal zulk een bepaling onnoodig zijn.
Op advies van de’ Engelsche regeering allaen zuilen
geen volmachten meer woiden’ uitgevaardigd, die, zij
het ook maar in naam, de dominions binden. Afzon-
derlijke diplomatieke vertegenwoordiging van de
(10-
minions was al niets nieuws meer; zij ontvangt nog-
maals den zegen van dit rapport., en zal nog wel in en-
kele gevallen behalve die ‘an Cnada en de Vei’eeni-
de Staten worden toegepast.
Een wezenlijk belangrijk besluit is ten opzichte van
de gouvern’eurs •der dominions genomen. Hier wordt
erken.d, dat de bestaadde toestand, ofschoon reeds
sterk gewijzigd onder den invloed van de ontwikkeling’
der verhoudihg tusschen de dominions en het moeder-,
land, nog anomalieën bevat, en een consitutioneele
regel wordt gesteld, die het
verdwijnen
van die ano-
malieën zeker zal verhaasten. De gouverneur-generaal
van een dominion moet niets dan de vertegenwoordi-
gei’ der kroon zijn, niet meer dienea als tusschenper’
50011
in het verkeer tusschen de Engelsche regeering
en de iegeering van het dominion. Voor dat verkeer
zullen dus nieuwe ambtenaren komen, maar dit wordt
in het rapport niet nader nitgewerkt. De veel-omstre-den kwestie van
4ppèl
op het juridisch Comité vad
de Engelsche Privy Council is onopgelost gebleven,,
maar er is vastgesteld, geheel in overeenstemming met
het algemeene beginsel, dat de wenschen van elk do-minion hieromtrent den doorslag geven zullen.
Men lcah al deze constitutioneele overwinningep
‘an de
vrijheid-
en gelijkheid-gedachte het logisch uit-‘
v1oéisel noemen van begrippen omtrent de verhoü
ding van moederland en dominions, die al lang aan-
vaard waren. Er is in Engeland zoo goed als geen on-
gunitige ‘critiek op geoefend. Eigenaardig genoeg
komt er wel kritiek uit Canada en Australië, waar con:
servatieve imperialisten vreezen, dat men te ver is ge
gaan. Wat men daar vooral ongaarne zien zou, is dat
Engeland, op de volmaakte zelfstandigheid van de do-
miniale buitenlandsche politiek wijzende, ei’ de wee-
‘schelijkheid uit zou afleiden, dat de dominions ook de
volle, verantwoordelijkheid van hun verdediging droe-
gen. Maar die zoo redeneeren, verwarren m.i. de zelf-
standigheid op papier met die in de wericelijkheid.
In de werkelijkheid heeft Downing ‘Street nog steeds
de leiding en volgen de dominions die vrij gedwee.
‘t Is waar, dat zij, er niet aan gedacht hebben om het
verdrag van Locarno mee te onderteekenen, maal’ zij
hebben niettemin Chamberlain’s politiek openlijk ge-
prezen. In de mandaten-kwestie pi’otesteeren Zuid-
Afrilca, Australië en Nieuw-Zeeland samen met Enge-
land tegen de befaamde vragenlijst. In de kwestie van
verplichte arbitrage, waar men w’ist., ‘dat Canada en de
Iersche Vrijstaat voor voelden, hebben niettemin alle
dominions zich bij Engeland aangesloten en wat meer
is, besloten ook in, de toekomst niet zonder nader over-
leg afzonderlijk te handelen.
In w’ezen is dus de toestand gebleven zooals hij. was.
De twee kwesties, waarover met recht.
twijfel
mag be-
staan, maar die enkel wanneer de crisis daar is tot op-
lossing kunnen komen, de kwestie van het recht van
afscheid.ing en die van de positie der andere, Rijksdee-
len als één hunner in oorlog geraakt, zijn niet aange-
roerd. Na als voor deze Conferentie blijft de voor-
naamste Rijksband de wil tot samengaan van de dce-
len. Het duidelijker formuleeren van elks rechten en
vrijheid tast dien band niet aan, integendeel, men zou
eer kunnen zeggen – en dit is zeker wat de ‘Engelsche
staatslieden ervan hopen – dat het hem verstevigt.
Maar dit zal afgewacht moeten worden. De zucht naar
formules van de nationalistische partij.en in het. Rijk
is misschien nog niet bevredigd. Of zon zij aan for-
mules genoeg hebben, zullen zij misschien, in plaats
van zich verzadigd te’ toonen, met zooveel te meer
ijver zich op de resten van wezenlijke afhankelijkheid
werpen. Dat zal afhangen van politieke en partij-
ontwikkelingen in elk van de betrokken landen. Gene-
raal Hertzog wil ongetwijfeld niets liever’ dan dat
het nationalisme in zijn land zich nu tevreden verkla-
ren zou en zijn aandacht op ontwikkeling binnen het
ter Conferentie opgetrokken kader richten. Maar
Smuts bewijst het
Rijk
een slechten dienst door de
‘Hertzogieten te tarten nu ook openlijk en uitdrukke-
lijk hun voormalig separatisme te verloochenen. Zoo
zj.n er bijzondere omstandigheden in elk Rijksdeel en
de tijd zal leeren, wat over ‘t algemeen de uitwerking
van de Conferentie van 1926 op cle hechtheid van het
Rijk zijn zal.
AANTEEKENINGEN.
Indexeijfers van groothandeisprijzen.
Een daling van het algemeene niveau dei’ goederen-.
prijzen, schrijft ,,The Economist”, wordt in het index-
cijfer weerspiegeld, dat,
01)
4185, een daling van 52
punten vertoont, vergeleken met einde October. De
afzonderlijke handelsartikelen vertoonden .bijna ëven-
veel
stijgingen
als dalingen, maar,
terwijl
de wijzi-
gingen in het algemeen weinig beteekenden, waren
er eenige belangrijke dalingen. De eerste tabel op
pag. 1085 toont de veranderingen in ‘ieder der vijf
groepen en in het totaalcijfer.
Men ziet, dat de eerste levensbehoeften verantwoor-
delijk zijn .voor bijna de helft der totale daling en
onder deze levensbehoeften geven buitenlandsche
tarwe, meel en
rijst
de voornaamste dalingn te zien.
Onder de minder belangrijke voedingsmiddelen woog
een verdere stijging van suiker gedeeltelijk op tegén
een daling van boter. In de groep weefstoffen bleef
ruwe katoen feitelijk onveranderd, ondanks de verdeie
stijging der officieele i’aming van den Amerikaan-
schen oogst. Katoeden garèn en doek daalden in’ den loop der maand e ook zijde daalde scherp, doch wol-
prijzen’ bleven onveranderd. In de groep delfstoffen
8 December 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1085
Data
Granen
en
oleesch
Andere
00e-
ding-
en ge- noim.
—
-;;–
Wee!-
sloffen
Deif-
stoffen
,en:
oliën,
hout,
rubl,cr,
enz.
-,-
10,00!
Alge.
meen
index-
cijfer
Basis (gemidd.
1901-5) …
500
300
500 400 500
2200
100,0
EindeJuli1914
579 352
6164
4644
553
2565
116,6
Nov.1918
1289
7824
1848
903
13894
6212
282,6
Dec.1923
853
8154
13824
774
755
4580
208,2
Dec.1924
992
7894
1452
8154
806
4855 220,7
Nov.1925
9184
7044 11744
7374
787
4322
196,4
Dec.
,,
9364
679
1120
733
7824
4251
193,2
Jan.1926
8924 6944
1117
7264 7584
4189
190,4
Febr.
884
699
1058
736
762
4139
188,1
Mrt.
880
688
10254
7234
771
4088 185,8
Apr.
,,
894
6784
1000
714
7664 4053 184,2
Mei
8854
681
9784 7184 7654
4029
183,1
Juni
,,
8934 6824
9634
735
7604
4035
183,4
Juli
910
6784
945 763
7484
4045
183,9
11
Aug.
,,
914
695 954
849
744
4156
188,9
Sept.
,,
893
708
9424
963
7394
4246 193,0
93
Oct.
,,
920
7214
8804
9764 7384
4237
192,6
Nov.
,,
8954
728 867
1
959
1
7354
4185
190,2
was
de voornaamste
beweiyinff
een
dalina
in
kolen
voor huishoudelijk gebruil prijzen op cfe ijzer- en
staalmarkten zijn over het algemeen nominaal en voor
prompte level-ing werden gaarne flinke premies be-
taalci. De nominale rioteering voor ruwijzer is onver-ancierd, stalen rails zijn lager, terwijl stafijzer hooger
is. In niet-ijzerhoudende metaleu werd een daling
van het lood gecompenseerd door een stijging van
tin. De volgende tabel vertoont de veranderingen in
het indexcijfer van elk handelsartikel afzonderlijk,
vergeleken met einde October. Het cijfer
50
stelt tel-kens het gemiddelde in ‘de periode
1901-1905
voor.
IT
1
0
+
‘O:’
0
+
0:5
0
+
Tarwe (btl.1
101′
-12
Katoen(Am.)
62
5
+
1′
Koper
47
–
(Eng.)
Meel
Gerst
Haver
Aardapp.
Rijst Rundvl.
Schapenvl. Varkensvl.
Gran. en vi.
95 90 88
6
68
81
III’
645
84
5
III
+
46
-10
–
26
+
2
+
3
-II’
+
3
–
1
..
,, (Egypt)
Garen
Laken
Wol (Eng.)
(Austr.)
Zide
Vlas Hennep
ute
Weefstoffen
996
77
925
108 102
77
796
68
lol
•.
–
5
–
•.
–
8
–
2
+
Is
+
2
Deifstoff.
Hout
(Baltisch)
Hout
(Amj)
Leder
Petroleum
OIi8n
Oliezaden
Talk
–
ir
_
1
75
93
775
615
108
5
735
73
67
+
–
2
Thee
ïi
Ruw-Ijzer
Indigo
76
5
Kolfje
146
+
1
Stalen rails
71
–
6
Soda
856
Rietsuiker
118
+ 55
IJz. staven
96
6
+
6
Rubber
195
—
15
Bietsuiker
Boter
Tabak
116
6
79
116
6
+
5
–
5
..
Kolen
(st)
‘
(hulsbr.)
Lod
2275
147 118
-IS
-9
Diversen
Totaal
715
:j
j5Ï
And. voed.
Tin
123
+
75
–
–
en genotm.
728
+
6
Het resultaat van deze veranderingen is, dat de stij
–
ging boven het vooroorlogsniveau van
65,2
tot
63,2
pOt. gedaald is, zooa]s onderstaande tabel aangeeft.
Data
Granen
en vicesch
Andere
vee.
dingt-
en ge-
nalm.
Weef-
tioffen
De!f-
sloffen
Der-
ten:
oliën,
hout.
rubber,
enz.
Totaal
Juli
1914
100
100
100 100
100
100
December
1918
226
222
293
186
241
237,5
December
1923,
148
231
225
167
136 178,6
December 1924
171
224
235
175
146
189,3
November 1925
159
200
191
159
142
168,5
December
,.
… …
162
193 182 158
141
165,8
Januari
1926
154
197 181
156 137
163,3
153 199 172 158 138
161,4
Maart..
….
152
196 167 156 140
159,4
154
193
162 154 139
158,0
Mei
.. ..
..
153 194
159
155 139 157,1
154
.
194
156
158
138
157,3
Februari
, ……
157
193 153
164
135
157,7
April
, ……
158
197
155 183 134
162,0
Juni
,……
Juli
, ……
September
,.
….
154 201
153
207
134
165,5
Augustus
, ……
October
….
,.
159
.
205
143
210
134
165,2
November
,
……
155
207
141
206
133
163,2
Verleden jaar om dezen tijd stonden granen en
vleesch op
159,
andere voedingsmiddelen op
200,
weef-
stoffen op
19:1,
delfstoffen op
159,
diversen op 142 en
liet totaal op
168,5.
Hieronder volgt voorts nog een overzicht van den
prijsloop in een aantal belangrijke landen.
0
2
N
n
N
.l
Z
1913 100
100
6
100
lOOS)
lOOs)
100
100
lOO
Novemb. 1918
206
272 358 438
… ..
367
392
214
oogs e
J
591
679
…
325
366
297
322
Mei)
(Apr.)
(Apr.)
(Jan.)
(Juni)
(Juli)
(Mrt.)
Decemb. 1923
151
453
577
140 183 160 154
211
Decemb. 1924
157
507
640
147
171
168 160
214
October
1925 158
572
716
144 157
154 154
200
November
158
606 712
145
157
155 154
197
Decemb.
156
632
715
143 156 156
155
194
Januari
1926
156
634
708
141
155 153 153 192
Februari
155
636
704
139
151
152
149
188
Maart
152
632
693
138 148
149 145
184
April
151
651
636
138 148 150
143
181
Mei
153
688 643
137
147
151
143
177
Juni
152
739
654
136 145 150
144 177
Juli
149
837 677
135
145
148
141
179
Augustus ,
148
770
691 134
145
147 139 177
September,
148
788
683
133 146 146 140 175
October
,,
143
752
1
655
134
1
145
…
1
143
‘) bureau 01 Labour. 2)
Frankfurter Zeitung. Sedert januari
1924
ge-
baseerd op 100 artikelen in plaats van op
98.
)
Sedert
1922 gebaseerd op 48 artikelen in ølaats van op 53.
4) Sedert October 1923:
Juli
1914 = 100.
5)
Midden 1914.
De politiek van de Duitsche Rijksbank.
Verschenen is het rapport, door den Commissaris bij de Rijksbank over de periode 1 September
1925
-31
Augustus
1926
aan de Commissie van Herstel
uitgebracht.
1)
Gelijk bekend bestaat de taak van den Commissaris
in wezen hierin, de nakoming van die bepalingen van
bankwet en -statuten te waarborgen, welke betrekking
hebben op de uitoefening van het emissie-recht en op
de handhaving der gouddekking voor de circuleerende
biljetten.
In het eerste gedeelte van het rapport behandelt
Prof. Bruins dan ook uitvoerig hetgeen ten aanzien
van de emissie van nieuwe, en de intrekking van oude
biljetten heeft plaats gevonden en gaat na hoe het
met cle gouddekking gesteld was. Ook de andere dan
door de Rijksbank u:itgegeven betaalmiddelen vinden
bespreking. Uit de desbetreffende opmerkingen blijkt,
dat de Rijksbank thans pl.rn. 100 millioen aan pas-
munt in kas heeft, hetgeen zoowel volgens de leiding
der Bank als volgens die van Prof. Bruins hinderlijk
is voor cle uitoefening van een juiste bankpolitiek.
