Ga direct naar de content

Jrg. 11, editie 540

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 5 1926

5 MEI 1026

A UTEURSEECHT VO O.RBEHOU

DEN

Economiesch

Statistische
Beridhten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANC1N EN VERKEER

ORdAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

11E JAARGANG

WOENSDAG,5 MEI 1926

No. 540

INHOUD.

Blz.
RENTEVERGOEDING BIJ DEN PosTdHEquE- EN GIRODIENST
door E. P. West erveld ……………………….410
De Kasgeidvoorziening van Nederlandsch-Indië door
Dr. D. J. Hulshoff Pol Jr. …….. . ……………
411
Loonen en Loonsverhoudingen Tweede halfjaar
1925
door Ir. B. Bölger ………………………….. 413
BUITENLANDSCUE MEDEWERKING:
De tweede Churchili-begrootiug door
Prof. Dr. T. E.
Gregory
………………. . ………………
416
B0EKAANKONDIGING: Ant. Folmer e. a., Het Departement van Arbeid, Nij-
verheid en Handel onder Minister Aalberse, bespr.
door
Prof. Mr. D. van Blom …………. . …… 418
R. J. W. Reyss, De Inkomstenbelasting der Inlan-
dersen met hen gelijk gesteldèn in Ned. Oost-Indië,
bespr. door
Prof. G. Gonggrïjp ………………418
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN

……………
420
fAANDOIJFERS:


Rijkspostspaarbank ……………………….
421
Giro-kantoor der
,
Gemeente Amsterdam ……….
421
Productie der Steenkolen-, Bruinkolen-en Zoutmijnen
421
Postchôque en Girodienst……………………
421
STA
ISTIE.KEN EN OVERZICHTEN
..
…………..
421-428
Geidkoersen.

Bankstaten.

Goederenhandel. Wisselkoersen.

I
Effectenheurzen.
I
Verkeerswezen.

J1T8TITUUT
VOOR ECON0311SCILE GESCHRiFTEN.
Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstre.
ECONOMJScJ

J-STAq’JSq’IScjjE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES. Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt’; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. E. Itioresco;
Mr. Dr. L. F. II. Regout; Dr. E. van Welderen Baron
Renge’rs; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Mr. Q. J. Terpstra.;
Prof. Mr. F. de Vries.
-Gedelegeerd lid: Prof. Mr. G. M. Verrijr& Stuart.
Redacteur-Secret a’ris: D. J. Wensink.
Sec.-retaria.at:
Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.

Telefoon Nr. 3000. Postrekening
8408.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
vol geii.s tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh cl van Ditma’i-‘s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèqne- en giro-
rekening No. 6729.

4
MEI
1926.
In verband met de maandwisseling trokken de

geidkoersen nog iets verder aan. Vooral
ae
rente voor
1

particulier disconto was vast eis Woensdag werd voor

33- pOt. afgedaan. Daarna trad weder vrij snel eens

gemakkelijker stemming in, ‘zoodat gisteren weder

voor 3 pOt. te plaatsen’was. De prolongatiexente steegk

tot 3Y2 pOt.’ op Donderdag en sloot eveneens op 3 pOt?’
* *
*
Op den weekstaat van De Nederlandsche Bank

teekent zich duidelijk de invloed van de maandwisse-

ling af. De post binnenlandsche wissels vertoont een’

vermeerdering va’n’f 5,9 ‘millioen. De ‘béleeningen blij-

ken met
f
34,4 millioeii te zijn gestegen. Het rente-

loos voôrschot aan het Rijk onderging weinig veran-
dering. Het noteert slechts
f
200.000 hooger dan ver-
1

leden week.

De vooraad gouden munt daalde met
f
300.000. De

zilvervoorraad liep met een kleine
f
400.000 terug. De

post papier op het buitenland klom met
f
250.000,

terwijl de diverse rekeningen onder het actief een

vermeerdering van
f
10,3 ‘millioen te zien geven.

De biljettencirculatie stèeg- met
f
70,4 millioen. De

rekening-courant-saldi blijken met
f
16,8 millioen te

zijn verminderd. Het lbeschikbaar metaalsaldo daalde

met
f
11,8 millioen. Het dekkingspercentage bedraagt

nagenoeg 50. –
* *
*

De stemming
üp
de wisselmarkt was deze week

flauw. Behalve de geld’hehoefte hij de maandwisse-
ling, die aanbod veroorzaakte van -alle goudwissels,

o’ntstond voor Londen nog een extra flauwe stem-

ming door de verwachting, dat de on-afweûdbar’e sta-

king in de kolenmij’neri een algemeene politieke sta-

king ten gevolge zou lichben. De ioers voor sterling,

die in den loop der week reeds van 12,10/s tot 12,09%

was teruggeloopen, daalde Zaterdag tot 12,09i, ter-

wijl gisteren fbij opening zelfs voor 12,08 werd af-

gedaan. Daarna trad een licht herstel in. De franken-

koersen waren weder zeer flauw. België was zeer sterk

aangeboden en liep geheel
in
de richting als aange-

geven in ‘het artikel van Mr. van Genechten in het

vorige nummer. Terwijl het verschil tussdhen Parijs
en Brussel in het begin ‘der week nog circa 70 cents

‘bedroeg, werd gisteren een oogenhlik voor ongeveer

gelijke koersen verhandeld. Overigens liep ook Pais
nog circa 20 cents terug. Oslo iets in ‘herstel. Daar-.

entegen Buenos Aires flauwer. en weder ongeveer

gelijk aan het begin der vorige berichtaweek.

LONDEN,
3
Mei
1926.
Op thet einde van April was geld natuurlijk tegen

hoogero prijzen gezocht en de markt moest zich

3
Woensdag II. om
hulp tot de Bank van Engeland

wenden

De nieuwe ‘begrooting had een vrij gunstig ont-

haal en gaf tot betrekkelijk weinig commentaar aan-

leiding.

Heden, onder den invloed van de dreigende alge-

meene staking, die voor morgen is uitgeschreven,

waren geld en disconto eenigszins onzeker en disconto

eerder vaster op 4% pOt.

‘De ‘verdere ontwikkeling van den toestand, die het

gevolg zal zijn van de algemeene staking, ‘wordt hiei-

met kalmte afgewacht en hoewel dollars en guldens

duurder waren en ook de effectenbeurs nominale

prijzen noteert, is van een paniekstemming niet het

minste te bespeuren. ,

410

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Mei 1926

RENTEVERGOEDING BIJ DEN
POSTCHEQUE- EN GIRODIENST

In het jaarverslag van den postchèque- en giro-

dienst over de jaren 1923 en 1924 wordt er door den
Directeur-Generaal der P. en T. op’ ge’werzen, dat het

vraagstuk der rentevergoeding spoedig opnieuw aan
de orde dient te worden gesteld. Zulks omdat onder,

de inkomsten van den postchèque- en girodienst de

rente der belegbare saldi wel altijd de voornaamste

plaats zal blijven bekleeden en het totaal dier• saldi

derhalve van grooten invloed is op de financieéle uit-

komsten van dien dienst.

Zooals den lezers van dit weekblad bekend zal zijn,

heeft de postchèque- en girodienst van af zijne instel-

ling in 1918 tot ulto. 1923 aan zijn rdkeninghoixders
eene zeer matige rente vergoed, doch is na de reor-

ganisatie en centralisatie in 1924 van rentevergoe-

diirg afgezien. In hoofdzaak schijnt dit te zijn ge-

schied op advies van de Commissie König, wier rap-
port den 4en Juni 1923 werd gepubliceerd en die

hij haar oordeel in zake het al dan niet wenschelijke

van toekenning van rentevergoeding vermoedelijk wel’

rkening gehouden zal hebben met hetgeen daarom-
trent wordt gezegd in het rapport, dat den 15en

November 1922 door de Nederlandsche Bank over

den postchèque- en girodienst is uitgebracht. In dat

rapport ni. wordt het geven van rentevergoeding ver-
oordeeld, omdat dit den postchèque- en girodienst

zou maken tot een depositobank en aldus zijne pri-

maire taak als verrekeningsinstituut op den achter-

grond zou kunnen geraken. –
Het is wel eenigazins aan twijfel onderhevi of
deze redeneering zonder meer mag worden aan-

vaard en of het inderdaad juist is, dat •de groote

hankinstellin’gen in denpostchèque- en •girodienst
terecht een concurrent van betekenis konden zien.
Immers het is de vraag, of de sterke toename der

belegbare saldi in de jaren 1918-1923, toen een zeer

matige rente werd vergoed, niet een
natuurlijk
ge-

vdlg is geweest van den groei van dien dienst als

verrekeningsinstituut, ook in kringen onzer bevol-
king, die gewoonlijk met ba-nkinstellingen weinig of

geen relaties hebben. Is deze opvatting juist, dan
zou de sterke afname der belegbare saldi, die
thans

– bij ongeveer hetzelfde aantal rekeninghouders als

in 1923 – valt te constateeren, in hoofdzaak toege-
schreven moeten worden aan het feit, dat er geen
rente meer wordt vergoed en zou de natuurlijke groei

van het verrekeningsinstituut als zoodanig dienten-
gevolge kunstmatig vertraagd worden. Sterke ver-

mindering der inkomsten van den postchèque- en
..girodienst, benevens noodelooze toename van af- en

overschrijvingenzijn daarvan mede het gevolg.
Is te erkennen, dat de postchèque- en girodienst

is ingesteld als verrekeningsinstituut en als zoodanig
als een dienst van openbaar nut is aan te merken,
zoo istaat daar tegenover, dat hij ongetwijfeld nimmer

is bedoeld als eene instelling waarop geld door het
Rijk mag worden toegelegd en derhalve minstens

,,Self-supporting” dient te zijn.
Nu zijn er onder de
uitgaven
van den post4h6que-

en girodienst een paar belangrijke posten, die wel-
licht eenigermate voor vermindering vatbaar zijn, nL
de vergoedingen, die aan het Staatsbedrijf der P.T.T. worden uitgekeerd voor de bezorging der stukken en
‘voor de diensten, die op de postkantoren worden ver-

richt, althans indien mocht
blijken
dat die vergoe-

dingen de zalfkosten te hoven gaan. En zoo is onder

de
inkomsten
misschien te weinig rekening gehouden

met het feit, dat de postchèque- en girodienst voor
-den Staat verschillende diensten verricht (behande-
ling der iekeningen van de rijkscomptabélen), zoo-
mede tegen Vrij lage rente groo,te bedragen aan kas-
‘geld beschikbaar stelt. Maar al kunnen door herzie-
ning van ee,n en ander de financieele uitkomsten een
gunstiger beeld geven en al kan -dit beeld nog iets

beter worden door te breken met het stelsel der. kos-

telooze automatische af- en overschrijviugen, zoo

staat niettemin vast, dat eene toename der belegbare

saldi’ tot het vroegere peil voordeelen zal opleveren

z66 beduidend, dat aansturen hierop mi. niet mag
worden nagelaten.
Blijkens het laatste jaarverslag (dat over de jaren

1923 en 1924) toch bedroeg
– na aftrek van het tegoed

van het Rijk
– het gezamenlijk tegoed van alle reke-

ninghouders rond
f
55.000.000 verdeeld -over 104.592

rekenin-g’houders (geen rijkscom’ptabelen), ‘oodat het

gemiddelde tegoed per rekening nog geen
f
550 be-

droeg. Op ulto. December 1922 idaarenfegen bedroeg

– eveneens na aftrek va-n het tegoed van het Rijk –

het gezamenlijk tegoed van alle reken in gilrouders ‘(geen

rijkscompta’belen) rond
f
140.000.000 en hot gemid-

delde tegoed bijna
f
1400. Wel was dit zeer hoog,

maar wanneer men van af de instelling van den

dienst in 1918 tot aan de stopzetting in 1923 eene
soortgelijke berekening ‘maakt, dan geeft deze tot

uitkomst, dat het gemiddelde tegoed’ zich’ steeds’ om
en bij de f1000 heeft bewogen en derhalve v66r de
afschaffig der ‘rentererg’oeding
ongeveer het dub-

bele is
geweest van het bedrag, dat nt die afteha.f-

fing wordt bereikt. En dit gröote verschil geeft te

denken, omdat de rentevergoeding in de jaren 1918-

1923 zich altijd heeft bewogen om en
bij
het percen-

tage, dat door de ‘groote banken voor dadelijk op-

vraagbare deposito’s werd gegeven,
terwijl
zeer zeker

in de eerste jaren van het bestaan van den post-
chèque- en girodienst van een geschokt’ vertrouwen in

de banken, met als gevolg: tijdelijke sterke toename

van de’posito’s hij ,den girodienst, geen sprake is ge-

weest.
Wanneer men daaibij in aanmerking neemt, dat in

Duitschland, waar
bij
dan postcbèque- en girodienst
‘evenals hier – geen rentevergoeding wordt gege-
ven, een zelfde sterke onttrekking van ‘saldi schijnt

te zijn geconstateerd; dat Zweden, Denemarken en

Zwitserland wèl rentevergoeding geven en een

bloeiend
bedrijf
hebben en dat bij eene toename der

belegbare saldi met 50 pOt. – in plaats van’ 100 pOt.
– reeds ongeveer
f
30.000.000 meer rendabel ge-

maakt zou kunnen worden, dan blijkt wel dat de ‘bate,
die de postchèque- en girodienst uit ‘toekenning van

rentevergoeding zal kunnen
krijgen,
met, aan zeker-

heid grenzende waarschijnlijkheid he,t bedrag, dat
aan -de rekeninghouders aan rente uitgekeerd moet
worden; ruimschoots za1 overtreffen.
Wel is waar zullen ten gevolge van het geven van
rentevergoeding ook de exploitatie-uitgaven toene-
men, doch het wil mij toeschijn’en, dat clie toename
niet groot’ ‘zal behoeven te wezen, omdat eenerzijds het aantal af- en overschrijvingen iets zal verminde-
ren en anderzijds een bedrijf, dat – zooais dit – op

het verrichten van een sterk fluct’ueerend aantal ‘han-

delingen moet
‘zijn
berekend, wel een zoodanige per-
soneelsreserve zal hebben, dat voor de rentebereke-
ning slechts een betrekkelijk kleine vaste kern noodig.
zal zijn. Aan de toename der exploitatiekosten zal
men dan ook m.i. geen ‘argument tegen de toeken-

ning van rentevergoeding ,kunnen ontleenen. –
Een ander argument tegen die toekenning is de vrees, dat dientengevolge kapitaal aan handel ‘en
industrie zou worden onttrokken, omdat de beleggin-

gen va-n den postchque- en girodienst zich in andere
richting bewegen. Ik ‘voor mij – ik zeg dit echter
in alle bescheidenheid – geloof niet, dat voor die
vrees veel grond bestaat; zeer zeker niet op het hui
dige oogen’blik. Maar zelfs al denkt men zich in een
tijd van mindere ;gel’druimte, dan nog wil het mij
toeschijnen, dat – gegeven een zekere geldbehoefte -‘
het beschikbare geld toch- wel altijd den kant zal uit-

‘gaan waar er het meest
profijt
van is te trekken, zoo-

dat de rekeninghouders bij den postchèque- en giio,-
dienst’ zelf wel zullen zorgen voor eene, verplaatsing
van hun bezit, wanneer zij daarin voordeel zien.

