Ga direct naar de content

Jrg. 11, editie 555

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 18 1926

18 AUGUSTUS 1926

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

EconomischL

Statistische

Beri*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

11E JAARGANG

WOENSDAG 18 AUGUSTUS 1926

No. 555

INHOUD.

Bij.
DE CIRCULAIRE VAN MINISTER KAN OVER DEN NOOD
DER GEMEENTEN
door
Mr. S. J. R. de Afonchy …… 726
De Landbouw in Groningen door
Dr. G. Minderhoud .. 728
De Belasting-Ontwerpen Colijn.-De Geer III door
Prof.
Mr. M. W. F. Treub …………………………
729
BUITENLANDSORE MEDEWERKING:
Het Rapport van de Indian Currency Commersion 1
door
Prof. Dr. T. E. Gregory ………………731
Opmerkingen over de Katoen-, de Wol- en de Kunst.
zijdeindustrie door
L. J. Reid ………………733
AANTEEKENINOEN:
Indexcijfers van scheepsvrachten …………….
734
Duitsche effectenkoersen sedert
1
Januari
1926 …. 735
De circulaire van Minister Kan in zake de Gemeente-
financiën ………………………………
735
Internationale Kartellen ……………………
736
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN..

……..
738-744
Geidkoersen.

Bankstaten

Goederenhandel.
Wisselkoersen.

1
Effectenbeurzen.

Verkeerswezen.

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Mr. Q. J.
Terpstra.

• ECONOIIISCÏI-STATJSTJSCJiE
BERICHTEN.

COMMISSIE VAN ADVIES.
Prof. Mr. D. van Blom; J. von Ilasselt; Jhr. Mr. L. H. von
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. E. Moreaco;
Mr. Dr. L. F. II. Regout; Dr. E. van Welderen Baron
Rangers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schitthuia;
Mr.
Q.
J. Ter pstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid:
Prof.
Mr.
G. M.
Verrijn Stuart.

Redacteur-Secretaris: D. J. Wonsink.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
– Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.

17 AIJGUSTUS 1926.

Het aanbod van geld bleef nog zeer overvloedig, de

rentetarieven vertoonden echter een neiging tot op-.

loopen. De stijging van de geldpri.j’zen in Amerika, die

een ahtrekkei van de discontokoersen iii Engeland

ten gevolge had, liet niet na ook hier eenigen invloed

uit te oefenen. Dit gepaard met den urensch van velen

bm geen belegging te nemen over den Novembertermijn

heen, deed het •discontö voor driemaands wissels, dat

aanvankelijk nog
t
/is
pCt. gedaald was, aan het einde

der week oploopen tot 2
°
/
16
pOt. In de nieuwe week

traden bovengenoemde factoren nog meer naar voren,

zoodat gisteren, nadat men aanvankelijk nog vrij grif

plaatsing kon vinden voor 2
5
/s pOt., ten slotte niet

onder 2% pOt. was onder te brengen. Ook cle ])ro-

longatierente was eerder iets stijver; meestal werd

2% pOt. genoteerd. * *
*

.01) den weekstaat van De Nederlandiche Bank

is de post hinnenlandsche wissels verder met
f
1,2

millioen teruggeloopen. De beleeningen daarentegen

geven een vermeerdering te zien van
f
1,8 mihioen.

Het voorschot aan het Rijk is van
f
3,6 millioen

verminderd tot f1,5 •millioeh:

De post buitenlandsche wissels is afgenomen en

ook de goudvoorraad is kleier geworden, resp. met

bedragen van
f
4,6 en
f
5,2 miilioen. De diversé reke-

ningen aan de actiefzijde zijn evenwel met
f 0,8
mii-

lioen gestegen.

De biljettencirculatie daalde met
f
7,7 millioen.
i)e rekening-courantsaldi zijn echter met
f
6,4 mii-
lioen gestegen.

1-Jet dekkingspercentage is ruim 51.

* *
*

De flauwere stemming voor Franken, •die aan het

einde der vorige berichtsweek reeds merkbaar was,
,tad deze week sterker naar voren. Geopend op 7,42

voor Parijs en 6,05 voor België, daalden de koersen

vrij regelmatig tot 6,88 en 6,86, waarbij viel op te

merken, .dat de opening meestal zeer flauw was en

caarna, blijkbaar ten gevolge van steunaankooien,

iederen :dag een lichte stijging intrad. Ook Vrijdag

was het verloop weder eender, alleen trad op •dien

dag na vier uur plotseling een sterke daling in, die

Iarijs tot 6,67 en België tot 6,55 deed terugloopeni.

Amerika was deze bijzonder flauwe stemming,

waarvoor niemand een verklaring wist te geven, den-

ê1fden •dag reeds weder overwonnen en hier waren

4en volgenden dag eveneens •de koersen weder beter;

stemming bleef echter uitgesproken flauw. In de

oudwisse]s viel een flauwe stemming voor pohden

tegenover een vaste stemming voor dollars en marken

p te merken. De verhooging van de rente van de

New Yorksche Reservebank was duidelijk merkbaar

eii werd gevolgd door een sterke onttrekking van

iew Yorksche saldi aan de Londensche geidmarkt.

De vrij, sterke daling van den Sterlingkoers in New

York werd hier genivelleerd, gedeeltelijk door een

sijgin.g van den Dollarkoers en voor het overblijven-

de gedeelte door een lichte daling van •den Ponden-

koers. Waar de Duitsche Rijksbank de paniteit met

den dollar onveraiderd handhaafde, gingen de naar-

kn hier evenredig omhoog. Van de overige rissel-

koersen valt nog te vermelden een lichte stijging van

den Deenschen Kronenkoers, waardoor deze het punt

bereikte, dat voor den oorlog als grens voor gouduit-

voer uit Denemarken werd aangezien.

LONDE,
16 AUGUSTUS 1926.

Gedurende cle afgeloopen week is disconto vaster

geworden wegens cle verhooging van de Fecleral Re-

serve Rate te New York, zoodat 3-maands wissels

noteerden
4
7
Iie-34.

Men meent als resultaat hiervan, dat de kans

op een verlaging van de Engélsohe Bankrate thans

verkeken is.

De vraag van het Continent naar gewone Commer-

ciJe Wissels blijft zooais in de laatste weken.
.-De Fransche en Belgische wisselkoersen bleven

weer rustig.

Dollars en Guldens shiiten op resp. 4,85
7
/8,
12,10%.

726

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

.18 Augustus 1926

DE CIRCULAIRE VAN MINISTER KAN

OVER DEN NOOD DER GEMEENTEN.

De gemeentefinanciën hebben sedert den oorlog wel

heel sterk hare ,,ups and •downs” ‘gehad. In de jaren

1919 en 1920 maakten alle gemeenten van ons land

een crisis dooi-, die haar eenerzij’ds het opmaken en

han’dhaven der ibegrooting hoogst moeilijk maakte, anderzijds haar in ‘haar kapitaalvoorziening belèm-

merde. De snelle stijging der prijzen van allerlei ma-
terialen zoowel als van de levensbehoeften maakte een

overschrijding van talrijke onder.houdsposten op de
gemeentebegrootingen onvermijdelijk en ‘dwong tevens
tot .duurtebij.slaigen ‘of traktem.entsverhoogin;gen, waar-

op tijdens ‘het opmaken ‘der begrootin’g niet gerekend

was. De gemeenterekeningen dier jaren plachten ‘dan
ook met aanzienlijke nadeelige saldi te sluiten, die

‘op een volgenden dienst moesten worden gedekt en
den ontwerprs van de ‘begrootingen voor volgende

jaren groote moeilijkheden baarden.
‘Bovenal echter speelde ‘de crisis zich af op het

gebied van de kapitaalvoorziening. Geld ‘op langen
termijn was schaarsch; han’del’ en industrie deden

voortdurend een beroep op de gel’dmarkt om door uit-breiding van zaken van ‘de heerschende (schijn-) wel-

vaart te kunnen profiteeren; in ‘de soliditeit der ge-
meenten, ‘geplaagd ‘door ‘de zooeven ‘geschetste zorgen

geregeerd ‘door ‘de in 1919 voor het eerst op de basis
van het algemeen kiesrecht samengestelde Raden, had
de kapitalist over het geheel maar een matig ver-

trouwen. De Nederlandsche Bank, verontrust door
het ruime gebruik dat de gemeenten van het crediet
op korten termijn maakten (de
bij’
‘de Gemeentelijke

Crediebbank geplaatste p’romessen vonden grooten-‘deels haar weg naar de Nederl’andsche Bank zelve!)

hief den waarschuwenden vinger op en dreigde met
krasse maatregelen tegen wie zou voortgaan met voor
kapitaalsuitgaven van blijvenden aard dekking te zoe-
‘ken in den vorm van promessen, anticipatiebiljetten en dergelijk papier met korten looptijd. De Vereeni-
‘ging voor de tStaathuishoudkunde en de Statistiek

wij’dde aan den kapitaalnood ‘der gemeenten haar vet-

gadering van 1920.
Dit ‘alles lijkt al ver achter ons te liggen. Hét
crediet der gmeenten heeft zic’h volledig hersteld. De

obligaties onzer groote gemeenten worden ter ‘beurze
zeker niet lager gewaardeerd ‘dan bijv. eerste klasse
pan’dbrieven. Conv’ersies van gemeenteleeningen zijn

al maandenlang aan de orde van den dag. -1
– Zelfs hebben vele gemeenten kort na ‘de crisis van
1919/’20, een merkwaardig, zij het zeer tijdelijk, ,,up”
beleefd, toen in 1922 de eindafrekening van ‘de door

het Rij’k geïnde inkomsten’belastingen geweldige over-
schotten bleek op te leveren; waarop bij de begrootiig
niet gerekend was, overschotten, ‘die in Groningen

bij’v. werden ‘gebrui’kt ten einde omvangrijke bestra-
tin.gs- en rioleeringswerken te bekostigen, elders in
‘den vorm van reservefondsen voor den kwaden ‘dag
ter zijde werden gelegd. Die overschotten, hoe oi’i-
verwacht ook, waren ‘achteraf ‘bezien volkomen ver-‘klaarbaar als het fiscale gevolg van den ‘schijnibaren
economischen bloei van de jaren 1919-1920. Doordat
de aanslag in ‘de Rijksinkomstenbelasting (en voôr de eigen gemeentelijke inkomstenbelastingen geldt

hetzelfde) geschiedt naar het’ inkomen in een
vorig
jaar en bovendien de belastingsc’huldigen de
in
een

jaar ontvangen •divi’denden van vennootschappen
(door deze in een nog verder terugl’iggend jaar ver-
diend) als inkomen van het jaar van ontvangst ‘mQe-
ten opgeven, vindt— ‘het is genoegbeken’d – ‘de eco-
nomische toestand’ eerst,1 of 2 jaren na dto.zijn weer-
slag in de opbrengst ‘der R.I.B., terwijl hier dan.ten
aanziefi van de gemeenten nog
bijkomt,
.dat
zij’
haar

opcenten, bij wijze yan voorschot, naar een vorig jaar
egioot; uitgekeerd ‘krijgen en, eerst na afloop van
het bela’stingjaar ‘ervaren op hoeveel zij recht hadden. Op de crisisjaren 1919, 1920 en ten ‘deele ook 1921
‘volgden jaren van betrekkélijke ontspanning. De da-

ling ‘der prijzen, de meevallers bij de belasbi’ngen, voor

zoover niet ten volle voor buitengewone uitgaven op

zijde gelegd, het geleidelijk hier en ‘daar weer inge-
voerde verhaal van pensioenpremies voor het perso-

neel ‘der gemeente, de versobering, die alom in ver-

mindering van personeel en in andere maatregelen

tot uiting kwam, ‘stelden een aantal gemeenten in

staat de al te hoog opgevoerde belastingen eenigszins

te verlagen.
Een nieuwe ,,down” volgde echter. Evenmin als

de opbloei van 1919/1920 zich onmiddellijk in de
bel’astingopbrengst openbaarde, evenmin was dit ‘het
geval met de ,,m’alaise” (mogen we er nooit een Hol-
landsch woord voor vinden!) die in 1921 haar in-

trede deed. Eerst in ‘d’e rekeningen van 1924, maar

vooral ‘in ‘die van 1925, kwam
dit
gevolg der malaise

krachtig tot uiting. 1-let feit, dat van 2.65 genteenten boven ‘de 5000

zielen er 45 de rekening met een nadeeli’g saldo moes-

ten afsluiten, ‘vormde voor Minister Kan den aanloop

tot zijn geruchtmakende vermaning aan het adres
van de colleges van Gedeputeerde Staten, maar meer

nog “over het’ h’dofd ‘an ‘deze ‘organen tot ‘de gèmeen

tebesturen gericht.
“)
Men kan met recht pleiten, dat
dit
feit alleen de

straffe maatregelen, ‘die’ de Minister aan de toeziende

provinciale colleges . aanbeveelt, niet rechtvaardigt.

De nadeelige saldi
zijn
in vele gevallen allicht meer

een gevolg van tegenvallers in de inkomsten – wat

de gemeentebesturen niet in ‘de ‘hand hebben – dan

van een
overschrijding
‘der uitgaaframingen, die op

eeii minder zorgvdldig beheer zou ki.i’nnen
wijzen.
Dat

die tegenvallers in dezelfde mate ook in volgende
jaren zullen optreden, is niet zeker. De grootste tegen-

slag ‘bleek hier en daar te
zijn
‘het groote bedrag aan
oninbare posten ‘van vorige jaren, dat het Rijk op
de belastinguitkeeringen inhield; maar in dezen om-

vang komen kwade posten alleen voot in tijden van snel dalende conjunctuur, wanneer ‘de fiscus te laat

komt om van de reeds weer verdwenen winsten zijn

deel op te eischen.
Hoe ‘dit alles zij: te denken geven de nadeelige

saldi 1925 (of de veel
lagere batige saldi
dan vorige

rekeningen aanwezen) in elk geval wel. Alleen dan

zou men het feit ‘kunnen verwaarloozen, wanneer
reeds weder een flink accres in ‘de inkomsten ha’d
ingezet of met ‘grond mocht worden verwacht. Maar
‘daarvan is nog geen spra’ke. Zi’et men om zich heen,

dan valt
eenige
‘economische opleving niet te misken-

ndn, maar zal zij krachtig doorzetten? En zoo ja,

gaan er dan,
gelijk
wij zooeven zagen, niet nog enkele

jaren heen, voordat zij zich ook in de gemeentereke-

ningen volledig openhaart?
Inmiddels maken ‘de gemeenten, wier crediet ge-
lukkig ongeschokt blijf t en ‘d’ie er ‘dus in zoover beter
voor staan dan in ‘de jaren 1919 en 1920, waarover
ik in den aan’hef schreef, andermaal een ,,begrootings-
crisis” ‘door, moesten vele harer wedei tot belasting-
verhoo’ging overgaan en dreigt in vele andere dit-
zelfde in ‘de naaste toekomst.
Behalve op ‘de uitkomsten van 1925 wijst de Mi-
nister ook op ‘de snelle uitbreiding, die ‘de budgets

en ‘de schulden der gemeenten in de laatste decenniën

hebben ondergaan. Een
stijging
van den schuldenlast’

in 26 jaar van 230 tot 1093 millioen, een vernieer-
dering ‘der jaarlij’ksche uitgaven van 110 tot .1001
millioenen in 21 jaar, het zijn zeker spreken’de cijferSi!
Mr. Kan zal deze stijging natuurlijk niet zonder
meer als een kwaad beschouwen, maar zeker is er bij
een zoo snel accres reden voor de vrees, dat niet
steeds met ‘cle vereischte zorgvuldigheid het nut dr
nieuwe maatregelen, ‘die tot de stijging leidden, aan
“de daarvoor te besteden gelden’ ‘is ‘getoetst of dat

slechts uit sleur gehandhaafd wordt,’ wat’ ‘eenmaal
on’der an’dere omstandigheden nuttig was. –
• ‘ Geen veritan’dig genieentebeétuür ‘zei dan ook ‘den

1)
[Den tekst der circulaire viiIt men’1dets in’ dit
No.

IS Augustus 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

727

aandrang des Ministers zonder meer langs zich heen
laten gaan, te minder nu in de circulaire tevens de

verzekering te lezen staat, dat ‘deze bewindsman zijn
ambtgenooten verzoeken zal geen maatregelen te

nemen of voor te bereiden, welke tot het leggen van
financieele lasten op de gemeenten leiden, zonder overleg te plegen met zijn departement. Men mag

hopen, dat als gevolg hiervan ‘cle gemeenten ver-

schoond zullen blijven van een wijze van bezuiniging
van den kant van het Rijk, waarover zij maar al te

vaak reden hadden, zich te beklagen. Ook de door het
departement van minister Kan ingetrokken, tevoren

sinds onheugelijke tijden bestaan hebbende Rijksbij-

drage van
f
40 per armlastige krankzinige zal nu

wel spoedig weder worden ingevoerd!
De aandrang van ‘den Minister tot versobering is
dus alleszins gerechtvaardigd. Moet men zich van

de uitwerking ervan veel voorstellen?

In elke groote organisatie is natuurlijk wel te be-zuinigen en het zal, naar te hopen is, straks een van
de blijvende winsten van dozen weinig opwekkenden

crisistijd ‘blijken te
zijn,
dat onze oogen meer dan
in den bloeitijd op het bereiken van ,,effici&ncy” zijn
gericht. Practischer werkverdeelin’g kan hier en daar

leiden tot inkrimping van personeel;
bij
scherp toe-

zien kan bijv.
‘blijken,
dat het innen van gaskwitan-
ties eenmaal in de twee maanden in plaats van maan-
delijks, meer voor- dan nadeelen geeft; dat bij de
bewaking van de stad met een kleiner politieperso-
neel, dat echter dan meer per rijwiel surveilleert, kan worden volstaan; dat fliet elk bedrijf zijn eigen schil-
der of metselaar behoeft ‘te hebben; ‘dat scherp toe-
zicht op het verstrekken van leermiddelen en school-
boeken tot besparing kan leiden zonder schade voor
het onderwijs. Als men •den ‘geheelen gemeentedienst

aldus critisch bezien heeft,
blijkt
veelal een groot

aantal bezuinigingen, elk van geringen omvang, mo-
gelijk, die te zamen een vrij belangrijk ‘bedrag aan
aarlijksche besparing uitmaken.
Maar vooreerst is in de meeste groote gemeenten
op •dit gebied in ‘de laatste jaren al veel verricht, dat
dus reeds in ‘de begrooting haar neerslag vindt. De
waehtgel’dregelingen maken vaak de ‘besparing ‘door
ontslag van personeel althans in den aanvang vrij-
wel illusoir. Wettelijke regelingen,
‘gelijk
‘de bepa-
lin.gen betreffende het bijzonder lager onderwijs, oQk
wel de onafwijsbare noodzakelijkheid van bepaalde voorzieningen, verplichten de gemeenten tot uitzet-
ting van uitgaven, waartegen zij machteloos staan.
Zoo zal dan ook, wat door versobering van ‘den go-
wonen gemeentedienst nog te bereiken valt, in de
practijk vermoedelijk niet meevallen. Behoudens één uitzondering, waarop ik straks tei-ugkom.
Anders staat het met ‘de
buitengewone uitgaven.
Hier geldt het in den regel niet het afbreken van
het bestaand’e, met alle bezwaren van ‘dien; hier ‘gaat
het om iets nieuws, waarvan men zich kan en moet
afvragen in hoever het gewettigd is er in dezn tijd
toe te besluiten. Wanneer dan ook ‘de Minister aan
Gedeputeerde Staten inscherpt, dat zij slechts in aller-
noodzakelijkste gevallen aan ‘besluiten tot het aangaan
van leeningen hun goedkeuring zullen mogen ‘hech-
ten, moet men hem volledig bijvallen, kan men et
alleen aan toevoegen, ‘dat eed. Staten ‘goed zullen
doen met hun toezicht ook ui’t te strekken tot de be-
sluiten, waarbij ‘de gelden voor ‘dergelijke uitgaven
worden toegestaan. Op het oogenblik, dat tot het aan-gaan van eea
leenin.g
wordt besloten, zijn de uitgaven
toch in. ‘den regel reeds gedaan. Wat de Minister overigens over de leeningspolitiek der gemeenten schrijft is zeker zeer behartigenswaar-dig, maar
hier
kan men toch inderdaad vragen of de
boog niet to strak gespannen wordt. De wenk om al-
leen die uitgaven uit ‘den kapitaaldienst te bestrijden,
die dadeljk vloeiende inkomsten medebrengen, ten
minste gelijk aan ‘de rente der aan te gane schuld,
is zeker voortreffelijk. Uit ‘den Economist van 1908
kan blijken, ‘dat aan schrijver ‘dezes reeds voor jaren

hetzelfde ‘ideaal voor oogen stond. Maar men mag niet

vergeten, ‘dat de gemeenten
vrijwel
algemeen een tot

dusver veel minder ‘solide gedragslijn ‘hebben ge-

volgd en alle uitgaven, ‘die niet jaarlijks terugkeerden
en die ni’et tot onderhoud en herstelling te rekenen

waren, ‘door een leening over een aantal jaren plach-

ten te verdeelen. Van dit stelsel overgaan tot wat de

Minister wil, brengt jarenlang
dubbele
lasten mede.

iKan men het laatste in ernst in
dezen
tij’d aan de

gemeenten willen opdringen?
Op één gebied
blijft
er nog
altijd
veel te ,,v’ersobe-

ren.” Ik ‘bedoel de salarissen van ht gemeenteperso-
neel en terecht vestigt ‘de Minister ook hierop de aan-

dacht ‘der gedeputeerde colleges. Het is zeker niets nieuws, maar is toch blijkbaar nog niet genoeg be-
toogd, dat het geen waarlijk sociale politiek is om één categorie van werknemers in een bevoorrechte positie

te plaatsen en ‘daardoor niet alleen ‘de actie ‘der ge-

meente op allerlei ‘gebied ‘te verlammen, maar tevens
zware lasten te leggen op alle an’dere werknemers, die

van hun kleiner inkomen nog ‘belasting5euningen
moeten afzonderen om aan hun collega’s in overheids-

‘dienst dien voorsprong te ‘verschaffen. Van de zijde
van hen, die voor verbetering der positie van het
overheidspersoneel pleitten, is aan ‘de werknemers in
de vrije bedrijven steeds voorgehouden, dat daardoor
tevens
hun
belangen werden gediend, omdat de ge-
meente1ooen de rekstok waren, waaraan ook zij zich
omhoog konden treken. De onhoudbaarheid dezer
stelling is in de afgeloopen jaren wel overtuigend

aangetoond; terwijl ‘de ,,rekstok” even hoog bleef, al-
thans weinig omlaag ging, zakten de bonen in de
rijo bedrijven tot het niveau, dat doo-r ‘de verhou-
dingen in
die
bedrijven werd bepaald.
De gedachte, dat de overheid ook in haar arbeids-
voorwaarden een
voorbeeld
stellen moet, is ook ons
sympathiek, maar laat het dan een voorbeeld zijn, dat
de particuliere ondernemingen kunnen
navolgen.
De tegenwoordige toestand moet betreur’d worden
door allen, ‘die, als schrijver ‘dezes, voelen voor de pu-
bliekrechteljke gedachte, die meenen, dat allerlei za-
ken van publiek nut ‘door de overheid en door haar
alleen behartigd moeten worden. Thans ziet men al-

l’erwegen pogingen om aan het overheidsbedrijf te
bntkomen. Den Haag koos, stellig voornamelijk ter wille van de kwestie der arbeidsvoorwaarden, voor
zijn tram ‘den vorm van een gemengd ‘bedrijf en moet
maar hopen, dat het straks niet de nadeelen van
beide exploitatievormen, ‘overheids- en particulier
bedrijf zal ondervinden, terwijl het ‘de voordeelen van beide verwacht. Elders ziet men aan ‘het gemeentelijk
woningbedrijf den vorm van een stichting gegeven,
‘wederom mede om aan de knellende arbeidsvoorwaar-
den en ‘de hooge bonen van het gemeentepersoneel
te ‘ontkomen.