Wat de inwisseling der biljetten in goud aangaat –
waartoe de Bank naar men weet, wettelijk nog niet
verplicht is – wordt de verklaring geciteerd, door
President Schacht op
21
October 11. afgelegd voor
den ,,Ausschull (uit de:n Rijksdag) zur Untersuchung
der Erzeugungs- und Absatzbedingungen der deut-
schen Wirtschaft”. Deze verklaring luidt als volgt:
,,Het is niet slechts overtuiging, doch absolute wil en
practijk der 1{ijksbank, dat zij vanzelfsprekend op ieder oogenblik bereid is goud af te geven tot handh:wing van
de munt, wanheer zij geen deviezen kan afgeven. Het heeft natuurlijk geen zin goud af te geven, zoolang wij de goud-
lunteu niet bereikt hebben; din clost het devies niet
slechts dezelfde, doch betere diensten, omdat het geniak
kelijker gehanteerd wordt. Doch op het tijdsbi p, waarop
wij het goucluitvoerpunt zouden bereiken, zal cle Rijksbruik
geen oogeu.blik aarzelen, ieder vereiseht kwantum goud
af te geven, dat tot handhaving van onze munt noodig is.”
Vel-der wordt nog melding gemaakt van de bij de
wet van
13 Juli li.
aan de Rijkshank toegestane be-
voegdheid, kortloopende
.
schatkistbiljetten tot ee
maximum van 400 millioen Ifk. voor derden te her-
disconteeren of te beleenen. De Commissie van Her-
stel en de Generalrat hadden hiertegen geen bezwaar,
aangezien een dergelijke credietverleening tot het
gewone arheidsveld eener circulatiebank behoort en
het maximum van 400 millioen R.M. gevaar voor de
stabiliteit van de geidswaarde uitsluit.
(lelijk bekend was het, v66r deze wet tot stand
kwam, aan de Bank slechts geoorloofd, aan cle Regee-
1) De gegevens en beschouwingen streld.cen zich evenwel
tot einde November 11. uit.
1086
;
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
8 December 1926
ring een beclrijfscrediet van :1.00 mjiljoen
R.M.
te ver-
strekken. Deze bepaling is blijven bestaan. Voor dezë
straffe beperking was na de. infiatieperiode
itt
Duitschiand maar al to veel aanleiding.
Ongeveer de helft van -het Rapport wordt inge-
nomen door beschouwingen over de politiek der
Rijksbank. Uit de par. inzake de goudpolitiek zij dè
aldaar aangehaalde verklaring van President Schacht
voor den bovengenoemden Ausschull geciteerd: ‘
,,De Rijkshank vertegenwoordigt in het algemeen de op
vatting, dat, wat haar aangaat, het aanhouden van te-
goeden ja het buitenland zekere grenzen niet .behoort te
overschrijden. Goud werpt weliswaar geen rente af, doch
is niet blootgesteld aan cle gevaren, waaraan zooda.iiige
tegoeden iii het buitenland onder omsta.ncligheden onder-
hevig kunnen zijii. Bovendien (is het gewenscht voor de tegoeden in rekening courant een zekere goudmarge aan
te houden, hoewel dit in § $5 van de Bank-wet niet is voor-
geschreven. Verder moet bij berekening van de gouclreserves,
welke tegenover cle circula.tie staan, ook niet buiten reke-
nillg worden gelaten cle niet onaanzienlijke omloop aan
pasJnunt -van gering gehalte.
Een goudclekking heeft ook nog het psychologische voâr
–
deel, dat liet bereiken van het goucluitvoerpunt door een afvloeiing van goud aan het economisch leven bijzonder
duidelijk zichtbaar wordt gemaakt, terwijl de deviezenb-
wegi.ngen zich minder in het openbaar afspelen. De herver
–
dee]iing van het op enkele punten der wereld opeengehoopte
goud behoort niet het oog op een wederzijdsclie toenadering
der prijsniveau’s bevorderd te worden.”
Ten slotte wordt uit de verklaringen van den heér
Shacht nog aangehaald, dat naar zijn meeni.ng in de
toekomst de disconto-politiek tot bescherming van
cie goudvoorraderi der Rijksbank voldoende zal zijn.
Flat rapport vei-volgt dan:
–
,,De vermeerderiug van den goudvoorraad der Rijksbank
heeft tot voor korten tijd uitsluitend iilaats gevonden in
den vorm van aankoopen in het huiteiiiland -door de Rijks-
bank zelf; cle aanknopen kon-den i
ii
het algemeen tot ho-
trekkelijk gunstige prijzen worden uitgevoerd. In cle laatste twee maanden zijn voor cle eerste maal weer niet onbelang-
rijke bedragen aan goud langs den weg dor arbitrage naar
dc Rijk-sbank gestroomcl.
– overeenkomstig par. 3 van de Muntwet wordt uit 1 K.G.
fijn goud een bedrag van 2.790 R.M. aan gouden munten geslagen. Par. 22 van de Bankivct bepaalt den prijs, vaar-
toe de Rijksbank baar goud te accepteeren heeft, op 2.784
R.H. per KG. fijn goud, bij welk bedrag cle mtuitkosten
a
6 R.M. per KG. in mindering zin gebracht. De Directie
van -de )tijksbank beschouwt dit bedrag van 2.784 EM. als
een minimum, temeer daar voorloopig geen nieuwe mtiii-
ten geslagen zullen worden. In -dezelfde per. Wordt nog
bepaald, dat (Ie Eijksbank gerechtigd is, op kosten valt
den afgever zoorlanig goud -te doen onderzoeken en essa-
yeeren. Een onderzoek viti-cit niet p1aats wanneer liet ga-halte hoog genoeg liet stempel eerste-klas is. In liet tegen-
overgestelde geval zijn de kosten zeer gering: zij over-
treffen
Y
4
0
/00
niet. . -.
Goudafgifte aan het vrije verkeer heeft tot op -heden
niet plaats gevonden, afgezien voor industrieel gebruik.”
Hierop volgen eenige gegevens over den goudvoor-
raad. – Over de
geldmo.rkt
leest men dan, na een over-
iicht vaii de ontwikkeling van den rentestand:
,,In het laatste tusschentijdsche bericht
1
) werd reeds uit-
voerig over de merkwaardige ontwikkeling van den rente-
voet voor geld op korten termijn gesproken; merkwaardig
in het bizonder hierdoor, dat zij zich voltrok en stand
hield tegenover het slechts langzaam meegaande en’ nog
steeds relatief hoog te noemen binnenlanclsche renteniveati
voor leeningen op langen termijn. Verscheiden der ge
noemde oorzaken – bijv. de groote omvang der gelden van
publiekreohtelijke lichamen, dc aanhouden-de toevloed van
buitenlandsche credieten – -doen nog steeds hun invloed
gelden. Anderzijds
Js
in de laatste maanden cle toestand van
verschillende belangrijke takken van industrie in Duitsch-
land niet onbelangrijk verbet.erd, zoodat -de oiztspannende
invloed, dien de industrieele crisis op de gelcimarkt uit-
oefende, verminderd -is. Met deze verbetering in het be-
ririjfsieven en ver-der met seizoeninvloeden zal -cle geringe
verstijving, die zich in een deel der rentekoersen ver-
toonde, voornamelijk in verband te brengen zijn.
Kapitaainverkt.
–
Wanneer men -de zooeven geschetste ontwikkeling van
de geldniarkt met (lie van de kapitaalmarkt vergelijkt,
1)
Zie pag. 586 in het no. van 30 Juni 11. – Eed.
treedt dle tegenstelling tusschen beide markten duidelijk aan
het 1 icht. –
N,iebteiniii toont cle kapitaal-markt een grooten voojitit-
gang, die terstond aan liet ltic]it treedt, wanneer men, zo-
fl15
-in ht laatste tussclieutijdsclte bericht gesohiedde den
toestand in den eersten tijd na -liet van kracht worden van
het plan der deskundigen vergelijk-t met dle situatie in cle
eerste maanden va.n 1926.
‘ierwiji in -den aanvang slechts beperkte bedragen aan
pauclbrieven met moeite in het binnenland geplaatst kon-
den i’orden, en i’laag naar andere et-edieten op langen ter-mijn in den regel slechts -in den vorni van korte credieten voorloopige bevredig’ing kon vinden, ontplcoide ‘zieh • in
het begin van dit jaar langzamei-iian-d een groote bedrijvig-
-heidl in -de emissie van verschillen-de soorten obligaties.
Gedurende de
•
berichtsperioda had deze ontwikkeling
vorderen voortgang. In totaal werden van 1 December 1925
tot 31 Augustus 1926 in ])uitsehlancl ongeveer 2.894 nijl-
lioen EM. aan vaste rente dragende leeningen geëmitteerd,
waarvan 1.251 millioen R.M. op rekening van openbare
en 277 mil-lioen EM. op die van particuliere leeningen
en 1.366 niillioen R.M. op die van pandbrieven komen
Deze pandl)rieven i-aren sinds -den aanvang ‘ ‘au 1924 tot
voor korten tijd alleop goudmarken gebaseerd. Opmerkeas-
ivaardig Js, dat in September 1926 voor cle eerste maal
jandbrieven werden geëmitteerd, luidende in Reiclismark
– zon-dei- goudclausttle – een teeken voor liet vertrouwen
in de stabiliteit van het ruilmiddel.
– Bovengenoemde cijfers hebben echter voor cle beoordeelitig
van de werkelijke vraag en het werkelijk aanbod van itt
Duitschland gevormd kapitaal slechts bepet-k.te beteekenis.
Jn cie eerste plaats werd een groot deel der nieuwe cm’is-
sies aangewend -tot aflossing van bestaan-de schulden 01)
korten termijn. Verder werden in het binuenland geplaatste
schu.ld.brieven ook voor buiteni a.ndlscin reken ing verwn-i
–
ve u.
Terzelfdertij-d werkte ook de geiioeiticle
en
thouclencie ruimte
01)
cle gcldiiiarkt bevorderend op cle opname van emissies
in het binnenland.
Wat liet hooge – gedurende -cle berichtsperio•cle 2.181
nci.Uioen EM. hed.ragencle – totaalbedrag der aancicelen-
emiss-ies betreft, hierbij dient men nog
–
in acht te nemen,
dat een groot -deel der bedragen geen beroep op nieuw ka-
pitaal beteekent; doch werd uitgegeven op grond van zake.
lijken in-breng tengevolge van reorganisatie van reeds be-
staande ondernemingen ed. en zoodoonde slechts de voort-
schrijdende concentratie weerspiegelt. Ondanks cle toenemende kapitaal vot
–
niing in D uitsehl and
zelf vond -de vraag geen voldl-oendle bevrediiging, zooclat ver-
dere invoer van buitenlancl:sch kapitaal i:tood.ig was. De ka-
pitaalmarkt baai n-clt zich derhalve thans nog ongeveer in
die phase, welke de gel•dmarkt v&n- -de verandering, welke
zich cinde 1925 voltrok, kenmerkte. De rentevoet voor ere-
cliet op langen termijn is nog steeds hooger dan. die in liet
httcitenland en daalt voorloopig slechts -zeer langzaani.
Het is moeilijk, zich over de toekomstige ontwikkeling
van de kapitaalmarkt een nauwkeurig beeld te vormen.
Zooals reeds gezegd, speelt -dle consoiideer-ing van schulden
op korten termijn thans nog steeds een groote rol. Boven-
dien is de vi-aag naar industrieele credieten door cle lcrac:lt-
-tige tendenz tot ration-adiseeri.ng dIer bcclrijien welke iii
verschillende takken van liet Dui.tsehe bedrijfsleven be-
staat, versterkt. Deze invloed heeft echter
itt
den laatsteu
tijd weer aan beteekenis VCrlOre]i.
De -onafgebroken vermeeadtring der hij cle spa.at-bn.nkeu
ondergebrachte gelden – -deze tegoeden -hedi
–
oegen 31Aug.
1925 ongeveer 1.300 millioeii R.M. en op 31 Aug. 1926
2.591 millioen R.M. – bewijst, -dat de kapitaalvorming op
-bevredigende w’ij ze voortgaat. Ook de f in an cieele maatre-
gelen der openbare lichamen voeren teiccleele tot ccii – zij liet ook gedwongen – -vorming van nieuw kapitaal.
De spanning tasschen de rente op geld- cii kapitaalmarkt.
Zooals uit het bovenstaande volgt bestaat . in Duitsch-
land nog steeds groote spanning tusschen de geld- en ka-
pitdalmarkt. Een zekere weclerzijdsclie afhankelijkheid
tea-
schen heide markten is natuurlijk steeds voorhanden. Dat
zij echter voorloopig in DuitschlancI aanmerkelijk geringer
is dan elders is o.a. toe te- schi
–
jiett aan liet feit, dat cle
Duitsche markt voorloopig geeli vol doende liqiu de mate-
riaal bezit, waarin tijdelijk overtollige gelden op korten
termijn kunnen worden belegd.
Het ontbreekt niet aan pogingen, ook van de zijde van cle Rijkahank, den overvloed aan kort geld dienstbaar te
maken voor uitzetting 01) langeren termijn. Dit is echter steeds slechts in beperkte mate mogelijk. –
Ofschoon -de huidige, -gebrekkige verbinding tusscihen dle
markten in Duitsehlandl als een voorbijgaancl verschijnsel
kan worden besdhouwd, heet t zij toch voor liet oogenblik
ernstige gevolgen. Een van deze gevolgen – is, dat dle bedra-
8 December 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1087
gen, die aan cle effectenspeculabio toevloeien, giooter zijn
tlai.i Zij fuiclers zijn zouden, terwijl atidcr’/ijds oolc de positie
,
afl (le .Rijksbiiik op 1e credietnunkt docr
deze
o!It’ikke-
ling bemoeilijkt wordL –
lluitenlancische
l6Cfli?J(
i.
Zooals i’ecds bij de bespreking vi,ii de I)iiitsche kapitaal-
markt werd geeg(l iis de toestautL op (leze markt monicn-
teel v;itl (heil aard, dat btiiteiflanclsc-he leeriingen voor eeii
,
o] (bende beviedigi ig valt de bi tiiiettlauclsohe kapitaalbe-
hoetteii ii,iet geheel oritbeeid kitittieti worden en dat vel:-
lllill(lel’itig vaii ‘deze eretlieten de geweflSClLte verdere daliiig
‘LlI
cleii rentevoet voor Cledieteli -op lailgeiL termijn vet-
tragen zou
Ecu van de nadeclen voor Itet Duitsehe e-onoinische leveu,
diu aanvankelijk niet bt hillllenstrodIllen ‘ali deze buiten-
Jitidsehe credieten vei-bonden waren, –
iii.
cle korte ter-
IllijIl dci itieeste vciplichtiiigen – Jeeft ineer en meer aan
l)(‘tCCkCLIiS veiloren. Valt de thllls verleeiide credieteti ma-
(ITt
(10
korte (;rlt(liCtCll ItOg slechts ecit klein gedeelte uit
(‘II
(le :DLlits(he creliettienior ontinoet th;LllS in deii regel
geclI lllocilijkh&lell 111Ce1′,
‘iUl
neer hij
VZIIi
vreemde crediet-
gevers termijnen verlangt, clie ovcreelistenlflien met de doel-
einden, waal-voo!- hij het erediet nastreeft.