Ten slotte nog 66ne opmerking.
Wordt tot toekenning van rentevergoeding bij den

t

5 Mei 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

411

postchèque- en dirodionst overgegaan, dan zal dit gebeuren om de inkonisten van dien dienst te ver-

hoogen en dan kan men natuurlijk aanvoeren, dat

zoodanige verhooging ook op andere wijze is te ver-

krijgen,
al.
door verhooging van de door de reke-
ninghouders te betalen rechten, zoomede door bere-

kening van provisie voor elke te verrichten hande-

ling. Stelt men de rekeninghouders echter voor de
vraag, wat zij verkiezen matige rentevergoeding over

hun saldo zonder verhoeging van rechten enz., dan

vel verhooging van rechten en geen rentevergoeding,
clan geloof ik niet dat het antwoord in laatstgonoem-

den zin zal uitvallen.
Is ver’hooging van inkomsten bij den postchèque-
en girodienst noodig of gewenscht, dan zal de popu-
iaiiteit van deze instelling als verrekeningsinstituut
dan ook naar mijne meening eerder gebaat dan ge-

schaad worden, indien tot toekenning van rentever-

goeding wordt overgegaan.
E. P. WESTERVELI).
‘s-Gravenhage, April 1026.

DE KASGELDVOORZIENING VAN

NEDERLANDSCH-INDIË.

De kasmiddelenvoorzieriing van Necleriaudsch-:[ndië
dient te worden onderverdeeld in de financieringen onderseheidenlijk in Nederland en in Indië zelf, die
principieel verschillend zijn geregeld.
De Indische Ooniptahiliteitswet van 1864 gaf No-derlari•dsch-Indië geen eigen kas in Nederland. :De
in Nederland ontvangen inkomsten, welke uit op-
brengsten van hier te lande verkochte gouvernemonts-
prod iicteu bestonden, moesten onmiddellijk gestort
worden in ‘s Rijks schatkist, waaruit de Minister van
Financiën desgevraagd credieten verstrekte aan zijn
ambtgenoot van Kolonië u tot een maximum, overeen-

komende met cle Indische baten, die er in gestort wa-
ren. 1.)
Too
r
zoover credieten benoodigd waren, die
boven dit maximum ui.tgingeu, konden deze alleen
verleend woeden, nadat daartoe tevoren bij de wet aan
Jeu. Minister van Financiën machtiging was verleend.
Alle hier bedoelde credieten moesten weer worden

aangezuiverd uit, inkomsten in Indië, terwijl cle mdi.-sche inkomsten in Nederland (hoofdzakelijk bestaan-
de uit opbrengsten van cuituurproducten) in begin-
sel als blijvende hate van hot moederland werden

beschouwd.
Daartegenover had Nederlandsch-Indië in Indië
zelf aparte, zelfstandig staande koloniale kassen, die
deels dienden tot betaling van de uitgaven ginds,
deels tot aanzuivering van de uitgaven hier te lande.

* *
*

Ttoowel de verhoudingen zich sinds de totstand-
icoming van de Oomptahiliteitswet sterk gewijzigd
hebben en met name de inkomsten in Nederland tot
ecn naar verhouding laag peil zijn teruggezonken,
terwijl zij overigens in het licht van meer moderne

politieke opvattingen niet meer uitsluitend ten bate
vaii ‘het moeclerland worden aangewend, zoodat de ere-
dietverleeningen uit ‘s
Rijks
kas in wezen verminde-
ringen van uitbetalingen van tevoren gestorte gelden
beduiden, voor zoover zoodanige stortingen althans
hebben plaats gehad, is de organisatie van de kasgeld-
voorziening hier te lande dezelfde gebleven als vroe-
ger. Alle hier te lande door Nederlandsch-Indië be-noodigde gelden worden, voor zooverre zij niet af-
komstig zijn van remises uit Indië zelf of van uit-
gifte van leeningen, nog
altijd
verkiegen door crediet-
‘erleening vanwege het Ministerie van Financiën.
De overwegende positie, die laatstgenoemde Minis-
ter dus ook nu nog inneemt ter zake van de verstrek-
king van kasmiddelen, voor zoover Nederlandsch-
Indië hier te lande uitgaven te doen heeft, die boven

J)
Men lette er op, dat dit geen uitbetalingen waren in
mindering van de reeds gestorte Indische gelden, maar ge-
heel los daarvan staande voorschotten, die weer moesten
worden terugbetaald.

de in ‘s Rijks kas gestorte gelden uitgaan, zal onder

normale ômstandigheclên geen aanleiding geven tot
ecno directe beïnvloeding van de Indische Regeerings-

politiek. Zuiks zal echter wel het geval zijn, indien

de openbare financiën in abnormalen toestand gaan
verkeeren. Als bijvoorbeeld de vlotten de schuld van

het Rijk in Europa (waarbij dus de schuld van Neder-
laudsch-Indië hier te lande is inbegrepen) naar den

zin van don Minister van Financiën te hoog loopt,

kan deze eene credietrestnictie toepassen en aldus de
Indische autoriteiten indirect dwingen tot het nemen

van maatregelen, waartoe zij anders niet of op een
anderen tijd zouden zijn overgegaan.

Deze toestand is geheel onvereenigbaar met
do relatieve vrijheid, die aan Nede:rlandsch-Indië
sinds lang ‘binnen de grenzen van het Nederlandsche
Staatsverband is toegestaan en hij de laitste herzie-
ning van de Indische Staatsregeling verder is uitge-

breid. Op zichzelf ligt daarin reeds voldoende reden

tot cciie wijziging van de Indische geidvoorzioning
hier te lande en wel in dozen zin, ‘dat Nederlandsch-
Indië op de Nederlancische meidmarkt
als zelf stan.dig
credzetnen’cer optreedt door uitgifte van eigen schat-
kist promessen en -biljetten.

Er is echter nog een andere reden, clie de ‘hier be-
doelde verandering noodzakelijk maakt.

Over (le rekening van het Departement van Finan-
ciën met dat van ltoloniëia wordt zoowel voor de
debet- als voor de ereditposten eene vaste rentever-
goeding berekend, die sedert 1 Juli 1925 4 pOt. be-

loopt en tevoren 5 pOt. bedroeg. Het rentepercentage
vertoont een vrij stabiel karakter en past zich dus
niet geregeld aan hij de re.ntewisselingen van de vaije gelcimarkt; aan laatstbedoelde wisselingen zijn echter
de door liet Departement van Financiën voor de Ne-
:d er1 andsche schatkistpromessen en -biljetten bedon-

gen renteperceutages natuurlijk wèl onderhevig.
De ervaring leert nu, dat de door Financiën aan
Koloniën in rekening gebrachte rente hooger is dan
(0
wisseival].ige rente van het schatk.istpapie:r en dat
het verschil in hot algemeen varieert tusschen 34 en
2 pOt. (of hooger).

Ter illustratie van deze verschillen moge gewezen
worden op het feit, dat in den tijd, toen voor voor-
schotten van Financiën aan Koloniiën door dit laat-
ste Departement nog 5 pOt. betaald moest worden, de
.Nederl andscho 3-maan ds sch atkistpromessen, 6-maan ds

schatkistpromessen en 66n-jaars schatkistbiljetten on-
derscheidenljk werden geplaatst: omstreeks einde Ja-
•nuari 1925 tegen 2, 2% en 2% pOt., einde Februari
tegen
1
15
In,,
1
15
f
16
en 3% pOt., einde Maart tegen 2%,
en 334 pOt., einde April tegen 3
1
/16
3 en 3% pOt.,
einde Juni tegen 2%,
2Iui
en ruim 3 pOt. In den tijd
sedert 1 Juli 1925, toen de rente van voorschotten
aan Koloniën van 5 pOt. was teruggebracht op 4 pOt.,
werden genoemde drie soorten schatkistpapier ge-
‘plaatst einde Juli tegen 2’fi
o
, 2/io en 3% pOt., einde
October tegen 3/io,
3
11-
J
10
en pl.m. 4 pOt. (ongunstige
uitslag), einde Januari 1026 tegen 0,06 en 1% pOt.
(gunstige uitslag; geen sohatki stbiljetten geplaatst),
einde Maart 1926 tegen 234, ruim 2% en 3% pOt.
en einde April ii. tegen 2%, 24 en 336 pOt. De ver-
schillen ‘zijn inderdaad in het oog loopend groot,
vooral als men bedenkt, dat de Nederlandsche
vlotten de schuld voor verreweg het grootste deel uit

sehatkistpapier bestaat, terwijl de overige schuld om. bestaat uit tegoed van den Rijkspostchèque- en Giro
dienst, waarvôor een rente wordt ‘berekend, die sa-
menhangt met het percentage, dat betaald wordt voor
uitgegeven schatkistpipier.

Als men nu aanneemt, dat het Indisch crediet bij
Financiën per jaar
f
50 millioen beloopt,
i)
‘dan levert

r)
Dit is het bedrag waartoe de kastekortwet voor
1926
machtiging geeft. Dat momnteel deze debetpost veel lager
is, vindt zijn reden in de exceptioneel gunstigen toestand
van de Indische kasmidclelen. In cle moeilijkste jaren, ‘lie
achter ons liggen beliep dit bedrag 300 E 400 millioen
gulden.

412

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERIHTEN

5 ‘Mej 1926

een marge van
1%
püt. reeds per jaar aan Financiën
een voordeel
(=
aan Koloniën een nadeel) pp van

.f
250.000.

Dit aan Financiën toevallend voordeel was tot vooi,
kort alleszins gerechtvaardigd, omdat Nederlandsch-

.I:nchië in velerlei opzicht ten behoeve van zichzelven

gebruik maakte van de Nedorlandsche administratie
en daarmede de. kosten.van het opzetten van een eigen

dure administratie in Nederland uitspaarde. Vooral

de Rijksbetaalmeesters verrichtten voor de uitbeta-
1 ing van gagementen, pensioenen en verlofstractemen-

ten ten laste van Nederlandsch-Indië en de stortiii-
gen ten behoeve van dit land belangrijke diensten.
Daarnaast was het Agentsehap van het Ministerie van

Financiën nogal eens werkzaam voor aanmaak en yer

zending van Indische muntbiljetten, obligaties van
Nederlandsch-Tndi sche leeni ngen, enz.

Nu echter het Rijksbetaalmeestersambt eind 1925
opgeheven is en de desbetreffende uitbetalingen ge-
leid worden over den Rijkspostchèque- en Girodienst,
zijn de onbetaalde diensten van het Rijk ten behoeve
van Nederlandsch-‘Indië grootendeels komen te ver-, vallen en is er dus geen reden meer om het rentever-schil ten bhoeve van Financiën te handha’en. Aange

zien echter eene renteberekening door het Departe-

ment van Finauciën, die gelijken tred houdt met de

ii.ps en downs van de rentepercentages, waartegen dat
Departement zelf viju vlottende schuld kan opnemen ,

tot te ingewikkelde berekeningen schijnt te zullen
voeren en. dus niet licht doorvoerbaar zal zijn,
1)
is
er te meer reden om Nederlandseh-Indië voor de op-

neming van eigen vlottende schuld hier te lande ge-
heel de vrije
hand te laten.

Toegegeven worde, .dat tegenover de opgesomde
voordeelen eenige nadeelen staan, doch deze zijn niet
overwegend.