Niet alleen wordt aldus de uitbreidin’g ‘der recht-
streeksche gemeentebemoeiin’g belemmerd, de druk-
kende loonlast verhindert ‘d’en gemeenten o’ok in het
algemeen om op sociaal ‘gebied’ haar vleugels uit te
slaan. Aan maatregelen, di’e aan ‘de geheele bevol-
king of aan de mingego’eden in het bijon’der ten
goede zouden komen, kan niet gedacht, nu de mid-
delen ontbreken ten gevolge van de bevoorrechting
van enkelen.

De u’itvo’erin’g der circulaire – en daarmede wil-
len

wij besluiten – zal van de colleges van Ged. Sta-
ten veel beleid vergen. In ‘deze
moeilijke
jaren, waar-
van men ‘dan toch verwachten mag, dat zij
over gangs-
jaren zullen zijn, moet aan de gemeenten ten aanzien
van haar belasting- en begrootingspolitiek zekere vrij-
heid worden gelaten. Bezuinigingen doen ‘haar wer-
king vaak eerst in latere jaren ten volle gevoelen. De
naaste töekomst kan iii vele gemeenten ‘bijv. reeds
hierdoor een verbetering geven, dat de vaak op een
aflossingstermijn van 10 jaar gesloten groote distri-
but’ieleeningen uit de jaren 1917-1918 ‘dan afge-
loopen zijn. In deze en dergelijke omstandigheden kan
men niet elk dienstjaar op zichzelf ‘beschouwen en

728

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

18 Augustus 1926
onverbiddelijk vasthouden aan den eisch, dat afle
lasten van dien cienst, naar de strengste regelen be-

cijferd, door de middelen van het jaar moeten worden
opgebracht. Is er redelijke kans, dat een volgende

hegroot.ing een beter beeld to zien zal geven, dan is

een beperking van het belastingporcentage tot het ook

in komende jaren noodigo cijfer alleszins verdedig-

baar. Een te hoogo heffing is door den invloed, dien

zij uitoefent op vestiging en vertrek van meor go-

goeden al evenzeer een kwaad als een heffing, die

te laag is.
111cr ligt een ruim veld voor een onbeva.ngen, wel-

willeiid overleg tussehen een college van Gedeputeer-
de Staten, dat voor de moeilijkheden der gemeenten

een open oog heeft en gemeentebesturen, die don

toestand zonder achterhoudendheid blootleggen en

die een politiek volgen, welke erop ‘gericht is om zich
op korten termijn, maar zonder onnoodige schokken,

aan den nieuwen toestand aan te passen.

Arnhem.

Mr. S. J. R.
DE MONCHY.

DE LANDBOUW IN GRONINGEN.

De provincie Groningen bestaat voor het grootste

deel uit zeekleigronden, varieerende van zeer zware,

– dus met een zeer laag zandgehalte – tot zeer
lichte klei met 80 en meer procenten zand. De lichtere

kleigronden worden in den regel zaveigronden genoemd.

Naast dit klei- en zaveigebied
zijn
vooral van be-

lang de streken der vergraven hoogveengronden in

het Zuid- Oosten, de zoogenaamde Veenkoloniën.

Dit gebied heeft echter een zoo speciaal karakter
en zijn geschiedenis en ontwikkeling
wijken
zoo zeer
af van die van het overige deel der provincie, dat

daaraan beter een afzonderlijk artikel kan worden
gewijd. Dus bepalen wij ons hieronder tot de klei-

en zavelgronden.

Tot het midden der 18e eeuw is Groningen vooral

een vee-telende landstreek geweest.
Het varen vooral de slechte waterstaatkundige

toestanden, die het onmogelijk maakten in vroegere

eeuwen aan den akkeibouw een groote uitbreiding te

geven. Meer speciaal was de teelt van wintergewas-
sen, dus van producten, die in den herfst moeten

worden uitgezaaid, in vele streken
onmogelijk,
aan-

gezien het land des winters daar regelmatig onder
water stond.
Na 1750 hebben een drietal factoren samengewerkt
om de weidebedrijven te doen omzetten in bouwland.

Het waren:

De verbeterde wat er? osving.
Door het bouwen van

grootere molens slaagde men er ni. in, vele gebieden,
•die zonder bemaling des winters geregeld blank ston-

den, het geheele jaar door droog te houden.

De bij herhaling optredende besmettelijke vee-

ziekten,
die groote verwoestingen onder de veestapels aanrichtten en vele landbouwers buiten staat brachten
telkens weer nieuw vee aan te koopen, zoodat
zij
ge-
dwongen waren, een gedeelte van hun weidelanden
om te ploegen, om dit als bouwland te gaan gebruiken.
De vooral ten gevolge van

de troebelen in Eu-

ropa in het laatst der 18e eeuw sterk gerezen graan-

prijzen,
waardoor het bouwbedrijf grootere netto-op-

brengsten opleverde dan het veebedrjf.
Vooral als gevolg van deze drie factoren is Gro-
ningen gedurende de laatste 100 jaar een overwegend

akkerbouwend gewest geweest.
In het centrum der provincie is echter een vrij groote
streek overgebleven, waar de grond.te zwaar is om
met goed gevolg als bouwland te kunnen worden ge-
bruikt. Trekt men om de stad Groningen een cirkel

met een straal van 10
?t
15 K.M., dan vindt men

daarin
vrijwel
uitsluitend
blijvend grasland.
Behalve in deze streek wordt op het grasland, dat
elders tusschen het bouwland ligt en vooral ook op
de witte klaver-velden (diemenin Groningen als middel
ter verbetering van de vruchtbaarheid van den grond

in het vruchtwisselstelsel opneemt en beweidt) vrij

veel vee gehouden.

Niettegenstaande de stad Groningen met haar bijna 100.000 inwoners en de zeer vee-arme Veenkoloniën

een niet onbelangrijk quantum melk als consumptie-

melk noodig hebben, dat uit het weidegebied moet
worden aangevoerd, produceert de provincie Groningen

jaarlijks nog circa 3 millioen K.G. boter.

Neemt men in aanmerking, dat behalve boter ook

nog vette kaas en gecondenseerde volle melk worden

gemaakt, dan kan veilig worden geconcludeerd, dat

jaarlijks meer dan 125 millioen K.G. melk fabriek-

matig wordt verwerkt.

De akkerbouw is echter, als men het kleigebied in

zijn geheel neemt, de hoofdzaak en van de akkerbouw-

gewassen zijn de granen weer verreweg de voornaamste.
Duidelijk blijkt dit uit de bruto-opbrengsten in

geld der verschillende onderdeelen van de bedrijven.

Onderstaande
cijfers
hebben betrekking op gegevens

van het boekjaar 1924/’25, daar die van het laatste
boekjaar nog niet
zijn
verwerkt.

Alles is omgerekend in guldens per hectare.

Noordel.

Nieuw
Aantal bedrijven, waarvan cijfers

bouwstr. Oldambt.

beschikbaar waren.

156

34

Opbrengst aan:
Levende have

…………………..
52.27

22.87
Zuivel …………………………
24.77

12.51
Granen

………………………
142.52

153.82
Peulvruchten …………………..
44.84

63.10
Zaden …………………………
38.55

117.60
Aardappelen …………………….
7.08

7.69
Suikerbieten ………………….

59
..92

18.62
Vlas ………………………….
58.57

0.58
Stroo ………………………..
52.48

65.68
Hooi …………………. . …….
.7.87

2.05
Diversen ………………………
15.91

20.21

Totaal …………………………
504.78

484.73
Totale onkosten …………………
307.70

287.99

Bruto winst ……………………
– 197.08

196.74

13e
,,bruto winst” geeft aan de gemiddelde winst

der eigen boeren, die een onbezwaard bedrijf hebben (waarop dus geen beklemhuur, hypotheek- of andere

schulden drukken).

Om na te gaan wat ,,gemaakt” is, moet de bruto-
winst worden vermeerderd met een bedrag voor vrije
woning (met wat aan producten uit hët
bedrijf
voor

de huishouding is gebruikt, is rekening géhouden),
doch worden verminderd met de rente voor het in

het bedrijf gestoken vaste en losse bedrijfskapitaal.
Deze laatste kan op ongeveer f 10.- per H.A. wor-
den gesteld.
Het jaar, waarop de
cijfers
betrekking hebben, gold

als een
goed
jaar. Het thans achter den rug zijnde was

heel wat minder. Toch laten bovengenoemde cijfers
zien, dat voor degenen, die in de laatste jaren hun

bedrijf gekocht hebben, het genoten ondernemersloon

laag is.
Als
prijs
der
landerijen
moet toch gemiddeld in

de laatste jaren ± 2500.- i f 3000.- per H.A, wor-

den genomen. Trekt men de rente daarvan, zeg f 125,
af van bovenvermelde bruto-winst en houdt men re-

kening met f 10.-. als rente van het bedrijfskapitaal
dan rest een ondernemersloon van pim. f 60.- per
U.A. (plus vrij wonen). Dit cijfer illustreert, wat
ieder ingewijde weet, nl. dat als gevolg van het groote
aantal jonge mensehen, dat naar een boerderij uitziet,
en het beperkt aantal te koop of te huur komende
hoeven, de concurrentie tusschen de gegadigden zoo
groot is, dat de koop- en ook de pachtprijzen tot een
zoodanige hoogte worden opgedreven, dat er gemid-

deld voor den boer slechts een karig ondernemersloon

overschiet. .
Bij de bezwaren daarvan (o.a. de onmogelijkheid
om reserves voor slechte tijden te vormen) willen wij

niet stil staan.
De zaak heeft ook een lichtzjde en wel deze, dat
iedere verstandige boer overtuigd is, dat om een

18 Augustus 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

redelijk bestaan te hebben het noodzakelijk is, dat

de bruto-winst voortdurend wordt vergroot.
Op alles wat verlaging der bedrijfsonkosten ten-

gevolge kan hebben of verhooging der bruto-opbrengst

wordt daarom nauwkeurig acht geslagen.
En zorgvuldig wordt overwogen bij welk bedrijfs-

systeem het grootste verschil tusschen bruto-opbrengst

en onkosten wordt verkregen.

Het aspect van het bedrijf verandert dan ook

voortdurend. Het
bedrijf
past zich aan aan de om-

standigheden. Nieuwe vindingen worden direct toe-

gepast, verbeterde rassen worden weldra algemeen
verbouwd. Stilstand in den vooruitgang van het

bedrijf staat in de meeste gevallen
gelijk
met een

niet-loonend bedrijf.
Zestig jaar geleden werden in het Oosten der pro-

vincie
jaarlijks
groote hoeveelheden stroo verbrand,

omdat dit geen verkoopwaarde had en in het Noor-

den moest vee gehouden worden alleen om het stroo

tot mest te kunnen maken. Van dit alles

is thans

niets meer te merken. Al het stroo, dat geoogst

wordt, wordt geleverd aan de 18 in deze provincie
werkende stroocartonfabrieken.

Het stroo van één hectare tarwe buy, heeft als

grondstof voor de cartonfabrieken in de laatste ja-
ren een waarde gehad van f 125.—. Het houden van
vee om den mest behoort tot de geschiedenis. Men
houdt het land vruchtbaar door gebruik van kunst-
mest en door een goed vruchtwisselstelsel. Men mag
aannemen, dat op de kleigronden van Groningen

gemiddeld jaarlijks voor f 40.— per H.A. aan kunst-
mest wordt aangekocht.
De inrichting van het bouwplan is daarenboven
een onderwerp van voortdurende overdenkirig voor
den boer.
De goed ontwikkelde landbouwer ziet daarbij ook
voortdurend om zich heen en vraagt zich af of wat

elders wordt gedaan ook niet op zijn bedrijf dient te
worden toegepast.
Zorgvuldig onderzoek van de mogelijkheid van
wijziging van beteekenis van het gebruikelijké be-
drjfssysteem is daarbij echter gebiedende eisch.

Niettegenstaande de grondsoort in een groot deel van Groningen practisch overeenkomt met buy. die

van Zeeland wordt de akkerbouw van de Groninger
klei gekenmerkt door overwegende graanteelt, terwijl
in Zeeland de verbouw van consumptieaardappelen en suikerbieten op den voorgrond treedt.
Van 1911 t/m, 1920 waren in procenten van het
aanwezige bouwland beteeld met:
kleigebied van
Groningen

Zeeland

granen ……….51.4 pOt.

33

pOt.
suikerbieten

4.

17.5

consumptieaard-
appelen ……..3

,,

11
Toch zou het dwaasheid
zijn
hier uit te conclu-
deeren, dat in één der genoemde provinciën het
bouwstelsel
ingrijpend
verbeterd kan worden.
• Dr. W. 0. H. Staring, de bekende econoom en
geoloog, wees er reeds in 1862 op, dat binnen de
grenzen van ons kleine land behalve de grondsoort
ook de factoren: klimaat, afstand van de bevolkings-
centra, maatschappelijke vérhoudingen, enz. het ka-
rakter van, het landbouwbedrijf voor iedere streek
dienen te bepalen.
Daarom zal de landbouwer, die wenscht dat zijn
bedrijf aan de hoogste eischen voldoet, zich niet
tevreden kunnen stellen met de bestaande bouwwijze
tot in de perfectie toe te passen. Evenmin zal hij
‘kunnen volstaan met na te gaan hoe het bedrijf el-

ders is ingericht om dan dit voorbeeld te volgen.
Het is noodzakelijk, dat nagegaan wordt
waarom
elders een ander systeem wordt gevolgd en pas, na-
dat is komen vast te staan, dat wat daar geschiedt,
ook onder eigen omstandigheden een verbetering moet
worden geacht, ‘is iavolging bp grootere schaal ge-
oorloofd en gewensbht.

‘Over de w’ijze, waarop men in Groningen in de laat-

ste kwarteeuw hoef t getracht het landbouwbedrijf
meer rendabel te maken, hopen wij in een volgend

artikel terug te komen.
Dr. G.
MINDERHOUD.

Groningen.

DE BELASTINGONTWERPEN COLIJN-DE GEER.

Ii’.

I)e ontwerpen, die vermindering van den druk der
directe belastingen zullen brengen, zijn, als men het

successierecht in dit verband onder de directe belas-

tingen rangschikt, de halveeri’ng ‘van cle verciodigings-
belasting II, •de afschaffing der leeningsopcenteu op

de personeele belasting (eventueel te vervangen (loor
verm’inderin g d ier opcenten op de inkomster,hlas-
ting), cle ‘verlaging van de personoole belasting
voor de groote gezinnen en de vermindering van de

tarieven der suceessierecht’en.

Van deze voorstellen gaat de halveering van de

verdedigingsbelasting Ii onmiskenbaar in de beoogde
richting. Di’t kan, hoewel in slechts goririge mate,

ook verwacht worden van de afschaffing der leeni’ngs-

opcenten op het personeel, eventueel te vervangen

door vermindering der opcenten op de inkomstenbe-
lasting met 5. Dat de voorgestelde wijzigingen in de
personeele belasting zelve de kapitaalvorming ook
maar in ‘het minst zullen in de handwerken, verwacht
Jhr. de Geer ook zelf wel niet. Het ‘doel van deze
wijzigingen is zoo goed als uitsluitend een tegemoet-
koming aan de zware lasten, waaronder de groote ge-
zinnen gebukt gaan. De vermindering in de perso-
neele belasting ten gunste van koffiehuishouders en
restaurateurs is alleen bedoeld als compensatie tegen-
over don last, dien de aanvulling der ‘zegelwet hun
,zal opleggen.’

Daarentegen zal ‘de voorgestelde wijziging in het
tarief van ‘het successierecht, welke aan de schatkist
op ongeveer
f
10 millioen zal ‘te staan komen, naar
het zich laat aanzien, grootend’eels aan de kapitaal-
vorming ten goede komen. liet is echter zeer de
vraag, of verlaging van
deze
belasting voor dit doel
rei het eerst in aanmerking had behooren to ‘komen.

Hot successiorecht in ‘de rechte lijn is, niet buiten-
sporig hoog. liet vind’t
bestrijding
nioer uit politieke
dan uit financieele overwegingen. Het is bekend, dat
vooral ter
rechterzijde
tegen het successierec’ht en wel
speciaal tegen dat in de rechte lijn telkens princi-
pieele bezwaren worden geopperd, die dan met finan-
cieele argumenten, welke vooral onder de gegeven
omstandigheden al heel weinig kracht hebben, moeten1
worden gestaafd.
Ii
Nu d’e belemmering in de kapitaalvorming, vooi
zoover zij aan den fiscus is te wijten, haar oorzaak
vindt i’n de groote verhooging der periodiek geheven
wordende directe belastingen, had de remedie oolc
in ‘de verlichting van den druk
daarvan moeten zijn
gezocht. Het argument van de kapitaalverriietigendc
werking van het successierecht in zijn tegenwoordigo
hoogte, ‘dat door Minister Oolijn werd gebruikt en
door zijn ambtsopvolger blijkbaar wordt onderschre-
ven, kan al aanstonds voor het tarief der ‘heffing in
‘de rechte nederda]end’e
lijn
niet in ernst zijn ge-
meend. Bij een verkrijging’ van
f
500.000 door ‘een
kind of den echtgenoot wordt thans in totaal 7 pOt.
recht geheven. Gaat het voorstel tot vermindering
van het tarief ‘dezer heffing door, dan zal dit percen-
tage dalen tot 6. Iemand, die ‘een erfdeel tot zulk
een bedrag ontvangt, zal, indien het ontwerp betref-
fende het successierecht wet wordt, in plaats van
rond
f
35.000 aan belasting
f
30.000 ‘te betalen heb-
ben. Bijl een vererving van gemiddeld eenmaal in
‘de 30 jaar, komt dit – omgezet in een annuïteit –
hij een rente van 5 pOt., neer op een jaarlijksehe ver-
mindering van belasting van ongeveer
f
325.
Hoezeer dit een boon in een brouwketel is, , kan
men nagaan, als men het geval wat nader uitwerkt.
Men mag wel als regel aannemen, -dat personen, die

730

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

18 Augustus 1926

zulke groote bedragen van hun ouders erven, ook

overigens niet geheel onvermogenci zijn. Stelt men
het overige vermogen van zulk een erfgenaam op ge-
middeld
f 250,000,
en zijn totaal inkomen, na ‘het
beuren van de erfenis, uit vermogen en betrekking
op
f 50,000,
dan betaalt zoo iemand aan ‘directe belas-
tingen ongeveer
f 1500.
Meent men, dat dit als voor-heél’d niet opgaat, omdat er te veel zijn voor wie het

in het algemeen te gunstig en ‘in verband ‘met de te

betalen bëlastin’g te ongunstig is, ‘dan stel ik ‘daar-

naast het geval, dat zulk een erfgenaa’rn overigens
‘niets bezit en geen enkel ander inkomen heeft, dan
de rente van zijn erfenis
3
gerekend tegen
5
pOt. Dan
zal hij a’an directe belastingen ongeveer
f 3500
heb-
ben op te brengen. Voor ons doel neem i’k .nu van hei-
‘de bedragen het gemiddelde of
f 5500.
Zonder ‘de
vermindering vn het successierecht, welke de tegen-
woordige Minister van zijn ambtsvoorganger over-

nam, komt daarbij een in jaarlijksche annuïteiten om-gezet bedrag van
‘f 2275,
dus te zamen
f 7715. Vol-
gens de voorgestelde wijziging in het tarief van het
successierecht zal deze belasting met
f 325
worden
verminderd.

Neemt men andere bedragen van erfdeelen, dan
‘wordt het resultaat relatief weinig anders. Voor zul-

l-e betrekkelijk kleine ontheffingen ten gunste van

erfgenamen, die in de rechte neerdalende lijn niet
overmatig zwaar worden belast, wil de Minister van

Financiën, aan het successierecht in die lijn meer
dan
f 1Y2′
‘mi’llioen per jaar opofferen, zonder dat het
op ‘de ‘kap:itaalvormin’g eenig effect van beteekenis
‘hebben kan. In een ander verband kom ik nog op de

voorgestelde wijzigin’gen in het successierecht terug.
Hier spreek i’k er alleen over met het oog op ‘de kapi-
taalvorming, resp. de kapitaalvernietiging.