A ndere n adeeleli, voortvloeien.de uit den onoliderbrokeli
stroom van -deze credieten, zijn ook -thans nog aanwezig.
:De :Presiclecit. (ler iijkshank heeft voor de ieeds genoemde
enqiiste-coninnssie dtut rop reeds nadrukkelijk gewezen.
Z-uoals reeds gezegd oefent de verleeii.ing van buitenland-
sche credieten
01)
iie geldmarkt ecu verruimenden invloed
uit, terwijl tezelfciertijl de Duitsohe betalingsbalans, en in
siuiienhaug daarmede de deviezeuppositie van •de Rijksbank,
gunstiger worden dan anders ht geval zon zijn. Dit effect
gi’oeit uit tot een verslor ig der i-eguleering van het geld-
wezen, walilteer het binitenstroomen niet regelmatig, doelt
schoksgewijze plaats vindt.
i3eide genoemde gevolgen zijn des te krachtiger, Itaarinate
liet deel van het buitenlandsche erediet, dat voor directen
invoer w:oi.dt benut, dci ier is. De uitwerking op cie geld-
iiiai
–
kt is intusselien van vooi-bijgaanden aard; zij verliest
haar -directen invloed, zoodra ‘cle verkregen tegenwaarden
verbruikt zijli. Wat do uitwerking op de betalingsbalans
betreit mag illeil
wel
aalilleillen, ofschoon de constructie
(laar gecompliceerder is, dat van de er op volgende vermeer-
dering van do lii unenlindsche koopkracht binnen korteren
of lange
–
en tijd ccii zekere nivelleerende werking uitgaat.
1 )e gevolgen
t’ t
zit
k een -ïed etve
1:111
‘nl ng op ‘liet
1:00-
jillo-turbeloop dienen uatuurlijk lin het oog
te voedett ge-houden.
Behalve ‘,roor de geld- cii c-rodietpolitiek der Rijksbank
hebben cle huiteilandsche credieten met hun tendens, den
toestand vn het oogeubl
–
ik te ontlasten cii de toekomst te
verzw;irell, groofe heteekenis vooi- het vraagstuk der he-
stel betal 1 nge
ii.
1 reL is
11
ier wieL cle iiader op deze
cr4: ii te gaan.
Onder de ‘iii hel; buitenland opgeoiien bedragen zijn cle
1 cclii ige
Ii
vn
ii p hij k -echtel ijke Ii cli tune u voortdurend rij –
kclijk vcrtegentvoord.ig;l. Van het 1.873 illillioeli T.I.M. gi
–
oote
beding aan bu,itenlandsche leeningcu gedureude 4e pei-iode
van
Ii
September :1925 tot 31 Augustus 1926 waren niet
IlLilliler (];lu 710 nullioell .H.M. of 37,9 pGt_ leeit’ingen “all
pibliekrechtelijke lichamen.
Deze omstiidighei-d is op zichzelf niet bedenkelijk. Wie
in liet buitenlaid leent doet tenslotte weinig ter zake
Cii
i
n
1 all dell, -die tijdol ij L of
cl
UH 1’Z
tam op vreernl kapitaal zijn
1
;Lngewezen, vonndelE publiokreclatelijke lichamen hij de i
.i
het buitenland opgeltolien leelingen steeds eelt belangrijk
deel dlel schuldeliareli. Voorwaarde daarbij is natuurlijk, dat de doeleinden, waarvoor de leelliligen worden aange-
l
–
elidl, die zijn, welkej- bevrediging hij de heerschercde ka-
1 itadsolia arschie gerechtvaardigd is, hetgeen noodzakelijk maakt, dat leen i ngeu voor niet direct prductieve cloelei ic-dec slechts bij wijze van llitzOlideI’ing iogen plaats vinden.
Voor korten tikl is liet totaalbedrag der aan Du.itselciancl
verleende Credieteli door den President
cli
de Rïjksbauk
op hoogstens 5 Il)illiiird EM. geschat, Va(i,rin zoowel de
leeningen
01)
lamlgell als op korten terfllijn zijn begrepen.
Het Statistische Reichsamt schat het netto-bedrag van de
door ])uitschlalill in het buitenland aangegane schulden.
01)
3,3 millitird
EM.,
waarbij aangenomen werd, dat de korte
c-reci,ieteu door
clii
arlilede oorrespondeerende
II
itzettingen valt
i)iiitsche zijde thans gecompenseerd zijn, terwijl verder ook
zooveel mogelijk reken ing werd gehouden met den terug-koop van
111
het buitenland uitgegeven obhigatiën. Bij de
vele onzekere factoren is het uiterst moeilijk, -de juiste
cijfers bij be.ni.clering vast te stellen.
Discontopoliiic1
–
.
TIl
let tllCS(lieliti,jdlselte bericht
l’Clcl
reeds medegedeeld,
hoe de positie van de Rijksbank tengevolge van de out-
wikkelilg
01)
de .g elclivai
–
kf ‘OlkoiflCll .is veranderd. Niet
slechts verloor do op 7 April 1924 ingevoerde restrictiepo-
litic’k einde 1925 icclei’e beteekemiis, doch de toestand werd
spoedig van dien aard, dat de Rijksbank zelfs ondanks cle
herhaalde verlagingen van het bankcliisconto iedere directe
(tolltrdle over de gel-dmarkt verloot
–
, een contrôle die, be-
halve op cle lIltinodagen, ook thans iog niet hersteld is.
Overgang tot (Ie variabele cfollairnoteering.
Liet loslatet van de onvoranclorlijke dollarnoteering, over
de gevolgen waarvali reeds een en ander -werd medege-
deelci, -heeft niet slechts het voordeel, dat het een van de
laatste, -uit
CCII
vroegere periode stammende, beperkingen
van het cleviezeitverkeer terzijde stelt, doch zij versterkt
ook in zooverre de positie van de Rijksbank, als deze niet
imieer zooals tot dusverre automatisch tot een onverander-
lijken kocis deviezen afgeeft of opneemt, doch deze vorm
van accommodatie weder in haar creclietpolitiek betrekt,
wat aan dc effectiviteit ten goede komt. De maatregel
heeft bovendien teil gevolge gehac), dat, ten minste geduren-
de de ultimopeniode, een zeker contact tnsschen geldmarkt
en Rjksbank het
–
steld is. Zoo]ang men op een vasten dollar-
koers bij de Rijksbank kon rekenen gaven de particuliere banken er de voorkeur aan, gedurende den ultimotermijn
eigen of voor dit doel .geleendeleviezen aan de Rijksbank
aan te bieden en zich zoodoende de nooclige mark’beclragen
to verschaffen, waardoor de kosten, die aan deze transactie
verbonden zijn, zich beperkten tot het verlies der op deze
deviezen vallende rente. Het opgeven van een vaste dollar-
noteel-ing heel t de zekerheid vernietigd, aan- en terugkoop
van deviezen steeds tot denzelfdeu prijs te kunnen doen
plaats hebben, zoodat de ultimobehoeften thans weder in het
algemeen op normale wijze worden gedekt dooi- het dis-
conteeren van tt’issels of door beleeningen.” –
Na enkele beschouwingen over cle gelden van pci-
bliekrechtelijke lichamen en eenige credietpolitieke
maatregelen der Rijksbank volgt tot slot een parag:raaf
over:
De crediefcondjities der lenken.
,,In Mei en April jI. werd door de Directie van de Rijks-
bank een onclei-zoek ingesteld naar de hoogte van de
verschillende vormen van rente, -welke in het bankverkeer
berekend werden. Over cle resultaten van dit onderzoek
verclen aan den genoemden ,,Ausschuli” uitvoerige mededee-
lingen dooi- de Rijksbank gedaan. Het bleek, dat cle plaat-
selijke vci’een igilgcn ‘all banken zich in liet algemeen
hadden aangesloten bij het peil, dat door cle i3erlijnsclie
badcel en -bankiers (BerI 1 ner iitcnipel’vei’ei iiigllng) als non-
mal
Vil5
aangenomen.
Tet-wijl toentertijd het peil vii den Stelnpelverein 1 pCt.
boven het disconto van tic ilijksbank stond, vermeendei-d met
24 pCt. voorschotprovisic, werd voor het gansche Rijk da
rekening-courant een debetrente van ongeveer 11 pCt., ver-
meerderd met de gewone voorschotprovisie, terekellcl. Bij de Coöperatieve Banken bleek cle gemiddelde rente onge-
veet- 13 pCt. te bedragen, bij cle Spaarbanken ‘bedroeg liet
emicIciclde ongeveer 12 pCt.; in beide gevallen exclusief
verdei-e onkosten. lic aansluiting aan cle vermindering van
het disconto van de Rijksbank werd de relite (1cr Stempel-
vereinigung op 7 Juli 1926 tot 7 pCt. verlaagd; liet rente-
peil vai de overige instellingen zal wel dienovereenkomstig
gedaald zijn.
De door cle hi,j cle Stempelvereinignng aangesloten baic-
ken berekende voorschotprovisie is op 1 September 1926 ondet den di’uk der Rijksban-k vi 2,4 pCt. op 2 pCt. ver-
niiuderd. De debetrente eu dc gewone provisie
1
bedra-
gen dus in normale gevallen te zamen 9 pCt. Men client
echter te bedenken:
le. dat in rekening-eoui
–
unt – voor zoover het geen pro-
tisievnije rekeningen betreft (belangrijkste voorbeeld: te-goed voor cleposito’s) – de berekening van een omzetpro-visie gebruikelijk is. Over de hoogte dier provisie kon cle deskundige der Rijksbatk geen opgaven doen;
2e. dat het totale toegestane crediet terstond belast wordt en anderzijds eelt tegoed op een credit-rekening (rekening-
courant) geopend wordt. De voorsehotprovisiën tvorden zoo-
doende direct over iliet totale toegestane erediet ‘berekend;
de creclitrente wordt vergoed over -het niet opgenomen doel
van het crediet;
3e. dat deze normen in den regel slechts voor eerste-klas
cliëntèle gelden.
De gunstige ontwikkeling van de daling der credietkos-
te1 (6 October 1924) rente 12 pCt., voorschotprovisie 434
pCt.; 1 September 1926 rente 7 pCt., voorsehotprovisie 2 pCt. – is ten dccle een gevolg van de bemoeiingen der
Rijksbank. De Rijksbank acht den’ huidigen toeetand nog
niet bevl-edigendl en zal haai- bemoeiingeii in deze richting
t’ooi-tzetten. –
1088
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
8 December 1926
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.
«**
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
~
Disc.Wissels.
34
S
Oct.’25
Zwits. Nat. Bk. 3422
Oct.’25
Ned.
Bel. Binn.Eif. 4 S
Oct.’25
N.Bk.v.Denem. 5
24 Juni’26
Vrsch. in R.C. 5
3 Oct.’25
ZweedscheRbk
44
8 Oct.’25
Javasche Bank…. 4
14
Juli’26
Bank v.Noorw.
4426 Oct. ’26
Bank van Engeland 5
3 Dec.’25
Bk. v. Tsjecho.
Duitsche Rijksbank (3 6
Juli ’26
slowakije
. .
5
24Nov. ’26
Bank
v.
Frankrijk.
7431 Juli’26
N.Bk.v.O’rijk. 7
6Aug.’26
BelgischeNat.Bnk. 7 23Apr.’26 N.Bk.v.Hong. 6
25Aug.’26 Fed. Res.BankN.Y. 4 12Aug.’26
Bank v. Italië. 7
17Juni’25
Bank van Spanje.. 5
23 Mrt.
’23 Z.-Afr.Res.bnk
54
OPEN MARKT.
1926 1925
11
1924
11
1914
ec.
4 Dec.
29 Nov.-1
22-27
15-20
30Nov.-
1-6
20-24
4Dec.
Nov. Nov.
5Dec.
Dec.
Juli
AmIerdam
Partic.disc.
3114_1116
3
1
18_
5
I6
3
1
18.3116
3
–
116
311612
4
1
14_
7
18
31/s_31
1
6
Prolong.
3/4
311
4
.31
4
731
4
31(
3
211
1
.311
2
3113_4
312-4
211
4
-31
4
Londen
Daggeld
..
3-4
3-5
1
1
3
1
125
3_431
4
2-4
111
5
231
4
1
3
14-2
Partic. disc.
4518
4
5
1s_
11
11
4I8118
4
11
116_314
4..114
35/8_111,6
2214-814
Berlijn
Daggeld
..
8
1
1
6_8
112
2
1
146
2
1
12_4
1
12
7_9
– –
Partic.disc.
30.55 d…
4
5
18
4
5
18
4
5
18
41
18
–
’14
6
3
14
– –
56-90 d..
.
411
3
4
1
12
413
4113515
6
3
14
–
2
1
1$_
1
13.
Waren-
wechsel.
5.11
4
5_I1
57/
5
511
4
471_51j
&/4
–
–
New
York’)
Ca11 inoney
412
–
14
41
1_
53
14
4
1
12
–
514
4612.5114
531
4
3_3/
4
131
4
_211
3
Partic. disc.
3713
1
37I
1
3718
3
18
3
18
– –
1)
Cali money-koers van 3 Dec. en daaraan voorafgaande weken t/m
Vrijdag.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
D a a
New
ILonden
Berlijn Parijs
1
Brussel1
1)
York**)
*)
5)
*)
5)
30 Nov. 1926
2.501
,
1
8
12.134
59.434
9.21
34.80
100%
1 Dec.
1926
2.50t,
12.12*
59.47
9.31
34.80
100%
2
,,
1926
2.50i,
1212+
59.474
9.53
34.80
100%
3
,,
1926
2.5011
4
12.1
2
*
59.
4
6*
9.61
34.80
100
4
,,
1926
–
12.13
59.464
10.00
34.80
1o03
8
,,
1926
2.50
1
1
8
12.13
59.45*
9.88
34.80
100%
Laagsted.w.l)
2.50
12
.
1
2*
59.42 9.03
34.75
1001
1
8
Hoogste d.wl)
2.503/
12
.1
3*
59.48*
10.10
3
4
.8
2
*
bOl/
s
29 Nov. 1926
2.50
1
/
8
12.13j1
59.43 9.28
34.80
100%
22
,,
1926
2.5011
8
1
2.1
2
*
59.37*
8.8
4
*
34.81
100,’.(
Muntpariteit
2.48%
12.10
59.26
48.-
/
31.59
100
Data
Zwit-
serland
Weenen
Praa2
Boeka-
Milaan Madrid
5
,
)
*1
i
/
1
restfl
/
/
**
30
Nov.
1926
48.27
35.324
7.40
1.33
10.67
37.83
1 Dec. 1926
48.26%
35.32*
7.40
1.31
10.67
37.90
2
,,
1926
48.25
35.32*
7.40
1.30
10.71*
37.90
3
,,
1926
48.25 35.30
7.40 1.31
10.72
38.12*
4
126
48.25 35.30 7.40
1.30
–
–
6
,,
1926
48.26
35.30
7.40
1.30
10.874 38.024
Laagsted.w.