Allereerst zal Indië in Nederland eene afzonderlijke

organisatie moeten scheppen, die in staat is om voor

eene zelfstandige doeltreffende kasvoorziening zo’rgÏ
te dragen. Het meest aanbevelenswaardig zou zijn de,
instelling van een Financieel Agen.tschap voor Nc-
derland’schqndië te Amsterdam.,
dat, onder de directe
hevelen hetzijz van het Ministerie van Koloniën, hetzij van den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië.

staande, door zijne vestiging in de hoofdstad voort-
t

durende voeling kan houden met de geldmarkt aldaar.-
Dit Agentschap zou dan daarnevens zorg kunnen dra-
gen voor werkzaamheden, die tot dusverre wei-den

waargenomen door het Agentsehap van het Ministe-rie van Financiën te Amsterdam en daarvoor natuur-
lijk, evenzeer als zulks met dit laatste Agentschap het
geval is, op de Anistzrdamsche Effectenbeurs geïn-
troduceerd moeten zijn. Het spreekt vnnzelf, dat de
oprichting van een Financieel Agentschap zekere
kosten met zich meebrengt, doch deze vallen in het’
niet hij cle voordeelen, aan eene zelfstandige finan-
ci ering verbonden

Voorts zou nog het bezwaar kunnen worden
aan-
gevoerd, dat, indien de Departementen van Ko]oniën
en Financiën eikander concurrentie aandoen, door
ieder van heiden tegen hoogere rente schatkistpapier
zou moeten worden uitgegeven clan ‘het geval zou zijn,
indien Financiën het monopolie bleef houden. Dit
bezwaar is echter m.i. van weinig waarde, omdat hij
een zelfstandig optreden van Indië het moederland

zelf oven zooveel minder schatkistpapier zal noodig
hebben als Indië voor zijn eiger. rekening neemt en
voorts ‘door eea’ geregeld overleg tusschen Financiën
en K oloniën er voor kan worden zorg gedragen, dat
zij elkander niet in de wielen
rijden.
Maar al mochten
zelfs in dit opzicht enkele riadeelen onvermijdelijk
zijn, dan zou de nieuwe toestand voor Indië toch ver-

rëweg te prefereeren zijn boven de bestaande, omdat

3)
Overigens is liet ‘el opmerkelijk, dat liet l)eparteuïeiit
vait
Fivanci3ii voor de tot Zijne beschikking gestekic ge!-
den van (leo IPostchaqne. en Girocliciist cciie rentebetaa!t,
velker ‘hoogte wel dègciij.k aflie.ngt ve ii de ‘rente vui het
Ncleriaudscli schetkistp;ipier.

de eventueele voordeelen van het thans geldend mo-

nopolie van Financiën uitsluitend ten gunste van dit
Departement komen.
* *
*

Thans een enkel woord over de kasvoorzienirig in

indië zelf. Deze geschiedt, gelijk bekend, hoofdza-

kelijk uit de daar te lande ontvangen belastinggelden,

productenopbrengsten en bedrijfsinkomsten. Bedoelde

ontvangsten zijn vrijwel de eenige, die Nederlandsch-

Indië geregeld verkrjgt, aangezien om reeds eerder
vermelde redenen de inkomsten in Nederland, vroe-

ger zo’o belangrijk door den verkoop van producten,
thans tot vrij geringe bedragen zijn teru’ggesl onken.
Eene eventueele credietopname hoven het bedrag der

inkomende middelen kon de G’ouerneur-Generaal tot

het jaar 1914 slechts van den Minister van Koloniën
en dus in hoogste instantie enkel van den Minister.

van Financiën krijgen. In dringende omstandigheden

konden ook wel credieten worden verschaft op onder-
pand van producten.

I[n 1912 werd tegelijk met de verleening van rechts-

persoonlijkheid aan Nederlandsch-Indië cle mogelijk-

heid geopend tot uitgifte van schatkistbiljetten en

-iromessen in Indië door den Gouvernèur-G’eneraal.
De drang der omstandigheden van den groeten we:

reldoorlog gaf echter eerst den stpot tot practische

verwezenlijking van deze zelfstandige, van het Moe-clerland ‘geheel onafhankelijke, financiering. In 1914

werd voor het eerst de wijze van uitgifte van Inch-
iche schatkistbiljetten in Indië geregeld, in 1921 die

van Indische schatkistpromessen. Het financierings-

apparaat in Indië is dus, in tegenstelling met dat in

Nederland, geheel up to date gebracht en de vraag,
of het in volle capaciteit kan werken, hangt in de
eerste plaats af van het opnemingsvermogen van de
geidmarkt aldaar.

[ii de tweede plaats kan er echter op gewezen wor-
den, dat de voor de vlottende schuld in Indië te be-

dingen rente indirect een invloed ten nadeele onder-
vindt van cle relatief hooge rente, die de Minister

van Koloniën aan zijn ambtgenoot van Financiën
moet betalen voor credieten uit ‘s Rijks kas. Wanneer echter eenmaal de financiering der Indische vlottende
schuld in Nederland geheel zelfstandig zal zijn gewor-

(leo, zullen de financieele autoriteiten, die Neder-
iaridsch-Indië vertegenwoordigen, voor het eerst in de
gelegenheid zijn om de beide geldmarkten, waar dë
Indische iandscredieten op korten
termijn moeten wor-
den opgenomen, tegen elkaar uit te spelen. Dan zal
niet alleen de in Nederland, maar ook de in Neder-
Iand.seh-Indië te betalen rente lager kunnen uitvallen
dan thans het geval is.
* *
*

Ten slotte moge er
01)
‘gewezen worden, -dat kas-voo:rzieniog van Nederiandsch-Indië zich, wat de op-
nemi ng van de viottende schuld betreft, volstrekt niet
uitsluitend behoeft te bepalen tot credietopneming
op de Neder]andsche en Nederlandsch-In,disc’he geld-
markten. Alen kan trachten om voor het beoogde doel
ook toegang te verkrijgen tot eene buiteniandsche
geicimanict, bijvoorbeeld die te Londn.

Het verkrijgen van een vasten voet op eene zoo-
danige buitenlandsche markt zal natuurlijk in den

beginne wat, moeilijk vallen, maar moet op den duur
toch slagen. Voor Londen wordt dit slagen verge-
makkelijkt doordat Nederlandsch-Indië daar ter plaat-
.se reeds bekend is door de vroegere, uitgifte van een
tweetal groote ])Ond5terin’gleeningeU en ‘het feit, dat
cle hankierslcantoren Hambros Bank Ltd. en Lazard
Brothers and Co. Ltd., die zich met de plaatsing
daarvan ‘hebben belast, sinds lang dienst doen als
betaaikantoreu voor deze leeningen. Van de diensten dezer betaaikantoren zou een nuttig gebruik gemaakt
kunnen worden voor de plaatsing van Indische vlot-
tende schuld.
Slechts client in het oog te worden gehouden, dat
dc rente ‘voor kort crediet te Londen thans nog te

5 Mei 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

413

hoog is en dat dus de terugkeer dient te wordèn afge-
wacht van den lagen rentestand, waardoor deze geld-
markt zich vroeger kenmerkte.

‘s-Gravenhage.

Dr. D.
J. HUISFIOFF
Pou Jr.

LOONEN EN LOONSVERHOUDINGEN

TWEEDE HALFJAAR 1925.

Door het Bureau van Centraal Overleg te Haarlem

zijn wederom gegevens verzameld over de bonen en

loon s’verhoudingen van meeiderjarige mannelijke
werklieden. De gegevens betreffen thans
44.446
werk-
lieden in dienst van 270 ondernemingen, de gemeente
Amsterdam en cle gemeente Rotterdam, benevens de boveng.iondsche aibeiders in het Mijnbedrijf in Lim-
burg. De cijfers voor Amsterdam zijn verzameld ‘door
l)ernicldeling van het Plaatselijk Overleg (secr. Dr. J.

Regtdoorzee Grèup).

De werklieden ‘zijn verdeeld in drie vakgroepen:
1, geschoolden;
2,
geoefenden en 3, ongeschoolden,
volgens de methode aangegeven in de Handleiding
niet Vaklijst voor de boonsvergeljking tussehen ver-
sdhillende bedrijfstakken.
1)
Voor
belangstellenden is
deze Handleiding te. verkrijgen
bij
het bureau van
Centraal Overleg,. Schotersingel
9,
Haarlem. Van deze
vakgroepen is, overeenkomstig de methode, aange-

geven in de genoemde handleiding, het gemiddeld
uurinkomel?,
berekend door het totale inkomen over
het tweede halfjaar
1925
(loon plus bijVerdiensten vol-
gens opgave van de R.Y.B.
sub 8) te deelen door hot
totaal aantal gedurende dat tijdvak gewerkte uren,

(gewone uren plus overuren). De kosten der
sociale
voorzieningen (ziekengeld, verlof etc.) zijn ‘dus niet
bij hot uurinkomen inbegrepen.

1)
Zie hiervoor o.a. het artikel van den heer M. Triebels
in E.S.B. van 5 Augustus 1925.

Amsterdam.
De gegevens hebben betrekking
op 169
ondernemingen en de gem. Amsterdam met totaal
18278
werk.].

Amsterdam, 2e halfjaar 1925.
Aantal
1

Aantal werklieden.

1

Uurinkomen.


ondern.
1
Totaal
1

1

1

2

1li

1

9

t

834
Ge
m eente Amsterdam
1)

8395

Bouwvakken

…………………..55

721
Brouwersbedrijf

…………………4
Kuipers- .en kistenmakersbedrijf

.

3
171
Drukkersbedrijf

………………..
20
619
12
390
38 32
1806

Houtbedrijf

…………………….
Bakkersbedrjf

…………………2

11
315
Havenbedrijf

…………………..
Boekbindersbedrijf ……………….
Diverse fabriekmatige bedrijven
2
)
.

.
15
1360
Metaalindustrie

…………………
14
3639
i) iJurinkomen over het gekeele jaar 1924 van
de man-
nelijke werklieden, ingedeeld volgens de methode
van het
N.A.M. De bijdrage van cle werklieden voor pensioen
(8
pCt. van het loon) is van het bedrag niet
afgetrokken.
De gegevens voor 1925 kunnen nog niet verstrekt wor-
den, doch verschillen volgens mededeeling
zeer weinig ‘et
die van 1924.

424

130

280

91

89

86

2604

4652

1139

89

86

81

180

346

195

87

77

68

50

95

26

81

78

76

619

80

99

98

193

78

72

65

10

9

19

77

73

65
1
Qoa
6

205

110

76

60

201

332

827

74

68

66

2005

1063

571

74

67

57
2)
Tot deze groep beliooren: 1 stiperfosfaatfabriek, 1 chi-
itinefabriek, 1 zwavelzuurfabriek, 1 asphaltfabriek, 1 soda-
fabriek, 2 verffabrieken, 1 pliarmaceutisehe handelsvereeni-
ging, 1 blikfabriek, 1 v.ruchtensnppenfabriek, 1 kabelf.-
briek, 1 nieelfabriek. 1 papierivarenfabriek, 1 zuivelfabriek
en 1 cacaofajbriek.

Rotterdam.
De gegevens hebben betrekking op 31 ondernemingen en de gem. Rotterdam met totaal
14127
werkl.

Rotterdam, 2e halfjaar 1925.

Aantal

Aantal werklieden.

. 1

Uurinkomen.
ondern.
Totaal1

1

1

2

1

1

1

1

9

Brouwersbedrjf ………………….2

592
Gemeente Rotterdam
3)
……………-

3831
Bakkersbedrijf ………………….
.1

73

.

Houtbedrijf …………………….2

202
Boekbindersbedrijf ………………..5

57
Diverse fabriekmatige bedrijven
4
) ..

7

259
.

Metaalindustrie …………………4

9113
2)
Mannelijke werklieden bij een 10.tal gemeentebedrij-
ven en -diensten. De bijdrage van de werklieden voor pen-
sioeii (63′ pCt.. van het loon) is van het bedrag niet afge-
trokken.

113
369
110
89
781
70
1381
1593
857
81
76
68
11
.

27 35
76
75
63
45
54
103
73
67.}
64 42
15

73 57

45
110
104
71 59
52
4152
2452
1

2509
63.

1
61
50
4)
Tot
deze groep behooren :
1 chemicaliënfabriek, 3 verf- fabrieken, 1 papierwareimfabriek, 1 blikfabriek
en
1 zuivel-
fabriek.

Utrecht.
De gegevens hebben betrekking op
31
ondernemingen met
2723
werklieden.

Utrecht, 2e halfjaar 1925.

Aantal

Aantal werklieden.

1

Uurinkomen.
ondern.
I
Totaal
1

1

1

2

1

1
.

1

1

9

1

Centrale werkplaatsen
5)
……………1

734
l3 akkersbedrjf

………………….1

47
]) rankindustrie ………………..

2
.

95
Boekbindersbedrijf ………………..5

63
Chemische industrie
6)

..5

323
Metaalindustrie ………………..

.

.0

1356
Houtbedrijf …………………….2

49
Diverse fabriekmatige bedrijven
7)

5

126
5)
Onder geiddeld uurinkomen wordt hier verstaan het
gemiddeld uurloon per uitbetaald uur vermeerderd met den gemiddelden kindertoeslag per uitbetaald uur en de gemid-
delde overwerkverdiensten per gew’erkt uur. De bijdrage
voor peisioen (8 pCt. van het ]ooni) is niet van het be-
d rag afgetrokken.

470
122

142 85

1

78

70
14
33


75

69


3
17

5
70

58J

47
48
15


70

55


35
107

181
66

64

54 681 349

326
64

55

48
14 19

16
64.

57

48
13

1
63

50
58i

55

48
6)
Tot deze
groep behooreni:
1 zeepfabriek, 2 asphaltfa-
brieken, 1
beenawartfabriek en 1 loodwitfabriek.
7)
Tot deze groep behooreu:
1 blikfabriek, 1 papierwaren-
fabriek,

1.
mirgarinefabriek en
2 ondernemingen in bouw-
ii a ten a.l en.

1
414

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Mej 1926

GEMIDDELD UUR/IVKOMEN V) V.MEEkbEk.14RfGE MNWVELIJKE

“:WERLJEDENOVERHETTWEDEHALEJAAk 1925 TEA/’f5TERDAW

[

JAARLM, UTRECHT POTTERDM
EATDI V5PSE PLA A TSEI

GFSCHOOLDEIT

EOEFENDEN

ONGESCHOOLDEN

91

86

84

82

80

I
79

78
S.
78
77
– –
77

76
–‘-‘-
-. ..-.

——.

£L


76

12

ii
.

-..


211

70
•’en

.

.

•5
70

2.-

ii
.
68

67
4..

.
67.

66


66
65
-S S

65

—j?

-..
?
04

65
63

62

4..
k—

.
61

1i
•..

__-.&

CID-

5g
59

3
—.

.


58

57

57

.1 ‘.-J
‘%

%.
.

,s.

.

-__.’_ •’-
56

-s.

.
4-

z

o
55

••;
54

53
_’_•_%
_•7


53

51,
51

50

.