Successierec’hten hebben ongetwijfeld eenige ‘nei-
ging tot kapitaalvernietiging, tenzij de fiscus de op-
brengst ervan aa.n productieve werken of aan aflos-
sin’g van leeningen ‘besteedt. Maar de beteekenis van

deze werking was, vroeger, ‘toen de periodieke directe belastingen zooyeel lager waren, aanmerkelijk belang-

rijker dan thans, nu de belemmerende werking ten
aanzien van de kapitaalvorming, welke deze belas-tingen’ hebben, van zooveel meer beteekenis is dan

diie ‘kapitaalvernietigende invloed.

Iemand, die, om
bij’
ons voorbeeld te blijven,
f 500.000
van zijn vader of moeder heeft geërfd, zal,
indien hij: geen verkwister is
en niet belem.;m.erd
wordt door buitensporig hooge directe belastingen,
geen moeite hebben, om een bedrag van
f 35,000
in
heel wat minder ‘dan
30
jaar te besparen. De heer de
G’eer en zijn ambtsvoor.gan’ger, die bij: hun belasting-

voorstellen ‘in de, eerste plaats werden geleid door
hun gerechtvaardigde bezorgdheid over het achter-
blijven der vereischte kapitaalvorming, hadden beter
gedaan hun aandacht in dit verband te bepalen tot
de
werkelijk
directe heffingen en het suecessierecht
buiten den kring ‘hunner herzieningspiannen te
laten.

Ik breng hier nog eens in herinnering, dat voor
zoover ‘de voorgestelde verlagingen niet door het lee-ningsfonds zullen worden gedragen, zij door , nieuwe belastingen zullen worden gecompenseerd. Ongeveer
de helft van wat die nieuwe ‘heffingen moeten op-
brengen, komt op rekening van de voorgestelde ver-
mindering van het tarief ,der success’ierechten. Zij
m,oeteh wel heel weinig bezwarend en weinig, hinder-
lijk voor het economisch leven zijn, wil die verplaat-
sin’g van druk niet meer na- ‘dan voordeel geven.
Verdere verminderingen als die, welke ik besprak,
worden niet voorgesteld. Het resultaat van zachtingen, die wèl voorgesteld worden, is, vQor zoo-
ver zij niet ten laste komen van het leeiiingsfonds,
wel heel poover.

Mochten de ontwerpen, ‘die niet vermindering maar,
slechts’ verplaatsing van druk beoogën, geen ‘genade
bij: de Kamer vinden, dan is te hopen,’ dat ‘de wijzi-

gingen ,en aanvullingen, die ‘de Minister bij zijn brief
van
23
Juni in het ontwerp tot herziening van het
successierecht voorstelt, mutatis mutandis, bij een
afzonderlijk ontwerp opnieuw zullen worden voor-

gesteld. Deze wijzigingen en aanvullingen vragen
geen offer aan den fiscus en zij maken een eind aan
belemmeringen, die ‘het schenkingsrecht, aan goede

sociale regelingen van pensioenfondsen ten gunste

van het personeel van particuliere ondernemingen in
den weg legt of bij wat strenge toepassing in den
weg leggen kan.

Voor het overige’ ‘zou het zn.i. niet zijn te betreu-

ren, indien het ontwerp tot wijziging van ,de succes-

siewet werd verworpen of ingetrokken. Aan ‘de onder-

deden van het tarief der succe’ssierechten, .die niet de verkrijgingen in de rechte nederdalen’de lijn be-

,treffen, kleven groote gebreken. Hadden de beide

ministers nu deze gelegenheid aan’gegrèpen om ‘hier-
in verbetering te ‘brengen, dan zou ‘daarvoor veel zijn
te zeggen, maar zij hebben ‘dit in hun zucht om alle

erfgenamen en verkrj’gers zonder onderscheid een

douceurt,je te bezorgen, jammer genoeg, nagelaten.

In de bestaande wet is de juisthei’d van een pro-

gressief tarief ook voor ‘de sucaessierechten erkend. Of de progressie, welke de wet kent, te
vez
i ‘gaat dan
wel niet ver genoeg, kan thans buiten beschouwing

blijven. Maar wel ieder zal erkennen, ‘dat er geen
enkele goede grond is om de progressie voor de ver-

krjgingen in de rechte lijn sterker ‘door te voeren
‘dan voor de andere ‘gevallen. Toch doet de wet, gelijk

zij thans luidt, niet anders. Laat men de laagste moe-
ten der verkrjgin’gen, namelijk die beneden
f 1000
buiten beschouwing, dan blijkt, ‘dat de gedeelten der
verkrijgingen boven
f 500.000
in de rechte nederda-
lende lijn dubbel zoo zwaar belast zijn als die tusscheu
f 1000
en
2000.
In alle an’dere gevallen is de schaal
heel wat minder progressief. Dit is uitsluitend ge-

schied, om’dat menS voor de laagste gedeelten der ver-
krj’gingen z66 hoog greep, dat bij verdubbeling dier

greep voor de hoogste, ‘de rechten buitensporig zou-

den worden. Verkrjgingen door niet verwanten boven
f 500.000
zouden ‘dan met
76
pOt. worden getroffen. Thans worden• die ‘hoogste verkrigingen in ‘de groe-

pen, waarin de wet de erfgenamen en verkrjgers ver-deelt, ‘belast resp. met 19, 27, 36
en 47 pOt. Onge-
twijfeld zeer hooge en wel aan de grens van ‘het bui-
tensporige liggende heffingen. Zij: komen evenwel in
een ‘heel ander licht te staan, wanneer men erop let,
dat in dezelfde groepen de verkrijgingen tusschen
f 1000
en
2000
resp. worden belast ‘met
15, 19, 28
en
39
pOt. T
enz
ij men het beginsel der progressie in
de heffing der successierechten verwerpt, en dat doet
noch de bestaande wet noch de Minister van Finan-
ciën, kan men niet ‘ontkennen, ‘dat de heffingen van
die kleine verkrijgingen, ‘hoewel, absoluut en relatief’
eenigszins lager, ‘toch veel ‘drukkender zijn dan de
grootere belastingen van de hoogere. Nu ‘de Minister
het successierecht minder drukkend wilde maken,
was er voor hem, alle aanleiding geweest, ‘hierin ver-
betering te brengen en de progressie ii de andere
gevallen op g&Ijken voet te regelen als in de rechte
nederdalende lijn.

Houdt men ‘nu aan de percentages voor de ‘grootste
verkrjgingen vast en regelt men ‘de progressie voor
alle gevallen op gelijken voet als in de rechte neder-
dalende lijn, dan komt men in ‘de verschillendë groe-
pen voor de
ver
k
r
ij
gin
,
gen
tussehen
f 1000
en
2000
tot resp. de volgende procenten:
9,5; 13,5; 18
en
23,5.
Men zal wel niet beweren, dat dit belachlij’k lage
heffingspercentages zijn. Ten overvloede voeg’ ik
hieraan nog toe, dat evenals in de rechte
lijn
de ver-
krijgingen beneden
f 1000
ook in zulk een ratiôneel tarief, gelijk ook thans geschiedt, iets lager moeten
gaan.
Men zal mij wel willen toegeven, dat een dergelijke
herziening van het tarief der successierec’hten niet
alleen belastingtechnisch veel rationeeler, maar uit

sociaal oogpunt veel meer te rechtvaardigen en veel,

18 Augustus 1926

ECONOMISCH-STATITISCHE BERICHTEN

731
I

sympathieker is dan het eenvoudig wat afnemen van
alle rechten zonder ‘onderscheid, zooals ‘de heeren
Oolijn en De G-eer voorstellen. Bezien uit het oogpunt

der kapitaalvorming of kapitaalvernietiging ontloo-
pen beide .herzieningen elkander weinig. Wat door
mij hier wordt bepleit, zal voor de vële kleine erfge-

namen en verkrijgers een verlichting van beteekenis
geven, en…. ‘de’ fiscus zal er slechs ongeveer
f
5
millioen per jaar bij inboeten in plaats van de
f
10
millioen, die de Minister wil prijsgeven.

In dien men bij deze gelegenheid het tarief ‘der suc-
cessierechten onder handen wil nemen, dan doe men
het op de hier voorgestane manier. Durft men uit

politieke overweg:ingen het niet aan, dat tarief zoc-
danig te herzien, •dat het voortaan ‘zal voldoen aan
‘de eischen der belastingtechniek en der sociale recht-
vaardigheid, dan late men het met iust.

Ik kom thans tot’de voorgestelde belastingen, die
aan den fiscus cle te lijden schade als gevolg van de

beoogde verminderingen in het successiorecht en de
personeele belasting moeten vergoeden.

Het vaderschap ook van deze voorstellen komt toe
aan den heer Colijn. Zijn ambtsopvolger bracht er

enkele wijzigingen in aan, deels van zuiver formeeleu
deels van materieelep aard. Doel •der heffingen is,
die verteringen te treffen, die niet uit noodzaak, maar
uit weelde geschieden. Noch hot stellen van het doel,

noch ‘het pogen om een geschikt middel te vinden
tot het benaderen ervan zijn nieuw. Het ligt trou-
wens voor de hand, dat ‘het voor den belastiogheffer

een ideaal is den druk zijner heffingen zoodanig te
leggen, dat deze de weelde treft en het gebruik uit
wezenlijke behoefte vrjlaat.
Intusschen is de uitvoering van deze grondgedach-
te practisch zoo moeilijk, dat men haast van onmo-

gelijk spreken kan. Het zoeken naar een practische
toepassing staat vrijwel gelijk met dat naar ‘de kwa-
dratuur van ‘den cirkel. Weelde treffen en behoefte
vrijlaten: prachtig. Maar nu de uitvoering? Waar ligt
de grens tusschen de vertering uit weeld’e en die uit
behoefte? Deze ii niet objectief aan te geven; zij hangt
voor een zeer ‘groot deel van subjectieve neigingen,
gezind’heden en opvattingen af. ‘Stonden ‘deze nu
in de meerderheid ‘der gevallen in verband met de
financie1e draagkracht van hen, die ‘de verteringen
doen, dan kon en mocht het den belastingwetgever

koud laten, of hij in uitzonderingsgevallen een ver-
tering als weelde treft, dié voor hem, die haar doet
niet anders is ‘dan de bevredigiiig eènor behoefte.
Maar zoo staat de zaak niet.

Laat ik slechts een paar voorbeelden noemen, die
met een groot aantal andere zijn aan te vullen. Voor
dan ,,nouveau ric’he”, clie het in overeenstemming
met zijn financieele positie vindt eenige dure schil-
derijen, waarvan hij zelf ‘cle kunstwaarde niet kent,
te bezitten, is zulk een uitgaaf waaide. Voor den
kunstkenner met bescheiden beurs is het machtig
worden van zulke kunstwerken een behoefte, zoo
niet een passie. Onder de rijkeren zijn er ‘heel wat,
die zich niets bekommeren om hun lcleeren en hun
pakjes afdragen, totdat zij tot op den draad versleten
zijn; onder de menschen met bescheiden inkomens zijn
er procentsgewijze waarschijnlijk nog meer, ‘die zich
hoogst onbehaaglijic voelen, wanneer zij niet netjes
in de kleeren voor den dag komen, en die vreezan,
dat zij erop zouden worden aangekelcen, als zij met een afgedragen pakje over straat liepen.
Zoo is het met
bijna
elke uitgaaf. Of zij als weelde
is aan te merken, hangt van tal van omstandigheden

af, waarvan de ‘grootere of kleinere gegoedheid slechts
een der elementen – en in den regel niet het gewich-
tigste – is. Ik wijs hierop met nadruk, omdat ik niet
den schijn wil vestigen, dat mijn critiek tegen de
voorgestelde heffingen speciaal tegen de producten
van den denkarbeid van de heeren Oo’lijn en De Geer
is gericht. Elke andere poging om de weetde te tref-

fen zou aan een overeenkomstige critiek blootstaan en

er alleen’ dan niet onder bezwijken, als zij ondanks
haar fouten uit politieke overwegingen werd aan-
vaard.

Voor ik ertoe overga ‘d’e wetsontwerpen, ‘die com-

pensatie moeten brengen voor de schade, welke de
schatkist lijden zal ‘door de hierboven besproken

‘verlichtingen van den belastingdruk, een enkel
woord over de taalverknoeiing, welke het Depar-

tement van Financiën zich in •den laatsten
tijd
ten
‘doel schijnt te stellen. Over germanismen als ,,doel-
stelling” en dergelijke, •die men tegenwoordig in de

officieele stukken van alle Departementen vinden

kan, spreek ik niet eens. Maar. de heer De G’eer heeft
ons in zijn vorig ministerie gelukkig gemaakt met de

,,veiligstellin” van den gulden. De”heer Colijn ver-
rijkte verleden jaar onze officieele taal met een wet

tot bevordering van de ,,ric.htige” heffing’ der directe

belastingen; en nu loopen wij gevaar te worden be-
giftigd met een wet op de heffing eener ,,’.veelde-

verteringsbelasting”. Zo’u het niet tijd zijn, dat men

aan het Departement van Financiën en in het alge-

meen op de Rijksbureaux weer wat eerbied kreeg voor
de Nederlandsche taal? En zoo die eerbied niet uit
eigen beweging komt, zou de Kamer er dan niet op

aandringen, dat men in onze officieele stukken weer
Nederlandsch gaat schrijven en zich niet langer in
vertaald Duitsch uitdrukt?
TRaUB.
(Slot volgt).

R c c t i f i c a t ie. – In het artikel van den heer
F. H. de Koek van Leeuwen over
,,De gevolgen van
de verhoo ging van hei Invoerrechi
Op
Thee op het
verbruik in Nederland”
in het No. van 4 Aug. 11.
moet in de voorlaatste alinea op pag. 689 2e kolom
in plaats van 35 pCt. gelezen worden 26
pCi.,
‘hetzelf-
de percentage als onderaan •de eerste kolom genoemd.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

HET RAPPORT VAN DE INDIAN CURRENCY
COMMISSION.

1.
Prof. Dr. T. E. Gregory te Londen schrijft ons:

Het met spanning verwachte rapport der Com.mis-
sie bevat enkele punten, ‘die iedereen verwachtte, doch ook enkele verrassingen. De ‘algemeene ‘ve waeht,i n g
was bijv., dat de Commissie zou aanbevelen, den be-staan’den wisselkoers grondslag voor stabilisatie van

de Rupee te maken. De voorstellen, zoowel wat den
vorm van het toekomstige Indische muntstelsel be-

treft, als inzake het apparaat, waarmede deze vorm
moet worden gehanteerd, zijn echter nieuw. In het
algemeen gesproken worden zoowel cle ,,goud-exchan
ge standaard” als de ,,zuivere” gouden stan’daard ver-

worpen. In hun plaats ‘beveelt ‘de Commissie aan,
wat zij noemt – en waarschijnlijk zal deze term voort-
aan door de wetenschap wel worden gebruikt – ,,een
goud en-m unt’materi’aad-standaard” (,,goicl bullion

standard”), terwijl het denkbeold, de contrôle over het nieuwe muntstelsel in handen van •de Imperial
Bank of India to leggen, ivelke reeds enkele van cle functies van een Centrale Bank verricht, verworpen

wordt ten gunste van een nieuwe ,,Reserve Bank for
India”.

Ten tijde van mijn vorige artikel ‘) kon ik geen

details geven van het semi-officieele plan, dat de
grondslag vormde van de besprekingen met de 1)er-
sonen, welke ‘door de Commissie zijn gehoord. Dit
plan, dat dus is verworpen, stelde het invoeren van
den vollodigen, dan ,,zuiveren” gouden standaard in
Britsch-Indië voor, door middel van ontmunting van
de Rupee, die slechts wettig betaalmiddel tot een
maximum van 50 Rs. zou blijven en door ‘den ver-
koop van ‘het grootste gedeelte der daar te lande be-
staande zilvercirculatie. De hoevee’lhei’d zilver, welke
volgens ‘dit plan naar schatting zou moeten worden

i) in het
No. van’ 10 Maai-t 11.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

18 Augustus 1926

verkocht, was 681 millioen oz. fijn, d.w.z. ongeveer

drie ‘maal de jaarlijksche, werel’dproductie. De ver-knopen zouden over een periode van tien jaren wor-

den verdeeld en de verlagipg in den wereldprijs van
liet zilver zou, naar gemeend werd, deze op 24 pence

per ons fijn brengen. 1-let plan zou •in verschillende

stadia worden uitgevoerd en de bedoeling was, dat
in het eerste stadium de regeering slechts aan zou

bieden, goud en
mun,tm,csteriaal
in hoeveelheden van

meer ‘dan 400 ‘oz. te koopen of te verkoopen. In het
tweede stadium zou een gouden munt in circulatic

kunnen worden gebracht zonder bepaalde verplichting

voor de. regeering; in het derde stadium zouden bil-jetten en zilver bij de wat inwisselbaar in goud wor-

den verklaard en ‘in het vierde stadium zou het karak-

ter van wettig betaalmiddel van de zilveren Rupee
definitief beperkt worden. De ‘totale extra-hoeveelheid

goud, welke voor dit plan noodig zou zijn, werd op
£ 103 milli’oen geschat, van welke hoeveelheid onge-
veer £ 50 millioen noodig zou zijn in de eerste twee

jaren, nadat het plan zou zijn begonnen te werken.
Deze ,,gouden standaard met gouden munt” wordt
op enkele zorgvuldig overwogen gronden verworpen.

In de eerste plaats schijnt de Commissie zeer te zijn

beïnvloed •door de verklaringen -oor haar afgelegd

door Prof. Oassel en Mr. Joseph Kitchin, volgens
welke de wereld ‘ in ‘de toekomst eer een tekort dan

een overvloed aan goud heeft te vreezen. In de tweede

plaats was het dfficieele plan gebaseerd op zekere dek-

kingsperceutages, die het rapport te laag acht om•
veiligheid te verzekeren en die, indien verhoogd, de

vereischte hoeveelheid goud zouden doen stijgen, het-
geen mèt de mogelijkheid, .dat deze hoeveelheid bin-
nen een kortere periode ‘dan tien jaren benoodigd zou
kunnen zijn, periode, in het officieele plan genoemd,’
,,de moeilijkheden zou vergrooten en de kosten van’
het ontwerp vermeerderen. Indien de contrôle over

het geidwezen middelerwijl zou zijn overgedragen aan een bank, zouden deze toenemende moeilijkheden een

credietrestrictie met zich kunnen brengen op een
wijze en ‘in een omvang, in hooge mate nadeelig voor
den econom.ischen vooruitgang ‘van het, land.”
In ‘de -derde plaats is de Commissie verontrust over

de mogelijke uitwerking op •de zilvermark’t en op de
houding, welke als gevolg daarvan door China zou
kunnen worden ingenomen. Iedere daling in de waar-
de van •het zilver zou den dag verhaasten, waarop de’
een of andere vorm van gouden standaard door de

Chineesche autoriteiten zou worden gepousseerd eÏ

dit zou opnieuw een klap toebrengen aan de zilver-
markt en een nog grooteran ‘druk ten gevolge heb-
ben op ‘den wereld-goudvoorraad. Voor de Indische
i aboorlingen zou verder een daling der zilverwaarde
een verlaging van de ruilwaarde van alle zilveren

versierselen beteekenen.
Ten slotte, en dit is waarschijnlijk het meest krach-

tige bezwaar van alle, waren de. geraadpleegde ‘geld-
autoriteiten, ni. de Governor ‘van de Bank of Eng-
tand en de Governor van de New Yorksche Reserve’
Bank, tegen het plan, daar zij ,,’door het voorstel war-

‘den verontrust, omdat ‘het dan voortgang der mone-
taire reconstructie in Europa zou ‘vertragen, het we-
veld-prijsniveau zou verstorcu en principieel schade-
lijk zou zijn, zoowel voor Britsch-Indië als voor ae

rest der wereld”.
De goud-exchange standaard is verworpen op dezen

grond, ‘dat hij te abstract is voor ‘de omstandigheden,
die in Indië thans gelden. Zonder den een of anderen ,,meer zekeren, eenvoudigen en soliden steun zal het
vertrouwen, in ‘de stabiliteit van de munt langzamer
groeien dan het behoort ‘te doen, indien het ‘al toe-
neemt-, en de vooruitgang op het gebied van het bank-

wezen en de investearing zal worden vertraagd ….

In liet huidige stadium van haar ontwikkeling zal de
Indische openbare meening ‘slechts één ding ver-
trouwen als vol’doenden soliden steun van zijn
muntwezen en .dat is goud. Zij -eiseht de een of
andere reëele schakel, en niet slec’hts reëel ‘doch dui
deljk zichtbaar, tusschen het lan’clsgeld en het goud”.
1-Iiermede herhaalt de Commissie -slechts, wat

iedere waarnemer der Indische openbare meening het

geval weet te zijn. Het rapport ontwikkelt eenige ver-
dere argumenten tegen den exchange-stan’daard, in

‘den vorm ten minste, waarin deze standaard voor den
oorlog werkte: de meest
belangrijke
is de opmerking,

dat zij niet,
gelijk
zij zou behooren te -dioen, zuiver

automatisch werkte, d.w.z. de cir-culatie kromp niet

met het volle bedrag in, waartoe ‘de regeerilig in

oogenblikken van spanning wissels op Londen ver-
kocht. Het is echter ‘duidelijk, dat -de Commissie het
meest beïnvloed werd door den wensch, ‘de Indische

openbare meening het volle pond -te geven.
De Commissie was ‘derhalve gen6opt een alterna-
tief te vinden, .dat de Indische openbare m-eening de

vereischte bevrediging zou schenken, ‘dat eenvoudig

en
begrijpelijk
zou zijn, geen ‘go’udverspilling met zich

zou brengen, doch automatisch zou werken. Zij vond

zoodariig stelsel in de aanpassing aan de Indische
omstandigheden van het Britsche ‘muntstelsel, zoo-

als dit is ‘voortgekomen uit ‘de Gold ‘Standard Act van
1025. Het plan, ‘dat zij naar voren -breng-t, beteekent
de permanente aanvaarding van dat deel van het offi-

cieele plan, dat hierboven het eerste stadium is ge-
noemd. Het geld zal in de toekomst, gelijk in liet

verleden, uit biljetten en rupees bestaan, doch hier-
voor zal, wanneer het plan ten volle werkt, gou’den
muntmateriaal te verkrijgen zijn in hoeveeEheden van

niet minder ‘dan 400 er. De volledige inwerkingtre-
ding van ‘den ,,gold builion standard” wordt uitge-

steld, doch zal niet later -clan 1 Januari 1931 plaats
vinden. Middelerwijl beschouwt le ‘Commissie het
als essentieel, ‘dat de regeering van Britsc’h-Indië -de
Rupee stabiliseert, door zich bereid te verklaren, goud
of buiteniandsc’he wissels te koopen of verkoopen,

wanneer de gou-dpunten van de ‘aanvaarde .goudpari-

teit van ‘de Rupee worden ‘bereikt. De Britsch-Ind-i-
sche regeering heeft reeds bekend gemaakt, dat zij
deze verplichting op zich neemt met het resultaat,
-dat het land op het oogenblik weder een ,,gold-exchan-

ge standard” bezit. Het recht om geld in -goudbaren in te wisselen is,
naar de’ Commissie zich moeite geeft te betoogen, een

absoluut
recht. Het hangt niet ‘af van het doel’, waar-
voor het aldus verkregen goud zal worden aangewend.
,,De wettelij Ice verplichting, goud tegen Rup’ees te
koopen en te verkoopen, in oabeperkte mate en tegen
een voorgeschreven pariteit, zal de Rupee voor de
eerste maal in haar geschiedenis op het goud, in een
vaste verhouding en op duidelijk zichtbare wijze,

gron.dvesteu. Zij bevestigt h-et beginsel, dat goud in
een vaste verhouding de Indische muntstan-daard is
en dat ‘de autoriteit, belast met de zorg voor het
gel’dwezen, dit -beginsel erkent en moet handhaven”.