1)
48.22 35.15
7.38
1.25
10.60
37.80
Hoogsted.wl)
48.28
35.35
7.42 1.40
10.95
38.15
29 Nov. 1926
48.25
35.324
7.40
1.40
10.67
37.90
22
,,
1926
48.25
35.274
7.40
1.36
8.20
37.90
Muutpariteit
48.-
35.-
50.41
48.-
48.-.-
48.-
Data
Stock-
Kopen- Oslo
Hel-
sin
Buenos-
Mon-
5,)
holm
hagen5.)
for
f1)
Aires’)
treal
1)
30
Nov.
1926
66.774
68.624 63.10
6.30
101%
2.50%
1 Dec.
1926
66.75
68.60
63.15
6.30
101h
2.50%
2
,,
1926
66.75
66.60
63.25
6.30
101h
2.50%
3
,,
1926
66.75 66.60
63.90
6.30
101%
2.50%
4
,,
1926
66.774
66.624 63.75
6.30
1013%
2.5034
6
,,
1926
66.85
68.624 63.95
6.30
102
2.50%
Laagsted.w.l)
66.70
66.55
63.00 6.28
101%
2.50%
Hoogste d.wl)
66.824
66.65
64.15
6.32
1023„
,
2.50%
29 Nov. 1926
66.774
66.624 63.10
6.30
101%
2.50%
22
,,
1926
66.75
66.65
64.65
6.29
10111
4
2.50′,
Muntpariteit
66.80
66.67
66.67
48.-
105
2.4811
5
‘)
Noteering te Amsterdam.
*5)
Noteering te Rotterdam.
1)
Particuliere opgave.
In het eerste
nummer
van iedere maand
komt
een
overzicht
voor van een aantal niet
wekelijks
opgenomen
wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
a
Da
Londen
($
per
£)
Parijs
($
P. lOOfr.)
Berlijn
(S
p. 100 Mk.)
Amsterdam
(3
p. 100 gld.)
30 Nov.
1926
4,85
8
1
s
,
3,71
23,76
1
39,97%
1 Dec.
1926
4,85
3,74
23,78l1
8
39,9834
2
1926
4,8415
3,831
23,7811
4
39,98%
3
,,
1926
4,84
15
1
3,91
23,78%
39,98
4
1926
4,85
3,974
2 3,7 8
39,98
6
1926
4,85
3,904 23,77%
39,98
7 Dec.
19251
4,8531
3,84
23,80
40,19
Muntpariteit..
1
4,8667
19,30
23,81%
4081
t
,
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen
en
Landen
INoteerings_I eenheden 20Nov.
1926
27Nov.
1926 129
Nov.14
Dec.
‘261
LaagsteHoogste
4
Dec.
1926
Alexandrië.
.
Piast. p.0
97%
97%
9771t6
9
°!
97
Athene
….
Dr. p. £
392 396 366
088
369
Bangkok
. . .
Sh. p.tical
11108/
8
111081
5
1/1011
8
1/1031
4
1/1031
4
Budapest
. ..
Pen. p. £
27.724
27.724
27.65
27.80
27.70
B. Airesl).
..
d. p.
$
45251 45%
455
1
4571
8
45131,
Calcutta
.. . .
Sh. p. rup.
1’5′
7
1
es
15Il/
18
1
586
/
s’s
15”
1
l’5″
!
Constantin..
Piast. p. £
962%
962
960
980
967%
Hongkong
Sh. p.
$
1/] 1′,
1
1’10
201/
16
1’ll
7
55
Kobe
……
Sh.p.yen
20
1
T5
210
1
1
16
20 °
11fl
2I04,
2/0s/,
Lissabon
1)
. .
d. per Esc.
217!
’82
2”
ISa
2
33
64
2′
164
2
1
‘
82
d. per
$
24
24
23 25
24
Mexico ……..
Montevideo’)
d. per
$
49%
4381
8
49
,
1
8
49
5
1
4
9
3
1
Montreal’)
.
$ per
£
484
‘
53
4.84
4.84%
4.85
R.d.Janeirol)
d.per Mil.
..
61
132
6′
IS
531!
132
6′
1
6
Shanghai
. . .
Sh. p. tael
2
1
5
9
1
I
6
2’5
44%
216I1
2/511
15
Singapore.
..
id. p.
$
213271
2/3
11
/
16
2/3%
2;311
213
18
115
Valparaiso
1).
$
p.
39.59
39.51
39.54
39.59
39.56
Warschau
..
ZI. p. £
1
43%
43%
42
45
4334
1) Telegrafisch transfert.
2)90 dg.
ZILVERPRLJS
GOUDPRIJS
8)
Londen’)
N.Yorkl)
Londen
29 Nov.
1926.
.
25y
4
5451
,
29
Nov.
1926.
.
.
84111% 30
,,
1926..
2511
8
5411,
30
,,
1926….
84110%
1 Dec.
1926..
24I1/,
53%
1
Dec.
1926…
.
84111%
2
,,
1926..
24I1,
53
1
18
2
,,
1926….
84111%
3
,,
1926..
2431
8
53
1
18
3
,,
1926…
.
84111%
4
,,
1926..
24
8
1
IS
5251
8
4
,,
1926.-…
84111%
5 Dec.
1925..
32
1
1
6981,
4 Dec.
1925….
.
84111%
20 Juli
1914..
24
16
1
16
54
6
18
20 Juli
1914….
84111
1) in
pence
p.oz.stand.
3)
Forelgn silver in ge. p.oz.fine.
3)
in
sh.
p.oz.fine
STAND VAN
‘e
RIJKS KAS.
Vorderingen.
1
23
Nov.
1926
30 Nov. 1926
Saldo bij de Nederlandsche Bank
– –
Saldo
b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
f
1.424.446,56
f
800.115,54
Voorschot op uIt. Oct. 1926 aan de ge-
meenten op voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten op
50.779.126,43
,,
50.779.126,43
de Rijksinkomsten belasting………..
Voorschotten aan de koloniën…………
10.086.848,13
,,
10.538.487,79
Kasvord. weg. credietverst. a/h. buitenl.
,,
134.896.268,71
.,
135.687.396,54
Daggeldleeningen
tegen onderpand
7.800.000,-
–
Saldo der postrekeningen van Rijks-
van Staatsschuldbrieven
………….
19.970.476,75
,,
13.247.903,46
comptabelen
…………………….
Vordering op het Staatsbedrijf der P.,
T.
en
T.
3
). …………………….
–
–
Id. op andere Staatsbedrijven
1)
–
.
–
V er p11 c h t i n ge n.
Voorschot door de Nederl. Bank
f
9.474.216,84
f
14.119.764,64
Schatkistpromessen in
111.369.000.-
42.320.000.-
,,lll.369.000,-
,,
39.720.000,-
Waarvan direct
bij de Ned. Bank
–
–
13.675.600,50
,,
13.545.147,50
Schatkistbiljetten in Omloop’)………..
Schuld a. d. Bank v. Ned.Gemeenterj
2)
–
–
omloop ………
Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds
2)
,,
1.682.581,90
,,
2.046.800,48
Zilverbons in
Omloop ………………..
Id. a. h. Staatsbedrijf d. P., T. en
T.
2)..,,
25.301.937,68
,,
20.265.303,03
Id. aan andere Staatsbedrijven
2
)……….
1.479,651,97
,,
1.299.651,97
Id. aan diverse instellingen
2)
……..
…
36.219.144,79
,,
36.151.425,27
Waarvan
f
12.056.000 vervallende
op 1 Juli 1929.
In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH
–
INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
27 Nov.1926
4 Dec. 1926
f
20.905.000,-
f17.590.000,-
Voorschot uit
‘5
Rijks kas aan N.-lndië
229.000,-
–
Totaal……………………………
Indische Schatkistprom. in omloop
..
2.800.000,-
3.500.000,-
Voorschot Javasche Bank aan N.-lndië
–
–
Muntbiljetten in omloop
…………
..
32.942.000,-
32.893.000,-
Ten voordeele van Ned.-lndië ge-
boekte beleggingsgelden van het
Ned.-lnd.
muntfonds………………..
Idem van de Ned.-Ind. Postspaarbank.
3.075.000,–
718.000,-
3.154.000,-
,,
684.000,-
Te goed bij
‘5
Rijks kaa…………………
–
,,
1.077.000,-
Te goed bij de Javasche Bank ……….
,18.859.000,-
,,21.564.000,-
8 December 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
lp1..
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 6 December 1926.
Activa.
Binnenl.Wis-(Hfdbk.
f
38.634.194,21
sels, Prom., Bijbnk.
,,
7.924.830,30
enz.indisc.(Ag.sch.
,,
16.843.459,98
f
63.402.484,49
Papier o. h. Buiten!, in disconto………
–
Idem eigen
portef.
.
f
180.951.608,-
Af :Verkochtmaar voor
debk.nognietafgel.
,,
–
180.951.608,-
Beleeningen
ncl. vrsch.
Hfdbk.
f
51,570.502,04
in rek.-crt
Bijbnk.
12.025.334,80
–
op onderp..
Ag.sch.
,,
0.325.388,41
133.921.225,25
Op Effecten …..
._
f
131.104.125,25
Op Goederen en Spec.
,,
2.817.100,-
,,
133.921.225,25
Voorschotten a. h. Rijk ………. …….
,,
10.485.058,_.
Munt en Muntmateriaai
Munt, Goud … ….
f
6 1.370.225,-
Muntmat., Goud
..
,,
356.281.452,47
417.01.677,47
Munt, Zilver, enz..
,,
26.898.429,86
Muntmat., Zilver..
Effecten
444.550.107,33
BeleggingRes.fonds.
f
7.028.167,25
id. van
i/
v. h. kapit.,,
3.989.374,05
11.017.541,30
Gebouwen en Meub. der Bank
.
…..
.
5.142.000,-
Diverse rekeningen
………….. .._
65.782.897,39
f
915.252.921,76 Paeslva.
Kapitaal ………. .. …….-….. …..(
20.000.000,-
Reservefonds …………….
………
7.047.731,06
Bijzondere
reserve …………. ……..
,,
8.800.000,-
Bankbiljetten in omloop……………
845.838.175,-
Bankassignatiën in omloop………..
407.285,62
Rek..Cour. J Het Rijk
f
–
saldo’s:
,
Anderen
21.843.729,95
21.843.729,95
Diverse rekeningen ……………..
,,
11.316.000,13
f
915.252.921,76
Beschikbaar metaalsaldo
………….f
270.363.977,47
Op de basis van
2
1
5
metaaldekking…. ,,
96.746.139,36
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigdis.
1.351.819.885,-
Voornaamste posten in duizenden
guldens.
Goud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Munt
1
Muntmat.
Circulatie
opelschb.
schulden
Metaal-
saldo
kings
perc.
6 Dec.
26I
61.370
356.281
845.838
22.251
270.364
51
29 Nov. ‘2f
61.590
356.281 849.236
18.595
271.008
51
22
’26
51.729
356.281
833.296 22.324 273.639
52
15
’26
62.014
356.300 852.506 25.974
269.114
50
8
,,
’26
62.114 356.297
866.146 22.483 266.830
50
1
,,
’26 62.266 356.290
891.961
23.977
261.533
49
7 Dec. ’25
49.111
405.274
894.884
36.344
290.646
51
25 Juli
‘14165.7031
96.410
1310.4371 6.198 43.521
1
)
1 54
Totaal
Schatkist-
1
–
ee
Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
n
1
e
ophef
reke-
disconto’s
rechtstreeks
bulten!.
nlngen
‘)
6 Dec.
19261
63.402
–
1133.921
1180.952
1
65.783
29 Nov, 19261
61.038
1
–
1139.178
1182.314
1
59.073
22
19261
63.379
1
–
1126.791
1182.451
1
61.245
15
19261
68.327
1
–
1131.2431 180.238
72.921
8
19261
71.1861
6.000
.148.308
178.810
65.058
1
,,
19261
73.795
1
9.000
i
170.355
185.544
66.100
7 Dec.
19251
74.377
1
–
1128.802
1
246.529
1
39.543
25 Juli
19141
67.947
14.300
61.686
20.188
509
1)
Op de basis van
lis
metaaldekking.
2)
Sluitpost
activa.
SURINAAMSCHE
BANK.
Voornaamste posten in duizenden
guldens.
Data Metaal
‘1’ct
latle
1
Andere
opeischb.
1
1
Dlscont.
Div. reke-
1
ningen’)
j
schulden
1
6
Nov,
1926..
1.021
1.629 1.005
909
600
30 Oct.
1926..
1.045
1.647
1.011
905 612
23
1926..
1.045 1.486
1.172
901 631
16
1926..
1.048
1.537
1.080
899 688
9
1926..
1.048 1.612
1.108
896 586
7 Nov.
1925…
959 1.733 697
972
290
S
Juli
1914..
645
1.100
560
735
396
‘) Slultpost
der activa.
27Nov.1926
14800
57
20
,,
1926
148.83(1
‘
57
13
,,
1926
149.680
”
57
30 Oct. 1926
12.528
ii
102.986
41.643
56
23
,,
1926
12.270
25.084
103.309
43.594
56
16
,,
1926
12.207
25.095
104.295
41.443
56
9
,,
1926
12.121
25.985 100.360
45.328
56
28Nov.1925
16.674
25.643 83.063
72.195
49
29Nov.1924
34.859
17.056
95.768 63.085
48
25Juli1914
7.259
6.395
47.934
2.228
44
1)
Sluitpost activa.
2)
Basis
lis
metaaldekking,
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste
posten, onder bijvoeging der Currency Notes, in duizenden ponden sterling.
Data
Metaal
Circulatie
1
Currency Notes
Bedrag
i
Ban kbl
1f. 00v.
Sec.
1
Dec. 1926
152.876
139.694
285.783
56.250
234.863
24 Nov. 1926
152.975 138.005
284.736
56.250
233.958
17
,,
1926
153.000
138.109
987.120
56.250 236.301
10
»
1926 152.061
138.834
289.192
56.250
238.305
3
,,
1926
152.807
139.537
289.437
56.250
238.505
27
Oct.
1926
152.815
139.069
287.615
56.250
236.820
2
Dec.
1925
145.660
143.283
1289.418
56.250
238.116
22 Juli
1914
40.164
29.317
II
– –
–
Data
1
Qov.
1
Sec.
1
Other
1
Sec.
Public
Depos.
1
Other
1
Depos
Reservel
1
Dek-
1
Dec. ’26
42.258 69.673
9.191
117.827
32.932
25
,6
24 Nov.’26
33.328
74.371
23.808
100.826
34.720
Tw
27
7
18
17
’26
34.408 69.423
20.482
100.218 34.641
10
’26 36.210
69.366
18.638
102.164 32.976
2751,,
3
,,
’26
35.435 71.466
19.158
103.069
33.020
2781
8
27
Oct.
’26
36.715
70.094
17.756
104.850
33.496
28
2Dec. ’25
62.438
71.695
S.525
129.924
22.127
16
22 Juli ’14
11.005
33.633
13.736
42.185 29.297
52
1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
BANK VAN
FRANKRIJK.