S
50

40
.
49
.

S.
48

47
.N
4

47

46
45

VERKLARING DER LIJNEN

AMSTERDAM

A.

HAARLEM–

H.

UTRECHT

– —.

ROTTERDAM

————— R.
D1V. PLMT5EN —… —. •. —

Q.
44

43

42



42

k




__________________________

5
Mei
1926

ECONOMISCH-STATISTISÇHE BËRICHTEN

415

Haarlem.
De gegevens hebben betrekking op 23 ondernaingen met
3100
werklieden.

Haarlem, 2e haIfaar 1925.

Aantal
Aantal werklieden.
.

Ijurinkornen

oudern.
Totaal

1
11
2
3
1
2
3

Centrale werkplaatsen
8)

1

975

108

121

146

89

81

75
Bakkersbedrijf ………………….
.2

34

8

26

75

70

Diverse fabriekmatige bedrijven
9)
.
. . .

4

304

78

71

155

72

58

55

Houtbedrijflo) …………………..3

133

19

51

63

75

73

48
Tramvegeu

…………………….1

330

:
55

216

59

75

66

61

Boekbindersbedrijf ……………….3

20

12

8

71

55


Zuivelbedrijf

…………………..2

81

4

27

50

66

59

56
Metaalindustrie

…………………7

1223

580

1

363

1

280

66

1

59

46
8)
Onder gemiddeld uurinkomen wordt, hier verstaan het

5)
Tot deze groep behooren: 1 zeeplabriek, 1 margarine-
gemiddeld uurloon per uitbetaald

uur, vermeerderd met den

fabriek, 1 cacaofabriek en 1 verffabriek.
gemid leId iiur]ooti per uitbetaald
uur,
ver(Meerderd met den,

1

IS)
Deze cijfers zijn zonder meer niet vergelijkbaar met
delde oververkverdiensten

per gewerkt uur.

De bijdrage
1

(lie van het lste ha]fjaar 1925.
voor pensioen (834 pCt. ian liet loon) is niet van het be-
1

Diverse plaase’n..

Ook
dihmaai is de rubriek dive.r-
drag afgetrokken.

se plaatsen voortgezet.

Diverse plaatsen, 2e halfjaar 1925.

Aantal
Aantal werklieden.
(Jurinkomen.

ondern.
Totaal
1
2
3
1
2
3

Centr. werkplaatsen te Amersfoort
11
).
1

1

265

2148

80

37

85

77

71
Tilburg
11)
•.. .J

1

1162

817

137

208

84

75

68
Zwolle
21)

1

984


711

126

147

82

74

65
Mijnindustrie Limburg (bovengr. arb.)I

934566
12
)

21694112)

27117012)

44645512)

66

59

52
Metaalindustrie Hengelo …………
1

5

2331

-1164

788

379

66

58

52
Dordrecht ………..9

1476

, 348

943

185

61

52

42

‘ii) Onder gemiddeld uu.rinkomen wordt hier verstaan het

1

oor pensioen (834 pCt…in het loon) is niet van het be-
gemiddeld uurloon per uitbetaald uur, vermeerderd met den

1
ilrag afgetrokken.
gemiddelden kindertoeslag per uitbetaald uur en de gemid-

1

)
Aantal diensten

(‘van

S uur)

gedurende het tweede
delde

over.werkiverdiensten

per

gewerkt

uur.

De

bijdrage

1
lialfjsar 1925.

Wat het steendrukkersbedrijf betreft kunnen ook

(Jurinkomen in
cts.
voor het 2de halfjaar 1925 de looncijfers van het

2do

halfjaar

1924

worden

aangehouden. Hetzelfde

-‘

Plaats

bij
en

edrfstak
bQ
geldt

voor

het

kleeclingbedrijf

te Amsterdam. Wij
.

meenden echter beter te doen; deze cijfers niet in de

– –

tabellen te vermelden.

Evenals

vorige

keeren

zijn

ook

thans weer de
Amsterdam.

(1

Bouwvakken


1
107
103
95
91
92
91
5

cijfers van de
omvangrijkste
bedrijfstak ken vereenigd
2

96

95

88
87
85
5

87
86 89 86
in een grafiek. Links is het uurinkomen der geschooi-
r
(
T
ö
T
T

i
den, in het midden dat der geoefenden en rechts dat
.

Kuipers- en

.!
2
85
77 77 77 75
78
der ongeschoolden uitgezet. (In ‘verband met de af-
Kistenmakers
.
3
78 73
73
77
75 76

metingen vangt de grafiek met 40 ct. aan). Er is zoo-
T
ff
75
75
W

doende een gemakkelijk overzicht verkregen van het
Iloutbedrjf
2
71
70 70
71
72
72

loonpeil, terwijl de schuinte van de lijnen een maat
3
65 65
6
65 65 65
___________________

Brouwersbedrijf
.
.!
(T
2
– –
– –

88
1
78
is voor ‘de verhouding van het uurinkomen der 3 vak-
77
groepen. De niet in de grafiek opgenomen hedrijfs-
__________________t
3



1

68 70
68
takken kunnen door hen, die zich daarvoor in. het

bijzonder interessecren, gemakkelijk in de grafiek ge-
.

Havenbedrijf

.. . .1
2
70
69
675
68 70 70

teekend worden. Werkgevers, die het uurinkomen van
t
—(
T
•_j
hunne onderneming willen vergelijken met het alge-

mcciie loonpeil, kunnen dit in de grafiek aapgeven
Metaalindustrie
.
2
1

3
66
57
66
58
63 55
63 55 65 67

en clan de ve.rbindings’lijn hij’v. met rooden inkt tee-
,
55
57

.
Div. Falir.
m.
bedr)I

j

2


j

66.!
1

j

67

66 66

1
68
kenen, zoodat zij in een oogopslag een indruk krijgen
68
van de verhoudingen.
3
65
68
65 66

1
63 66

Tea slotte hebben wij uit de gegevens, die ‘tot nog
,
Rotterdam.

(IT
toe werden gepubliceerd, een overzicht opgesteld van
.

Metaalindustrie
. .!
2 6
58
54 55 56
61

de loonboweging gedurende 1923 en 1924 en 192.5. Wij

3
53
46
46 46 45
50

ii
1

71
1

701
hebben de cijfers, die door verschillende omstandig-

ïï

lieden niet met de vroeger gepubliceerde vergelijkbaar
Houtbedrijf
……
2 —
69

1

70
65
67
1

67

waren, daarbij weggelaten. Daardoor werd
op
sommige
3
59
59 58
61
1

64


i

,


ö

1

plaatsen het overzicht niet geheel compleet, doch voor
Div.
Fabr.
m.
bedr.j
2

63

1
61
62
57
59
alles moet

vorclen vermeden, dat uit de
cijfers
ver-
t!
3

58
.
56
54
50
52
5

keerde conclusies getrokken zouden kunnen. worden.
(IT
I

De invloed van de betrokken cijfers kan worden
Brouwersbedrijf
.
,
2



79
79
78

afgeleid uit de gegevens
om
trent het aantal werklie-
_tL.
_T
.

IJ.
…73
705

Utrecht.

IIT
64
T

i
5
den over het 2de halfjaar 1925 in de hier bovenstaan-
64

de tabellen.
Metaalindustrie
. .)
2
55
55

1
53
52
53
55

ti
3
46 47
46 46
46
48

416

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Mei 1926

1

68
61
61
62
Ol
iloutbedrijf

……
2

66
59 56 54
57.
3
55
49
48
45 48

(
.1

69
62
.65
65
66
Chemische md.

..)
2

65
60 54
61
61
115
3

56
54 54
54

62 59
f9
58
Div. Fabr.
m.
bedr)
2

59
56
56
55
3

1


69

50
49
48
48

(

72 69
59
70
Drankindustrie

.
..
2

60
—48
60 40 59 49
60 48 58
47
13

Haarlem.

g
1
100 94
87
88 89 89
Centrale Werkpi.
)
2
94
88
81 81 81
8!
3
(

86
80
75 75 75
75,

1
69
67
63 65
64 66
1tletaaliedustrie
. .
2
62 60
57
59
57
59
3
53 53
48 46
46 46

(
1

80
.
795 755 755
75
Trambedrijf ……)
2


72
68
67
61
5

67 66
65
62
61
5

61

(
1

85
83
79
77
1

75
Bakkersbedrijf

. .
2

69
69
.
70
69 70
(3

(
1

68
69
68 73 72
Div. Fabr.
rn
bedr.)
2

55
56
62
62 58


54
56
53 55

1


67
66 66 66
Zuivelbedrijf
2
63
62
63
63 63
59
3
57
56
57
56
58
56

11
97

96
81

75
Houtbedrijf

…….
2
80

70
65

73
3
57

57
55

48

Dordrecht.

(
1
65 62
59 59
59
61
Metaalindustrie
. .
2
55
54
52
52 52
52

1,
3
47
46
41
42 42
42

Hengelo.
T
1ÏW
63 64
liG
Metaalindustrie
. .
2
59
59 57
54 56 59
3
51
52

51
49 50
52

* *
*

In ,,G

emeentebestuus

van 30 November 1925

ierkt cie heer Mr. Dr. Van Zanten op, naar aanlei-
ding van de discuasio tusschen den heer Wihaut

eenerzij’ds en Ir. Cd.
P.
Stork en mij anderzijds op

de ‘ve.rgacIering van de Ver. voor Staathuishoucikunde

en Statistiek
op
24 October 1925 over al of niet
aftrek van cle door de werklieden betaalde pensioen-
premie bij vergelijking van cle bonen van Overheid
en Spoorwegen met dje i. de particuliere industrie,
dat men eigenlijk de volgende gegevens zou moeten
hebben om te kunnen vergelijken:

Hei contraciloon,
het bedrag waarvoor de werk-

nian wordt aangenomen.

Het weelciin.lcomen,
het geldbedrag, dat de arbei-

der wekelijks ontvangt. De uurlcosten,
het bedrag, dat een uur arbeid
in totaal aan den werkgever kost.
Deze drie gegevens worden voor de gemeente Am-
sterdam opgemaakt en gepubliceerd.
Ik ben ‘het eens met Dr. Van Zante’n, dat het
contractboon niet veel zegt het kan van nut zijn bij
het aannemen van werklieden, doch het loonsysteem

is in de verschillende’bedrijven door tarief- en ac-
coordwerk zoo versch’illerd, dat alleen wanneer het
contractloon ook tege]ijk het persoonlijk minimum-
loon âangeeft, de vermelding uit sociaai-econmisch

oogpunt van belang is.
Het weekinkomen is van belang om de koop-
kracht der arbeiders te leeren kennen. Ik blijf echter
bij cle reeds vroeger door den heer Triebels en mij
.neergeschrëven bewering, dat 2 Allbeiders, die beiden

een weekinkornen hebben van
f
30, doch daarvoor
resp. 48 en 55 uur moeten werken, niet hetzelfde loon
hebben. Ook al zou de eerste arbeitder de hem over-
blijvende 7 uur niet ais de te Amsterdam door den
heer WTeiss ten tooneele gevoerde buikspreker p.reduc-

tief maken, geniet hij nog een aanmerkelijk voordeel,

dat ook door de arbeiders zelf wordt erkend. De
strijd voor den achtunendag zou anders :nit te ver-

klaren zijn. Voor een juiste loonsvergelijking moet
men zich dan ook op het
gewerkte uur
baseeron.
De unrkosten, waaronder dus vallen alle kosten,
die aan een uur arbeid als zoodanig verbonden zijn,

zijn uiteraard voor de kostprijsberdkening vai:i essen-

tieel belang. Zij kunnen voor een bepaalde onclerne-

ming, misschien zelfs voor een bepaalde groep van
ondernemingen, uniform
cii
voor
vergelijking
vat-
baar worden vastgesteld; het lijkt mij echter onmo-gelijk dit zoodanig te doen, dat onderlinge vergelij-

king tusschen
bedrijfstakken
mogelijk is. Bovendien is deze onderlinge vergelijking tusschen de bedrijfs-takken in dit verband ook niet van belang, omdat de

verschillen in hoofdzaak voortvloeien uit den aard

van het bedrijf en ‘dus niet iii direct verban-cl met de
arbeiders zelf staan.

Wat nu dcii aftrek van de door ‘de werklieden zelf

betaalde pensioenpremie betrt is onze meening be-
kend.

Wij laten alle bij voorwaarden, ook al is cle arbei-

der verplicht daarvoor een zeker deel van zij
ii.
loon
te storten, buiten beschouwing, dus ook ‘het pen-

sioen. Doet men dit niet, dan zou men alle bij:voor-

waarden naar hun waarde moeten afmeten. Aange-

zien echter ‘de waarde, die zij voor de arbeide,.s heb-
ben, zeer subjectief en individueel is, zou men een

absoluut onjuist beeld van de werkelijkheid geveil,
wanneer men ze in rekening zou brengen voor de

geidswaarde, die ze vertegenwoordigen. Men kn zich

cl a araan onttrekken door radicaal alle bijvoorwaarclen
achterwege te laten.

Voor cle particuliere bedrijven onderling is dit
niet van overwegend bezwaar, omdat de bijvooiwaar-
den daar niet zoo heel veel uiteenloopen en de nei-
ging tot normalisatie zich steeds verder ontwikkelt.

En wat de vergelijking van de particuliere bedrijven
met de overhei’dsbedrijven en de spoorwegen betreft,
draagt deze pensioenstorting er toe hij, de meerdere

voordeelen in de laatstgenoemde bedriven (rechtspo-

sitie, geen werkloosheid, langere vacantie, hoogere
zichte-iiitkeering, kosten der gemeente voor het pen-sioen boven het zelf betaalde bedrag) althans eenigs-

zins te verminderen. Ook daarom moet m.i. de pen-

sioenbij’drage niet afgetrokken worden en blijft het
uurinkonien (ik heb eenige jaren geleden reeds be-
tood, dat men beter van uurverdienste of uurbeta-
ling o.i.d. zou kunnen spreken), dat is het bedrag
dat valt onder het bepaalde sub’ 8 van de Rijkaver-
zekeringsbank, gedeeld door het tô’taal aantal ge-
werkte uren (zonder de z.g. overpercenturen, die thans
ook in de Metaalnijverheid buiten beschouwing blij-
ven) mi. de beste grondslag voor de vergelijking.