Tot zoover is alles in or-de. De vragen, ‘die zich
onmiddellijk voordoen, zijn twee in getal: zal dit
stelsel de Indische openbare -meaning bevredigen en
zal het inderdaad -de vraag naar goud krachtig ver-
minderen? De Commissie geeft zich veel moeite, om
aan te toonen, dat indien in eenig later stadium de
Indische openbare .meening .nog een gouden munt
wensaht, het plan niets bevat, -dat ‘hieraan in den weg staat, ‘dat het, integendeel de deur open laat voo.r een
wijziging van deren aard, indien ]ater -gewenscht.
Dit ‘alles is natuurlijk voilcoinen waar, maar er
volgt niet uit, dat d-e Indische openbare meaning -be-
vredigd zal zijn, in ‘het bijzonder omdat het rapport

de demonetisatie van -den sovereign en dan halven-
sovereign aanbeveelt. Aangezien ‘deze munten op het
oogenblik slechts wettig bétaalmiddel zijn tegen een
koers, ver beneden hun marktwaarde, zal dit den

econornischen toestaiicl in het geheel niet beïnvloeden,
‘doch -er zou geen opoverkome]jk bezwaar zijn tegen
een herschatting van de waarde der bestaande goud-

munten. Zooals de zaken nu staan zullen zij

, indien

zij- geen wettig betaalmiddel worden, bijna onvermij
delijk worden opgepot of versmolten.

18 Augustus 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

733

De beperking van de ‘minimum-hoeveelheid, tegelij-
kertijcl te verkoopeti goud tot 400
oz.
zal op zichzelf
niet het geringste verschil maken in de hoeveelheid
goud, wrelko waarschijnlijk in Indië zal worden ge-
vraagd, want er is niets, dat goudhan’delaars verhin-

dert, goud te koopen en het dan te verkoopen in meer
aan de ma rktverhoudi ngen aangepaste hoeveelheden.
liet plan brengt natuurlijk de behoefte met zich aan

een kleinere hoeveelheid goud dan krachtens het semi-
officieele plan noodig zou zijn geweest, want dit
ontwerp bracht de intrekking van een belangrijk deel

van het circuleerendo zilver met zich. Doch dit was

niet essentieel. :Den voorraad Rupees zou men enge-
wij’z.igd hebben kunnen laten en slechts de toekom-
stige aanvullingen der circulatie zouden ten deele
in gouden munten zijn geschied. Aangezien de gou-
den munt in ieder geval een hooge waarde moet heb-

ben zou de mogelijke circulatie van gouden Rupees
een beperkten omvang hebben gehad. Het huidige
plan beteekent dus een bezuiniging op goud,
‘ver ge-
leken mei het oorspronkelijke plan,
doch niet nood-
zakelijk zeer veel bezuiniging vergeleken met
alle
ontwerpen, waarin een gouden munt een rol zou kun-
nen hebben spelen.

Do Commissie is zich zeer wel bewust van hot
feit, dat het beperken der verkoopen tot bedragen
van meer dan 400 oz. op zichzelf geen voldoende be-
scherming beteekent, ondanks de speciale vermelding
clie ‘zij maakt van het feit, dat het recht tot goudaan-

koop absoluut is. Zij dient dan ook voorstellen in,
die erop zijn berekend, de hoeveelheid te beperken,
welke waarschijnlijk van de met ‘de zorg ‘voor liet
gciclwezeu belaste autor:i tei.t zal worden gevraagd. 1-let
is geen deel van de plichten dezer autoriteit, rede-
ncer zij, om goud voor n;iet-monetaire doeleinden te
verstrekken. In Britsch-Indië is deze vraag groot en
eïz wordt door een goed-georganiseerde goudmarkt aan
voldaan, die goud verkoopt tegen een prijs, voldoende
om de kosten van invoer to dekken. Indien de nieuwe
Centrale Autoriteit altijd gôud
t
pari verkoopt, zal
zij natuurlijk de goedkoopste goudmarkt van het land

en blootgesteld zijn aan voortdurende vraag, welke niets uitstaande heeft met de monetaire positie van
het land. Derhalve wordt voorgesteld, dat zij goud
zal aankoopen tegen de pariteit van de Rupee, doch het daarhoven zal verkoopen, wanneer de stand der
wisselkoersen zoodani.g is, dat goudinvoer van Lon-
den, in Rupees uitgedrukt, op meer uitkomt dan de
goudpariteit van de Rupee. Op het bovenste goudpunt
zal de verkoopsprijs dezelfde zijn als de prijs, waarte-
gen goud wordt aangekocht, doch wanneer de koers
daar beneden is, ,,zal de bank goud moeten kunnen
ve:rkoopen voor levering te Londen ‘of te Bombay, naar
lcoopers keus tegen zekere speciaal bekend gemaakte
prijzen. Deze prijzen ‘zullen worden bepaald door de
kosten, waartegen goud resp. te Londen zou kunnen
worden gekocht of te Bombay uit Londen worden aan-
gevoerd, wanneer de wisselkoers op het onderste goud-
plint staat”.

Op deze wijze hoopt de Commissie, dat het ‘gebruik
van den goucivoorraad voor niet-monetaire doeleinden
vermeden zal worden. Do politiek lijkt zeer veel op
de goudpremiepolitiek van ‘zekere continentale cen-
trale banken. Of zij zich volkomen verdraagt met
den zuivereil goudstandaard is een andere kwestie,
doch ‘zij zal ongetwijfeld de met de zorg voor ‘het
geiclwezen belaste autoriteit sparen voor een concur-

i’entiestrijd met de goudhandelaars om het omge-
nIlinte goud uitsluitend om het op te jotten en tegen’
een oneconomiseheii prijs.

Tot dusverre heb ik alleen behandeld de kwestie
van den toekomstigen standaard. Blijft nog te be-
spreken de positie van het zilver, van de goudreserve
en van de nieuwe ‘Centrale Bank. Deze bewaar ik voor een volgende gelegenheid.

OPMERKINGEN OVER DE KATOEN-, DE WOL- EN

DE KUNSTZIJDEINDUSTRIE.

De heer L. J. Reid te Londen schrijft ons:

De Amerikaan.sche katoenoogst en Lancashire.

Het is dit jaar niet voor ‘de eerste maal, dat het

Amerikaansche oogstrapport de katoen industrie van
Lancashire heeft verrast; gerapporteerd wordt, dat

Jiet ‘geheele bedrijf ,,eenvoudig versteld heeft ge-
staan”. Het laatste rapport beteekent dan ook, dat ee

belangrijk grootere hoeveelheid katoen beschikbaar
al komen dan werd verwacht. lIet percentage 69,8

an normaal per 1 Augustus beteekent een oogst van

15.621.000 balen (van 500 lbs. bruto) voor het loopen-

le jaar. Het vorige jaar werd op hetzelfde tijdstip
cle toestand aangegeven door het percentage 10,7. De

definitieve opbrengst zal ervan afhangen, of cle ver-
schillende omstandigheden, welke gedurende de rest

van ‘het seizoen den oogst beïnvloeden, gunstiger dan
gewoonlijk zijn of niet.

Indien zij even ongunstig zijn als in 1921, 1922 en

1923, mag een totale productie van ongeveer
14.425.000 balen worden ‘verwacht. Indien zij echter
eveu gunstig zijn als gedurende 1924 en 1925 mag

een totale productie van ongeveer 17.510.000 balen
worden verwacht. Hieraan zij toegevoegd, dat ‘de pro-

ductie in 1925 16.086.000 hialen beliep tegen in 1924
13.628.000 balen en in 1923 10.140.000 balen. lIet
is derhalve duidelijk, dat de omvang van den oogst
grooten’deels zal afhangen van het weder, doch zelfs
indien men op het ergste rekent, clan nog schijnt een
aanzienlijk ‘hooger cijfer, dan Manchester verwachtte,
zeker.

Lancashire begroette natuurlijk niet i ngen omenheid

het vooruitzicht op goedkoope katoen, dat uit den grooten oogst voortvloeit. Wat het echter betreurt is het element van onzekerheid, dat erdoor in den
toestand wordt gebracht, d.w.z. •dat koopers gedwon-
gen zijn, hun inkoopen tot een minimum te beperken,
totdat ‘meer ‘definitiefs bekend is omtrent oogstom-
vang en den loop der prijzen. Dit nieuwe element van onzekerheid is bovendien in het bijzonder onwelkom,
aangezien ‘onzekerheid don katoenhandel reeds sedert
eeuigen tijd ‘beheerscht en grootendeels verantwoor-
deljk is voor den huidigen onbevredigenden toestand

van de industrie. Een van de eerste behoeften van
het bedrijf is ‘het vooruitzicht op betrekkelijk stabiel
prijzen.

Britsche wol en Japarcsche concurrentie.

Reeds vaak is gezegd, dal het tijdstip zou komen, waarop Bradford’s handel in ‘droge, gekamde lange
wol practisch zou verdwijnen en ‘deze voorspelling is
thans uitgekomen. Onlangs zijn statistieken gepubli-
ceerd omtrent den uitvoer van lange wol van Sydney
naar japan in een omvang van tusschen de 4 en 5

m.illioen lbs., terwijl de Britsche uitvoer zeer aanzien-
lijk is geslonken. In zooverre het Yorkshire aangaat
is dlit echter niet alleen een verliepost, want het-

geen in de cciie richting verloren is gegaan, is in
zeker opzicht in een andere goed’gemaakt. De Japan-
sche fabrieken zijn in grooten omvang koopers van
Idammachi nes in West Riding geweest •en millioenen

spindels, ‘te Keighley in Yorkshire vervaardigd, zijn
ook geëxporteerd.

Het schijnt intuss’chen, dat Japan op het stuk van
den wolinkoop nog veel te leeren heeft. Japansche

koopers schijnen nI. ‘de gewoonte gehad te hebben, voorraad voor een jaar in te slaaij, een zeer ‘onvei-
standige politiek. Voldoende ‘wol voor een jaar op te slaan ‘is een gedragslijn, welke geen voorzichtig ‘geleide onderneming volgt, tenzij de wol voor een
appel en een ei te krijgen is. Indien dle rîapansche
fabrieken het voorbeeld van de koopeis uit Y’orkshire
volgen zullen ‘zij ‘nooit ver mis zijn: groote hoeveel-
heden koopen, wannee.r ‘de wol goedkoop is, doch mondjesmaat, wanneer ‘do prijzen hoog zijn. Dit is voor Japan des te gemakkelijker, aangezien het be-
trekkelijk dicht bij Australië is gelegen, waar de’ ge-

734

ECONOMISCH-STATÎSTISCHE BERICHTEN

18 Augustus 1926

wenschte hoeveelheden wol ‘altijd beschikl’ab” zijn op

de veelvuldige verkoopingen, wélke te Sydney en

Brisbane worden gehouden. Gegeven de 3apansche
inkooptactiek, baart het dan ook geen verwondering,
‘dat de besirijven daar ‘gedurende de laatste twee jaar

aanzienlijke verliezen hebben geleden.

De vertctickingeiv der kunstzijde-indusre.

De opkomst en de ontwikkeling van ‘de kunstzijde

industrie in de laatste jaren zijn’ zoo snel geweest, dat
het geen verwondering baart te ‘ontdekken, dat het

publiek zelfs
bij
vele belangrijke gebeurtenissen het

spoor kwijt raakt. Waarschijnlijk de meest opmerkens-

waardige eigenaardigheid in verband met ‘den groi
der industrie is wel de tendens bi vele ‘der groote
maatschappijen, om hun belangen tot overzeesche

gebieden uit te breiden.

Den meesten beleggers zijn de betrekkingen tus-

schen de American Viscose Company en cle Engel-
sche Courtaulds bekend. Zij realiseeren zich ‘echter

dieestal niet ten volle den omvang der internationale
betrekkingen in de industrie in haar geheel. De vol-
gende bijzonderheden zijn ‘derhalve wellicht van nut.

In ‘de eerste plaats is de Duit’sche Glanzstoff-Bem-
berg-groep verbonden met Courtaul’ds door de Glanz-

stoff-Courtauld Co. Vervolgens is de Glanzstoff-

Bemberg groep veiibonden met ‘de Nederlandsch-Brit-

sche Enka-groep, welke ‘op haar beurt samenwerkt
met Spaansche en Italiaansche ondernemingen. De
tweede Nederlandsnhe groep, de Bredasche maat-

schappij, heeft belangen bij Spaansche, Amerikaan-
sche en Fransche ondernemingen (S. A. la Soie de

Valenciennes). De Engelsche Nobel groep en de New
Yorksche Du Pont Cy. hebben een ‘belang genomen

bij de Köln-Rot,twell en Dynamit-Nobel. Het kan

zijn, ‘dzt deze transactie zich niet op het eigenlijk ,ge-
zegde terrein der kun’stzijde beweegt, gezien het feit,
dat deze Duitsc’he ondernemingen evenals de Ari’glo-

Amerikaansche groep zich specialiseeren in de ver-
vaai’diging van ontplofbare soff’en. De Du Pont Co.
bezit echter 60 püt. van het kapitaal van ‘deDu Pont,
Rayon Co-, in grootte het tweede Amerikaansché

kunstzijdeconcern. De overige 40 pC. is in handen
van het Comptoir de Soies Artificielles, te Parijs.

De Fransche kunstzijdeindustrie is. verbonden met
de ,Amerikaansche en ‘staat in nauwe betrekking tot Italië, Zwitserland, Spanje en België. Het Belgische
Tubize concern, waarin ook Amerikaansch kapitaal

is geïnvesteerd, heeft dochtermaatschappijen in Hon-
garije en Polen en verscheiden eigen fabrieken in
Frankrijk. Het ‘bestaan van vele dezer internationale
verbindingen is toe te sc’hrjven aan ié.voerrechten.

De Nederiandsche Enkagroep kwam in verband hier-mede reeds naar Engeland. De Italiaansche Snia Vis-cosa heeft het voornemen, eveneens in Engeland zelf
kun’stzij’de te gaan vervaardigen, ter vermijding van

het Erigelsche invoerrecht. Op dergelijke wijze heeft
‘de Glanzstoff-Bemborg groep, ten einde aan het hoo-
ge protectionistische Amerikaan’sche tarief te ont-
snappen, met behulp van Amerikaansch kapitaal de

American Bemberg Co. opgericht: Dezelfde groep
richtte ook eigen ondernemingen ‘in Frankrijk en

Italië ‘op, terwijl Courtaul’ds bedrijven heeft in Ca-nada en nieuwe fabrieken in Frankrijk bouwt. Hoe-
vel het verhaal hiermede geenizins v6lledi is, töbnt

het de betrekkingen aan, welke tusschen de meest
belangrijke producenten bestaan, aangezien op het
oogenbiik de indirect of direct verbonden Duitsche
l
azs
t
o
ffB
em
be
r
g-Farbenifldu’5trie, d’e Engelsc’he

Courtaul’d en de American Viscose meer dan de helft

der wereld productie controleeren.

AANTEEKENINGEN.

Indexcijfers van scheepsvrachten.

Gedurende Juli ontbraken, evenals ‘de vorige twee
maanden, de ‘gewone’ noteeringen voor uitgaande ko-
lenladingen uit het U.K. geheel. In verband hiermede

heeft ,,The Economist” wederom een tweetal. index-

cijfers opgesteld. Het eerste is verkregen door samen-
voeging van de wel bekende vraohtcijfers met de

laatstbekeu’de kolenvrachten, ni. die van April 11. Het
tweede, aieronder cursief gedrukte, is berekend onder

weglating van de geone kolenroutes. Zooals te ver-

wachten was vertoont het tweede cijfer tegen Juni

een scherpere stijging ‘dan het eerste, nl. rond 11,5

tegen rond 10 pOt.

Datum
.

N
>

1-‘

Basis
(Gerniddeldev.
1898-1913)
100 100
100
100 100
100
100

(Oemidd.v.1913)
110,0 113,1 123,4 106,3
117,4
127,9
116,3

Febr.

1920
814,3
529,9 757,5
744,8
587,0
712,2
691,0

Dec.

,,
268,9
277,2
244,1
256,8
286,7
347,2 280,1

Dec.

1921 160,1
164,1 163,7
144,4 141,3
166,5
156,7

Dec.

1922
137,1
135,2
129,2 122,6
136,1
159,3
136,6
Dec.

1923
134,0
132,7 120,1
124,4
125,1
144,2 130,2

Dec.

1924 117,4
129,2
119,5
119,8
129,3
161,1
129,4

Juli

1925 119,0
112,0
113,4
106,2
94,4
117,5
110,4

Augustus,,
107,2
113,5
110,8
112,2
99,1
126,4 111,5

Sept.

,,
103,2 117,3
109,1
113,4
101,8 140,7
114,2

October
109,6
121,0
110,5
106,5
104,5
142,4 115,8

November,,
115,3
119,1
110,7
109,9
109,1
149,6
118,9

December,,
117,0
121,6 117,0
110,1
110,1
154,9 121,8

Januari1926
115,9 114,1
116,1
119,6 102,8 133,5
117,0

Februari ,,
116,5
97,9
114,9 118,5 95,1
119,3
110,4

Maart
115,9
93,4
116,9 114,6
87,9
96,1
104,1

April

,,
112,4
95,0
116,6
109,2
83,9 97,0
102,3

Mei
111,4 102,6 115,8
107,9
78,1
99,7 102,6

,,

114,1
102,6 110,0 72,7
78,1
99,7 96,2

Juni

,,
110,8
105,0
121,1
120,4 98,3 92,6
108,0

112,3
105,0
120,1
97,7 98,3
92,6
104,4

u
113,3
116,2
134,4
119,8
98,8
124,6
117,9

112,6
116,2
147,4 96,5
98,8
124,6
116,0

De wijzigingen in iedere groep en sub-groep in de
afgeloopen maand blijken u’it de volgende tabel, waar-
bij het gemiddelde van 1898-1913 op 100 is gesteld.

+ of –

Golf van Biscaye; uitgaande vracht..

thuisvracht ……..

124,19
Middel!. Zee; uitgaande vracht ……

thuisvracht ………..

101,01

+ 0,56

Noord-Amerika ………………..

116,16

+ 11,12

Zuid-Amerika; uitgaande vracht

thuisvracht……….

147,36

+ 26,74
1
,
4.
114.
LUUW, Un
L5aan

vi
a%..n,
…………….

thuisvracht ……………..

96,45

– 1,25

Het verre Oosten, enz ……………

98,79

+ 0,46

Australië ……………………..

.

24,36

+ 32,05

,,The Economist” wijst er nog eens op, dat de stij-
ging der tramp-viachten gedurende de afgeloopen
maand ongelukkigerwijze niet kan worden gezegd
voort te vloeien uit een werkelijke verbetering in den
internationalen handel. Zij is ni. voor de N.- en
Z.-A’merikaansche groep het gevolg van de absorptie

van enorme hoeveelheden tonnage voor het kolen-
transport uit de Vereenigde Staten naar Engeland,
h’etgeen gepaard ‘ging met het feit, dat de gewone
stroom Britsche kolensnhepen naar de la Plata Rivier
werd onderbroken en daarenboven nog een aanzien-

lijke hoeveelheid tonnage gedurende het twede kwar-
taal 1926 werd opgelegd. Na ietwat meer vraag ge-
durende Juni kwamen de zaken in het Oosten
veer tot stilstand en voor schepen in de Europeesche
wateren viel moeilijk emplooi te vinden, ‘daar in erts
de zaken tot een minimum slonken. Australië
polste ‘al eens voor verschepin’gen in het volgende

seizoen en bood aanmerkelijk hooger ‘dan de nominale
noteeringen van een maand geleden, ‘doch er werd

nog maar weinig ‘gecharterd.
Een ‘overzicht van den loop van het indexeijfer

op ‘basis 1913 = 100 volgt hierna:

Maand
1923
1

1924
1925 1926
114,1
117,1
114,5 100,6
Januari

………
Februari
……..
112,7
123,8 116,0
94,9
Maart
………..115,2
122,1 106,6
89,5
.115,5
117,2
104,2
88,0

114,3
98,2
882
April
…………

Mei

………….114,6

106,8
108,6
91,7 92,9
89,8
Juni

…………

Juli

…………
103,4
103,8
94,9

Augustus
………
100,2
104,4 95,9
September
……
103,0 110,5
98,2
115,6
99,5
..