Voornaamste posten
in millioenen
franca.
Waarv.I
ITe goed
I
Wis-
1
Belee-
Data
Goud
in het
Zilver!
in h t
sels
buitenl.I
1
buitui)I
buiten!.
1
n!ngen
2Dec.’26
5.549
1.864
341
81
5.101
16
2.117
25Nov.’26
5.549
1.864
340
82 4.420!
13
2.094
18
’26
5.549
1.864
339
81
4.260
18
2.169
12
’26
5.549
1.864 339
81
4.193
15
2.244
4
’26
5.549
1.864
339
81
5.989
13
2.127
3Dec.’25
5.548
1.864
317
63
4.702
13
2.622
23 Juli’14
4.104
1
–
640
–
1.541
8
769
1
Buit.gev,.I
Schat.
1 1
Diver-
1
1
1
Rekg. Courant Data
voorsch.I
kiffbil,_
–
– –
,l
sen
2)
Circulatie
I
parti-
________
1UIU.
__UUI’JLLfl’J1
‘
culieren
2Dec.’26
36.700
5.535 4.388
53.332
4.805
14
–
25Nov.’26
35.700
5.531
4.832 53.263
4.325
60
18
,,
’26
35.850
5.530
4.866
54.064
3.741
31
12
’26
36.050
5.521
4.985
54.927
3.221
48
4
’26
36.550
5.494 4.189
55.651
3.400
16
3 Dec.’25
33.500
5.194 3.356
49.184
3.246
41
23 Juli’14
–
– –
5.912
943
401
In
disc,
genomen wegens voorsch.
v. d.
Staat a.buitenl. regeeringen.
Sluitpost activa.
3)
Except tegoed bij Russische Staatsbank.
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De sa.mengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
Data
Ooua
Zilver
Circulatle
jhb. I”ï’
schulden
1
saldo
27Nov.1928
227.250
327.000
70.000 147.850
20
,,
1926
227.000
331.500
69.000 146.900
13
,,
1926
226.750
337.000
63.500 146.650
30 Oct. 1926 ‘198.534
28.471 333.741
70.498 146.632
23
,,
1926 198.705
28.379 333.104
72.274 146.491
16
,,
1926 199.022
28.590 334.569
70.312 147.132
9
,,
1926 198.849
29.746 333.706
72.854 147.733
28Nov.1925 143.658
41.404 344.066
33.517 110.184
29Nov.1924 134.037
54.671 276.701 113.471 111.357
25 Juli1914 22.057
31.907
110.172
12.634
4.842
2
)
Wissels,
1
‘ Dek-
Data
1
Dis-
bulten
Belee-
1
Diverse
1
reke- 1 kings-
conto’s
N.-Ind.
ningen t
ningeni)
Percen-
betaalb.
taee
1090
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
8 December 1926
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam,
6 December 1926.
Het einde van de mijnwerkersstaking in Engeland heeft
i Ii
. de a(htei• ous liggende berichtsperiocle geen uitwerkieg
vuil beteekenis
01)
cle fondsenmarkt te L o u d e ii uitge
oefeiid. Wel zullen cle eerstkomende maandeii verrnoe
delijk een krachtige opleving te zien geveu, doch ovei het
algemeen acht men het tot stand gekomen compromis,
iiièt bevredigend eu gelooft men, dat ernstige pogingeu
in het werk gesteld moeten worden, om alsnog tot betere
overeenstemming te komen, indien men moeilijkheden voor
cle toekomst weuselit te vermijden. De gedrukte tendens
is vooral tot uiting gekomen op de beleggingsmarkt waar,,
ondanks de distributie van £50.000.000 aan rente op de;
oorlogsieeniugen, geen aankoopen van beteekenis plaats;
hebben gevonden.
Te B e r lij n is cle stemming iets beter geweest, doch’
ook hier hebben de fiuctuaties geen groote vormen aange-
nomen. Merkwaardig was het, dat verschillende fondsen,
welke eenigen tijd geleden te New York zijn onderge-
bracht, deze week in Berlijn werden aangeboden. Dit was
o.a. het geval met aandeelen Disconto Geseilschaft, welke
eenige procenten beneden den koers van Berlijn werclen
geoffreerd. Gr oote handel heeft echter niet plaats gevon
dcc, omdat de beide soorteii nog niet dooreen leverbaar zijn.
Te 2 a r ij s heeft de îondsenniarkt zich groote reserves,
opgelegd. De schommelingen van het ibetaalmiddel zijn zoo
heftig geworden, dat men er de voorkeur aan geef
geen nieuwe engagenienten aan te gaan. De handel heeft
zich in hoofdzaak beperkt tot die fondsen, welke een in’
ternatiojiale markt hebben. De koersvariaties in deze pa
pieren hebben zich aangeloten aan de noteeriugen van
den franc.
i.
Te N e w Y o r k is een iets grootere levendigheid ont
staan. Weliswaar zijn cle omzetten nog niet sterk toege-
liomen, doch het schijnt, alsof het pnbliek in grootere mate
deel weuscht te nemen aaii de gebeurtenissen op de beurs.
De voortdurende ruimte op cle geldinarkt ‘oit ecu oorzaak
van dozen gang van zaken; vervolgens zijn eibeteie be-
richten binnengekomen onitrent de toekomst
van
de iii-
dustrie. Tegenover cle meldingen van een inkrimping der
opdrachten bij cle Forclfubrieken staat bij’. een uitbrei-
ding van de omzetten bij de General Motors, zooclat iner
van eenige uivelleei’ing kun worden gesproken.
1
1
Tc n o ii z e n t is de markt zeer kalm geweest. De
bc.
1eqyiicysafdeelvny
héeft geen nieuwe momenten naar voren
gebiacht, behalve, dat bier en daar eenig aanbôcl is ont
–
staati, iii verband niet de hoogeie uoteeringen *op cle geld-
markt. Dit betrof echter in hoofdzaak inheemsche soorten.
De huitenlancisehe beleggingspapieren mochten zich in vol-
cloeicde vraag verheugen, zoodat bier cle aadeelige verschil-
len geen groote proporties hebben aangenomen. Ruime lire-
dcl is ontstaan in de obligaties ten laste van den Belgischen
Congo, welke tegen liet einde van de beriehtsweek konden
monteeren. 6 pCt. NecI. Werk. Schuld 1922:
1057/8,
106,
105%,
1057/
s
; 4% pCt. NecI. Werk. Schuld 1917:
991110,
98%,
99
ii
132;
4% pOt. Necl.-Tudië 1926: 971115, 97/ii, 97% ; 5 pOt.
Mexico Goud £ 20-100:
43%,
42%, 44; 5 pCt. Brazilië
1903
£ 100: 74, 74
4
, 73%; S pOt. Sao Paulo: 103%, 104,
103%. Van
de aandeelenmarkten is cle groote aandacht op cle
rabberafdeeliny
geva.lJen. Oorspronkelijk was dc stemnun
hier lusteloos, als gevolg van cle reactie
Of
de rubber
markt. Daarna echter zijn cle berichten omtrent de ‘or,
niing van een ,,pool” in cle lInie binnengekomen, welke een
eigelia’i ruige uitwerking hebben gehad. De opvatting om-
trent de bedoelingen vatIt dezen ,,pool” zijn nl. ter beurze
nogal verdeeld, doch over het algemeen gelooft men, dat
deze actie ten gunste van de Neclerlai.,clsch-Indisohe oucier
–
nemingeli moet worden uitgelegd. Wel gelooft men, dat
cle periode van zeer hooge ruibbernoteeriiigen thans voorgoed
tot liet verleden behoort – waaruit sommigen een briace-
motief meenden te kunnen putten – doch hiertegeuovcr
staat, dat de thatis geldende prjzen nog steeds een ruime
wiustmargc voor de ondernemingen laten en men onder:
stelt, dat een dergelijke marge voorloopig wel gehandhaafd
zal kunnen worden. Het gevolg voor de aandeelen is ge-
weest, dat plotseling groote kooplust ontstond met dien-
overeenkomstigé koersverbeteringen, waarna weder een in-
zinking plaats heeft gevonden, welke een deel van cle
koerswinsten heeft uitgewischt. A,msterdam Rubber:
311%, 315, 307%, 317%, 310/; Deli Batavia Rubber: 249,
241%, 256, 247%; Hessa Rubber: 452%, 457, 445
1
1i,
466,
448; Java Oaoutchouc: 195, 190, 202, 1997/
8
; Kali Telepak:
305%, 301, 315, 306; Nécl.-Ind. Riebber & Koffie: 325, 322,
326; R’clam Tapanoeli: 149%, 153%, 148; Serbadjadi: 324,
313%, 328%, 318; Sumatra Caoutchoue: 282,
287%,
295,
289; Sumatra Rubber: 372%, 363%, 370%, 369
1
12; Ver-
eenigde Indische Cultuur Ondernemingen : 185%, 192%,
194%, 188%. –
J)e
sicikerneae
–
kt
heeft weinig aandacht getrokken. On-
da]Iks de berichten omtrent voortdurende verkoopen door
de V.J.8.P. – tot stijgende prijzen – heeft de desbeti
–
ef-
fende afdeeling zich hierbij niet aangesloten. Men heeft
nogal veel aandacht besteed aan het verloop van de Cubano-
teeringen en deze bleken niet steeds een optimistische toe-
komst te weerspiegelen. Ook heeft men klaarblijkelijk reke-
ning gehouden met het feit, dat het loopende jaar niet zeer
gunstig voor de suikerfabrieken is geweest, zoodat cle divi-clencluitkeeringen vermoedelijk niet al te hoog zullen wor-
den. Cultuur Mij. der Vorstenlanclen : 185, 186, 183%
Handels Verg. A.nisterdam: 695%. 693%, 687%, 687; Java
Cultuur Mij. : 402,
390%,
394, 389 Kiian: 179%, 177, 172,
173% ; Ned.-Iiicl. Suiker Unie : 268
1
/
8
, 269%, 264, 267;
Poerworecljo: 124%, .1217/8, . 1207/8; Sindanglaoet: 444%,
439%, 434, 432; Suiker Cnlliiur Mij.: 308%, 301%, 305,
298% (ex div.) ; Tjepper : 712%, 705, 700, 705.
‘J’cubakseancfeelen
zijn bijna niet vèranderd. Indien er’ ‘ al
van eenige wisselingen sprake is geweest, dan was de rieh-
tiug over het algemeen opwaartsch. 1)e omzetten echter
zijn van geringe beteekenis gebleven. Arencisburg: 604%,
579 (ex div.),
579%;
Besoeki Tabak Mij.: 280, 284; Deli
Batavia: 443, 438%, 444; Dcli Mij.: 422%,
420%,
423%;
Oostkust: 195%, 196, 194, 195%; Senembah: 413%, 415,
411, 416.
Ook in u ancieelen
van
petroleumunazstsciusppijdiu
heeft de
handel geen bijzonderheden opgeleverd. Aandeelen Koni nk-
lijke Petroleum Maatschappij varieerden niet slechts enkele
procenten, hoofdzakelijk nog onder dcii invloed van de
uiteenloopende waardeering van den franc. Roemeensehe
soorten bleken cenigszins te zijn aaugeboden. Dordtschic
Petr.
mci.
Mij.: 358, 354%,
353%;
Gee. Roll. Petroleuni
Mij.: 172, 173; Kon. Petroleum Mij;: 3727/
8
, 370, 373; Per-
lak Petroleum: 69, 70% 69%; Pendawa:
34%,
34%, 32%.
De
schccpvawrtnusrkt
heeft een rustig verloop gehad, met
een neiging tot verbetering. De verwachting van een daling,
zoodra de mijnwerkersstuking in Engelaud tot eei.i einde zou zijn gekomen, is tot nu toe niet in vervulling gegaan. r1er beuirze heeft men de aandacht gevestigd op het feit,
dat op het oogenblik vrij veel vraag bestaat voor scheeps-ruimte tot vervoer van graan, ioocl:it de uit het steenkool-
transport vrijkoaiencle schepen wellicht hier loonerid etiiplooi
kun ccii vinden. Holland-Amerika Lijn : 60, 63%, 60; Java-
China-Japan Lijn:
129%,
127%, 126% ; Kon. Ned. Stoom-
boot Mij.: 95%, 96%, 95%; Ned. Scheepvaart Unie: 174%,
174%, 174:y ; Stoom’. Mij. Nederland .172%. 175%, 174%.
!liwneavlauidschc industriecie d,endeclen
:hebbe ii weinig variaties opgeleverd. Kunstzijdesoorten bleven kaliiii ; cle lic:-
richtcn omtrent verdere prijsverlagingen van liet product
hebben cle markt niet geaffeeteecci. A:inzleelen Koninklijke
Phai’maceutische Fabriek voorheen d’Ai Ily. en,., konden vrij
aanmerkelijk verbeteren in verbandi met cle mecledeeling vuil
cle directie, dlat cle gang van zaken iets gunstiger is. De
hoogste koers kon echter niet behouden blijven. Jnrgens
soorten waren verlaten. Centrale Suiker Mij.: 124%,
125%, 125; Hollandsche Knnstzijcle Industrie: 83%, 81%-,
80% ; Jurgens:
166%,
1662
166%;
Maekniee: 91%, 88%,
88; Ned. Kuustzijdefabriek:
194%,
187%, 192% ; Philips
Gloeilampen: 352%,
356%,
360; Koninklijke Pharmaeeu-
tisehe Handelsverg. v.h. d’Ailly &
Zn.:
55%, 60, 59, 56%.
Mijnaaucdeeleiv
waren over hef, algemeen lusteloos. Aan-deden Redjang Leboiig, Algemeene Exploratie, enz. waren
aangeboden. Aancleelen Singkeï Tin Mij. bleken ook iets
zwakker in de markt te liggen. De belangstelling vnnr
MUller Mijnbouw is sterk ingekrompen. Alg. Explorutie
Mij: 104, 100, 103% ; Billiton le Rubr.: 778, 801; Redjang
Leboug: 220, 224%, 215, 214; Singkep Tin Mij.:
445%,
434,
430; MUller Mijnbouw: 46,
43%,
46.
Aandeelen in
baavkinstellinqeru
varen iets lager, hoof cl-
zakelijk als gevolg van liet karakter van beleggingsfoud-
sea, dat deze papieren bezitten. Amsterdamsehe Bank:
159
3
/s, 1597/8, 1587/
8
; Javasehe Bank: 365%, 365; Kolniale
Bank: 232%, 23413/, 231
3
/8,
232%; Ned.-Ind. Handels-
bank: 175%, 171
3
/
4
, 171; Ned. Handel Mij.: 156%, 157%,
157%; R’damsche Baukvereeniging: 85%, 85, 86; T’,vent-
sche Bank: 142, 141.