Haarlem, April 1926.

Ir.
B. BÖLGER.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE TWEEDE CHURCHILL-BEGROOTING.

Prof. Dr. T. E. Gregory te Londen schrijft ons:

Er- is maar al te veel, reden, om te veronderstellen,
dat de gebeurtenissen in de industrieele wereld, welke
plaats vinden, terwijl ik dit schrijf, geweldig zullen
huishnden ond&r veel, ‘wat door den Kanselier van de Schatkist werd gezegd, toen hij Maandag jI. zijn
begrooting indiende. Het tweede Churchill-budget
heeft dus een voorloopig karakter, dat de Kanselier.
zelf ‘zich volkomen realiseerde; de slotwoorden van
zijn rede waren inderdaad een ernstige waarschuwing
omtrent hetgeen te gebeuren staat op belastingge-
bied, ,,i.ndien in tegenstelling tot den natuunlijken
wensch en ‘hoop een langdurige verlamrnjng der in-

du’strie ons zou verplettereii”.
De inkomsten en uitgaven van ‘het afgeloopen he-
grooti ngsjaar ‘waren ‘cle volgende. De totale oorspron-

kelijk in
,
cle hegrooting geraamde uitgaven beliepen
£ 19934 millioen. Daarentegen werd een bedrag van

5 Mei
1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

417

£ 820 miii loco, uitgegeven. Dc geraamde ontvangsten

bed roegemi £ $01 milli non, terwijl de werkelijke op-

‘hrengst. £ Si 2 millioemi was. Meer uitgegeven dan ge-

raaind werd dus £ 261% ‘millioen, terwijl cie meerdere
.cnkomsten £ ii mlllioen beliepeti. De rekening sluit
derhalve met een tekort van ongeveer £ 15 millioc.n.

}:iet steeukolensubsiclie heeft £19 miliiocn gekost.
Was
er clerlalve geen subsidie ‘verleend. ‘dan zou het jaar zijn afgesloten met het niet onhetoekeneud ovc,’

schot van ongeveer £ 5 millioen. I.i.t is het eerste en
helaas niet het laatste. effect, (lat cle situatie in den

steonkolenmijnbouw heeft op de nationale financiën.

indien wij de ‘voornaamste bronnen van inkomsten
6611 voor één bezien, is het van belang
0
1) te merken,
dat zij, met uitzondering ‘van het recht op motor-

rijtuigen, beneden de ramingen der ‘begrooting ble-
ven: iftvoer:reehten en accijnzen met £ 1.2 millioen
(een stijging in de invoerrechten werd moer clan ge-
eompensee.r’d door een daling dor accijnzen) ; de sïtc-

cessiorcehten leverden £ 5.3 millioen minder op, de-

i nkomstenJbelasting £ 2.6 ‘millioen, de ,,excess profits
tax” £ 2 millioen. Anderzijds bedroeg cle opbrengst
der zegelrechten £ 700.000 meer en die van den ,,su-
pertax” niet minder dan £ 5.2 m n
illioe moer, terwijl
de ,,corporat
7
on profits tax” de raming met £ 2.0 mii-liocu overtrof. Alles bijeengenomen wa:ren cle totale
ontvaligsten uit ‘belastingen echter £ 2 millioen bene-

‘den de, raming. De extra-inkomsten varen ‘derhalve
het gevolg van het rijker vloeien van cle middelen,
welke niet tot de belastingen kunnen worden gere-
kenci, in het bijzonder van do ,,diverse ontvangsten”,

welke de raming met £ 9.2 millioen overschreden.
Deze omvatten den eersten termijn van cle Italiaan-
sele schuldaflossi’ng van £ 2 millioen en Duitsdhe
herstel’hetalingen ten ‘bedrage van £ 101% m.iiiioen. In
herinnering zij ge’bracht, dat de ramingen, in zoo-
verre zij
0
1
)
de inkomsten uit belastingen ‘betrekking
hebben, reed’s, rekening hielden met de verlaagde ‘be-

lastingtarievon; cie oph:rengsteijfers toonen m.a.w.
aan, (lat de directe belastingen niet zoo rijk stroom-
den als werd vermoed, met uitzondering van den
supertax. Do Kanselier vestigde derhalve terecht de aandac’ht van het Lagerhuis
OP
de beteekenis dezer
cijfers: ,,de ontvangst uit belastingen”, zeide hij,
,,onze hoofdhron, waarop wij moeten vertrouwen,

heeft geen meevaller, geen onverwachte voordeelen
opgeleverd”.

Alvorens over de nieuwe belastingen, welke cle
Kanselier voorstelt, te spreken, willen wij eerst iets
over de uitgaven opmerken. De raming bedraagt
£ 81,21% rniilioen, een ‘stijging van bijna £ 131% mii-

lioen bij ‘het vorige jaar vergeleken, en £ 13 millioen
mtnder dan in werkelijlcheicl gedurende het laatste
begrooti’ngsjaar werd uitgegeven. Tot dit cijfer werd
gekomen, doordat £ 4.4 millioen minder werd gebracht
op de oo.rlogs- en marinehegrooting, een verlaging
van £ 1 m.iilioen in. de kosten van den dienst dor
nationale schuld werd ‘doorgevoerd en £ .700.000 min-cle,’ w’eid uitget:rokken voor ‘bi nnenlandsc’he kolon.i-
satie. Alle andere posten zijn verhoogd, hot wegen-
fonds (waarover hieronder nader), uitkeeringen aan
plaatselijke autor:i.teiterm, uit.keerirmgen aan de schat-

kist van Noord-Ierland enz., int £ 334 millioen, ter-wijl ‘cle Luchtmacht, de ,,Oivii Service” en de ,,Re
venue Dcpartments” te zamen £ 9.1 millioen meer
vereisch.en. Dit is geen zeer bchaagijke toestand,
(inch de Kanselier heeft
eroj
gewezen, ‘dat cle uitga-
ven £ 19 millioen ,,nieuwe lasten bevatten, voort-
vloeiencie 5f uit cle automatische toeneming der peii-
sioenen en andere wettelijke

lasten, 5f uit besluiten,
welke in ‘het afgeloopen jaar door het huis en. de ho-
gcering zijn genomen”, d.w.z. posten als de kosten
van hct wecl.uwenpensioen, het kruiser-programma,
kosten van het on clem.’wijs, het beefnvortel sui kersubsi –
die, stalen huizen cd. Ten einde de meerdere uitga-
ven tot £ 13 rnill.iocn te beperken, is het derhalve noo-
dig gmveest in andere richtingen te l)ezuinigen tot
een bedrag van £ 6 millioen, waarmede het door den

‘I(ai:iseiier het vorige jaar gostel’cic ideaal, een progres-‘
sieve reductie in cie kosten der .staatsmac’hine vami £ 10
1T1jilOCij
per jaar, in zekere mate wordt, genaderd.
, Zouden gooi
.11),
cci’e belastingen worden opgelegd,
clan zouden de i nkomsten djt jaar £ S rniilioen min-
(101
clan de uitgaven bedragc.mi en evenveel ‘blijven ho-

noden’ dc opbrengst der ‘boiasti’m’mgen gedureiTde het
afgeloopon jaar, als gevolg van de progressieve vcr-

‘king der verlagingen, welke bij cle vorige begrooting
zijn goedgekeurd. De nieuwe inkomsten zijn ten dccie

gevonden door ‘methoden, ‘clie slechts éénmaal iets op-
leveren, ten dccle door uitbreiding van bestaande, ten’
cieele door nieuwe belastingen.

Door liet inkorten van de crediotperiode, welke de

brouwe:rs genieten voo:r het “betalen van hun accijns,
dan drie tot twee maanden, maakt ‘de Kanselier een
niet terugkeerende winst van £ 5% rnillioeu. Hier-
tegenover ‘moet worden gesteld, (lat hij tot een over-
eenkomst ‘met Zuid-Ierland is gekomen inzake de

ve.rmijcltng van dubbele helastiigen, welke hm

£ 200.000 zal kosten. Doch dit zijn kleinigheden. Van
meet’ belang is het feit, dat, ofschoon er nog geen

definitieve overeenkomst met Fra’.n’krijic is gesloten
inzake de fundeeriug van de schuld, door de Fran-

‘sehe Regee.ri’ng aan de schatkist definitief een bedrag
van £ 4 millioen is ‘beloofd, onidat dit eenige aan-
wijzing geeft, dat, ‘hoe ook de toelcomstige overeen
komst ‘mag uitvallen, minder dan £ 4 millioen per
jaar bijna niet kan worden aangeboden.

Wij komen nu aan do’niouwe belastingen en de
uitbreiding van de bestaande. Van dit gezichtspunt
kan de begrooting moeilijk worden verwelkomd door

vrijhandelaren. Om te ‘beginner worden de McKenna-

rechten uitgebreid, doorclt voortaan ook van moto:r-
rijtuigen voor hedrj.fsdoeleindien en ‘hun ondercleelen
rechten ‘zuilen word en geh oven. Vervol gans worden
do Key-industriesdisties voor een periode van tien
jaren gecontirmueerd ei’,. de heffing van optisch glas
wordt tot 50 pOt. verhoogd, tenvijl tezelfder tijd het
recht wordt uitgest:rekt tot de samenstellende deden
van optische en van wetenschappelijke instrumenten
en tot verschillende chemische mengsels. Vervolgens
zijn de Safeguarding-dutjes vermeerderd door het
heffen van een recht van 1,6
2
/3
pOt. van pakpapier.
Op ‘dozen kant van ‘het vraagstuk en de hiermede ver-
bonden kwestie der sthilisatie van ‘de Empire Pre-
ferences, hoop ik naderhand terug te komen. De ge-

za.meialij’ke rechten worden verwacht gedurende dit
jaar £
1%
millioen op te brengen en over een geheel
jaar £ 1 millioen. Il:uii beteekenis voor de begm’ooting
is derhalve uiterst gering.

Voor de toelcomst van veel moer belang is de nieu-
we belasting op cle weciclenschappen.. ‘Deze doet zekere
moreele en wettelijke vragen rijzen, zoowel als kwes-
ties, die uitsluitend van technisch belang zijn. Onder
cle wet, zooal’s die thans in Engeland geldt, is ‘het ge-
oorloofrl ,,om contanton” alleen hij wed rennen te

vedden, doch het is overal geoorloofd ,,op crediet” te
vedden. Het grootste deel der weddonschappen is
derhalve ,,credit :hetting”. Wedden op den o])enharon

weg om contanten, wat de methode is, volgens welke
cie arbeidende ‘klasse weclt, is verboden en cie politie
tracht dan ook hieraan een einde to maken, doch het
is algemeen ‘bekend
1
dat cle wet
OP
zee,’ groote schaal
wordt ontdoken. De Kanselier stelt nu voor de wet te
laten, zooals zij is en de belasting alleen te heffen
van ‘cle wettige wedclenschapsbureau
x
, door 5 pOt.
van iedere geoo.m’ioofde weddenschap voor de schatkist
op te eisohen. Daar de belasting eerst op 1 November
a.s. van kracht zal worden ‘zal zij dit jaar slechts £134
millioen opibrengen, doch men hoopt het volgende jaar
op deze wrijze £ 6 millioen te heffen. De meeningen
zijn over deze belasting zeer verdeeld. De Kerkge-
nootschappen zijn ertegen in ‘het geweer gekomen,

terwijl zij, clie in hun levensonderhoud voorzien in
verband met het afsluiten van. w’eddenschappen, haal’
natuurlijk aanvallen met het argument, dat zij Onino-
gelijic Ican worden geïnd. De argumenten, die ten

418

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Mei 1926

‘gunste der belasting worden aange.roerd zijn, dat dd

Staat reeds den alcohol belast, waarvan de maat
schappelijke’ uitwerking waarschijnlijk even slecht is

als die van •het wedden, dat niemand cle belasting be-
hoeft te betalen, omdat niemand verplicht is to wecl

den en dat zij, indien ‘zij’ werkelijk effectief is, iets

bijdraagt tot vermindering van de aantrekkelijkheid

van het wedden.

De tarieven van de inkomsten’be1asting en ‘den

supertax blijven ongewijzigd, doch de belangrijke aan
kondiging wordt gedaan, dat, te beginnen met het as.

begrootingsjaar, de belasting niet langer zal worden
geheven van de gemiddelde winst der laatste drie
jaren, doch van die van het laatste jaar. Deze afschaf..

fing van het driejaarlijksch6 gerniddelde wordt altijd

door de izakenwereld in perioden van depressie ge:

vraagd, wanneer zij’ ten deele wordt belast op grond

van. de winsten in goede jaren, zoowel als van die in

slechte. De wijziging werd ook aanbevolen door de

Rdyal Oommission on the Income Tax, en het voor-
stel is over het algemeen gunstig ontvangen, hoewel
af te wachten blijft, o’f de zakenwereld er op den duur

de voorkeur aan zal [blijven geven. Vanuit het ge-
zic’htspint der staatsinkomsten heeft de wijziging

ongetwijfeld de uitwerking, de opbrengst dei inkom-
stenbelasting veel ‘sch’ommele!nder te maken, hoewel

de Kanselier verwacht, dat zij hem het volgende jaar,
d.w.z. in 1921128, meer zal opleveren dan hij zou heb-

ben ontvangen op grondslag van het gemiddelde.