112,8
102,2
October
……….107,9
November

…….111,2
111,2
104,7
December
……..111,8
Jarl.
gemiddeld
109,7
113,4
102,2

Uit deze tabel blijkt, dat de vrachten de afgeloo-
pen maand vrijwel op het peil van 1913 stonden en
vergeleken bij April 11. een aanmerkelijke stijging ver-

toonen. Daartegenover staat echter een stijging der

bunkerkosten met 60 pOt. Of het drukkere herfst-
seizoen zonder inzinking zal worden bereikt hangt
naar het schijnt af van de snelheid, waarmede de

arbeid in de Engelsche steenkolenmijnen wordt
hervat.

Duitsche effectenkoersen sedert 1 Januari 1926.

Een overzicht van het koersbeloop ter beurze van
Berlijn gedurende de eerste zeven maanden van 1926
geeft ‘onderstaande, aan ‘de ,,Frkf.
Zt
g
.”
ontieende,
grafische voorstelling. De koersen zijn uitgedrukt in
procenten van den stand van begin Januari 1925,
welke op 100 is gesteld. De lijnen geven dus geen
beeld van de absolute koershoogte, alleen van den
relatieven omvang van stijgingen en •dalingeu.

EE

ia

Wat de maand Juli 1926 betreft, hierin,
schrijft
de Frankfurter, heeft zich een verdere bijna algemeene
stijging ‘der aandeelenkoersen ‘doorgezet. Het weke-
lijksch indexcijfer bedraagt voor 7 Augustus 109,6
(begin Juli 102,6) püt. van den stand van begin 1925.
De koersstijgin gen waren niet voor alle aan deelen-
‘groepen gelijk. Het scherpst gestegen, nl. met meer
dan een tiende van den koersstand van begin Jui’i,
zijn ook nu weer
chemische waarden,
waarvan ‘de ‘be-
weging door de actie der kleurstoffen’industrie ‘diep-
gaan’d beïnvloed werd. De door het bestuur der I.-G.
niet opgehelderde geruchten over
bijzondere
trans-
acties, nieuwbouw, procédé’s, aankoopen in het bui-
tenland, enz. zweepten de beweging steeds meer op.

Een scherpe stijging valt verder weer vooi
ban.kaoin-
deelen
te vermelden, waar de gunstig beoordeelde
halfjaarsbalansen een prikkel vormden. Het voor-

naamste ‘gebied van werkzaamheid ‘der speculatie in
normale tij’den, de
Mon.ta’rt.industrie,
was betrekkelijk
minder vast, ‘daar men een ‘tijdlang geloofde, dat cle

Engelsche staking spoedig op haar ein’de zou loopen.
De laatste dagen is ‘echter ook de
Montcsn.mar1t
aan-
merkelijk vaster geworden, daar ‘de voorraden op de

opslag-plaatsen bij de mijnen ten gevolge van de be-
ginnende voorzorgen voor den winter sterker afne-

men, waardoor de kolenmijnen belangrijk liqui’der
worden. Ook ‘het uitvallen der Engelsche ijzerindus-
trie doet zich langzamerhand gevoelen. Verder prik-
kelen de vorderingen ‘in ‘de internationale ijzeronder-
handelingen. Het in’dexcijfer voor
icaliwaarden is
haast niet veranderd. De in vergelijking met het

eerste halfjaar 1025 aanmerkelijke ‘daling van den af-
zet in het laatste halfjaar ontstemde, even’zoo de op-

positie, tegen de tot dusverre niet goedgekeurde prijs-
verhooging. De aandeelen der
n’tachin.eindusirie zijn
nog belangrijk vaster geworden, ten gevolge van de
transactie Stahlv•erein-Demag, daar later misschien
soortgelijke transacties zouden kunnen volgen.
Auto-waarden
konden zich slechts ternauwernood hand.ha
ven, daar de financieele toestand hij eenige maat-
‘schappijen nog gespannen zijn moet.
Wagonaandeelen
zijn zwakker; de bescheiden Reichs’bahnorders zouden

slechts ten deele tot een belangrijke verbetering van
den bedrijfstoestancl geleid hebben.

Textiel- en ledercw..ndeelen
toonen in ovoreenstem-
ming met de gunstiger marktberichten uit ‘deze bran-
che •een aanzienlijk grootere vastheid, die ongeveer
een zevende van ‘den koersstand van het begin van
do vorige maand bedraagt. De stijging der
papier- en
cellulosewaarden
komt hoofdzakelijk voor rekening van
laatstgenoemde categorie, waarbij fusi’egeruchten uit
cle Zuid-Duitsche cellulose-industrie een rol speelden.
Ook de kunstzijdeindustrie zou in ‘den laatsten tijd

belangstelling voor cellulosewaarden tooneri. Het in-
‘dexeijfer voor
bouwwaarden
steeg ongeveer een tiende.
De zaken in deze groep waren levendig, vooral in
cementaandeelen, die door ‘de vorderingen der kartel-onderhandelingen geprikkeld werden.
Suilcerwaarden
stegen ‘door hoop op dividend en verbetering van den bedrjfst.oestand ongeveer een tiende. Een belangrijke
•waardestijging toonen ‘de waarden der drankenindus-
trie, vooral
brouwerijaan.deelen,.
Men verwacht weder
‘gunstige dividenden. Den in vergelijking met ‘begir,
1925 hoogsten koersstand handhaven oolc thans de

aan’deelen dor spoorwegmaatschappijen.
De markt
‘voor v
erzekeringsaandeelen
was iets zwakker.
De circulaire van Minister Kan
in
zake de
Gemeentefinancjën.

In aansluiting aan het hiervoor opgenomen arti-
kel van Mr. S. J. R. de Monchy volgt hieronder het-
geen het Hbld. ontleent aan minister Kan’s cir-
culaire aan •de verschillende Gedeputeerde Staten in
zake het financieel beleid der gemeenten:
Het aantal gemeenten, dat in financieele moeilijkheden
verkeert, neemt steeds toe. Uit de gegevens, die op dit stuk
ten dienste staan, blijkt dat dit aantal ook verder nog be-
denkelijk dreigt toe te nemen. Ik meen ter adstructe op
het volgende te mogen wijzen:
Blijkens de statistiek der gemeente.begrootingen van
1925
waren er van de
265
gemeenten boven de
5000
zielen
45,
of 17
pCt., die haar rekening over het laatste dienstjaar
hadden moeten afsluiten met een nadeelig saldo.
De gemeenteschulden groeien in een zeer snel tempo aan.
Het uitstaand bedrag der gemeentelijke leeningen is, met
terzijdestelling van de .kasgeldleeningen en de woningbouw-
voorschotten, gestegen van
f230
millioen in
1893
tot
1093
millioen op
1
Jan.
1924,
terwijl bijv. in diezelfde periode de
rijksschulden opliepen van
f
1092
millioen tot
f2788
mii-
heen. Hierin schuilt een groot gevaar.
Een nog veel sterkere vermeerdering vertoonen de ge-
meentelijke uitgaven, die stegen van plus muinus
f
110
mil-
lioen in
1900
tot
f
1001
millioen in
1921.
Een verbetering

736

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

18 Augustus 1926

in den fivaucieelen toestand van veel gemeenten
zal
dan
ook eerst kunnen intreden, iiidien veel meer wordt naar
versobering gestreefd.
Uit het rangschikkingslijstje naar den belastingdruk
1925/1926 (uitgave centraal buTeau voor de statistiek)
blijkt, dat er wel in het algemeen eeti daling valt te con-
stateeren in liet bedrag van het hoogste gemiddelde inko-
men, doch dat van een sterke neiging tot verlaging van den
belastingdruk niet kan worden gesproken.

De minister wendt zich tot cle Gedeputeerde Staten om
medewerking en geeft hier in overweging de volgende ge-
dragslijn.

a. Geen goedkeuring zal zijn te hechten aan leenings-
besluiten tot het aangaan van leeningen, dan slechts in de
allernooclzakelijkste gevallen en alleen indien onoinstoote-
lijk vaststaat, dat de uitgaaf een leening wettigt.

Een vau de oorzaken van financieelen achteruitgang van
verschillende gemeenten is al. hierin gelegen, dat nieR veel
te spoedig geneig:l is uitgaven, waarvan het nut zich over
verscheidene jaren uitstrekt, ten laste van den bintenge-
wonen dienst te brengen. Daardoor zijn geleidelijk vele ge-
meenten buiten verhouding tot haar draagkracht met
schuld bezwaard geraakt en hebben zij alle weerstandsver-
mogen verloren. De regel, dien het rijk behoudens uitzon-
deringen volgt, dat alleen die uitgaven uit den kapitaals-
dienst mogen worden bestreden, die dadelijk vloeiende in-
komsten medebrengen, ten minste gelijk aan de rente der
aan te gaue schuld, komt zeer aanbevelenswaardig voor.
l. Er dient dus goed te worden toegezien op het bewaren van de juiste scheiding tusschen gewone en buitengewone
uitgaven.
c. Krachtige matregelen zijn te nemen, ten einde con-
versie van leeningen, die veelal nog tegen een hoog rente-
type loopen, te bevorderen.
d- Geen goedkeuring is te verleenen aan besluiteu tot
het aangaan van een .leening tot dekking van een tekort op
den gewonen dienst, tenzij in zeer bijzondere gevallen (voor
noodlijdende gemeenten) de minister van financiën en ik
daartoe niedekverking verleeneti.

ik meen hier te mogen opanerken, dat als regel mi. een
genieentebegrooting slechts goedgekeurd zal mogen worden,
indien zij, voor zooveel den gewonen dienst betreft, sluit. Een tekort 01) eenig jaar zal men alleen door het aangaan van een (kasgeld) leening mogen dekken, indien absoluut
te verwachten is, dat binnen zeer korten tijd verbetering in
den finandieelen toestahcl zal intreden. Is dat niet het geval
dan zullen andere maatregelen moeten worden getroffen.
Voorkomen •dient te worden, dat een tekort van jaar tot,
jaar blijft oploopen.

Indien leeningen moeten worden gesloten, is te waken tegen afsluiting met te langen looptijd.


inperking is op te leggen van de bedragen der vlot-
tetide kasschuld.
Het kan al. niet worden tegengesproken, dat vele ge-
meenten haar bedragen ren kasgeld, soms wegens gebrek
aan liquide rni{clelen uit anderen hoofde vloeiende, zeer
hoog opvoeren, clan wel de reeds gesloten leen i ngen verlen-
gen, waardoor cle begrootingea met groote bedragen voor
rente worden be’i.waard, veelal ook door vertraagde aflos-
si ngen.
Te bevorderen is het voeren van een bedrijvenpolitiek, die in geen geval nadeelige finaticieele gevolgen heeft voor
de gemeentekas. i.s zulks niet mogelijk, clan kan het aanbe-
veling verdienen het bedrijf (bij’. grondbeclrijven) op te
heffen.
Aandrang zal zijn te oefenen op genieentebesturen, die
een heffiag vnu inkomstenbelasting door eigen administra-
tie hebben, dat het aandeel ,,kw’ade posten” tot liet mini-
mum wordt beperkt.
Een scherp toezicht is te oefenen op het vaststellen
der salarissen.
In het algemeen zal streng stelling zijn te nemen tegen
het aangaati vati verplichtingen dooi- gemeentebesturen, die •de financieele lasteir vei-zwaren zonder .dat uiterste
noodzaak aat.iwezig is.
De minister merkt nog op, dat hij ook de medewerking
van zijn ambtgerrooten
01)
dit stuk zal vragen, door zich te
onthouden van het nemen of voorbereiden van maatregelen,
leidende tot het leggen van financieele lasten op de gemeen-
ten, zonder overleg niet zijn departement.
Zoude uw college, zegt cle minister, bereid zijn uwe on-
ontbeerlijke meclew’erking voor de naleving van het boven-
staande te verleenen, clan zal daaraan, naar mijn aanvanke-
lijk oordeel, kracht kunnen w’oi-den bijgezet, door onthou-
ding van de goeclkeu ring ‘au de begrooting, indien zulks
noodig is.
liet zal wel geen betoog behoeven, besluit de minister,
dat ook al worden de hier gestelde regels iii acht genomen,
ccii recht op oncierstand uit de rijks- of pi-ovinciale kas
nimmej- ontstaat.

Internationale Kartellen.

De Reichs-Kredit-Gesellschaft te Berlijn geeft in haar publicatie ,,Deutschlands Wirtschaftliche Ent-

wickiung im ersten Halbjahr 1926″ het volgende

overzicht van de internationale kartellen, welke
thans bestaan, en van die, vaaromtrent onderhande-

lingen gaande zijn.

Bestaande Kartellen.

Naam van het contract
Deelnemende landen.
Inhoud van het contract.
resp. v. h. kartel.

Kali-overeenkomst v. Lugano
Duitsehland: Dt. Kali-
In plaats
van
de tot dus verre geldende voorloopige
over-
van
10 April 1926.
syndikat.
eenkomst treedt een zg. ,,Vorvertrag” met den looptijd
Frankrijk: Société Commer-
van
zeven jaren: nieuwe verdeeling der afzetgebieden.
ciale des Potasses d’Alsace
De Duitsche biniienlandschê afzet blijft aan het Duitsche
syndicaat;

de

voorziening van Frankrijk en van zijn
koloniën
en
mandaatgebieden is voor de Elzassergroep
gereserveerd.
De overige buitenlandsche afzet wordt in de verhouding

70:
30 verdeeld tot aan 8.4
millioen ton. Van het meerdere
krijgt iedere groep 50 pCt. Verdere onderhandelingen
zijn gaande, in het bijzonder over den

afzet naar

de
Vereenigde Staten.
-Internationaal Gloeilanipen-
Duitschl.: (Osram G.mb.H.).
Ituiling van fabricagemethoden en patenten. De nationale syndicaat Phönix (les.,
V. S. van Noord-Amerika.
markt is voor de nationale industrie gereserveerd.
Genève.
Nederland.
Frankrijk.
Skandinavië.
Groot-Brittannië.
Italië.
Japan.

Internationaal

Railskartel
Eng.-Amerik. groep met een
Prijsreguleering

en

verdeeling

der

afzetgebieden.

Be-
,,Erma”.
deelneming van 43.25 pCt.
scherming der

binnenlandsche markt

tegen

vreemde
Duitsch-Fransche groep met
concurrentie.
een deelnemingv. 39.75pCt.
In plaats van de tot dusverre gegolden hebbende ,,voor-
Belg.-Luxemb. groep met
een
loopig losse”

overeenkomst

tusscben de voornaamste
deelneming van 17 pCt.
productielanden
is
thans het definitieve kartel getreden.

18 Augustus 1926

ECONOMISCH-STATISTÏSCHE BERICHTEN

737

Duitsch-Tsjechisch IJzeren.
Duitschiand.
Verdeeling

der

afzetgebieden.

Vaststelling van

gemeen-
buizenkartel.
Tsjechoslowakije. schappelijke

vcrkoopsprijzen

en

condities in de grens-
Voor naadlooze en kanali-
afzet.gebieden. Oprichting

van

een

zg.

,,Evidenzbiiro”
satiebuizen behooren nog
aan

Tsjechische

zijde

ter

contrôle

van

de

verkoops-
tot het kartel:
politiek der Tsjechische werken.
Frankrijk.
België
Polen.

Duitsch.Belgisch Walsdraad-
Duitschiand.
De verdragsluitende partijen verplichten zich, elkander op
kartel.
België.
de binnenlandsche markt niet te beconcurrcere.

Europeesche Houtschroeven-
Alle houtschroeven

produ-
Prijsconventie. vereeniging.
ceerende staten v. Europa.
Onderhandelingen

over

de
uitbreidingen van het syn-
dicaat

tot

Amerika

en
Japan hebben reeds tot

principieele overeenstem-
ming gevoerd.

Verbond

van

Europeesche
I)uitschland.
Verdeeliug der opdrachten in bepaalde verhouding. Vast.
Emailleerfabrieken.
Oostenrijk.
stelling van verkoopsprijzen en leveringscondities slechts
Hongarije.
voor de gemeenschappelijke exportgebieden.
Tsjechoslowakije.
Pol en.
Gestreefdwordtnaar de aan- –
sluiting van verdere landen.
Europeesch Verbond van
Duitscbland.
Doel van liet Verbond is vOOr alles de systematische door-
Flesschenfabrikanten.
Grôot-Brittannië.
voering van technische uieuwigheden in

de pioductie.
‘l’sj echoslowakije.
Oostenrijk.
Nederland.
Hongarije.
Skandinavië.

Verbond van internatioiale
Duitschland.
Gelijkmaking der expeditie-condities, aanhouden van zwarte

Expediteurs-organisaties.
Oostenrijk.
lijsten, vergemakkelijking der wederzijdsche betrekkingen. Scandinavië.
Finland.
Groot-Brittannië.
Nederland.
Italië.
Joegoslavië.
.

Loopen’de onderhandelingen.

.,

Ontworpen kartel.
Deelnemende landen.
.

Onderwerp der onderhandelingen.

Internationaal iJzerkartel
Duitschiand.
Gestreefd wordt naar een ,,Rohstahlemeisehaft”.

Ont-
Frankrijk.
worpen

is de oprichting van een compensatie-kas voor
België/Luxemburg.

de

overschrijding

der

quota.

De quota-berekening zal Groot-Brittannië.
volgens de productiecijfers van 1925 geschieden.
V. S. van Noord-Amerika.

Internationaal Buizenkartel.
Duitschiand.
De

nationale

markt

zal voor de nationale industrie ge-
Frankrijk.
reserveerd blijven.

Voor

den centralen

afzet naar de
l3elgië/Luxemburg.

overige deelen van de wereldmarkt worden vaste (junta

Groot-Brittannië.
overeengekomen.

Oâstenrijk.
Tsjechoslowakije.
1

Polen.

Wereldkopersyndicaatl)
liet syndicaat zal alle pro-
Regeling van den koperexport.
CopperExportTradingCy. docenten van beteekenis
ter wereld m. uitzondering
van

Japan

omvatten;
ongeveer 90 pCt. van de
1)

inmiddels

tot stand

ge-
vereldproductie zal in het
komen.


kartel zijn vereenigd.
.

Benzolkartel.
Duitschland.
Regeling der nationale’ markten.
Engeland.
Frankrijk.
België.
.

Europeesch Lijmsyndicaat..

Duitschland.
Oprichting van

een

maatschappij

voor

den

grondstof-
Groot-Brittannië.
inkoop en den verkoop der eindproducten.

Kontingen-
Frankrijk.
teering van den beenderenafval over de leden.
België.
Nederland.

Zwitserland.
Italië.
Oostenrijk Hongarije. Joegoslavië
‘•'”-

Tsjechoslowakije. Polen

,



Roemenië.

738

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

18
Augustus
1926

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

Nd (Disc. Wissels. 34
3 Oct.’25
Zwits. Nat. Bk 3422
Oct.’25
Bk Bel.Binn.Eff. 4
3 Oct.’25 N.Bk.v.Denem. 5
2ijJuui’26
tVrsch. inR.C. 5
3 Oct.’25
ZweedscheRbk 44
8
Oct.’25
Javasche Bank…. 4
14 Juli
’26 Bank v.Noorw. 54
20Apr.’26
Bank van Engeland 5
3 Dec.’25
Bk. v. Tsjecho.
Duitsche Rijksbank 6 6
Juli ’26
slowakije . . 6
15Jan.’26
Bank v. Frankrijk.
7431 Juli’26
N. Bk. v. O’rijk. 7
6Aug.’2
Belgische Nat. Bnk. 7 23Apr.’26 N.Bk.v.Hong. 7
22 Oct.’25
Fed. Ues.BankN.Y. 4
12Aug.’26
Bank v. Italië. 7
17Juni’25
Bank van Spanje.. 5
23 Mrt. ’23
Z.-Afr.Res.bnk 54

OPEN MARKT.

1926
1925
1924
1914

Aug.
14

ug.
-14
2-7
26-31
10-15 11-16
20-24
Aug.
Aug.
Juli
Aug.
Aug.
Juli

Amsterdam
Partic.disc.
2
1
12

156
2I16-
1
116
2
1
12.314
29116_
11
I16
3
1
12.314
2
3
1
1011
Prolong.
2
1
1
4
2
) 2
1
14_
1
12
2
1
143
2-3 3-4
211
4
112

2’14-
3
14
Londen
Daggeld ..
3
1
1-4
34117
3’I2-4
1
I4
3
1
124
3-4
2-4
1
3
14-2
Partic.disc.
4I16-1I2
411
4
_11
3

4
1
j4-
5
116
4
1
14_I11e
4
1418
2114314

Berlijn
Daggeld ..
3
1
12-6
3
1
126 3-6’I2
312-6
1
12
7-10
– –
Partic. disc.
30-55 d..
.
4
5
18
418
4I8-I4
4113_314

7I4-19
– –
56-90 d..
.
4
1
12
4
1
12
4
1
12
41
751_7/

2115-117
Waren-
wechsel.
5
5
41,-5/,
511
4

87159112

New York’)
CaI1 money
411
3
.31
4

411
3
_511
4

4_314
4.551
4

4-
1
12
2114
1
3
14 -2’2
Partic. disc.
3414
3
1
12

14
3
1
12
312
1

31/
4

Ii
Cali money-koers van 13Aug. en daaraan voorafgaande weken tI’n.
Vrijdag.
2)
Koers van 13 Aug.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

El a a
New
‘Londen
Berlijn
Parijs
Brussel’
Batavlai)
York’)

10 Aug. 1926
2.491,,
12.114 59.29
7.04

6.93
1003
11

,,

1926
2.491,,,
19.114
59.30
6.924

6.86
100%
12

,,

1926
2.491
8

12.114
59.31
6.83

6.824
1O0j
13

,,

1926
2.491, 12.114
59.35k
6.834

6.814
100′,,,
14

,,

1926

12.104 59.35
6.824

6.72
100%
16

,,

1926
2.4911,,
12.11
59.334
6.784

6.71
100′
8

Laagsted.w.’)
2.49
12.104
59.28
6.67

655
100
Hoogste d.wl)
2.493
8

2.114
59.30
7.224

6.97

1
100,
9 Aug. 1926
2.49’1
8

12.114
59.31
7.29

6.94

1
100%
2

,,

1926
2.481/,,
12.104 59.261
6.534

6.60
1
100%
Muutpariteit
2.48%
12.10
59.26
48..-.