• De
A.msterdanesolue inwi
–
kt
was vast, in aansluiting aan
New York. A,rnerican Can Cy.: 212, 210 (ex div.), 210%;
,Anaeonda Copper: 95%, 97, 967/
8
; Studebaker: 54%, 56,
56%; United States Steel Corp.: 148
5
/8,
150
5
/8, 152, 150%;
Atehison Topeca: 155/1, 157%, 157
9
fio;
Ene: 38%, 39
5
/8
St. Louis & San Francisco: 101, 105, 104; Union Pacific:
164%,
1623/8,
163%;
Wabash Railway: 4013/, 41
5
/8, 40
7
Jia.
De noteering voor prolongatie is geleidelijk gestegen van
3
3
/8
pCt. tot 37/ pOt.
Noteeringen.
Chicago
Buenos Aires
–
Data
Tarwe
Mais
Haver
Tarwe
Mais
Lijnzaad
Dec.
Dec.
Dec.
Dec. Dec. Dec.
4Dec.’26
139%
7431
t
437,
11,65
5,80
15,15
27Nov.’26
1355/
8
71 Y,
41
11,35
5,15
14,95
4Dec.’25
174%
77’i
40z
8.30
18,40
4Dec.’24
154
117 53al
s
14,50
10,45
21,90
4Dec.’23
1055/
8
74
45%
115,15
12,65 10,35
23,15
20Juli’14
82
568/8
36%
9,40 5,38
13,70.
Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.
Soorten
Tarwe (Hardwinter 11)
.
,1
15,50
Rogge (No. 2 Western)
.
•
1
12,40
Maïs (La Plata)
……..
2
178,-
Gerst (48 lbs. malting)
.
,2
207,-
Haver (Canada3) ……..
1
11,70
Lijokoeken (Noord-Ameri-
ka van La Plata-zaad)
.
1
11,95
Lijnzaad (La Plata) …..
8
380,_
IS
1)
per 100 KG.
2)
per 2000 KG
29
Nov.
7 Dec.
1926
1925
– –
15,75 17,50 12,25
12,-
175,-
212,-
204,-
200,-
11,80 11,25
12,-
15,50
390,- 433,-
1)
1er 1960 KG.
8 December 1926
ECONOMISCH-STATISi’ISCHE BËRICHTEN
‘
S
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
7 December 1926.
iii cle afgeloopen week heeft de graanhandel de vrachten-
markt zoo mogelijk nog meer gevolgd dan in de voorafgaan-
de. Zonder twijfel zijn overal de vrachten dalend, maar de
grootste verschillen komen uit den aard voor bij zeer
spoeclige verlaciing, oiiidat voor clie positie de hoogste vrach-
ten betaald werden. In vele gevallen is er evenwel nog
slechts weinig ruimte besehikbaai- voor onmiddellijke ver
–
scheping en onder deze omstandigheden is het begrijpelijk, dat het aantal afcloeningen gering is. Da tarweversehepin-
gen zijn dan ook slechts matig. In de meeste exportlan-
den varen de markten pijshoudend, terwijl in Chicago de
termijnnoteeringeu zelfs tamelijk sterk ‘gestegen zijn. Het
schijnt, dat er goede vraag is van de Amerikaansche meel-
fabrieken, en ofschoon de zichtbare voorraad van t a r w e
in cle Vereenigde Staten en Canada gezamenlijk zeer groot
is, heeft dit op het oogenblik weinig invloed, behalve dat
de Canadeesche markt de rijzing van Chicago slechts voor
een zeer gering deel gevolgd is. Ook Argentinië is iets
hooger dan een week geleden, maar het verschil is uiterst
gering. De weerberichten waren in Argentinië zeer af wis-
selend;
01)
enkele dagen werd er te veel regen gemeld, maar
blijkbaar hield cléze regen niet aan en over het algemeen
wordt de toestand gunstig beoordeeld. Ook van Australië
blijven deber ichten gunstig luiden, doch het is de vraag of mcii in deze markt reeds spoedig voldoende scheeps-
ruimte kan bemachtigen, daar het uitvaren uit Europa naar
Australië wel wat erg veel tijd in beslag neemt. De meeste
Europeesche markten toonen nog belangstelling voor spoe-
clig leverbare tarwe. Portugal kocht eenige ladingen Cana-
deesche tarive en ook in andere markten kwamen regelmatig
zaken tot stand. Gisteren was de Eugelsche markt zelfs
zeer vast, wat wederom een stimuleerenden invloed op de
iiierikaansciie had. Het verschil in prijs tusschen tarwe,
die binnen een maand ainkomt en die eerst over drie
inaancleii hier te verwachten is, is zeer groot, hetgeen ook
in cle prijzen van onze plaatselijke termijnmarkt uitdruk-
king vindt.
o gg e. Terwijl de technische positie van dit artikel
vast blijft, is de omzet nog steeds teleurstellend. Toch zijn
cle prijzen in Chicago gedurende de laatste week nogal wat
geheterd, doch dit moet meer worden toegeschreven aan
een overeenkoriistige verbetering van de tarweprijzen. Som-
mige streken in Dnitsehlaucl, die verleden jaar een aan-
zienlijk overschot van rogge hadden, toonen thans reeds be-
langstelling om te koopen, zoodat het wel waarschijnlijk is, dat Noord-Amerika en ook Rusland later meer zullen
moeten exporteeren om aan deze behoefte te voorzien. Dat
de vraag niet béter is, zal wel moeten worden toegeschre-
ven aan het feit, dat de prijs van rogge zooveel hooger is
dan die voor maïs, zoodat rogge als voerartikel vrijwel
ii iet in aanmerking komt.
M af s. De verlaging van de Argeutijnsche vrachten is in
Buenos Aires beantwoord met een .verhooging der prijzen,
zoo zelfs, dat de vraagprijzen in de afgeloopen week nogal
vat gestegen zijn. De afladiiigen van Argentinië waren
buitengewoon groot. en dit heef t op de meeste markten een
remmenden invloed uitgeoefend. Vooral in Hamburg, maar
ook in Holland, vindt spoedig aankomende maïs nog ge-
regeld plaatsing tot zeer hooge prijzen. In de Engelche
mai-kt gaat evenwel veel minder om, terwijl ook in Ant-
werpen de prijzen daalden, en men maakte gebruik van de goede Hollandsche markt om van Antwerpen uit be-
langrijke hoeveelheden mais naar Holland te spuien.
De Noord-Amerikaansehe prijzen zijn verder gestegen en
(leze komen thans zoo hoog uit, dat het mogelijk goweest
is voor de Anierikaaiische afladers om met voordeel ver-
schillende partijen terug te koopen. Het is hoogst onwaar-
schijnlijk, dat ei- export van Noord-Amerikaansche maïs
op eenigszins ruime schaal zal plaats vinden. Van den Donau
zijn er w’einig nieuwe berichten. De oogsten in Joego-Slayië
en Hongarije zijn zooveel minder clan een jaar geleden, dat
die landen in plaats van te kunnen exporteeren misschien
nog maïs moeten invoeren. In ieder geval gaat een aan-
zienlijke hoeveelheid Donaumaïs naar het achterland in
plaats van over zee naar West-Europa. Toch heeft ook de
Donau wat meer afgeladen en de totale wereldverschepin-
gen van maïs waren dan ook zeer ruim.
Over het algemeen zijn er niet veel zaken in ge r s t tot
stand gekomen. In de meeste landen was de vraag slechts
gering, doch ten slotte kocht men ten onzent weder tamelijk
veel Noord-Amei
–
ikaansche gerst tot verlaagde prijzen.
Noord-Amerika heeft evenwel de prijzen wederom verhoogd,
w’at de zaken zeer belemmert. In de Dnitsche markten was
de vraag voor gei-st ook Vrij gering en slechts weinig af-
cloeningen kwamen tot stand. Dit geldt zoowel voor Noord-
Amerikaansche als voor Russische gerst. De prijzen hebben
over het algemeen niet veel verandering ondergaan.
H a v e r. Ook deze week is de handel in haver zeer
gering gew’eest, hetgeen ook vel uiting vindt in de zeer
kleine vereldverscliepingen. De meeste handel in haver be-
paalt zich tot het liquideeren van loco partijen.
SUIKER.
De verscil illeii de suikermarkten fluetueerden de afge-
loopen week eenigszins al naar gelang van winstrealisaties,
terwijl ook het bericht, dat het Cubaansche restrictie-
decreet nog niet geteekencl is, eenige onrust teweeg bracht.
T.ntussclien mag stellig verwacht worden, dat de President
het decreet nog deze of de volgende week zal teekenen, na-
dat Cubaplanters het over de verdeeling dej- restrictie ten
opzichte der verschillende plantages eens zijn geworden.
In A m e r i k a hadden de noteeringen voor Spot Cen-
trifugals en op de termijnmarkt het volgend verloop:
Sp. C. Dec. Mrt. Mei Juli
Slot voorafgaande week ……4.90 3.10 3.05 3.11 3.19
Opening verslagweek ……..4.90 3.15 3.13 3.21 3.28
Hoogste puntverslagweek 5.02 3.21 3.14 3.21 3.29
Slot verslagweek …………5.02 3.14 3.12 3.18 3.26
AANVOEREN in tous van 1000 KG.
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
28
Nov.14 Dec.’
Sedert
Overeenk.
28
Nov.14 Dec.I
Sedert
Overeenk.
1926
1 Jan.
1926
tijdvak
1925 1926
1Jan.
1926
tijdvak
1925 1926 1925
Tarwe ……………..
35.474
1.560.217 1.159.706
–
13.842
21.216
1.574.059 1.180.922 9.395
255.530
291.789
–
1.940 450
257.470
292.239
693
20.542 21.488
–
1.493 340
22.035
21.828
Boekweit ………………
5.899 862.421 751.577
1.800
113.862 75.695
97&283
827.272
13.803
375.627
293.762
–
12.611
11.346
388.238
305.108
Rogge
………………
Haver ……………..
398
.
161.815
215.528
–
2.831 602 164.646
216.130
Maïs ………………..
2.771
199.647
216.264
1.430
190.591
63.497
390.238
279.761
Gerst
………………
….
7.990 233.973
179.220
–
–
–
933.973
179.220
Lijnzaad
……………
Lijnkoek
……………
5.456 93.815
115.659
1.614
26.806
18.892
120.621
134 551
Tarwemeel
………….
Andere meelsoorten
84
14.514 9.438
– –
–
14.514
9.438
1092
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
8 December 1926
Dc ontvangsten in 71e
AU.
havens der V. S. bedroegen
deze week 88.000 tons. de versmeltingen. 60.000 tons tegen
46.000 toiis in 1925 en do voorraden 251.000 tons tegen
58.700 tons.
Czarnikow verwacht voor dit jaar op grond van verschil-
lende factoren voor de V.S. cciie toename in de consump-
tie van ruim 1011.000 tons.
Cubasuiker werd verhandeld tot prijzen van 3% en
33/ dc. c. & fr. Neor York; houders van Cubasuiker trok-
ken zich echter beneden 31% dc. terug en de weinige zaken
werden tot lageren prijs voor rekening van outsiders gedaan.
De C ii h a-statistiek is als volgt
1926
1925
1924
Tons
Tons
Tons
Weekoutvangsten tot 27 Nov.
40.490
27.270
4.869
Totaal sedert 1112 tt27j1 1 . . 4.658.796 4.942.573 4.066.642
Werke. de fabrieken ……..-
9
2
Weekexport 27 November . .
83.473
62.949
30.231
Totaleexportsedert 111 t..2711 1 4.433.206 4.656.759 3.881.227
Totale voorraad 27 November 225.592 292.119
41.460
Volgens F. 0. Licht was het weer in November in de
verschillende bietsuikerproduceerende landen over het alge-
ineen zeer ongunstig. Slechts Oostenrijk, Hongarije, Italië,
Nederland, Zweden en Denemarken maakten hierop min of
meer een uitzondering.
EOn of ander gaf dezen Statistieus dan ook aanleiding
eene nieuwe ramiug van ilen Europeeschen bietoogst voor
1926/27 te publiceeren, welke bier volgt in vergelijking niet
de oogsten 1925126 en 1924/25
1926,27
1925/26
1924125
Raming
Op rengst
Tons ruw Tons ruw Tons ruw
Duitschland …………..1.675.000 1.595.161 1.575.634
Tsjecho-Slowakije ……..1.050.000
1.487.920.
1.409.703
Oostenrijk ……………78.000
78.145
75.000
Hongarije …………….185.000
166.286
202.354
Frankrijk …………….690.000
746.913
827.472
België ………………
240.000
332.170
400.103
Nederland …………..300.000
306.970
329.244
Denemarken ………….150.000
182.000
140.000
Zweden ……………..25.000
204.497
135.000
Polen ………………575.000
588.770
494.854
Italië ……………….310.000
182.000
422.000
SjSanje ……………….290.000
250.000
260.000
Rusland …………….975.000 1.050.000
458.375
Andere landen …………440.000
300.000
348.000
Totaal Europa …. 6.983.000 7.470.832 7.077.791
in Engel na d vonden op de Londensche termijnmarkt
verdere liquidaties plaats in verwachting van groote De-
cember aanbiedingen, welke een daling van 3% d. tot 1% d.
ten gevolge hadden; de termijnmarkt sloot op cle volgende
noteeringen Dec. sh. 17/5% ; .3frt. 1927 sh. 1811% ; Mei 1927 sh. 1813;
Aug. 1927 sli. 18/3%; Dec. 1927 sb. 17/-. De Zichtbare Voorraden zijn volgens Czarnikow:
1926
1925
1924
Tons
Tons
Tons
Duitschland 1 November .
410.000 429.000 344.000 Tsjechoslowakije 1 November 306.000 388.000 337.000
Frankrijk 1 November ……163.000
173.000
151.000
Nederland 1 November ……126.000
96.000
96.000
België 1 November ……..40.000
59.000
63.000
Polen 1 November ……….93.000
68.000
03.000
Engeland 1 November . .. .. .
377.000 286.000 118.000
Europa
1.515.000 1.499.000 1.172.000
V.S. Atlant. havens ……..251.000
59.000
24.000
Cuba 27 November ………226.000 292.000
41.000
Totaal .. 1.992.000 1.850.000 1.237.000
Op J a v ii was dc markt de afgeloopen week zeer vast
gestemd. De Visp. verkochten tut oogst 1927 verdere be-
langrijke kwantiteiten op basis van f19,-,
j’
19% en
f
19% per 100 KG. voor Superieur en uit oogst 1928 op
basis van f 18%.
In (Ie tweede hand werd Superieur December levering
tot
f
13
1
4
gevraagd, Januari tot
f
13%, Februari tot
f
13
3
/8
en disponibele No. 16 eu/hooger tot
f
12,19 Per
pC.
Het slot-rendement van 147 fabrieken over oogst 1923/26 bedroeg 15 pCt. minder dan van oogst 1924125.