Ten slotté stelt de Kanselier voor, ‘zoowel de hef-fing van motor- en stoomrij’tuigen te verhoogen, als

‘de verhouding tusschen het Wegenfonds en de schat-kist te wijzigen. Onder de •bestaande regeling •wordt de ‘opbrengst der heffing van motorrij’tuigen gereser-

veêrd voor het herstel en de uitbreiding van het
wegenstelsel van het land. De ontvangsten zijn ech-
ter ‘zoo groot, dat’ het voor een ‘berooide schatkist

vanzelf spreekt, dat zij uit dit fonds gaat trekken,

in het bijzonder waar dit op het oogenblik’ ‘een tegoed
heeft van £ 19 millioen. Hieruit wil de Kanselier

£ 1
millioen nemen. Hij stelt verder -voôr, van de

verhoogde rechten jaarlijks een derde van de rechten
van particuliere automobielen en motorrijwielen, welk
deel volgens ‘hem het luxe en vermaak-aspect van het

motorrijden vertegenwoordigt, te nemen en dit betee-
kent voor 1926127, ‘dat het Wegenfonds inplaats van

£21, £ 17
1
% millioen zal ontvangen, waardoor het dit
jâar in het Wegenfonds te storten bedrag £ 2 millioen

minder ‘bedraagt dan in 1925126.
Daar het subsidie aan de steenkolenmijneh tot ge-volg heeft gehad, dat voor schuldaflossiiag £ 10 mil-

lioen minder is aangewend dan behoorde te worden,
stelt de Kanselier voor, het Sin’king Fun’d dit jaar
met £ 60 millioen in plaats van met £ 50 millioen te

doteeren. Zijn begrooti’ng ziet er dan ten slotte als
volgt uit. De totale ontvangsten raamt hij! op ‘f 824

millioen. Een verhooging van £ 10 millioen voor
schuldaflossing en een verlaging der uitkeering aan
het Wegeiifonds met £ 2 millioen, ‘brengen zijn totale

uitgai,en op £ 820 millioen. Zijn overschot wordt dus

0
1) £
4 millioen geraamd. –
Uit liet voorgaande ‘blijkt duidelijk, dat wij thans i’n

het stadium zijn aangekomen, waarin de automatische
verlaging van uitgaven, die, voortvloeit uit lagere

prijzen en het verdwijnen van de tot een enormen
omvang gegroeide oorlogsdepartementen, een einde
heeft genomen. Onder deze omstandigheden dient te
worden gevraagd, of de soort belastingen, welke de
Kanselier voorstelt, wel geschikt is, permanent een
plaats te krijgen in het ‘belastingstelsel. Welk ant-

woord op deze kwesti echter moge worden gegeven,
het heeft er allen schijn van, dat de loopende gebeur-
teuisse.n de begrooting reeds zullen doen vroudoren

nog ‘voor dat ‘zij’ behôorlj’k is besproken.

BOEKAANKONDIGING.

Het Departement van Arbeid, Nij-
verheid en Handel onder Minister ‘Aal-
berse, 1918-195, door Anth. Folmer,

Mr. H. W. Oroeneveld, F. K. J. He-

ringa, Mr. A.’ C. JosepJvus Jitta, Mr.

A. M. Joekes, K. Th. G. Lange, Mr. L.

Lietaert ‘Peerbolte, Mr. A. L. Scholtens

en Mr. J. Westhoff;
Alphen aan den

Rijn, Samsom, 1926.

Dat een scheidend bewindsman op deze wijze door

zijn hoofdam’btenaren wordt ui i
tgelud, in een royaal

uitgegeven bok, waarin elk hunner verslag deed van

het werk zijner afdeeling en de secretaris-generaal

de inleiding schreef, een boek dat voortaan meetelt
in de literatuur over onze sociale wetgeving zoowel
om de merkwaardige periode van op- en neergang,

die het
beschrijft,
als om de wijze, waarop het dit

-doet, – het is een wel zeer bijzondere gebeurtenis
op onze bokenmarkt en in ons sociaal-politieke le-

ven, en eene, die den afgetreden Minister en zijn

getrouwen gelijkelijk eert.

Na mr. Schol’tens’ inleiding wordt de ,,arbeiders-

bescherming in engeren zin” door mr. Westhoff be-
schreven, de sociale verzekering door mr. Groeneveld,

handel-nijverheid-scheepvaart door den heer Heringa,

de volksgezondheid door mr. Lietaert Peerbolte, ar-

beidsmarkt – arbeidsbemiddeling – werkloosheidsbestrj’-
ding door den heer Folmer, de Hooge Raad van Ar-

beid door mr. J’ïtta, de internationale arbeidswetge-

ving door mr. Joekes, de financiën van het depar-

tement door den heer Lange. Elk van deze opstellen
zou het waard zijn, afzonderlijk te worden gerefe-

reerd. 1-liertoe kan hier ter plaatse niet worden over-
gegaan. En om deze reden’ is het ook verkiesljk,
af te zien van het maken van critische opmer’kin gen;

het zou te moeilijk zijn, in dit bestek de verdeelende

gerechtigheid jegens alle negen paladijnen voldoende
te betrachten. Slechts deze algemeene opmerking zij

veroorloofd, dat, wijl sommige onderwerpen onder
het ressort van ‘meer dan een der samenwerkende

schrijvers vielen, een klapper op de behandelde on-
derwerpen niet van onpas ware geweest.

Het beeld van den departementalen arbeid, dat bij

de lezing van dit boek voor ons oprijst, is, aantrek-

kelijk en bemoedigend. Want men mag aannemen,
dat dit jongste onzer ministerieele departementen
uit dit oogpunt niet eenig is in zijn toort, al hebben

in dit geval ongetwijfeld verhoudingen van persoon-
lijken aard, afhankelijk van het komen en gaan van
wellicht maar enkele personen, een belangrijke en
gelukkige rol gespeeld. Het departementale ambte-
naarswerk staat in den roep van onzelfstandigheid.
Dit kan niet anders. Maar is het werk in de ,,vrijo”

maatschappij voor 999 op de 1000 vrijer?

Mr. Jitta deelt een aardig staaltje mee (bl. 244):

bij een stemming in den Hoogen Raad van Arbeid
stemden alle ambtelijke leden tegen een wetsontwrp,
waarin het standpunt van Minister Aalberse was
neergelegd. Het is -te vatten, dat ambtenaren, in hun

persoonlijke overtuigingsuiti’ng door hun chef vrij-
gelaten zoover dit maar even gaat, .in de’zen nog iets
meer dan hun chef zijn gaan zien. Zij ‘hadden dit
hem niet duidelj’ker en hartelij’ker kunnen betuigen

dan door deze hun collectieve demonstratie.
v
. B.

DE INKOMSTENBELASTING DER INLANDERS.
1)

Deze Leidse dissertatie, geschreven door een be-
stuursam’btenaar in zijn verlo’ftijd, ter volooiing van
zijn studie, ‘heeft de deugden van het werk van een

man, die de bestuurspraktijk in Indië heeft leren
kennen en iets te zeggen had, en de zwakheden van

1)
De inkomstenbelasting der in.1;nders en met hen ge-
lijkgesteldeu
in
Ned. Oost-ILndii, door ,R. J. W. Reys (Proef-
schrift). Martinus Nijhoff,
1925.
Vereenvoudigde spelling.

5 Mei
1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

het sserk van iiand, die in beperkte tijd een weten-
schappelik boek moest schrijven. De deugden zijn

echter groot genoeg om het we;rk waarde te geven en
als een aanwinst te beschouwen voor de ekonorniese
literatuur betreffende Indië.

In het eerste hoofdstuk worden de normen behan-

deld, waaraan een inkomstenbelasting, in een kolonie

geheven van inlanders en met hen gelijkgestelden,

moet voldoen. Hier en daar had het betoog sterker en, mi., ook juister kunnen zijn. Waar de schrijver
kritiek uitoefent op de mening van Taussig, ‘dat in

direkte belastingen ook voor de mindere man een
opvoedenci element zou liggen, is die kritiek begrij-

pelik als protest tegen do overdreven voorstellingen

die men, ook in Indië, van clie opvoeclencie kracht wel heeft gegeven. Maar de heer Reys gaat m.i. op
zija beurt te ver waar hij cd’ch zo kras uitlaat: ,,Het
bestaan van welk element ik volkomen ontken” (31)

Het betalen van kleine sommen, direkt door de be-
lastingplichtige aan ‘de Staat, kan er zeker niet toe
bijdragen dat die belastingplichtige
nU ineens betere,
diepere inzichten zou krijgen over de eisen van
Staats’bestuur (31). Dat heeft ook niemand beweerd.

Maar voor de krasse ,,voikomen ontkenning” van elk
opvoedend element is meer nodig dan de argumen-

tatie van de heer Reys. Deze ontkenning van dat
element, in dit eerste hoofdstuk, vormt de ,voorbe-
ieding van des schrijvers stelling nemen, in het
vierde hoofdstuk, tegen het veelal aangevoerde argu-
inent voor direkte belasti:ngen in Indië, dat ze de
Indonesiër tot werken dwingen. De vorm, waarin de schrijver deze opvatting van Lulofs, Frijling e.a. be-
strijdt, is ni.i. to kras en niet altijd in de juiste toon

gehouden (116 é.v.). ,,A]sof dit middeltje, met de er
aan verbonden onvormijdeliko willekeur en vexaties,

ooit ecn ommekeer (!) in de Inlandsche maatschappij
zou kunnen veroorzaken! Ooit die maatsdhappij van
econ omisch-behoefteloos (!) tot economi seh-onverza-
digbaar (!) zou kunnen maken!” (118). ‘Bij mijn we-

ten heeft nooit iemand zulke dingen beweerd. En
deze wijze van argumenteren, die verschoonbaar is in
een mondeling debat waar de partijen warm lopen,
is mi. ongeoorloofd in een wetenschappelik geschrift.

De
schrijver
pleit in het eerste hoofdstuk voor een
matige p rogressie, bij een Indiese inkomstenbelasting
te betrachten. De argumenten acht ik niet gelukkig.
Hij zegt dat de progressie berust op het principe van
vern)inderende nutti’gheid der inkomens(delen). Die
verminderende nuttigheid is universeel, ‘geldt over de
gehele wereld, dus ook in koloniën. Geldt zij daar in
‘dezelfde mate als elders? Neen, antwoordt de heer

R., zij geldt daar (voor Europeanen) in mindere
mate, omdat een kolonie zijn bewoners minder com-
fort, minder geinakken biedt, en vele behoeften er niet te bevredigen zijn. Ik geloof dat om die reden
de waardekurve der verdere
in
komensdelen juist snel-
ler moet dalen. En het prirrcipe der verminderende
nuttigheid in mindere mate werkzaam te achten voor
de inlandse bevolking, is ‘helemaal onhoudbaar. Ge-
ringer ontwikkeling harer behoeften, cle sterkere wer-
king der agiowct en ‘het minder ontwikkelde ruil-
verkeer moeten tot de konklusie leiden, dat het prin-cipe juist in veel sterkere mate zich doet gelden.

ï)e schrijvr bepleit, ook cle noodzakelikheid van
ben geringe progressie, omdat een land als Indië een
grote behoefte heeft aan kap itaalvorming. Hier had
niet mogen ontbreken een bespreking van de weg-
vloeiing van vele gemaakte winsten en vele bespaarde
inkomeusdelen. Gegeven die behoefte aan kapitaal-
vorming en het feit dier wegvloeiin.g, dringt de vraag
naar de wenselikheid van sterke progressie zich van
zelf op. Deze fouten en zwakke plaatsen in de theo-
retieso grondslagen zijn van weinig invloed geweest
op de kern van het werk. Die kern is te vinden in
het tweede en derde hoofdstuk, over de huidige rege-
ling der inkomstenbelasting en haar praktijk. In deze
hoofdstukken, en vooral in het (lerde, staan uitste-

kende dingen. Reys’ kritiek, die overtuigend betoogt,

dat het niet ‘mogelik is de inkomstenbelasting be-
hoorlik te hanteren omdat het niet mogelik is de
inldosten der grote massa van de inheemsen nauw-

keurig te schatten (de wet eist schatting van de jaar-
likse inkomens tot op
f
10 nauwkeurig!), Reys’ kri-
tiek heeft weer eens aangetoond, hoe voorzichtig men
moet zijn met het geven van Westerse, moderne

fraaiigheden ‘aan de inlandse maatschappij. ,,Een Re-
gcering die zichzelf respecteert, zet zijn ambtenaren
niet voor een taak, die niet naar behooren kan wor-

den vervuld” (77). In deze’ zin eulmineert de kritiek.

Fijn is de opmerking ‘over de ,,onziehtbare kosten”
aan de inning der belasting verbonden: al het werk,

door een geheel bestuurscorps daaraan elk jaar te

besteden, ten kostê van de eigenlike bestuurswerk-
zaamheid; ondergraving van het vertrouwen, dat h&t
bestuur nodig heeft; massale ontduiking door de

bevolking en de demorali’serende invloed daarvan.

Minder overtuigend is weer het vierde en laatste
hoofdstuk. De schrijver stelde zich – en dat wa

goed – tot taak hierin opbouwend werk te leveren
en de vraag te beantwoorden, wat er voor de inkom-

stenbelasting in cle plaats zou moeten komen, voor-

zover deze zou moeten verdwijnen. Hij komt ul. tot
cle eis, dat de inkomstenbelasting afgeschaft moet
worden voor, die onderlaag van de bévolking van
Indië, clie naar schatting een inkomen heeft van
minder dan 1 600 ‘s jaars per man en niet om andere
redenen (b.v. juiste kennis van de inkomsten van
vaste koelies, beambten ,enz.) door een inkomsten-
belasting, of iets dat daarop lijkt, behoorlik te tref-
fen is. (De tegeriwoordige regeling begint te heffen
bij een inkomen van
1
120 ‘s jaars). De heer R. noemt
als vervangende belastingen: invoering van een hoofd-

geld, opklimrnend met enkele trappen, voor primi-
tieve streken; krachtige uitbreiding van de landrente
‘in alle streken der buitengesvesten, waar de bevolking
landbouw drijft
0
1)
geregeld beplante velden; uitbrei-
ding van de heffing van uitvoerrecht van alle in-
landse produkten der buitengesvesten, met vermij-
ding van dubbele heffing; invoering van plaatselike
zakelike belastingen op de kleinhandel en de vrije
beroepen, waar mogelik in de vorm van bedrijfs-
licenties.