48.-
1
100

Dato
sd
Weenen
Praag Boeka-
Milaan
Madrid

10 Aug. 1926
48.17
35.20
7.37
1.13
8.374
38.30
11

1926
48.17
35.224
7.37
1.14
8.33
38.05
12

1926
48.174
35.20
7.37
1.14
8.20
38._
13

1926
48.18
35.25
7.37 1.14
8.19
37.974
14

1926
48.174
35.25
7.37
1.14


16

,,

1926
48.164
35.25
7.37
1.14
8.16
38.05
Laagsted.w.’)
48.14
35.10
7.36
1.10
8.10
37.90
Hoogsted.w’)
48.19
35.25
7.39 1.20
8.40
38.50
9 Aug. 1926
48.17 35.22% 7.37
1.14
8.374
38.-
2

,,

1926
48.174
35.20
7.38 1.124
8.124
38.20
Muutpariteit
48._
35.-
50.41
48.-
48.-
48.-

D
0
a
Stock-
holm
5
)
Kopen-
hagen)
i
S 0

/o!)

Iie!-
Buenos.
Aires
1)
Mon-
freal’)

10 Aug. 1926
66.70
66.10

54.60
6.27
100%
2.49%
11

,,

1926
66.70
66.124 54.62j,
6.27
100%
2.49%
12

,,

.1926
66.75
66.25

54.75
6.274
10061
8

12.4
9%
13

,,

1926
66.80
66.25

54.70
6.27
100%
2.49%
14

,,

1926
66.75
66.25

54.70 6.26
100%
2.491t,
16

1926
66.75 66.25

54.70
6.26
100′,
2.4914
Laagsted.w.’)
66.65
66.-

54.50
6.25
100%
2.49
Hoogste d.w’)
66.85
66.30

54.90
6.30
101
2.49%
9 Aug. 1926
66.70
66.10

54.60
6.274
100%
2.49%
2

,,

1926
66.65
66.024 54.55
6.27
101
2.4911,
Muntpariteit
66.67
66.67

66.67
48.-
105
2.48’1
8

*) Noteering te Amsterdam.

Noteering te Rotterdam.
1)
Particuliere opgave.
In het eerste nummer van iedere nlaand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK.
(Cable).

El ta
a
Londen
1

Parijs Berlijn
Amsterdam
($
per 2)
($
p.lOOfr.)
($p.
lOOMk.)
($p. 100 gld.)

10 Aug.

1926
4,86%
2,814
23,80 40,14%
11

1926
4,661,,
2,734
23,80
40,15
12

1926
4,8611,,
2,69
23
8
0

40,14
13

1926
4,85151,
6

2,724
23,80
40,12
14

1926
4,86
2,74
23,80
40,13′
16

1926
4,86
2,724 23,80
40,13

17 Aug.

14251
4,85%
4,64
23,80
40,28
Muntpariteit ..,
4,8667
19,30
23,81%
‘4011,
0

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noteerings-I
eenheden
31Juli

1

1926

1
1
7Aug.
1
1926

]
LaagstelHoogstel

9114
Aug. ’26
1
14Aug.
1926

Alexandrië.
.
Piast.
p.1C
97%
97%
9771,
6

9711,
6

9734
Athene

….
Dr.
p. £
442%
437%
434
445
442
Bangkok
. . .
Sh.
p.
tical
1110318
1/106
111034
1,10
31

1
1
10%
Budapest
. ..
Pen.
p. £
97.85
27.85
27.60 27.95
27.75
B. Airesi).
d. p. $
4521,,
4b71,
45%
45i2
4513182

Calcutta
. . . .
Sh.
p.
rup.
1/5
1
51,6 11561164
1/516
f1,
1,611
1j6
Constantin..
Piast.
p. £
865
857j,
850 895
887%
Hongkong
..
Sh.
p. $
21
/221132


°j2′,’
S
9
.

/

2’j6
2/24
213′
32
Sh.p.yen
1/113/ 3
11
122
3

11
l 1

‘1

3′

I]

t

I

11
12
,

3
7
Kobe

……..

d. per
Esc.
Lissabon
2)
. .
217!

’82
217!
’82
2
33

f64
2
3

f64
217!

f12
d.per$
24
24
23 25
24
Montevideo
1)

d. per
$
49v,
49′!
8

49
49%
49%
Montreal’)
..
$
per
£
4 85
31

4.85
4.8471,
4 8

4.85%

Mexico……..

R.d.Janeiro
1)

d.
per
Mil.
79 16
719
82
,9/,,
721!
132
719!
132
Shanghai
.. .
Sh.
p.
tael
211
l
3

2110
21921
8

2110%
2110
Singapore.
..
id.
p. $
9329
31
2/3
20
/
32

213
13
1
18
9
331!

1

182
2’3″
1

I3i
Valparaiso
2).
$ P.
39.70 39.50 39.40 39.50
39.40
Warschau
..
ZI. p. £
1
45%
44%
43%
47
4534
1) Telegrafisch transfert. 2)90 dg.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS 3)
Londenl)
N.Yorkl)
Londen
9 Aug.
1926..

28111,
6

62%
9 Aug. 1926
84110%
10
1926..

2851,
621,,
10

,,

1926….
8411034
11
1926..

281’1
16

62%
11

,,

1926 ….
84/11%
12

,,
1926..

289/
,
62%
12

,,

1926…
.
84111%
13
1926..

28
5
1
8

62
13

,,

1926…
.
84111%
14

,,
1926..

28″1
1
,
62
14

,,

1926….
84/11%
15 Aug.
1925..

701
8

14 Aug. 1925….
84/10%

20 Juli
1914..

24151
1
,
54
1
18
20 Juli

1914….
84111
1)
in pence
p. os.
stand.
1)
Foreign silver in
Sc.
p.oz.fine.
3)
in sh.
p.oz.fine

STAND VAN

s RIJKS KAS.
De Minister van Financiën maakt bekend:

Vorderingen.

1
7Aug. 1926

IS
Aug. 1926

Saldo bij de Nederlandsche Bank.
..

f

2.232.272,62
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
f

400.163,54
,,

305.857,08
Voorschot
op
uit. Juli 1926 aan de ge-
meenten
op
voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten
op
18.006.368,47
3
)
,,

23.943.136,79
de Rijksinkomsten bel isting………..
ll.094.847,06
,,

9.280.505,80
Kasvord. weg. credietverst. a/h. buitenl
,,
144.419.490.60
,,143.599.276,48
Daggeldleeningen

tegen onderpand
,,

1I.000.000,-
,,

4.010.000,-

Voorschotten aan de koloniën…………

Saldo der postrekeningen van Rijks-
van Staafsschuldbrieven

………..

18.885.915,51
,,

16.745.878,45
comptabelen

……………………
Vordering
op
het Staatsbedrijf der


T.

en

T.2).
……..
…………………..
Id.
op
andere Staatsbedrijven 2)
.

3.928.348,03
,,

3.810.348,03

Verplichtingen.
1

Voorschot door de Nederl. Bank
….

/

8.171.844,32

Schatkistbiljetten in omloop)………..97.105.000.-
/

97.105.000,-
,,

38.b60.000,-
Waarvan direct bij de Ned. Bank



,,

13.840.426,-
Schuld a.d. Bankv. Ned. Gemeenten 2)

– –

Schatkistpromessen in omloop ………38.660.000.-

Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds 2)
..,,
29.199.862,21
,,

18.225.569,70

Zilverbons in omloop ………………..13.890.590,-

Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T.
2)..,,

48.718.029,44
,,

46.494.813,56
Id. aan andere Staatsbedrijven 2)

455.000,-
,,

455.000,-
…..
Id. aan diverse instellingen
2)

…….. ..

3.524.943,46
,,

3.544.238,42
Waarvan
/
12.056.000 vervallende
op 1
Juli 1929.
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist
3
) uIt. Juni.

NEDERLANDSCH.INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
De Minister van Koloniën maakt bekend:

7 Aug.1926
15 Aug. 1926

Voorschot uit ‘sRijks kas aan N.-Indië
/
2.174.000,-
/

190.000,-
Indische Schatkistprom. in omloop
..,,
17.750.000,-
,,21.550.000,-
Voorschot Javasche Bank aan N.-Indië
,,

7.179.000,-
,,

1.689.000,-
Muntbiljetten in Omloop

. …. ……….
34.214.000,-
,,34.545.000,-
Ten voordeele van Ned.-Indië ge. boekte belegginpgelden van het
3.911.000,–
,,

3.911.000,-
Ned.-Ind. muntfonds……………….
Idem van de Ned.-Ind. Postspaarbank.
,,

1.093.000,-
,,

1.169.000,-
f66.321.000,- f63.054.000,-
Totaal

…………………..
Te goed bij de Javasche Bank


In

‘s

Lands

Kassen
……………….

18 Augustus 1926.

ECONOMISCB-STATISTISC}JE BERICHTEN

739

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 16 Aug.
1926.

Activa.
Binnen1.Wis- Hfdbk.
f

27.552.692,37
sels, Prom.,’ Bijbnk. ,,

8.446.747,05
enz.in
disc.
1
Ag.sch. ,,

15.629.307,87

f
51.628.747,29
Papier o. h. Buiteni. in disconto

Idem eigen portef..
f
214.879,343,-
Af :Verkocht maar voor
debk.nognietafgel.

214.879.343,-
Beleeningen
ncI. vrsch.
llfdbk.
f

50.126.767,10

1fl
r:k..:rt.
Bijbnk.

,

11.912.080,98
Ag.sch. ,,

70.376.217,07

f
132.415.065,15

Op Effecten…….
f
128.696.665,15
Op Goederen en Spec.
,,

3.718.400,_
132.415.065,15
Voorschotten a. h. Rijk …………….,,
1.536.342,87
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……f

64.064.455,-
Muntmat., Goud ..

356.289.573,63

f
420.354.028,63
Munt, Zilver, enz.. ,,

27.658.899,20
Muntmat., Zilver..

Effecten
448.012.927,83

BeleggingRes.fonds.
f

7.040.755,51
id. van
11, v.
h. kapit.,,

3.999.542,38
11.040.297,89 Gebouwen en Meub. der Bank ………,
5.142.000,-
Diverse

rekeningen ………………,,
49.680.475,25

f
914.335.199,28
Paaaiva.
Kapitaal ……. … ………………
f
20.000.000,-
Reservefonds ……..
…………….,,
7.047.731,06
Bijzondere

reserve …
…………….,,
8.800.000,-
Bankbiljetten in omloop …………..

,,
815.933.460,-
Bankassignatiën in omloop………..
369.725,59
Rek.-Cour.j Het Rijk
f


saldo’s:

k
Anderen

55.235.278,94

,,
55.235.278,94
Diverse rekeningen ………………,,
6.949.003,69

f
914.335.199,28

Beschikbaar metaalsaldo
………….f
273.132.022,24
Op de basis van

metaaldekking

,,
98.824.329,33
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
ioop dan waartoe de Bank gerechtigdis. ,,
1.365.660.110,-
Voornaamste posten in duizenden
a’uldens.

Goud Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Circulafie
opelschb.
Metaal-
kin ga
Munt
1
Muntmat.
schulden
saldo
perc.

16 Aug. ’26
64.064
356.290 815.933 55.605
973.132
51
9

,,

’26
64.213 361.336
823.633
49.365
277.710
52
2

,,

’26
64.302
361.336 846.309
56.706
271.940
50
26 Juli

’26 64.615 361.336
814.221
76.081
275.066
51
19

,,

’26
64.736 356.282 822.478
66.762
270.006
50
12

,,,

’26
64.888 361.248
833.070
45.753
276.953
51
17 Aug. ’25
56.184 358.260 871.455
28 964
256.616
49
25 Juli

’14
65.703 96.410 310.437
6.198
43.5211) 54
Totaal
Schatdst-
B 1
Papier
Diverse
Data
bedrag
disconto’s
promessen
rechtstreeks
i
ee

n n ge

op het buit enl. reke-
n

)

16 Aug. 1926
51.629

132.415
214.879
49.680
9

,,

1926
52.843

130.690
219.494
39.800
2

,,

1926
55.522

146.965
227.400
46.069
19

,,

1926
54.197

140.451
223.690
43.896
12

,,

1926
55.361

145.818
211.229
53.317
5

,,

1926
,56.361

143.751
203.658 45.944
17 Aug. 1925
88.815
1.000
125.300
242.803
37.628
25 Juli

1914
67.947 14.300 61.686
20.188
509
‘.ip
uc uasis van
Ie
metaalaeK)clng. ‘) sluitpost activa.

CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. De sainengetrok
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen

Andere Beschikb.
Data

Goud

Zilver

Circulatie opeischb. metaal-
schulden saldo

7Aug. 1926
227.500
337.000
46.000
150.900
31juli1926
228.250
335.000
51.000 151.050
24

,,

1926
229.000
335.500
50.000
151.900

10 Juli 1926
200.024

32′
338.773 45.666
157.504
‘3
,,

1926
200.067

35.186
331.581
43.274
160.739
26Juni1925
1

200.267

36.358
326.240
44.813
102.901
19

,,

1926
195.309

36.652
327.578
47.364
158.869
8Aug.1925
132.688

45.318
316.951
57.533
103.962
9

,,

1924
146.062

64.580 262.628
88.936
141.072
25Juli1914
22.057

31.907
110.172
12.634
4.842e)

n t
a a
Dis-
Wissels,
buiten
Belee-
re
»
,e
rse

Dek-
kings-
conto’s
N.-Ind.
ningen
in

e

1)
n g n
percen-
_______
betaaib.
lage

7Aug.1926
12?20
31Juli1926
114.760
59
24

,,

1926
114.320
•.
59

10 Juli 1926
84.899
62
11.817
24.410
53.626
3

,,

1926 11.529
23.724 47.795
62.185
63
26Juni1926
11.384
23.433
45.375
59.711
64
19

,,

1926
10.876
20.753
43.420
64.182
62
8Aug.1925
17.837
33.662 79.290 61.967
48
9

,,

1924
37.568 25.255
60.930 26.643
60
25Juli1914
7.259
6.395 47.934
2.228
44
1)
Sluitpost activa.
)
Basis
sƒ&
metaaidekking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden ponden sterling.

Data
Metaal
Circulatie

1

Currency_Notes
Bedrag

Ban kbi!j.
1
Oov. Sec.

11 Aug. 1926
153.868
141.321
294.177 56.250
243.595
4

,,

1926
152.844
142.503
296.993
56.250
246.405
28 Juli

1926
152.127 142.020
293.896 50.250 243.089
21

1926
151.734 141.347 291.981

.56.250
241.270
14

,.

1926
151.335 141.469
992.960
56.250
242.403
7

1926 150.521
142.218
296.019
56.250
245.626
12 Aug. 1925
164.257 143.253
56.250
250.496
22 Juli

19141
40.164 29.317

1301.216



Data
Gov.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos. Reserve
Dek-
k Ings-

11 Aug.’26

36.810

72.196

11.004

112.162

32.296

26
4

,,

’26

36.340

68.544

8.387

108.492

30.091

25
28 Juli ’28

34.925

68.525

9.727

105.492

29.857

26
21′

,,

’28

40.540

69.942

7.612

114.972

30.137

21ie
14

,,

’28

38.925

72.876

9.352

114.012

29.616

24
7

,,

’26

37.250

74.560

16.498

105.595

28.053

23
12 Aug.’25

34.219

71.606

15.733

110.730

38.753

306/
22 Juli ’14 1

11.005

33.633

13.735

42.185

29.2971 5251
1) Verhouding tusschen Reserve en Deposits.

BANK
VAN
FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen franes.

Data
Goud
Waarv.
in het
Zilver
Te goed
in het
j
Wi

1Waarvan
op
het
e ee-
buiten!,
buiten!.
se
S
buiten!.
ningen

12Aug.’26
5.549
1.864 338 579
5.980
19
2.272
5

,,

’26
5.549
1.864
338
579
7.864
24
2.241
29Juli’26
5.549
1.864
338 577
6.710
24
2.288
22

,,

’26
5.549
1.864 338 577
5.226
24
2.305
15

,,

’26
5.549
1.864
338 576
4.870
17
2.366
13Aug.’25
5.547
1.864 312
578 3.243
21
2.913
23Juli’14
4.104

640

1.541
8
769

Data
Metaal
Circu-
latie
Dis-
Conto’s

Voor-
Isotten
1 aan de
1
kolonie

Diverse
reke-
ningenl

Diverse
reke-
ningenl

1 Juli

1926
1.243
2.061
70
19
1.275
158
1 Juni

1926
1.241
2.075
72

1.264
115
1 Mei

1926
1.157
1.993
92
43
1.385 249
1 April

1926
991
1.828
73
27
1.136
65
1 Maart

1926 1.026 1.766
73
24
1.119
57
1 Februari 1926
1.028 1.691
74
5
1.086
67
1 Jûli

1925
894 11.584
1

131
116
981
133
-,, .ampua ucr
aLiiva.
‘)
aiuiipost
oer passiva.

Data Buit. gew.I
voorsch.
ajd. Staal

Schat-
kist
bil-
letten
1)
D Iver-
Circulatie
Rekg. Courant
Parti-
culieren

Staat

12Aug.’26
37.300 5.416
4.535
56.271 3.447
15
5

,,

’26 37.850
5.409
3.689
57.259
3.900
36
29Juli’26
37.450
5.389
4.233 56.022 4.326
17
22

,,

’26 38.350
5.389 3.376
55.006
3.847
38
15

,,

’26
37.800
5.386
3.214
54.918
3.226
13
13Aug.’25
28.100
5.095
3.621
44.906
2.385
14
23Juli’14



5.912
943
401
1)
In disc, genomen
wegens
voorsch.
v.
d.
Staata. buiteni.
regeeringen.

740

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

18 Augustus 1926

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam 16 Augustus 1926.

I)e beurs te N e w Y o r k is (le afgeloopen week eenigs-eins in reactie geweest wegens winstileiningen cii vooruit-
ichteij van mitulere gelciruinite wegens de nactereucle sei-
zoenvraag. I)e discontoverhooging der ]?ederel Reserve Bank a’daar baarde duo ook geen verrassing, al had men

haai

ook wat later verwacht. Winstnemingen vonden
plaats in General liotors. .Aaixleolen Steel trust hooger. ‘lje L o ii d e n heeft uien nog niet veel aandacht iesteed
aan de voorvellen op de gednivakt te Nw York. i)oor de
veihooging an het wisseldisuoiito in (le hoofdstaicl der Ver-
eenigde Stalen is cie kans p een ver1aging
van
den rente

voet door cle Bank of England kleiner geworden en dit zou
een ongunstigen invloed uitgeoefend kunnen hebben op de
fondsenmarkt in Engei:i nd. Inderdaad is er wel een ge-
ringe verkoopdrang voor gilt-edged fondsen op te merken
geweest, doch vorderen invloed op de overige af deelingen heeft dit niet gehad. Integendeel is de beurs over het -ilge-innen opgewekt van toon gebleven-
l’e B e r lij ii was cle fodidsenmarkt ook in de afgeloopen
berichtsperiode levendig, hoewel liet op sommige dagen den
shin had, alsof machtige invloeden bezig zijn geweest het
koerspeil te steunen Telkens vielen er icinstnemiugen te
ontdekken in die papieren welke in den laatsten tijd liet

sterkst op den vooi

grond hebben gestaan, zooals niontaan-aandeelen, Farbeisindustnie, etc. Doch herhaaldelijk bleken
ei- dan ook weder omvangrijke kooporders aaniw’eiig te zijn
Wel werden deze voortdurend iets grooter, omdat de druk
anders iiet te weerstaan was, doch het aanbod werd grif
opgenomen- Dc’ verkoopdrang schijnt inmjddels niet zijn
oorsprong te hebben gevonden in een gewijzigde opvatting
omtrent de toekomst van de gi

oote concerns of van de
markt, doch veeleer in het verlangen om de winsten, welke
in de laatste weken zijn geaccunmleerd, ook te rea.l’iseeren.
Voor banka.an.deelen was de kooplust, op zich zelf be-
schouwd, van grooteren omvang, hetgeen vermoedelijk .in
verband dient te worden gebracht met de aangekondigde
uitgiften van de Deutsche Bank en van de Dresdner Bcnk,
als gevolg w’a-arvaa men ook emissies van de overige back-
instellingen meent te mogen verwachten.
Te P a rij s is de handel stil geweest. Eeuerzijds heeft
het feit, dat het parlement op reces is gegaan de vacanbie-
periode ook voor andere groepen van de bevolking ingeluid, • anderzijds verwacht men gedurende dozen termijn geen in-
grijpende veranderingen, zood-at vele posities, welke afge
wikkelci ivaren, niet opnieuw zijn opgebouwd. Voor de ach-
ter ons liggende week in het bijzonder is hierbij nog ge-
komen de omstandigheid, dat een beursvacailtiedag in het
vooruitzicht stond, zooclat ole af ladre, alleen reeds uit deen
hoofde,
11
ict zo omvangrijk is geworden. –
Te ii oct z en t is cle stemming over het algemeen kalm,
doch vast gebleven- De
beleygixgsiicoirkt
heeft wehiig
veranderingen aangetoond, doch naarmate de geldniaekt
iveer i-uimer is geworden, is de vraag naar eerste klasse
beleggingspapieren toegenomen- 6 pOt. Ned. Werk. Schnlcl
1922: 106116, 106
15
/; 4% pCt. NecI. Werk. Schuld 1917:

1009, 100
1
/, 1OO7/ 7 pOt. Ned.-Indië: 100%, 100116, 100%; 5 pOt. Mexico £ 20-100: 44%, 44% ; 5 pCt. Bra-
zilië 1903 £ 100: 80%, 80%, 80
1
/8; S pOt. Sao Paulo: 105,