Hier te inn cle vonden na de hooge slotuoteeritigeii
der vorige week aan het begin van de verslagweek nogal.
winstrealisaties plaats, waardoor prijzen ongeveer
f
1%
af-
brokkelden. Hierna echter kreeg de markt weer ccii vast aanzien ten gevolge der groote Visp. verkoopen op Java
en konden prijzen tot boven het slot der voorafgaande
week avanceeren. Aan het eind der week echter was de
stemming weer minder geanimeerd en sloot de markt op
de volgende noteeringen:
Dec. f2114; Mrt. f21
5
/
8
; Mei f217/
g
; Aug. f21%.
])o omzet belroeg deze week 12.400 tons.
NOTEE1{INGEN.
Amster-
Londen
New York
960
Whlte Java’s
–
Cuba’s
Data damper
Tatesl
f.o.b.per
96°
c.l.f.
Cenfrl-
Cubes
Maart.
fugals
No. 1
Dec.
Dec.(Jan.
knistalsuiker
‘Ti
5h.
Sh.
$
ets.
basis 99°
6 Dec. ’26
f
22
1
!8
3716
18114 15174
5,02
29 Nov.’26
,,
2151
37,6
181_
15/9
4,90
6 Dec. ’25
,,
171
3216
14114 11174
4,08
0 Dec.’24
,, 2091
39/6 19/_
1513
6,15
ruwsuiker
basis 88
0
1
4 Juli ’14
‘
I
/
1118e
II
1
181-
–
3,26
basis
990
1
1)
Het verschil tusschen ruwsuiker 880 en
f
14
13132
11
krist.suik. 99° is aan te nemen opf3 p. 1001<0.
KOFFIE.
Ook in de afgeloopeniveek.kwani er in dc stemming voor
liet artikel en in de prijzen niet veel verandering. In Brazi-
lië liep cle binueniandsche waarde van Santos koffie terug
(stijging van den prijs te Santos was in dit geval geen
wnardevc’rhooging, aangezien (Ie basis veranderd werd) en
daar ook de i3raziliaansc’he wisselkoers zich in dalende rich-
ting bewoog, zakten de kost- en vracht-aanbiedingen van
Santos weder enkele shillings in. Die van Rio handhnafcleu
zich bijna op de prijzen van verleden week. Robusta vai:i
Indië. iii de eerste plaats Palembang Bobusta, liep nog iets
vej-der terug;. de verschillencle Centraal-Amerikaansehe
soorten bleven vrijwel onveranderd.
In loco bleef cle afzet slepend, op termijn was de omzet
bevredigend bij weinig veranderde noteeringen.
lii de laatste clageti werden alhier telegrafische berichten
ontvangen, volgens welke door de nieuwe Regeering van
President Washington Lniz een wetsontwerp voor cle stabi-
liseering van de Milreis bij de Braziliaansche Kamer van
Afgevaardigden zou zijn ingediend. De stabilisatie zon ge-
sehieden op basis van
2
/
10
gram goud per papieren Milreis,
hetgeen overeenkoitit niet eene waarde van ongeveer 33
Roll, cents of 6% petwe. Of dit bericht betrouwbaar is en of
ile enkele daarbij geseinde bijzonderheden betreffende de
maatregelen, die Brazilië zich voorstelt in deze aangelegen-
Iteid te nemen, jtnst zijn, valt voor liet oogenblik alhier nog
niet te beoordeelen, doch vast staat alleen, dat, indien het
Brazilië werkelijk gelukken mocht de Milreis en daardoor
dcii wisselkoers te stabiliseeren, een der factoren van onze-kerheid, die in cle laatste jaren aanhoudend op den loop van
het koffie-artikel hebben ingeiverkt althans zou zijn uitge.
schakeld. In Brazilië zelf schijnt echter vooralsnog niet
veel gewicht te worden gehecht aan liet geval, want de wis-
selkoers daalde deze week weder onafgebroken en Londen
staat aldaar thans
61/32
genoteerd.
Volgens een dezer dagen verschenen Statistiek van de
Firnia G. Duuritig & Zoon te Rotterdam, is in November dc
aanvoer geweest als volgt:
1926
1925
1924
balen
balen
balen
inEuropa …………854.000
972.000
865.000
Ver. Staten v.Amerika
905.000
982.000
920.000
Totaal…. 1.759.000
1.954.000
1.785.000
De Aanvoeren in Europa en in Amerika tezanen gedu-
rende de eerste elf maanden van het’ jaar bedroegen
18.751.000 balen tegen 17.499.000 balen in 1925 en
18.998.000 balen in 1924.
De Afleveringen in November waren:
1926
1925
1924
balen
balen
balen
inEuropa …………888.000
931.000
801.000
Ver.Statenv.Amerika
916.000
776.000
869.000
Totaal….
1.804.000
1.707.000
1.670.000
De Afleveringen in Europa en in Amerika tezamen ge-
durende de eerste elf maanden van het jam- waren
18.896.000 balen tegen 17.328.000 balen in 1925 cii 19.002.000
balen in 1924.
Vanaf .1 juli tot 1 December waren de Aanvoeren in
Europa en in Amerika tezamen dit jaai 8.414.000 balen
tegen 8.449.000 balen in 1925 en 8.382.000 balen in 1.924,
terwijl de Afleveringen bedroegen 8.256.000 halen tegen
8.456.000 balen in 1925 en 8.698.000 balen in 1924.
De zichtbare i’ooi-raad was op 1 dezer in Europa 1.491.000
__.)
:.’:•r
–
8 December 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1093
balen tegen 1.525.000 balen
01)
1 November. In Amerika
bedroeg hij 888.000 balen tegen 899.000 balen op 1 Novem-
ber. In Europa en in Amerika tezamen was de zichtbare
voorraad chis op 1 dezer 2.379.000 balen tegen 2.424.000
balen
01)
:1 November. Hij bedroeg op 1 December 1925 –
2.394.000 balen en op 1 December 1924 —2.137.000 balen.
De zichtbare wereldvoorraad was op 1 December 1926 – 4.779.000 balen tegen 4.849.000 -balen op 1 November en 5.128.000 balen verleden jaar (in deze cijfers
zijn
niet be-
grepen (Ie voorraden in het binnenland van Sao Paulo,
waarvan het cijfer van 1 Deceniber 1926 nog niet bekend
is, doch clie op 1 November 1926 bedroeg 6.144.000 balen
en op 1 December 1925 – 4.122.000 balen).
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
01) prompte verscheping zijn thans ongeveer 8916 á 90/6 per
cwt. en van dito Prime ongeveer 91/6 11 9216, terwijl zij
van Rio type New-York 7, met beschrijving, prompte ver-
schepiug, bedragen 7219 it
73/-.
Van Robitsta op afl;iding van Nederlandsch-Indië zijn de prijzen in cle eerste hnnd op het oogenblik
Palenibang Robusta, December verscheping, 38 ct.; Pa-
lembang Robusta, Jan/Febr. verscheping, 381% ct.; Man-
dheling Bobusta, December verscheping, 421% ct., alles per
1%
KG. c.i.f., uitgeleverd gewicht, netto contant.
De officieele loco-noteeringen bleven onveranderd 60 et.
per
1%
KG. voor Superior Santos en 51 ct. voor Robusta. De rioteeringen aan cle Rotterdamsche termijnmarkt wa-
ren aan cle ochtend-caIl als volgt:
Santos-contract
Gemengd Contract
basis Qood
11
basie Santos Good
Dec.
1
Mrt.
1
Mei
1
Sept.
11
Dec.
1
Mrt.
1
Mei
1
Sept.
7 Dec
9’/2
471%
46
43(
46 43
40
30 Nov.
491%
48
46s,
44
46
44i
43
401%
23
4971t
4
71
46′,
4371
471,
45′
43
8
8
411/
8
16
,,
4971,
48(
47
4471
4881
8
46
44
42
8
1
8
i)e slot-noteeringeii te New-York van
het aldaar
gelden-
de gemengd contract (basis
Rio No. 7)
waren:
Dec.
–
Maart
1
Mei
1
Sept.
7
Dec.
……..
$
15,20
$
14,90
$
14,39
$
13.40
,,
15,35
,, 15,—
14,45
13,46
29
ov……….
22
,.
……..
,,
15,31
.
,,
14,98
14,45 13,50
15
,.
……..
..,,
15,85
,,
15,35
14,80
,,
13.78
Rotterdam, 7 December
1926.
(iIededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandel te Rotterdam.)
Noteeringen en voorraden in Brazilië.
fe Rio
te Santos
Wisselkoers
Data
te Rio
Voorraad Prijs Voorraad Prijs op Londen
(In Balen) No.71) (In Balen) No.4
1
)
6 Dec. 1926
253.000 26.000794.000 29.200 6
1
1
32
29 Nov. 1926
259.000 26.225 805.000 28.500 6
,
1
8
22 ,,
1926
291.000 27.375 850.000 27.300 6
1
1
7 Dec. 1925
281.000 23.700 1.281.000 27.000
Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.
te Rio
te Santos
Data
Afgeloopen
SedeT Afgeloopen
Sedert
week
1Juli
week
1Juli
4 Dec. 1926,. .
81.000
1
2.058.000 217.000 3.726.000
5
,,
1925,…… 110.000
2.449.000
184.000
4.069.000
1)
In
Reis.
THEE.
De stemming van de theemarkt onderging in de afge-
loopen week geen wijziging. Ten gevolge vait de groote
oogsten in de thee-produceerende landen en in verbaii:l daar-
mccle van de groote aanvoeren bleef de vaste stemming op
de theernarkt alleen gehandhaafd voor de goede en betere
kwaliteiten, terwijl alle andere soorten albrokkelende prij-
zen te zien gaven, 400rclat ze slechts weinig belangstelling
bij koopers ontmoetten. Gezien de voorloopige cijfers over November van Londen
belooft de statistiek voor het geheele Vereenigd Koninkrijk
voor die maand niet ongunstig te zijn. De afleveringen uit entiepôt voor biunenladsch verbruik bedroegen toch bijna
3 millioen lbs. meer dan die over hetzelfde tijdvak van ver-
leden jaar, terwijl dc afleveringen voor uitvoeren vrijwel
op gelijke hoogte bleven als clie van verle:lcii jaar. In liet
volgend weekbericht zal waarschijnlijk de geheele statistiek
behandeld kunnen wordén. – –
De gepubliceerde oogsteijfers over November van Java
wijzen een belangrijke vermeerdering aan boven die van No:
vember 1925, toen &le krachtige droogte nog haar invloed
deed gelden.
Amsterdam, 6 December.
COPRA.
In het begin van de afgeloopeu week was de markt flauw
gestemd en werden er verschillende partijen stoomende
Copra wederom tamelijk dringend aangeboden.
In sympathie met vastere Amerikaansche markten was
het slot echter weer vaster.
De noteeringen zijn:
Ned. Indische 1. m. s. stoomend .
…………
fi. 3151
5
Nov/Dec. afi. …………
,, 3181
8
Dec/Jan.
,.
…………
,, 319
Rotterdam, 6 December 1926.
RUBBER.
I)e markt was in de afgeloopen week zeer onregelmatig.
De scherpe daling in het begin der week werd onderbroken
ten gevolge van een publicatie, dat vier der voornaamste
AmerikaanscEe bandenfabrieken een combinatie hebben ge-
vormd met een kapitaal van 40.000.000 dollar om door
aankoop van groote quantiteiten rubber de markt te steu-
nen en de prijzen zooveel mogelijk te stabiliseeren. Daar-
op reageerde de markt scherp. doch het slot was iveer
f1 auwer.
De slotnoteeringeu luiden
Ja Sheets:
einde voorafgaandeweek:
December
1.01
…………..1.05
Jan./Maart ’27 1.04
…………..1.09
April/Juni
1.07k
…………..l.1l
7 Il)eceniber 1926.
STEENKOLEN.
De staking in de Engelsehe kolenvelden is op een :ilge-
heele ueclerl aag voor cle mijnwerkers uitgeloopen. A.l hoewel
01) het oogenblik nog niet iedereen voor wien er werk is,
aan den gang is, mag toch worden aangenomen, dat in den
ioop dezer w’eek alle beschikbare plaatsen bezet zullen zijn.
De Engelsche Regeering heeft het embargo, dat zij op
exportkoln gelegd heeft, nog niet opgeheven, wat haar
niet belet heeft, licenees te verstrekken voor enkele la’iin-gen en édn van de eerste dezer is een lading geweest voor
Nederland aangevoerd, volgens de dagbladen door cle Steen-
kolen-Handelsvereeniging.
De pi-ijzen zijn met sprongen omlaag gegaan en zullen
vooréerst nog wel niet tot staan komen. Deze zijn ongeveel
–
:
Noi-thumberlancl Ongezeefde ………
J
16,75
Durham Ongezeefcle ——————, 17,25
Cardiff Ongezeefde ………………..19.75
Schotsehe Gezeef de ……………… –18,-
Yorkshire Gewassehen Doiiblea …… ..19,-
Westfaalsche Vetförcler …………. ..19,50
Vetstukken ………….21.75
Smeenootjes ……….. ..22,-
Gasvlamförder …….. .. 19,50
Gietcokes …………. ..19,75
alles per ton van 1000 KG., franco station Rotterdani[Ani-
sterdam.
Westfaalsehe bunkerkoleu f.o.b. :Iiothi’Iaiit[ rnsterdani
f
19. Markt flauw.
IJZER.
Onder dcii invloed van cle vrijwel algemeene werkhervat-
ting in de Engelsehe mijnen zijn de consumenten nog meer
terughoudend geworJen, ten gevolge waarvan de zwakke
stemming der markt, waarvan in het vorige bericht mel-
ding werd gemaakt, verder is doorgewerkt. Alleen plaatijzer
kon weerstand bieden, liet is nu de vraag, vat het inter-
nationale ruwstaalkartel zal doen. Reeds spoedig na de
oprichting werd in verband met de gunstige conjunctuur
(le productie opgevoerd; doch het is te verwachten dat.
gezien den zwakken toestand van de markt naast het feit
van een spoedigen terugkeer van de Engelsc-he productie,
weer tot produetiebeperking zal moeten worden overgegaan.
HYPOTHEEKBANK VOOR NEDERLAND
Amsterdam – Keizersgracht 482
472
0/0
Pandbrieven 997
0/
Dir. Mr. A. S. VAN NIEROP, P. PEELEN Jr.
1094
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
8 December 1926
Ruwijzer staat bij dit alles steviger dan ooit. Het prijs-
kartel verhoogde cleti prijs f.o.b Antwerpen tot 85 sh., doch reeds werd 2/6
ii
51- sh. meer ge
vraagd.
Terwijl Clevelancl-ijzer voor prompte levering – voort
zoover beschikbaar – nog de ocide hooge prijzen noteert, is
,
No. 3 voor Januari-levering voor 8516 f.o.b. Micldlesbrough
aangeboden.
Noteering in de week van
22128 Nov. 29 Nov.. 130Nov.-,
1926
15 Dec. ’26 6 Dec.’25
Ruwijr.
f.o. b. Midcllesborovgh
–
Sh.
Sh.
5h.