Is, zo moet men vragen, de landrente een geschikte
belasting, ook buiten Java, en ook voor streken, waar
padikultuur niet hoofdzaak is? En zijn een differen-
tieel hoofdgeicl en bedrijfslicenties werkelik te ver-
kiezen boven een….
vereenvoudigde
en daardoor
verbeterde inkomstenbelasting? En hiermede raken
wij de kern der zaak. Bestond do inkomstenbelasting

voor cle grote massa der inheemse bevolking niet, be-
stond ook niet haar voorloopster de bedrijfsbelasting,
men zou zich tienmaal moeten bedenken alvorens
haar, onder de drang van schoonklinkende unifikatie-
leuzen, in te voeren. Maar nu zij eenmaal werkt, is het, meen ik, verstandiger naar verbetering te stre-
ven niet door invoering van nieuwe belastingen met
al de nadelen daaraan verbonden, maar door het
slechte van de bestaande regeling weg te snijden.
(Herinner u Pierson en wat hij zegt over oude en
nieuwe belastingen). Dat slechte schuilt m.i. hoofd-zakeli’k in de dwaze, bureaukratiese pedanterio van
de inkomstenbelasting, die eist dat de jaarlikse in-
komsten van honderdduizenden inlanders tot op
f
10
nauwkeurig geschat worden. Gesteld, dat in plaats
daarvan de inkomens beneden
f
600 ‘s jaars verdeeld
werden in drie groepen, b.v. van
f
150-300; van

f
300-450 en van
f
450-600, en dat van elke groep
een matig, rond bedrag geëist werd als belasting, –
zou deze dissertatie dan geschreven zijn?

G. GONOORTJO.

420

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5
Mei 1926

OVERZiCHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

1) e E c o
fl
0
m i s t. – ‘s-Gravei]hage, 15 Maart
1926.

R. G. Hctwtrey,
The Trade Oycle Prof. Dr.
H. W.

C.
J3ordewjjk,
Iticaido’s pachtieer andermaal verde,-

dgd;
Dr. 1. J. Brugrna’n.s,
De beroepstelling ‘van 1920.

Archiv fiîr Sozialwissensehaft und

S
0 Z
i a 1
p
ol i t i k. – Tü!bingen, 3anuari 1926.

Dr. A. Weber,
Kultursoziologische Skizzen: Das
alte Aegypten und Babyionien;
Dr. E. Altschul,
Kon-

unkturt.heo.ri e unci Konj unkturstatjst:ik. Ein. Be.itrag

zur Charakteristik der empirisch-statistischen Strö-

niungen in der amerikanischen nationalölconornie;
Dr.

II.
S’ultau,
Zar Soxiologie des modernen Parteieu-

rstcms;
Dr. F. Hyer,
Die Bekiitnpfung der Woh-

nungsnot in Groszbri’tannien;
Prof. Dr. Chr. J. .Klnm:
1er,
Der Jnehe1ichenschutz in Deutsc’hen Reich. Em
Beitrag zur G-eschichte der Berufsvormundschaft und
zur Neuregelung des Unehelichenrechta;
Dr. R. Kay-

ïonbrecht.
Das tussische C enossenschaftswesen.

The Economie Journal. – Londen, Maart

1926.

Prof. D. H. Macgregor,
Family all owan ces;
C.

Da.inpier Wheham,
The land and the nation;
H.

Beishaw,
The profit cycle in agrieulture;
R. G.

Hawtrey,
The gold standard and the balance of pay-

ments;
Prof. S. N. Procopovitch,
The distribution of

national income.

Journal ‘des Économi’stes. – Parijs, 15

Januari 1926.
Yves-Guyot,
Lencerclement bolchevik en Asie et
en Afrique;
H. Cox,
Un plaidoyer en faveur de Ja

lihert(;
P. Forsans,
line d(fense documentée du
corn-
merce; X., Le Solidarisme, c’est la spoliation;
G. de
Nouvion,,
Les cornptes •des chemins de for de l’État

en 1924;
1.,
La question des prix;
Fernarbd-Jacq,
Le

proet de réforme de in bi sur les brevets d’invention;

X., Grancic-Brebagne: situation et prévisions; X., Les

Étati-Unia: situation et prévisions.

1 d e m. – Parijs, 15 Februari 1926.

Yves-Ouyot,
A propos da rapport de Ja Banque de
Franco; Le rapport de la Banque de Franee; X., Les clettes interaliiées; X., La dictature du prolétariat et
Ja Conf.renco communiste de Bruxelles;
E. Bairbet,
Contre les crises ‘iticoies;
N. Mondet,
La compression
de l’inclustrie de In houilie blanehe par 1’Ëtat;
G. de
i,Touvjoii
Les assurances sociales au Sénat; X., Les
co’inrpensa’tions en Franco, en Angleterre et aux États-

‘Unis;
Le Dell Louis,
Los Terreneuva’s; X., La répar-
tition des capitaux;
N.M.,
Les profits industriis
(lans 1 a 0 rande-B retagne; X., L’industrie houillère
en Pologne; X., Le rendement des impôts e.n 1925.

Jhe Jour nal of Politieal Econ omy. –
Chicago, Februari 1926.

A. Hewes,
The task of the Engiish Coal Oommis-

sion;
IS’.
F. Bigg,
The Chicago Teamsters 1i.nions;
ii. R. Trumbower,
Railroad abandonments and addi-
tions;
H. A. Wooster,
Manufacturer and artisan,
1790-1840;
L. M. Poweli.
Typothetae experirnents
with cost wonic;
S. H. Slichter,
,,The irorker in mo-
dern economie society”.

Zei tsch ci ft für V olkswirtschaft un d
S o z i al p o ii t i k. – Weenen, Leipzig, Brnd. V,
heft 4-6.
Dr. E. Lulca,s,
Wirt.schaftspolitik und natürlie’he
Relation zwischen Innen- und Aussen’wert des Gel-

des;
Dr. F. A. Hayelc,
Die Wiihrungspolitik der Ver-
einigten Staaten seit der Überwindung der Krise von
1920;
Dr. Louise Sonsmer,
Abbé Galiani und das phy-

siokratische System;
Dr. G. fi. Bousquet,
Vilfredo
Pareto, seine Bedeutung f6
,
die österreichische Schu-
Je;
Dr. H. A. M’ünster,
Oörrcs’ Ansichten über die
6ffentliche Meinung;
W. Breis1y,
Der statistische
iloch schul nn ter ric’hf bei uns und auswiirts.

,ToILI’nal. de in Société
do Statistique

cl oP a i .i s. – Parijs, Februari 1926.
M. Moine,
Le cléveloppenient do ‘organisation anti-
t ubonculen so en Fjance.

:i. 6 o m. – Parijs, Maart 1926.
III.
Methorst,
Méthodes â suivre pour la prépamation
des slat..ist.iques des stoeks;
Yves-Ouyot,
Prévisions

relatives aux paements en nature des réparations et
des dettes interalliées.

De Naamlooze Vennootschap. – Roer-
mond, 15 Januari 1926.

is{rs. van Nicrop en ‘Baak’s Naamlooze Vennoot-
schappen;
P. J. A. Aciriani, De zetel der Naamlooze
Ven nootschap;
Mr. D. J. Sannes,
1)e overzichtelijk-
heid van de balans oener moedermaatschappij. II;

Mr. J. W. Wynaenclts,.
De ,,Société A resp’onsabilité
limitée’ in de praktijk;
M. J. Smeets,
Het ,,’begrôo-
ten” van een tantième volgens art. 14 Inkomstenbe-
lasting;
L. Roenser Valk,
Rekening’ en Verantwoor-
ding der NV.;
J. J. M. H. Nijst,
Nog eenige opmer-
kingen aangaande het wetsontwerp op de Naamlooze
Vennootschappen;
Mr. W. B. Emmen. Riedel,
Beroeps-
instanties in het Belastirigrecht;
Mr. H. Schao,pveld,
Wat kan men uit statutenwijzigingen leeren?

T cle in. – Roermond, 15 Maart 1926.

Drs. H. Kaag, 1)o
Koninklijke en hare Dochter-
maatschappijen. Het conflict in de VOO.;
Prof. Mr.
E. J. J. v.
d. Heyden,
Het wetsontwerp Nelissen-Heemskerk. X (slot)
;Mr. 0. Russel,
Het verloren
gaan van fiscale stkklden. tot schade der contribuabe-
len;
J. v. d. Meule’n.,
Prospecti en hun inhoud;
Drs.
P.
J. Groot,
De afschrijving op Goodwill;
Mr. H.
S’chaapveld,
Zijn de bezwaren tegen de oligarchische
clausule te ondervangen?

Tijdschrift voor E’conoiiiii’che Geo-
g m a p
11 i 0. – ‘
s-Gravonhage, 15 Januari 1926.
Prof. Dr. H. Blin.lc,
Bij den aanvang van een nieuw’
economisch tijdperk;
Prof. Mr. H. W. Methorst,
In-
ternationale statistiek;
Dr. R. Broersrn,a,
Bevolkings-
rubberteelt in Ned.-Ïndië;
A. Hallenia,
No’ord-Bra-
baat in
cijfers.
Een proeve van Brabantsehe gemeen-
testatistiek over de laatst verloopen halve eeuw, op
histornch-econornische basis;
Prof. Dr. H. Blinle, Is
Celebes een iand voor E ci ropeesche culturen?

:[ d e m. – ‘s-Gravenhage, 15 Februari 1,926.
C. Wiskerlee,
Svalbard: Spitsbergen en het Beren-
oiland;
E. Schuiling,
De jongste doorbraken onzer
civ ie.rd ijken;
F. B. Löhnis,
De waarde van de Nèder-
landsche hodemproductie in 1923;
H. van Velthoven,
Noord-Brbant: ‘s-Hertogenbosch, Eindhoven, Til-
burg. Eenige kantteekeningen;
Prof. Dr. H. Blink,
Conjunctuur-onderzoek en een economisch-geografisch
centraal-bureau;
Dr. E. Morpurgo,
D.e ëcorcornische
ontwikkeling van Italië.

1 d e m. – ‘s-Graveuhage, 15 Maart 1926.
K. Wiersma,
De ontwikkeling en de heteekenis van
den intensieven tuinbouw in Nederland;
H. Zonder-
van,
Vijgenteelt en vijgenhandel;
E. L. K. Schnviil-
ling,
Een en ander over de luchtvaart in Oost-Europa,
Azië en Austmalië, thans en in de naaste toekomst;
H. Tiesing,
1)e bodem van Drente en zijn bewerking.

D e 1 ii d i s c ho 0 i d s. – Amsterdam, 1 Maart
1926.

H. Ch. G. J. v. d. Mandere,
Het profstation voor
de Javasuikerindustnie te Pasoeroean;
B. M. Goslings,
Het ontstaan van de Javaanaché wajang;
Mr. S. Cohen
Fzn.,
De Indische gemeente in provinciaal verband.

The American Journal of Internati-
o n a 1 L a w. – Concord, N.H., Januari 1926.
M. 0. Hudson,
The fourth year of the Oourt of
International Justice;
H. M. Wriston,
American par-
ticipation in international conferences;
H. S. Quigley,
Extraterritoriality in China;
E. M. Borchard, Opi-
nions ‘of the Mixed Claims Commission, United States
and Germany;
1. Stewart,
American treaty provisions

relating to consular privileges, and immunities.

5 Mei 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

421

MAANDCIJFERS.

RIJKSPOSTSPAARBANK.

MAART
1924
1925
1926

f

9.774.158
f

9.592.267

f

9.686.746
Terugbetalingen

,,

11.347.176,
10.751.581,
10.965.246
Tegoed der inleggers
,, 298.538.783 ,, 307.636.889 ,, 306.285.406
Noni. bedr. der uitst.
op ultimo ………

staatsschuldboekjes

Inlagen …………

,,

45.222.650,,
43.230.300 42.156.400
op ultimo ………
Spasrbankboekj es:

gegeven:
9.363
10.492
10.220
Aantal

geheel

af.

Aantal nieuw uit-

betaald
7.834
8.212
7.915
Aantal in omloop
op ultimo
1.958.079 1.973.242 1.991.729

GIRO-KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM

Maart 1926
Maart 1925

Giro’s
(eenzijdige ver- melding)

In
millioeneni
Aantl
1
a

i1millioenenl
In
Aantal
1

Girobetalingen aan
gemeenteinstellingen
f205,8
16.448
f
11,6
19.704
Girobetalingen aan particulieren

…….
,20,8
72.349 ,, 19,6
58.771
Geldomzet.
,,

5,5
7.271
5,3
7.115
Betalingen

…. .. ….
,,

7,3
28.486
6,6
25.204
Part.rekeninghouders
18,8
1

26.5622
20,1′
24.134
2

Ontvangsten

……..

Waarvan

rekeningh.
welke gelden voor 1

.

jaar

vast

hebben
gedeponeerd …….
,,

8,9
2.887
2

,,

8,1
2.569
2

t,

tt ootuu te gucu. -, CInUC uer maaflu.

PRODUCTIE DER STEENKOLEN-, BRUIN-
KOLEN- EN ZOUTMIJNEN.
(Gegevens verstrekt door dan Hoofdingenieur der mijnen.)