105%, 105
3
/s.
De
rubberinairkt
heeft in liet middelpunt det- belangstel-
liag gestaan. Nadat een tijdperk van ongeanimeerdheid was
ingetreclen, hebben zoowel dc mnededeelingen van het En-
gelsche ministerie i’aii koloi.iiën – waardoor bekend werd
gemaakt, (lat de bepalingen van hei plan Stevensou qok
‘oor liet Joopencle kwartaal van kracht zullen blijven –
als ole verhoogde vraag naai

rubber van Amerikaansche
zijde het optimisme weder doen herleven. De kooplust voor
i-ubberaancleelen heel t den verkoopdrang aanmerkelijk over-
troffen, zoodat min of meer belangrijke koersverbeteringen
over de geheele linie van de rubbermarkt zijul -ingetreden.
Het slot is op vrijwel de hoogste prijzen gekomen. Amster-
dam Rubber: 311 %, 316%, 319% ; Deli Batavia Rubber:
233%, 246, 251; ilessa Rubber: 435, 445%, 449%; Indische
Rubber: 354, 359, 373%; KaliTelepak: 31.2%, 320, 322;
Majanglanden: 313 (ex cliv., ex claim), 382%, 382; NecL
Ind. Rubber & Koffie: 369, 373 364
1
/2;
R’clam Tapanoeli:
149%, 146, 150; Serbacijadi: 311, 318, 322; Sumatra
Caoutchouc: 290, 300, 303; Sumatra Rubber:
346%,
360,
376; Verg. md. Oultuui Oadernemingen: 171%, 17S’/,
179%.
In aansluiting li.ieruaui waren ook
tebelcsawn.cleelen
goed
gevraagd. Ja dozen tijd van het jaar zijn de berichten om-trent tabak schaarsch, doch zooveel te meer worden thans
cle rubberberichtn getoetst aan hun belangrijkheid ten
aanzien van de verschillende tabaksaandeelen. Daar de
meeste fondsen uit deze i-nbriek groote belangen bij de
iubbercultuur bezitten, • is het begrijpelijk, dat een betere
opvatting omtrent de toekomst van -rubber ook op deze aandeelen sterken invloed uitoefent. Areudsbuirg : 548,
547%, 553; Besoeki Tabak: 250
1
/2,
255, 247% ; Deli Bata-
via:
450%,
444, 449% ; Dcli Mij. : 413%, 41534, 417
3
/8;
i)e Oostkust:
195%,
196%, 196% ; Senembah Mij.: 418,
417%, 420%. –
Sai/cereaoscicelon
zijn mede opgewekt van toon geweest. Niet alleen aancleelen Hanclelsvereeuiging ,,Amsterdam”
hebben hietvait kuitnen profiteeren, doch ook voor de
overige snikeraautdeelen ii’as de helangsteil i rug groot. De
oorzaak client te ii’ordeii gevonden in het feit, dat de maal-
resultaten i’aui cle Nederlandsch-Indische suikerfabrieken
sterk medevalleur, al blijven zij ten achter hij de opbrengst van het vol-ige jaar. Bovendien schijnt uiten in suikerki

in-
gen van meaning te zijn, dat een of andere internationale
overeenkomst; in den geest van cle voormalige suikereon-
ventie van • Brussel, zal worden afgesloten, hetgeen een
goeden invloed op liet peil van cle verkoopprijzen zou kun-
nen uitoefenen. Cnitnur Mij. der Vorstealandlen : 1687/s,
167%, 169; Handels Vei

g. Anistei-dam: 639%, 645, 649%;
Java Oultuur Mij.: 344%,
344%;
Kr-jan: 153%, 158,
161% ; Maron Oultuur Mij.: 255, 260; Moormann: 454,
449, 446; Ned.-Ind. Suiker Unie: 246,
244%,
247; Pagot-
lan: 272,
274%,
274; Poerw’oredjo: 110, 109%, 109%;
Tjepper: 650, 656, 660, 670; Watoetoelis Poppoh: 785, 795,
800.
Pet i

o1eunwrwuuck’eln
zijn kalm geweest. Aandeelen Ko-ninklijke Petroleum bleven vrij vast. De ondershandsche
plaatsing valt een post aandeelen det- maatschappij werd
verklaard door de veronderstelling, dat hiermede een beta-
ling zou zijn geschied aan cle Shell Oompany, wegens over-
name van een aantal aandeelen der Anglo Saxon Oom-
pany, w’elke tot nu toe in het bezit ii’aren van cle Shell
Oompany. De markt was door deze opvatting – welke
inmiddels officieel niet w’erd bevestigd, – geheel gerust
gesteld en heeft de waarde van aandeelen Koninklijke
eenige percenten hooger gewaardeerd. De bijsoorten -waren
vast, doch zonder groote belangstelling. Dordtsche Petro-
leum Ind. Mij.: 360, 364,
368%;
Kon. Petroleum Mij.:
378%, 383%, 384; Perlak Petroleum:
82%,
80%, 80
1
1ie;
Pendawa: 44%, 44, 4411
Sciceepvaa.rtaencZeelen
hebben geen aanleiding tot bijzon-
dere opmerkingen gegeven. De stemming was goed prijs-
houdend. Holland-Amerika Lijn: 44%, 47, 45%, 47; Java-
Ohina-Japan Lijn: 115, 116, 117; Kon. Ned. Stoomboot
Mij.: 94%, 94%, 95; Ned. Scheepvaart Unie: 1807/s, 181%,
179% ; Stoomvaart Mij Nederland: 178%, 179%, 179.
Van
biocnenlmrnwlsoIue iacfus!rieclo aandeelex i.s
de aandacht
opn ieuii’ op knustzijclesoorten gevallen. Tegen liet einde
der hericlitsperiodie is een nieuwe inzinking ingetreolen, zoo-
dat cle laagste koersen van cle berichtsweek tegen het slot
zij mi gekomen. Aandeelen J u-rgen s daai-entegen hebben van
een opgewektere tendens blijk gegeven. Oentrale Suiker
Mij.: 118
1
12, 119
1
/4,
118% ; Roll. Kunstzijde md.: 93
3
/8,
92%, 91
3
/s; Jurgeas: 161%, 162%, 167%; Maekubee: 122,
120,
116/s;
Neci. Kuuistzijde RucI.: 273, 270%, 265%; l’hi-
lips Gloeilampenfabriek: 341, 341%.
iliijn.aancTeclen
ivaren stil en meerenuleels iets laget-. Een
uitzondering dient ook thans te worden gemaakt voor aan-
doelen in tinmaatschiuppijen, welke weliswaar hun koers-
peil niet veel verder konden verhoogen, -doch waarvoor
toch voortdurend -ruime vi-aag bleef bestaan. Alg. Explo-
iatie Mij.: 116, 114, 1:16; Redjang Lebong: 265; 255, 267;
Singkep Tin: 410, 421, 423%.
i3mvuvkmtmvcleoln.
wareul – vast, zonder guoote i’au-iaties.
Anistermlamsche Bank: 163%, 1637/, 164; iloIl. Bank voor
Zuid-Amerika: 77%, 78%, 79, 79
1
/4
; Incasso Bank: 117%
Koloniale Bank: 1.91, 192%, 194; NecI……uid. F[anclel Bank:
167, 167%, 170; Mccl. Handel Mij.:
154%,
153%, 1537/s;
Rotterdamsche Bank: 72%,
73%.,
72%.
De
Aiuserikeansche iuna.rkt
was stil, (toch gedurende het
grootste gedeelte van de achtei ons liggende dagen vast.
De omzetten zijn, oadanks de a-.uimerkelijke verbeteringen
in sommige fondsen – zooals U. S. Steel Oorporation –
echter niet toegenomen. A…..mcouda Oopper : 1.031, 100%,
1,03
1
1
1
0;
Stuidebaker: 57%, 56%, 57; United States Steel
Oy.: 1547/
s
, 148
15
1
6
, 155½; Atchisour Topeca: 141%,
144%, 148
1
11s; Baltimore & Ohio: 102%, 105%, 106
13
/;
Ene: 35, 34; Union Pacifie: 1567/
s
,
158%;
Wabash Rail-
w’ay: 47132,
4
5%, 47.

18 Augustus 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

741

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

17 Augustus 1926.
Zooals algemeen verwacht werd, luidde het officieele
oogstrapport van Washington ten opzichte van cle winter-
t a r w e zeer gunstig. in dit rapport wordt de opbrengst
van wiutei

tarwe geschat
01)
626
rnillioen bushels, een ver-
ineerclering dus van 58 millioen aanwijzende sedert cle
schatting op 1. Juli ji. Alhoewel (leze cijfers reeds voor
liii mie bekenilitiaki tig een nterkbaren invloed
01)
cle markt
te Chicago hadden, liepen ria de verschijning van het rap-
port de noteeringen verder gevoelig naar omlaag. De ra-
mi ng van den totaieii oogst is hieraan wel niet vreenicl, want
wanneer mcli bij dc opbrengst van de wiutertarwe de ge-
raairide cijfers van cle zomertarwe telt, namelijk 213 mii-
lioen, clan oogsten cle Vereenigcle Staten in dit seizoen
een hoeveelheid van bij elkaar 839 millioen biushels, het-
geen een iuteerdere opbrengst van 170 millioen tegen ver-
leden jaar beteekent. Te Winnipeg was de stemming niet
zoo flauw, daar het Canacleesche rapport een opbrengst
van slechts 316 nitllioen aanneemt, hetgeen een belangrijken
achteruitgang van het
01)
1 Juli. gepubliceerde cijfer aan-
toont. 1 ntnsschen was deze vermindering reeds vrijwel
in cle prijzen vercliseonteercl, zooclat een vastere stemming
niet kon cloorbrekwi, vooral niet met het oog op cle goede
resultaten in cle Staten. J3ovenclien w’erclen uit verschil-
lende deden der IPrni rie-provineies weldadige regens ge-
meld, zooclat liet niet onwaarschijnlijk is, dat (le einciop-
brengst grooter zal zijn dat.t de geschatte cijfers.
In Europa, vooral in Engeland, was cib kooplust voor
spoecligo llarclwiuter tarwe en oude Manitoha vrij goed.
‘oorracler.i
van
eenige beteekenis zijn noch in Engeland,
noch
01)
het Continent aanwezig en verwacht kan worden,
dat, n u cle cijfers van de opbrengsten in de beide Amen

kaansche Staten mee!- licht 01) den algerneenen toestand
hebben geworpen, cle intportlanclen in Europa regelmatig
zullen koopen. iliervan zal, naar veler meening, het prijs-
verloop in Amerika afhangen. liet is namelijk nog geens-
zins zeker in hoeverre de Oost-Europeesche Staten als
couucurreut op cle tarwemarkt een rol zullen spelen. Wat
Roemenië betreft, cle onlangs gepubliceerde officieele cij-
fers schijnen ten gevolge van schade door veelvuldige
regens eenigszins gereduceerd te nioeteti woideri en wat
Ititslatid aangaat. ook daar te lande wordt aan cle uitge-
spoke verwachtingen getwijfeld. Eenige zekerheid •is
daaromtrent nog steeds ii iet te verkrijgen. Uit Roemenië
wordt echter vrij regel matig tarwe aangeboden en het hit i-dlige prijs1i’e11 van tarwe
01)
cle wereldmarkt zal zeker cle
iltissische autoriteiten er toe brengen, om alles in het werk
te stelki tarwe voor export
miii
te bie:len. Uit l-llongarije
en Jugo-Slav ië wordt eveuleeul s reeds tarwe voor uitvoer
ii a iii

Vest-ifi t r0p;c aal) gebodeti, wt
t
ihij mooie kwaliteiten
ivorden getoond. .Efuu cii ander geeft dus wel aanleiding tot
de verouuclerstelliitg, dat cle prijzen
iii
Amerika door cle
Europeesche koopers zullen worden bepaald.
i.n geheel Europa is de oogst van r o g ge nu in vollen

Noteeringen.

Chicago
Buenos Aires
Data Tarwe
MaYs
Haver
Tarwe
Mars
LiJnzaad
Sept.
Sept.
Sept. Sept.
Sept.
Sept.

14Aug.’26
13671
8
81,
13
1
39
1
13,35
6,80
17,75

7

,,

’26
138
83X
41
,
18
13,50
6,85
17,65
14Aug.’25
1604
1048/
01
8

13.85
9,50
21,-
14Aug.’24
12771
1

11.7
501
14,75
9,70
23,10
:14Aug.’23
991
761,,
36
10,95
8,45
20,45
20Juli’14
82
5631
8

3614
9,40 5,38
1370

gang. De resultaten schijnen in Duitschlancl over het alge-
meen beneden het mIddelmatige te zijn. Uit Polen komen
berichten) van goede kw’aliteiten, doch minder groote op-
– brengst, hetgeen, wat liet laatste betreft, reeds werd ver-
wacht.

Het rapport van Washington over cle Amerikaansche
• logge geeft niet veel verandering sedert 1 Juli te zien. Het
cijfer is slechts 2 millioen hoogcr. De markt te Chicago
was bij voortduring flauw gestemd. Voor een deel stond dit
in verband met cle daling 01) cle tarwemankt, doch cle con-
currentie van cle Europeesche Staten, welke rogge voort-
brengen, is evenmin daaraan vreemd. Het huidige puijs-
niveau te Chicago ven

oorlooft nog steeds geen export, daar
zoowel Rusland als Roemenië tot veel lagere prijzen aan-
bieden. Vooral Roemenië is met rogge gesciukt aan cle
markt, en hier te lande kwamen reeds eenige zaken tot
stand.
De m ci s-versehepingeu in Argentii.iië ondlervo]ldlen in cle afgeloopen week nog steeds dien invloed van het voch-
tige weder, liet totale kwantum van en. 94.000 tons is
voor dcii tijd van het jaar kleiu.i te noemen. Zoolang cle
kolenstaking iii Engeland duurt, is het te verwachten, dat
cle verschepingen betrekkelijk klein zullen blijven, en dit
veroorzaakt cent vasten groncitoon iii Europa, vooral daar
een grooter aanbod van Roemenië van oude niaïs nog steeds
uitblijft. De vroeger vara alle zijden verspreide berichten,
officieel zoowel als officieus, dat er iii Roemenië zich nog
zeer groote voorraden oude maïs zouden bevinden, gelijken
min of meer mystenieus, want van eenig aanbod is geen
spoor te bemerken. Niet onmogelijk is, dat het regenachtige
weer aan den Donau hiervan de schuld wegdi

aagt, doch
wat hiervan zij, aanbod is er niet, en dit komt per saldo
aan Argentinië ten goede. :0e markt in Argentinië verleent
,intusschen tot een vastere stenmnming weinig me:lewerking.
De prijzen gever) nauwelijks eenige fluctuatie te zien. lui
Engeland is de kooplust voor spoedige maïs wel sterk ver-
ininclerci. Weliswaar zijn cle voorraden daaa- te lande niet
groot, doch verschillende stoomende ladingen zullen nog
moeten worden opgenomen. Daarentegen bestond er betere
raag voor latere verscheping, zooals November en Deceni-
her, zoodat verschillende ladingen koopers konden vinden.
Hier te lande was de vraag nog steeds onbevredigend. Aan-
gekomen partijen konden slechts onder eerste hands prij-
zen worden geplaatst. Roemeensehe niaïs begint hier te
lii tule een premnie te bedingen, juist het ,tegendeel dus van
hetgeen men vóór 2 maanden zag. Stoonienide voorraden
zijn zoo goed als niet aanwezig, zoodat hij gebrek aaul
ancle re soorten ‘oor maal doelei uitTen de loco-partijen grif
aftrek beginnen te vi nclen.
interessant is (Ie prijsbeweging van cle nnaïs 01) (Ie markt
te Chicago. Het officieele rapport van 10 Augustus was be-
paalcl sechter. ])e opbrengst wordt geraamd 01) 2577 mi!-
lioen bushels, hetgeen 81 nmillioen minder is dan cle raming
per 1 Juli. Op den lOden dezer liep cle Deceumben-ten-mniijn op
tot 91.! cle., doch zakte sedert gevoelig in, niettegenstaan-
tle liet minder gunstige rapport. De daling werd veroor

Loeoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

Soorten
16Aug.
1926
1926
-_
9.

17Aug.
1925

Tarwe (Hardwinter II)
.

1
15,-
**
15,80
17,1,
Rogge (No. 2 Western) ..’
11,60
11,75
12,50
171,- 170,-
249,-
Gerst (48 lb. malting)….
190,-
185,-
255,-
Maïs (La Plata)

……..
..

Haver (Canada3) ……..
1

10,10
10,05
12,50
Lijnkoeken (Noord-Ameri-
ka van La Plata.zaad) ..
1
12,_
12,-
14,45
Lijnzaad (La Plata) …..’1
385,
378,- 466,-

1)
per 100 KG.

)
per 2000
KG.
‘)
per 1960 KG.
*$
Manitoba III.

AANVOEREN in tonis van 1000 KG.

Rotterdam

Amsterdam

Artikelen

1
8114
Aug.

Sedert

1
Overeenk.

8f14
Aug.

Sedert

1
Overeenk.
1926

1
Jan.
1926
1
tijdvak
1925

1926

1Jan.
1926

tijdvak
1925

Totaal

1926

1925

Tarwe
……………..
22.330 970.094
714
516

7.731
17.024
977.825 731.180
Rogge

……………..
4.929
.
175.692 146.072

1.016

176.708
146.072
Boekweit ……………….
330
13.911
16.717


855
150
14.766
16.867 19.243
569.151
422.196
1.896
70.321
49.586
639.472
471.782
Gerst

……………..
6
7,36
232.870
111.791

6.965
4.114
239.835
115.905
Haver……………..
148.110 121.015

2.165 252
150.275
121267

MaTe ……………….

149.550
123.887

9.170
151.256
39.665
300.806
163.552

2
..064

5.338

..

184.629 127.155
_

_-
.184.629

127.155

Lijnzaad

……………5.360

ijnkoek

……………
732
36.757 74.318

46
9.293
11.750
46.050 86.068
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten
189
9.496
3.500

..-

9.496
3500

742

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

18 Augustus 1926

zaakt door overvloedige regens in cle maïsdistrïcten, waar

door een verbetering in den stand der maïs wordt ver

wacht.
G e r s t was in het begin der vorige week nog flauw
gestemd. Door zeer groote aankoopen van Donau- en Rus-
sische gerst op najaarverscheping door Noorci-Duitschiand
trad echter een belangrijk prijsherstel in. Op het einde
(Ier week trok Rusland zich als verkooper geheel- van de
markt terug. Ook het dringende aanbod van Amerika en
Canada verstomde plotseling geheel en al, zoodat in eenige
dagen tijds de vra.agprijzen belangrijk omhoog gingen. Hier
te lande waren de omzetten in gerst onbelangrijk. Op de
verhoogde prijzen nam echter de kooplu.st
iets toe. De
oogst in de Vereenigde Staten w’orclt officieel op 191 mii-
lioen bushels geschat, tegen verleden jaar een opbrengst
van 218 millioen.
Voor h a v e r bleef de stemming lusteloos. Eerste hands
zaken kwamen niet tot stand. De oogst in de Vereenigde
Staten verschilt niet veel met dien van verleden jaar. De
geschatte opbrengst bedraagt 1311 millioen bushels tegeii
een werkelijke opbrengst van 1502 millioen verleden jaa.r.

SUIKER.

Over het algemeen varen de suikermarkten de afgeloo-
len week kalm doch prijshoudencl gestemd.
In Amerika bleef de sterke vraag naar disponibele
en spoedig leverbare suikers de eerste dagen der verslag-
week nog gehandhaafd, waarna eene kaimere stemming in-
trad, welke gedeeltelijk van de termijnmarkt uitging. Hier-
onder volgen de noteerngeti.

Sp. C. Sept. Dec. Jan. Mrt.
Slot voorafgaande week ……4.21 2.49 2.63 2.68 2.68
Opening verslagweek ………..4.24 2.49 2.64 2.68 2.69
Hoogste punt verslagweek .. . . 4.27 2.49 2.64 2.68 2.69
Slot verslagweek…………..4.24 2.43 2.58 2.61 2.66
De ontvangsten in de AU. havens der V. S. bedroegen
deze week 39.000 tons, de versmel.tingen 68.000 tons (tegen
64.000 tous in 1925) en de voorraden 262.000 tons.
En prompte en spoedige leverbare Cuha- en andere kolo-
niale suikers gingen aanvankelijk nog grooto zaken om
op ba-tis van 2
1
/
2
de. c. & fr. Nw York, waarna tot een
fractie minder werd ‘afgedaan.
De C u b astatistiek is als volgt:
1926

1925

1924
Tons

Tons

Tons
Weekontvangsten tot 7 Aug. 49.742 44.834 60.698
Totaal sedert 1112/25 tot 718 4.002.229 4.456.739 3.541.220
Werkende fabrieken – 6
Weekexport 7 Augustus ….

76.405

46.355

05.571
Totaleexport sedert 111 t. 718 2.833.236 3.487.235 3,005.291
Totale voorraad 7 Augustus 1.168.995 968.504 535.929
Raffinacleurs in E n ge 1 au cl hebben, ofschoon de voor-
raden v.oFstrekt ni&t ruim zijn, slechts weinig lust getoond
de prijsstijging in Amerika te volgen. De termijnmarkt al-
daar sloot op de volgende noteeringen:
Augustus

5h. 13/63/

Maart ’27 ……Sh. 1411034
September.

,, 1319

Mei ’27 ……..,, 1512%
October ……,, 141-.

Augustus ’27 .. ,, 1516
December – .. .

,, 14/5k
De Board of Trade statistiek over .de maand JUli wordt
met de volgende cijfers bekend gemaakt:
Juli 1926

Jan./Juli 1925
Tons

Tons

Import Ruwsuiker……….42.659

785.880

Bietsuiker ……….2.395

14.293

Geraffineerd ……..64.206

420.383

Totaal ………………..109.260

1.220.562
Voorraad in entrepôt

……
322.350

raffinaderij

. -. .
54.100

Ontvangst raffinaderijen
76.069
504.649
Totaal binnenl.

verbruik…
155.741
982.952
Totale

export …………..
4.287
38.386
Voorraad 30 Juni 1926

.

350.650
,,

31

Juli 1926

.