Clevelancl Foundry no.l
12516 12516 691_
3
12016
12016
671_
4
11916
11916
661_
Hematite East Coast
Mixed Numbers
–
90-9216
751-
Wagon départ Longwy (Lotharingen)
Frs.
Frs. Frs.
600,_
600,—
345,-
Semi-phosphoreuse …
640,—
4140,_
365,-
ab Werk Rheinl.-West[ale?,
Mk. Mk.
iIk.
Giessereiroheisen
no. 1
88.—
88.—
88.-
,,
3
86.—
86.–
86.-
Moulage P. L. no………
9&50 93.50 93.50
f.o.b. Antwerpen
Sh.
Sh. Sh.
Hâmatit…………….
Gieterij ruwijzer no. 3.
851_
8716-90
58-59
Waisproducten.
f. o. b. Antwerpen (vrijbi.)
Sh.
Sh.
110-112/6
109_10
–
Stafijzer
………….
Plaatijzer 5 mM …….
120_125
–
lp
3
,.
…
…
.
.120_125
132/6-135
135-137/8
–
METALEN.
Loco-Noteeringen te Londen:
Data
Koper
Stan-‘
daard
Koper
Electro-
lytisch
Tin
Lood
–
Zink
6 Dec. 1926..
57._/_
64.5/…
313.17,6
28.151-
33.2/6
29 Nov. 1926..
56.1716
65../_
320.216
29.7
1
6
33.15
/
…
22
,,
1926..
57.216
65 10,-
312.216
29._/_
33.51_ 15
,,
1926..
57.151_
65.1 76
311.51_
29.101_
34._1_
7 Dec. 1925..
59.7,6
66._/-
287._/_
34.17/6
‘
38.15/_
20
Juli 1914..
61._/_
145.15
1
1-
19.-,-
21.101-
VERKEERS WEZEN.
VRACHTENMARKT.
Aanvankelijk verschafte de Noord-Amerikaan schc gra na-
vrachtenmarkt een flinke vraag naar ‘tonnage, doch tegen
het einde der week maakte de groote hoeveelheid gecancelde
kolenbooten en de verwachting, dat deze door meerdere
zouden worden gevolgd, hieraan een einde en de vrachten
werden over het algemeen lager. Van de Northeri Range
werd voor December tonnage naar U.K. 5/6 tot 5/- per qtr.
zwaar graan betaald, terwijl naar Antwerpen of iotterdam
voor dezelfde positie 254 cents tot 24 cents per 100 lbs. is
gedaan. Ook naar Griekenland werd bevracht tegen 33 cents
per 100 lbs. per begin December en 32 cents voor tweede
helft van deze maand. Van West St. John bedong een boot
per laatste helft December 31 cents, basis één haven Wcst-
Italië, doch de vracht hiervoor is op het oogenblik slechts
27 tot 28 cents. –
De suikerbevrachters van West-Indië zijn nog niet bereid
te bevrachten, vooral niet daar zij zien, dat le vrachten
nu in hun voordeel veranderen. Er wordt gerapporteerd;
dat per December van Cuba naar UK/Continent 2716 is
gedaan, doch nu wordt nog slechts 261. in uitzicht gesteld.
Voor Februari bestaat eenige vraag tegen 2316.
De North Pacif ie is levenloos. Voor Febr./Maart wordt
tonnage aangeboden tegen 401-, doch zonder succes.
Van de La Plata rivier vond een groot aantal bevrach.
tingen plaats en er wordt gerapporteerd, dat deze week
meer clan 40 stoomschepen werden bevracht voor alle
posities tot Maart. Naar December booten was wederom
speciaal veel vraag en voor groote booten werd van Buenos
Ayres 431. betaald. December/Januari betaalde 42/. met
10 Jan. cancelling en 3716 voor 15 Febr. cancelling. Eéu
boot werd bevracht om in ballast van deze zijde te vertrek-
ken tegen ’35/- met 20 Jan. cancelling.
De chilisalpeter vrachtenmarkt bleef onveranderd; nactr
Europa is ‘ruimte in lijabooten besdhikbaar naar Havre/
Hamburg i’ange tegen 3216, doch door bevrachters wordt
voor deze positie niet meer dan 30/. in uitzicht gesteld.
J)e eenïge definitieve vraag nciar een boot voor een volle
lading fs per Januari naar Scandinavië tegen ongeveer 3716.
De kans is echter gering om hiervoor een boot te einden.
de Pacific kust naar Honolulu .is een 616500 tonner, bevracht tegen $ 5,50, Februari verscheping, doch de be-
vestiging, dat dit cijfer juist is, ontbreekt nog.
De Oostelijke afdeelingen zijn kalm, doch met het oog op
het tekort aan tonnage voor de eerste drie maanden, vast.
Van Saigon is een groote lading nee bran bevracht per
December tegen 401- naar Liverpool. Van Austrahië werden
Grieksehe en Noorsche booten bevracht tegen 5113 Dec./
Jan. tot 53/- Jan., en 501. Maart naar de Middellandsche
Zee/U.K./Continent. Engeische reeders willen wegens het
clispuut betreffende cle charter nog niet van Australië be.
vrachten. Een Duitsch zeilschip is bevracht van Zuid.
Australië pel’ Jan./Febr. tegen 47/6. Van Burmah werd
een handige boot bevracht naar Antwerpen/Haniburg range
op basis van 401-.
De vraag van Britsch-lndië is’ gering. Van de Madras
kust is een Dec/Jan. boot gedaan naar de Micidellandsche
Zee, of Continent tegen 451- voor kernels. Zout werd ‘be-
vracht van Adeu naar Chittagong tegen Rs. 9.9., en naar
Calcutta tegen Rs. 8.12, December.
De Donau is kalm, hoofdzakelijk door het late’ seizoen.
Er werd één boot bevracht per prompt tegen 36/- Conti-
nent, optie Denemarken 381- één, 3819 twee, 3916 drie ha-
vens. ‘an de Zwarte Zee is 201- gedaan naar Continent
per Deeeiiiber en 19/6 per Januari.
Van de Micldellaudsc’he Zee werd slechts weinig erts bc-
vracht en cle vrachten zijn niet meer zoo vIst als eenige
weken geleden. Benisaf/Rotterdam betaalde 9/- en Huelva/
Fransch Atlantische havens 121-, Antwerpen 131- en Rot-
terdani 1016. Voor fosfaat, Tunis/Rotterdam werd 15/. ge.
cl
aan. –
De markt van de Golf van Biscaye is vast en de vrach-
tea zijn deze week gestegen. Bilbao/Rotterdam betaalde
81-, terwijl 719 wordt genoteerd naar Carclif t en 816 naai’
Micld.lesbrough.
Daar cle staking in Engeland
ria
vrijwel geheel geregeld
is, is cle vraag voor kolen van Amerika aanmerkelijk mijl-
der geworden en de afgeloopeu week werden naar U.K.
slechts 6 booten bevracht. De, vrachten zijn laag en per
1/10 December werd 22/6; 2e helft December 20/. betaald.
Voor Januari/10 Febr is slechts 161- gedaan. Naar Havre
werd voor begin December $ 5,— tot 4,85 gedaan en naar
West-Italië $5,25. Naar.Rio was de vracht $7,50, Sautos
351-
1
Villa Constitucion 271-, optie Rosario 2716.
7 December.
RUN VAART.
Week van 28 November t/m. 4 December 1926.
De aanvoeren van zee’zijcle, hoofdzakelijk erts, waren
leveridiger clan de voorafgaande week. De verladingen van kolen bleven stationnair.
Scheepsruimte bleef, bij tamelijk ‘veel vraag, schaarsch.
De ertsvrachten bedroegen in het begin der week
f
0,40—
f
0,50 en in het laatst
f
0,50—f 0,60 met en 34. lostijd. Verwacht wordt, dat voor erts de vracht nog verder zal
stijgen.
– Verscheidene schepen sleepten nog steeds op eigen risico
ledig op om in de Ruhrhavens kolen te laden. Ook werden
diverse Rhein-Herne schepen gecharterd van kanaal naar
Rotterdam, Amsterdam of IJmuiden, op basis van resp.
J’
1,40, f1,60 en
f
1,70 per ton inclusief sleepen.
Het sleeploon varieerde tussclien 45 en 55 ets. tarief.
])e waterstand, hoewel langzaam vallend, bleef gunstig.
In de Ruhrhavens bleef de toestand ongewijzigd.
De vraag naar Rijnruimte bleef stationnair, doch kanaal-
schepen waren zeer gezocht.
De vracht voor exportkolen bleef onveranderd en be-
droeg voor Rotterdam Mk. 1,60 per ton met vrij sleepen.
8 December 1926
:1095
Amsterdam
–
Rotterdam
–
‘sGraveuhage ‘- Alinelo .- Dordrecht- Eusobede
–
ileilgelo –
Oldenzaal
–
Utrecht. -• Zaauda
II
Zyiolle
Maandstaatop 30 November. 1926
DEBET
.
.
Aandeelhouders
nog, te
storten
90
pCt.
o.p
aandeelen
B,
waarvoor
waarborg’gedeponeerd …….. ,.. …
.
-.,. …
……
.
.
f
1.236.600,-
Deelneming in dé firma:
B. W. BLIJDENSTEIN
&
Co., te Londen
,,.
6.435.000,—
Deelneming in bevriende Bankinstellingen
. . . .
f
91356.270,33
waarvoor
in
geld
gestort
……….
………………..
7.031.570,33
waarvoor ‘effecten
gedeponeerd
…. . ……. . ………..
f
2.324.700,-
Effecten van Aandèëlhouders
gedeponeerd bij bevriende instellingen
…………….
,,
3.000.000,-
ten
eigen
gebruike
. ……………….
………………
,, 30.666.250.-
35.990.950,—
Kassa,
Wissels
en
Coupons
…………………………..
.
..
56.075.590,19
Nederl. Schatkistbiljetten en Promessen
3.004.996,–
Saldo’s.bij
Bankiers
………………………………
.
26.715.028,95
Eigen
effecten
en
syndicaten
……………………..
,.
7.669.063,94
Saldo’ te leveren en te ontvangen
fondsen …..
……………..
.
3:482.333,24
Prolongatiën
gegeven
………………………… . ……..
..
..
18.355.515,—
–
Oredietveieenigii
…………………………………
f
49.016.383,22
Af:
loopende
Prpmessen
…….. . ………….. . ……..
,, 12.000.000.-
37.016.383,22
Voorschotten tegen Onderpand of Borgtocht en Saldi.Rek.-Crt.
f
67.240 780,67
Af:
loopende
Promessen
………………………………
.
2.126.000,.-
65.114.780,67
Voorschotten
op
Consignatiën ………………………..
.
,.
2.417.015,02
Gebouwen
……………………………………….
.
.
,,.
.
5.847.375,78
Totaal ……
.f276.392.202,34
CREDIT
Kapitaal
…………………………………………….
f
36000.000,-
Reservefonds ………………….
………………….
9.043.810,48
Buitengewone
Reserse
…………………………….
Credietvereeniging …… ………………
4.929.239,50
Reserve
Credietvereeniging
…………………………
,.
2.715.023,82
f
54.488.073:80
Aandeelhouders
voor
gedeponeerde
Effccten
als
waarborg
voor 90 pOt.
storting
op
aandeelen
B
………………………..
f
1.236.600,-
in
Leen-Depot
…………………………………
;, 34.754.350,-
35.990.950,—
Zieken-
en
Pensioenfonds ……………………..
………
.,
2.639.312,93
Deposito’s
…………………………..
.
………….
,.
51.527.237,84
Prolongatie-Deposito’s
……………… . ……………
,,
6.405.150,-
Saldi
Rekeningen-Courant………………. …………
f
88.856.833,92
voor gelden in het Buitenland
.
6.185.237,16
Credietvereeniging …………..
,,
4.583.263,38 99.625.334,46
De
Nederlandsche
Bank ………… ……………….
..
,,
3.418.345,16
Te
betalen
Wissels
……………………………………..
..
..
16.238.439,1 6
Geaccepteerd
door
derden …………………………..
,,
2.621.974,58
Diverse
Rekeningen ……….
………………’
………
S
,,
3.437.384,41
Totaal ……
[276.392.202,34
1ECEMBER 1926
11E JAARGANG Z’o. 671
Nederlandsche Handels
,
Maatschappij
Amsterdam
AGENTSCHAPPEN TE ROTTERDAM EN’S-GRAVENHAGE
–
–
Gestort kâj,itaal
f
80.000.000,—
Statutaire Reserve f 21.117,340,-
Buitengewone Reserve•
f 22,660.000,-
Rente voor Deposito’s:
Direct opvorderbaar. . . . 1
%
per jaar
6 maanden opzegging . . 3
% per jaar
1
maand opzegging . . . 2
%
,
,,
12
.
.,
. .
4
3
/2
%
–
3
maanden opzegging
Voor andere en VASTE termijnen, zoomede voor groote bedragen
. .
272
%
.. ..,,.
,
rentevergoeding nader overeen te komen.
SAFE-DEPÖSIT
R A A D GEVEN]) B U R E A U
VOOR ORGANISATIE
Ir. V: W. VAN GOGH
Ir. ERNST HYMANS
HEERENGRACHT 125
:-: AMSTERDAM :-:
WERK’SPOOR
AMSTERDAM
ROLLEND SPOORWEGMATERIEEL
SCHEEPSSTOOMWERKTUIQEN
SCHEEPSDIESELMOTOREN
IJS- EN KOELMACHINES
Abonneert U op
II. II.. DE VOS’ Wekeljksehe Uitlotingscouraiit
–
–
•Vlugst ingelicht en meest verspreid
FINANTIEEL WEEKBLAD
bévattende alle binnen- en buitenlandsche trekkingen, Divi-
denden en Coupons, Incourante Fondsen, Hoofdartikelen,
• Beursoverzicht, Correspondentie, Koerslijst, Berichten, ete.
38ste Jaargang
Abonnementsprijs
f
5,— per half jaar v. h. binnenland
•
Buitenland
f
12,— per jaar bij vooruitbetaling
PROEFNUMMERS OP AANVRAAG GRATIS
Uitgave van
BiNNENKANT
30
S.
L. VAN LOOY
AMSTERDAM
SUIKER MAC H IN ERIEËN
IJZERCONSTRUCTIES
SCHEEPSTURBINES
POLDERGEMALEN’
LOCOMOTIEVEN
STOOMKETELS
Abonneert U op
De Spiegel van
Handel en Wandel
Naamlooze Vennootschap
Wilton’s Maéhinekbriek en Schéepswerf
Rotterdam
Scheepsbouw en Machinefabricage. Speciale inrichting
voor reparatiën van eiken omvang. Vijf droogdokken
met lichtvermogen tot 46000 ton.
m
Dwarshelling.
Drijvende kranen met een lichtvermogen tot 120 ton.
Telefoon:
6707, 6708, 7303
Telegramadres: ,,WILTON” Rotterdam
7304, 7305, 7325
NIJGH & VAN DITMAR’S BOEK- EN HANDELSJ)RUKKERIJ, ROTTERDAM