287.350
Niet berek. verlies op raffinade

61.989
De Zichtbare voorraden zijn volgens
Czarnikow:
1926
1925
1924
Tons
Tons
Tons
Duitschiand

1

Juli

……..
533.000
269.000
469.000
Tsjechoslowakije 1 Juli

. . . –
345.000
235.000
114.000
Frankrijk

1

Juli

……….
197.000
158.000 77.000
Nederland 1

Juli

……….
134.000 66.000 57.000
België

1

Juli

…………..
61.000 83.000
39.000
Polen

1

Juli

…………..
111.000
95.000
93.000
Engeland 1

Juli

……….
477.000 357.000 317.000

Europa.. 1.858.000 1.263.000 1.166.000

V.S. Atlant. havens 11 Aug. .. 262.000 210.000 148.000
Cuba 7 Augustus ……….1.169.000 968.000 536.000

Totaal .. 3.289.000 2.441.000 1.850.000

Op J a.
v
a verkocht de V.I.S.P. nog wat Superieur uit
den d’itjarigen oogst tot 10,75 per pic. en uit oogst 1927
nog vat Melasse en Sup. Stroopsuiikers tot resp.
f
12% en

f
17% per 100 KG. In de tweede hand ging slechts weinig
om en werd voor .d.isponiibele No. 16 &/hooger van
f
9,69
tot
f
9,75 per pic. betaald. Het rendement van 147 fabrie-
ken bedroeg per begin Augustus ruim 13 .pCt. minder dan op dat tijdstip in 1925.
Ook h i e r te 1 an de was de markt deze week zeer kalm
gestemd en kwamen op de termijnmarkt zaken tot stand
tot
f
16% per Augustus, terwijl voor December
f
171/4,
voor Maart
f
17% en voor Mei f18,- gevraagd werd.
Wegens ruimer aanbod echter brokkeMen prijzen ietwat
af en sloot de markt in kalme stemming op

f
16.318 voor Augustus
17.-

December
Maart
17.3/8
,,

alles aanbod.

17.518 ,,

Mei

KATOEN.

Noteeriug voor Loco-Katoen.
(Middling Uplauds.)

13
Aug.
1926
1

6
Aug.
1926
1

3
0Juli
1926
13
Aug.
1

1925
13
Aug.
1924

New York voor
Middling …
17,80e
18,85e
19,18e
23,50e
29,75 c
New Orleans voor Middling
17,36e 18,27e 18,57e
23,15e

27,21 c
Liverpool voor
Middling…
9,35 d
9,74 d
10,02 d 13,12 d 17,09 d

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens
(In duizendtallen balen).

1 Aug.’26 Overeenkomsfige periode
tol


6Aug.’26

1924125

1

1923124

Ontvangsten Gulf-Havens.

50 42
13
,,

Atlant.Havens
tJitvoernaarGr.Brittannië
24
6
11
‘t Vasteland etc
68 40
6
Japan
3
11

Voorraden.
(In duizendtallen
balen).

Overeenkomstig
tijdstip
6 A ug.’26
6Aug.’26

11
1925
1924

Amerik. havens ………..
677
191
214
542
145 173
.

52
75
Binnenland …………..
New York ……………55
New Orleans …………
146
40
44
Liverpool …………….
469
299
157

llnrktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,
Manchester, dd. 11 Augustus 1926.

Het voornaamste feit in de Amerikaansche katoenmarkt
in de afgeloopen week, was de publicatie van het Bureau-
Rapport jl. Maandag. De gemiddelde conditie was 69.8, het-
welk belangrijk hooger was dan men algemeen verwachtte,
tegei 69.3 als het gemiddelde in de laatste tien jaten. De
vermoedelijke oogst wordt nu geschat op 15.621.000 balen
tegen 15.368.000 balen op 16 Juli en zal waarschijnlijk als
gevolg hebben een oogst van 14%

17% millioen balen,
al naar gelang de weersomstandigheden in de komende
maanden. Dit is meer dan wat men in privékringen ver-
wacht en wordt algemeen sceptisch beschouwd. Prijzen zijn
gisteren ongeveer % d. per 1h. in Liverpool gedaald, doch
hedenmorgen was de opening weer 9 tot 11 punten hooger.
Egyptische soorten toonden gisteren een daling van 95
punten voor F.G.F. Sakel en bedroegen de totaal loco-
verkoopen in de afgeloopen week 26.000 balen.
Ofschoon spinners van Amerikaansche garens over af-
wezigheid van zaken klagen, zijn er toch gedurende de
afgeloopen week flinke hoeveelheden geboekt; enkele grqo-
te posten, zoowel twist als weft, zijn voor binnenliidels
verbruik verkocht, terwijl ook het Continent meer
b-
langstelling toonde. Getwijnde 40er en 42er zijn wëer vQor
lage prijzen voor India en China verkocht, alsook fijne
nummers en ‘het totaal gewicht voor deze markten in de
laatste weken geboekt moet vel aanzienlijk zijn. De daling
van katoenprijzen heeft wel eenigen invloed op garenprj-

18 Augustus 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

743

zen gehad, doch in verschillende gevallen zijn de marges
reeds zoo laag, dat spinners met succes de oude prijzen
hebben kunnen handhaven. De ,,basic sell.ingrates” treden
as. Maandag in werking en de bijzonderheden worden van-
daag aan de leden der Federatie verzonden. Tegelijkertijd
is men bezig met het oprichten van de American Yarn
Association en wordt er a.s. Dinsdag een groote vergade-
ring van spinners gehouden om tot nauwere aansluiting
te komen. In Egyptïsche katoen worden slechts kleine
hoeveelheden voor direct gebruik gekocht en prijzen zijn
vrijwel onveranderd.
Over de doekmarkt valt weinig te melden en het schijnt
vel, dat cle overzeesche markten wachten om te zien, welken
invloed het laatste Bureau Rapport op prijzen zal heb-
ben. Daar staat tegenover, dat de meeste fabrikanten met
verkoopen geen haast hebben en zij van hun kant ver-
wachten misschien een goeden invloed op de markt door
de nieuwe American Yarn Association. Dientengevolge is
er slechts weinig verandering in doekprjzen, terwijl er
bovendien weinig belangstelling s. Door al deze factoren,
alsmede de nadereude vacantieclagen, gaat er dan ook in de doekmarkt slechts weinig om.

4Aug. 11Aug. Oost. koersen. 3Aug. 10Aug.
Liverpoolnoteeringen. T.T. op Br.-Indië
1152M9
1/5k
F.G.F. Sakellaridis 16,40 15,60 T.T.opllonkong 2125 21281
8

G.F. No. 1 Oomra.. 6,90 6,69 T.T. op Shanghai 2110 2/9k

KOFFIE.

In de afgeloopen week onderging de markt weinig ver-
andering. De aanbiedingen voor prompte verscheping van
Brazilië waxen afwisselend iets hooger en iets lager en
zijn ten slotte ongeveer onveranderd. De wisselkoers in
Brazilië liep eene kleinigheid terug, doch van te weinig
beteekenis om op de prijzen eenigen invloed uit te oefenen.
Over het algemeen bleef eene vaste stemming heerschen
en aan onze ternijiimarkt steeg het Santos-contract onge-
veer
1%
3%
ct., en het Gemengd contract ongeveer % ct.
In loco bleven de prijzen onveranderd bij nog steeds ma-
tigen afzet.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verscheping zijn thans ongeveer 100/- ft 101/-
per cwt. en van dito Prime ongeveer 1031- h 104/-, ter-
wijl zij van Rio type New-York
7
met beschrijving, prompte
verscheping, bedragen 86/ á 871-.
Van Palembang Robusta
01)
aflading is de noteering op
het oogenblik voor Augustus/September verscheping, 463%
ct. per
3%
KG., c.i.f., uitgeleverd gewicht, netto contant.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmaTkt wa-
ren aan de ochtencl-call als volgt:

Santos-contract

Gemengd Contract
basis Good

11

basis Santos Good

ISept.1 Dec.
1
Mrt.
1
Mei
11
Sept. j
Dec.
1
Mrt.l Mei

17 Aug.
561/
8

54%
53
8
18
51%
553.(
52%
5081
48′
10

,,
561/
8

53%
52%
518/
8

558/4
51
7
/8
50
4881
8

3
55l.
53
52
50
505/
8

48%
47
27 Juli
5281
8

51
54
8
/8 51
49
47
1
18

De

slot-iioteerin.gen
te
New-York van
het
aldaar
gel-
dende gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:

1

Sept.

1
Dec.
1

Maart
Mei

16Aug ………
$
18,20
$
17,25
$
16,50
$
15,95
9

,.

……..
,, 18,04
17,04
16,33
•,,

15,90
2

,.

……..
,,

17,62
..
16,58
15,92
15,50
26

Juli

……
…..
.17,60
,.

16,58
,,

15,98
15,56
Rotterdam, 17 Augustus 1926.

(Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandel
te Rotterdam.)
NT
o
t
ee
r
i
n
g
en
en voorraden in Brazilië.

Data
1

te Rio
te San fos

1
Wisselkoers
1

teRio
op Londen
Voorraad
1

Prijs
Voorraad
1
Prijs
(in Balen)
1 No.7′)
(In Balen)
1
No. 41)

16 Aug. 1926
301.000
23.825
1.059.000
1
25.000
7%
9

,,

1926
291.000
23.975
1.181.000124.500
7
49
1
64

2

,,

1926
276.000
23.975
1.102.000 124.300
711/,
17 Aug. 1925
184.000
32350
1.410.000
1
33.000
6′
152
Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen

te Rio
te Santos
Dato
Afgeloopen
Sedert
Afgeloopen
Sedert
week
1Juli
week


1Juli

14 Aug. 1926..
106.000
1
597.000
152.000 1.022.000
15

,,

1925..

,
89.000 528.000
168.000
1.118.000
‘) in’
Reis.

.
.

Statistiek der firma G. Duuring & Zoon.

Zichtbare voorraad op 1 Augustus in duizenden balen.

1926 1925 1924 1923 1922
Voorraad in Europa.. 1.510 1.648 1.624 1.840 2.463
Stoomend fBrazilië ..
537
588
491
421
478
n. Europa lOost

Indië.
72
38
25
12

2.119
2.274
2.140 2.273
2.948
Voorraad Ver. Staten
690
804 868
797
1.124
Stoomend
naar

Brazilië ..

}

515
409
242
237
229
Ver.Staten

3.324
3.487 3.250
3.307
4.301
Voorraad in Rio ….
267
196
294
890
1.819
Santos..
1.087
1.5]1
812
1.342
2.481
Bahia ..
23
20 22
11
13

Totaal

…..
‘4.701
‘5.214
‘4.378
5.550
8.614
Op

1 Juni ……….
‘4.571
‘5.085
‘5.071
5.340
8.639

1 Juli
1924
4.592.000 balen

*
Niet inbegrepen de binnenl. 1 Juli
1925
1.786.000

voorraden in Sao Paulo.
1 Aug.

115

1925
1.298.000
1 Juli
1926
2.833.000
,,
1926
2.811.000

THEE.

1)e stemming op de theemarkt was in de afgeloopen
week andermaal vast en de prijzen in de Londensche veiling
stegen van
3%
tot
3%
d. per lb. Hier ging er nog al vat
– om in dc tweede hand, welke transacties vaak op een van
4 tot 6 cts. hoogere basis werden afgesloten, in vergelijking – met de prijzen van •de veiling van 29 Juli.
De maant staat van den Board of Trade over Juli valt
tegen. De aanvoeren zijn ruim 2 •millioen lbs. meer, de af-
1
leveringen bijna 6 miljoen lbs. minder dan in Juli 1925.
Liepen clan ook verleden jaar de voorraden in Juli terug
met ruim 16 milijoen ibs., in cle afgeloopen maand bedroeg
die afname nog geen 8 millioen lbs. Het cijfer der voor-
raden ‘in entrepst bedroeg op ulto. Juli van dit jaar ruim
148 mil’lioen lbs., welk cijfer nog altoos 15 millioen lbs.
lager tis dan verleden jaar op hetzelfde tijdstip. Opvallend
in de statistische cijfers over Juli is de vrij sterke afname
van de afleveringen tot verbruik. Deze bedroegen nog geen
33 millioen ibs. tegenover ruim 38 naillioen lbs. in Juli 1925,
Seen teruggang dus van bijna 6 millioen lbs. Ook het export-
-cijfer over Juli wijst tegenover de overeenkomstige maand
van verleden jaar een kleine afname anti en iwel van 7,4
tot 6,8 millioen lbs. De Britsch-Ind’ische oogst tot eind Juli blijft zich hand-
haven op een niveau, dat ruim 2 milli’oen lbs. hooger is
dan verleden jaar tot hetzelfde tijdstip. De weersgesteldheid
wordt echter minder gunstig genoemd, waaronder de pro-
ductie voor de naaste toekomst te lijden zal hebben.
Aniaterciani, 16 Augustus.

COPRA.

De mark-t was in de afgeloopen w’eek aanvankelijk prijs-
houdend, doch later liepen de prijzen weer terug. Voor stoomen-de partijen op Hamburg was voortdurend
goede vraag, doch stoomend goed op Holland is moeilijk
te plaatsen.
De markt sloot op de volgende noteeringen:

Nederl..Ind. f.m.s. stoomend ……..fi. 339/
,
Augustus afi…..

33%
Sept.1Oct. afi. . . :.

3371
8

16 Aug. 1926.

RUBBER.

De stemming op de rubberinarkt bleef vrij kalm gedu-
rende de afgeloopen week.
Geruchten, dat de standaard productie der Engelsche
koloniën herzien zou worden, veroorzaakten een kleiné rij-
zing, ofschoon Amerika deze niet volgde. Niettemin is de
kooplust van deze zijde den laatsten tijd iets beter.
De slotnoteeringen luiden als volgt:
Ja Sheets:

einde voorafgaande week: Augustus

1.07

… ………
… 1.06k
Aug. Sept.

1.071

…………..l.06
Oct./Dec.

1.10

…………..1.11
16 Augustus 1926.

744

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

18 Augustus 1926

IJZER

OP de Engelsche markt is de toestand nog ongewijzigd. De Belgische exportmarkt is veel levendiger gëworden en
de prijzen zijn in het algemeen belangrijk gestegen. Eener-
zijds is het oploopea van cle prijzen een gevolg van de
koersverbetering van den franc, welke de producenten er

toe gebracht heeft cle noteeringen in shillings te verhoo-
gen, ten einde cle opbrengst van hun producten in franes
niet achteruit te zien gaan, anderzijds van de toegenomen
vraag. De verbruikers vreezen klaarblijkelijk een prijsstij-ging, wanneer het internationale staalsynclicaat, waarover
thans nog onderhandelingen tusschen Duitschland, Frank-
rijk, België en Luxemburg loopen, tot stand gekomen zal
zijn en trachten zich nog tijdig te dekken.

Noteering in de week van

2/8 Aug.
9115
Aug. 10116 Aug.
1926

1

1926

1

1925

Ruwijzer.
f.o b. Middlesbrough
Sh.
Sh. Sh.
Cleveland Foundry no. 1
931- 931-
741-
3
9016
9016
701-
4
8916
89,6
69/6
Hematite East Coast
Mixed Numbers
.. . –
811- 811-
7516

Wagon départ Longwy
(Lot haringen)
Frs.
Frs. Frs.
600,_
600,—
345,-
Semi-phosphoreuse …
670,—
670,….
365,-

ab Werk Rheiizl.-West falen
Mk. Mk. Mk.
Gieszereiroheisen

no. 1
88.— 88.—
90.-
,,

3
86.— 86.—
88.-

Moulage P. L. no………

Hamatit. ………….
93.50 93.50 95.50

f o.b. Antwerpen
Sh. Sh. Sh.
Gieterijruwijzer no. 3
67-68
69,—
62-639

Walsproducten.

….

f. o. 5. Antwerpen (vrijbl)
Sh. Sh.
95-96
976 100

Stafijzer

……………
Plaatijzer 5 mM …….
103/6-104
105-110

11

3

»
……..
109110
.
115-120

METALEN.

Loco-Noteeringen te Londen:

Data
Kop er
Stan-
daard

Koper
Electro-
Tin
lytisch

Lood
Zink

16 Aug. 1926—
58.151
67.-/-
290.17/6
32.7/6
34.-/_
9

,

1926…
58.1716
67.216
298.10/-
32.151-
34.-/-
30 Juli 1926..
59.216
67.51..
291.151-
3351-
34.-/-
26

,,

1926..
58.716
66.716
289.216
32.151-
34.51-
17 Aug. 1925—
62.15/_
68.151_
257.716 37.1716
36.1716
20 Juli 1914..
61.-/-
145.151_
19.-,-
21.101-

VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.
De Noord-Aanerikaansche g.raa.nvrachtenmarkt bleef
levenloos, ondanks de groote voorraden graan, die ter ver-
scheping gereed liggen. Van Montreal vond slechts één be.
vrachting plaats, al. een handige lading tegen 3/4 per
qtr. naar Huli per prompt. Naar de Antwerpen/amburg
range vorclt 16 cents per 100 lbs. in uitzicht gesteld voor
zwaar graan. Ook, van de Golf van Mexico vond slechts
één bevrachting plaats en vel naar Antwerpen/Rotterdam
per begin Aug. tegen 18 cents.
Naar tonnage voor suikerladingen van West.Inc/ië was
slechts weinig vraag.- Cuba bivracbtte een boot van 7000
tons naar U.K./Continent per begin Sept. tegen 211- en een
kleine boot per 2e helft Aug. tegen 23/6.
De North Paci.fic bleef kalm en per Sept. is 2819 de
best in -uitzicht gestelde vracht. De vraag naar booten per
Oct./Nov. is weggevallen. Ook voor gezaagd hout is (leze
af deeling kalm en de vrachten blijven op hetzelfde peil, nl
$ 12(1.3 per mille naar Atlantische havens der V. S. per
Sept.fOct./Nov.
De iarkt van de la Plata Tivier heeft zich de afgeloo-
pen week verbeterd. Godurende de laatste- dagen werd
van de bovèn la Plata havens 22/6 betaald voor booten
van
pl.iii. 5500 tons, 10 pCt., per Nov. en Dec. Er bestaat
veel kans op een tekort aan tonnage per Aug. en begin
Sept., zoodat per dien termijn de vrachten zijn opgeloopen
tot 2716 voor 6000 tonners. Kleinere hooten kunnen per

prompt 28/. tot 291- beclingen Van Buenos Aires werd
een 8000 tonner per laatste helft September slechts met
24/. betaald.

Van Chili is practisch gesproken geen vraag naar ton-
nage en na de Conferenties in de afgeloopen week tusschen
het Chileensche Gouvernement en de producenten schijnt
cle toestand nog hopeloozer te zijn geworden, bij gebrek
aan eenige. verdere reductie der f.o.b. prijzen. Voor ver-
scheping per lijnboot werden 1000 tons geboekt per prompt
van Ta.ltal naar Antwerpen en/of Hamburg tegeii 12/6
netto.

Over het algemeen is de vraag van de Oostelijke markten
niet beter geworden. Wladiwostock was tamelijk levendig,
speciaal voor nieuwe oogstbelading. Per November werd
een 7000 tonner gedaan op basis van 301- naar R’dam/
Hamburg, 31/3 Ruil of Scandinavië en er is een goede kans, dat de vrahten per Nov./Dec. zullen stijgen. Van
Java is de vraag nog steeds beperkt tot Oostelijke bestem-
mingen. Naar Bonbay werd 131- gedaan per Aug/Sept. en
naar Japan 44 sen per picol per laatste helft September,
basis van 5 naar 4 havens.
Van Australië was iets meer vraag voor nieuwe oogst-
belading. Per Jan. werd 4216 gedaan naar de Middelland.
sche ZeefU.K./Continent, terwijl per Jan./Febr. 4319 be-
taald is voor een 7000 tonner.
De Zwarte Zee is aanzienlijk vaster geworden en er
werd – een flink aantal zaken gedaan. De laatste bevrach-
tingen zijn om. 141. voor 4500 tons, 13/73′ voor 5500 tons
en 13/3 voor 6000 tons booten per prompt of begin Sept.
Ook de Donau vertoont verbetering en bevrachters waren
gedwongen zelfs 201- te betalen voor een 2500 tonner per
Aug. Ofschoon het niet zeker is, dat deze vracht zal wor

den herhaald, wordt toch 19/. tot 1916 geboden voor 3000
tonners naar U.K.fContinent.
De vrachten van de Middellandsche Zee vertoonen ook
een neiging tot stijgen daar de beijrachters niet cle benoo-
digde tonnage kunnen bemachtigen. Naar de V. S. Werd
voor erts betaald: HonainefBaltimore 9/6, Benicaf/Phila-
delphia 81-. Voor fosfaat worden handige booten gezocht
tegen 1016 naar U.K. Van de Golf van Biscaye ging slechts
weinig om. Per begin Oct. werd-419 betaald voor Bilbao/
Rotterdam.
De Amerikaansche kolenmarkt was zeer levendig. Boo-
ten niet cancellin.g tot 5 October werden bevracht. Naar
U.K. werden deze week ongeveer tachtig booten bevracht
en vel als volgt:
25 Aug. ca.ncelling 17(3; 31 Aug: cancelling 16/6; tot
15 Sept. cancelling 151. tot 1516; tot 25 Sept. cancelling
14(6; tot 30 Sept. cancelling 1413, en tot 5 Oct. cancelling
13/9.
Ook naar Zuid.Amerika was een goede vraag. Naar
Buenos Aires werd 181- betaald per Aug. en per Sept;
$ 4,25. Santos betaalde 1619, Para $ 4,20 en Las Palmas
$ 4,20 per Augustus.

RIJN VAART.
Week van 8 t/m. 14 Augustus 1926.

In den algemeenen toestand zoowel, te Rotterdam als in de Ruhrhavens, kwam in de afgeloopen week geen verandering.

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.

Bedrijfsleven en de strijd tegen

de Armoede in Nederland

door Dr. CH. A. VAN MANEN.

Prijs
ingenaaid t 3,—.

Gebonden
f
4.75.

Voor leden dér Vereeniging en’ geabon-

neerden op hét Weekblad wordt dit werk

beschikbaar gestefd tegen den prijs van

/
2,50
ifl’genaaid en
f
4,— gebonden.

Bestellingen richte men tot het Secretariaat van het

Instituut, Pieter de Uooghweg 122, onder gelijk-

tijdige remise per postwissel of op postchèque- en

girorekening No. 8408, Rotterdam.

Auteur