I. Gezamenlijke Steenkolenmijnen.

Februari
Jan./Feb. Jan./Feb.
1926
1926 1925

Netto productie in tonnen
615.748
1.276.874
1.063.287 23.511 53.162
44.978
waarvan kolenslik ………
Aantal normale werkdagen
23
48 49

II. Bruinkolenmijn ,,Carisborg”.

Februari
Jan./Feb.
Jan./Feb.
1926
1926 1925

Netto-productie in tonnen.
.
15.242
32.893
37.174
Aantal normale werkdagen
22
45
50

III. Zoutmijnen.
(Kon. Ned. Zoutindustrie te Boekelo.)

Februari
1926
Jan./Feb.
1926
Jan./Feb.
1925

Afgeleverd:
Geraif. zout ……..(ton)
2.156
4.761
4.964,65
Industriezout

……(

)
18
64,5
73,5
Afvalzout ……….(

)

51
101
206,5
Aantal normale werkdagen
24
48
50

Arbeiders.

Gezamen-
l
ijke
Bruin-

1
Aantal.
Steenkolen-
kolenmijn
1
Zoutmijnen mijnen

Carisborg”

1 Maart 1926

….
134′

99
1
22. 6612)

l Maart 1925

….

……….
J

8.5471)

…. … ..
J

8.2541)
157

90
22.061
2
)
1)
bovengronds.
2)
ondergronds.

POSTOHEQUE EN GIRODIENST.

(In duizenden guldens).

Maart 1926
Maart 1925

Aantal
Bedrag
Aantal
Bedrag

Aantal rekenin-
gen op ult°.

..
115.309
107.513
Bijschrijvingen
. .
1.152.357 413.001
839.551
324.709
waarvan
Stortingen ..;
.
488.226 91.803 385.593
63.896 664.131
321.198

261.107
uit and. hoofde.
– –

Afschrijvingen
. .
760.207
408.271 539.183
298.944
waarvan
Chèques

……154.133
87.041
96.473 37.419

Gegireerd …….

321.198

261.107
uit and. hoofde.
20.588
32


Gezamenlijk te.

Gegireerd ……585.486

goed op uit°. .
.

107.499

262.165
Bedrag ter be-
legging
1)

84.858
64.302

-)
jEuervour aomt
uizsiuitena in aanmerKing het saldo-tegoed der particuliere rekeningen.

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.
«46
beteekent: Cijfers ‘nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.


OPEN MARKT.

1926 1925

11

1924
1914

1
Mei
26April-
19-24
12-17
27April-II28April-
20-24
1
Mei
April
1

April
2 Mei
3 Mei
Juli
Amsterdam
Partic.disc.
2
2
15
116_3
1
14
2314_151
1
6
2314_15/16
3
18/16
41e5
3
1
18_3
116
Prolong.
3
3
-1
/2
21
143
211
2
_3
3.1/4
4I2-514
211
4
.21
4

Londen
Daggeld’
. .
4
3I4-4I4
311
5
_3/
4

34](
312
4
14
1-231
4

151
4
-2
Partic.disc.
411
4
_5/
4

4114.5/16

45/
4
_31
$

43/
4

4114_1/5
3-1/8
2i/4/4
Berlijn
Daggeld
..
5-6
1
12
3.6
112
35
3-5
1
12



Partic.disc.
30-55 d…
431
4

481
4

4:614
4I8-5
8


56-90
CL..
421
4

431
4

431
4

47/45
8

2118-112
Waren-
wechsel.
511
4
.31
4

511
4
_3/
4

511
5
_3/
4

5
3
14-6
– –

New
York’)
Cali money
4
1
I2-I4
3-42/4
341(
4

4_5314
31154114
3115.4314
13142112
Particdisc.
3114
3
1
14
3214.5/8
3
18

11
311
4

– –
-5
s..aii moncy-Kuers V. iu
iprii en uaaraan vooratgaande weken tim.Vrijd.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

o
a
New
York’)
‘Londen
S
)
Berlijn1
S
)
Parijs
S)
Brussel
S)
Bataviai)

27 April 1926
2.48
,
s/
10

12.091 59.23
8.29
8.97
100
1
/8
28

1926
2.48% 12.09k
59.22
8.21
8.84
100i,
29

,,

1926
2.48
1
i/
io

12.091
59.24
8.18
8.64
100i/
30

,,

1926
2.485/
12
.0
9
*
59.19
8.18
8.41
1001/
4

1
Mei

1926

1
2
.09* 59.20
8.21
8.45
1001/
4

3

,,

1926
2.4818/
18

12.09
59.24
8.18
8.24
100
1
/
8

Laagste d.w.1)
2.48)
12.08
59.18 8.10 8.14
100
Hoogste d.wl)
2.49
12
.
1
0*
59.27
8.33 9.03
1003/
26 April 1926
2.48
1
5
i
1
2
.10*
59.27
8.33
8.94
1001/
8

19

,,

1926
2.49
5
/8
12.12*
59.38
8.40
9.23
100’/
Muntpariteit
2.48% 12.10
59.26
48.-
48.-.
100
-, ioteering
tO
Amsterdam.

) Noteering te Rotterdam.
) Particuliere opgave.

Data
Zwit
_
seland
Weenen
4)
Praag
1)
Boeka-I
rest
1)
Milaan
4*)
Madrid
*0)

27 April 1926
48.10
35.17k
7.38
0.95
9.991
35.99
28

1926
48.11
35.20
7.38
0.95
9.98*

36.05
29

1926
48.09
35.15
7.38
”0.95
9.98
35.92*
30

1926
48.08 35.15
7.38
0.95
9.98
35.92*
1
Mei

1926
48.09 35.15 7.38 0.95


3

,,

1926
48.15
35.15 7.38
0.94 9.98
3
5.87*
Laagsted.w.1)
48.05 35.10
7.36
0.90
9.94
35.82
Hoogsted.w’)
48.16 35.20
7.40
1.-
10.02
36.15
26 April 1926
48.10
35.20
7.38 0.95
10.01
35.90
19

,,

1926
48.14

.
35.20
7.38
1.-
10.02
36.05
Muntpariteit
48._
35.-
50.41
48.- 48.-
48.-.

1
j .r’ioteering te Amsterdam.

) Noteering te Rotterdam.
) Particuliere opgave.

422

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Mei 1926

Data
Stock-
holm)
Kopen-
1,agen)
0 1

so)
j!)

Buenos-
Aires’)
Mon-
freal’)

27 April 1926 66.671 65.20
5380
6.28
10034
2.4934

28

,,

1926 66.65

65.10
53.971
6.27
100
2.49

29

1926 66.65

65.15
53.65
6.
2
7*
99%
2.49

30

1926 66.65

65.10 54.10
6.26
9951
s

2.49

1 Mei

1926 66.65

65.10
54.-
6.29
9934
2.49

3

,,

1926 66.60

65.10
54.40
6.27
100
2.4834

Laagste d.w.’) 66.55

65.-
53.60
6.25
9934
2.4834

Hoogste d.wl) 66.67/
t
1
65.20 54.45
6.30
10034
2.4934
26 April 1926 66.70

65.20
53.80
6.27*
100k
2.49k
19

,,

1926 66.80

65.30 54.72* 6.27*
99%
2.49%
Muntpariteit 66.67

66.67
1 66.67
48.-
105
2.488/
8

) Noteering
te Amsterdam.
*)
Not, te
Rotterdam.
1)
Part, opgave.

Laatstbekende noteeringen te Amsterdam
en Rotterdam op
1 Mei 1926 voor
telegrafische
uitbetaling
op:

Gulden per
Pari
Koers
Bank-
dis-
conto

Ewropa.
0
/0
Londen*)
£
1
2
.
1
0*
12.09
5
100 Mark
59.26*
59.24
7
Parijs *) ………..
100 Franc
48.-
8.18
6
100

,,
48.-.
8.24
7
100

,,
46.-
48.15
3
100 Kronen
50.41′
7.38
6
Weenen) ………
100 Schilling
35.-
35.15
7

Berlijn *) ………..

Miii. Kronen
50.41
3)

34.85
7

Brussel
S)

……….

Zürich
S)

…….

Lei
48.-
0.93
6

Praag

………….

Sofia

………….
100 Leva
48.-
1.81
7

Boedapest

………
Boekarest

………100

100 Dinar
4&.-….
4.371
6
Belgrado ………..
Turksch
£
10.93
1.30
Stamboel

………
Athene

………..
100 Drachme

..

48.-
3.07
10
Milaan
*8)

……..

.

Lira

48.
9.99
7
Peseta
48.-
35.90
5
Escudo
2.68)
0.
1
2*
Madrid
8*)
………100

Kopenhagen ‘)
..

.100

100 Kronen
06.67
65.10
5

Lissabon ………..

100

,,
66.67
54.-
5
Oslo
5)
………….

Stockholm
S)
……
100

,,
66.67 66.65
q
66.67
55.-
100 Zioty
48.-
0.25
Kovno (Litauen)
100 Lita
24.88
24.50

Reickjavik ……….

Riga (Letland)

..100 IJsl.Kr.

100 Lat
48.-
47.1
8

Warschau

……….

Reval (Estland). 100 Estl.Mk.
0.66*

0.66
100 Finnmrk.
6.26
6.26
7
Tjerwonets
12.80
12.80
(10 Roebel)

Helsingfors

……..

100 Gulden
48.40
47.95
9

Moskou

………..

A?nerika.
Danzig

…………

New-York
8*)
$

.
2.4875
248H
Canad.
$
2.4875
2.481
Montreal

……….
Mex. Dollar
1.20*
Mexico

…………
Buenos Aires ……
Peso (papier)
1.05682
1.00
La Paz (Bolivia)
. –
Boliviano
0.97
0.89*
Milreis (pap.)

.

0.8075e
0.
35
*.
Peso (papier)
0.9080′
0.30*.
Bogota (Columbia)
Peso
2.42
2.45k

Rio de Janeiro…..
Valparaiso ………

Quito (Ecuador)

.
Sucre
1.21
0.53
Per.
£
12.10* 8.42
Lima (Peru)

…….
Montevideo (tJrug.)
Peso
2.5725
2.56
Caracas (Venezuela)
Bolivar
0.4795
0.47*.
Gulden
1.-
0.99*
Willemstad (Curaç.)
Gulden
1.-
1.
0
1*
San José (C. Rica)
Colon
0.6220
0.69
Peso
0.0415
0.0415
Managua (Nicarag.)
Cordoba
2.
4
8*
2.52
SanSalvador(SaIv.)
Colon
1.2440 1.24
Azië.
Rupee
0.807
0.90
6
Gulden T.C.
i._
1.001 4*
Yen
1.24 1.171
7.3

Calcutta ………..
Batavia

………..

Dollar
1.38

Paramaribo

…….

Taël
1.76
Shanghai

………
Singapore

……..
..Straits Doil.
1.4125
1.41

Guatemala ………

Manilla

………..
Phil. Peso
1.214
1.22*
Bangkok ………..
Tical
0.914
1.13*
Teheran (Perzië)
.
Kran
0.
26
*

Kobe

………….
Hong Kong

…….

Afrika.

.

Kaapstad
£
12.
1
0*.
12.06
Sf-é
Alexandrië ……..
Egypt.
£
12.42
12.40
Avstralië.
Melbourne, Sidney

.

en Brisbane .
£
12.10*.
12.11
Nieuw Zeeland
£
1
2
.
1
0*
12.11
1)
Pariteit der voorm. Oostenr. Kroon.
2)
Goudpeso.
3)
Milreis Goud.
) Not, te Amsterdam. ‘) Id. te Rotterdam. Overige not, part. opgave.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

o
a a
Londen
($ perk)
Parijs
($p.IOOfr.)
Berlijn
($p.IOOMk.)($p.IOOgld.)
Amsterdam

27 April

1926
4,863i
3,34
23,80
40,21
28

1926
4,867/,
6

3,
2
8*
23,80
.
40,23
29

1926
4,8634
3,301
23,80
40,21
30

1926
4,869/
s

3,31
.

23,80
40,2134
1 Mei

1926
4,868/,
3,
2
9*
23,80
40,18
3

,,

1926
4,8534
3,28
23,80
40,18

4 Mei

19251
4,851/
5,24 23,80
40,17
Muntpariteit
..
1

4,8667
19,30
23,81%
407/
1

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
INoteerings-1 eenheden
17Apr.
1926
24Apr./26
1926

i
LaagstelHoogstel
April11 Mei’26
1Mei
1926

Alexandrië..
ii’it.j
ϔTj
]’
9734
Athene

.
.
..
Dr. p.
£
38234
391 383
396 394
Bangkok

Sh.p.tical
1/10.
111034
111034
111034
1/101/
2

Budapest .
..
Pen. p.
£
27.85
27.80 27.70 27.90
27.80
B. Aires’). ..
d. p.
$
4418/
1
,
45/
1

4451
457/8
4581
Calcutta
. . . .
Sh. p. rup.
529
1

1t
1′
32
1/555/

84
5!
1
1
27IS,
!
1529 182
1’5


’64
Constantin..
Piast. p.
£
980 925
3)

920 950
915
Hongkong ..
5h. p.
$
212
26
1
92

212181,

2/23/
8

2137/
16

2
1
1
2
311
82

Kobe
……
Sh.p.yen
1’II ‘
I

L8
1/11*4
1/111/
8
1111′
1’l
Lissabon
2) .
.
d. per
Esc.
2”
182
2”
182
2”
154
286!
,
217!
182
d.
per
$
24
24
23
25 24
Montevideo’)
d. per $
507/ 51 5034
51
507/
8

Montreal

$
per
£

..

4.85
T8
4

c

“‘T8
4.85%
4.86%
4.86′

Mexico
……..

R.d.Janeirol)
d. per Mii.
627!
82

!
7
7
73/,
7′
Shanghai
..
.
Sh.
p.
tael
2110′
8
1

f8
2′

1
‘lO T8
2/10%
21117/6
21118/
s

Singapore.
..
id. p. $
2131!
16

213311
33

2137f
2/4
1
/
32

2/3
15
/
1

Valparaiso
2).
$ p.0
39.50
39.80
39.70
39.80
39.80
Warschau
..
Zi. p. £
1

40 8)
48
4)
50 8)
1

50
3)

50 8)
1) Telegrafisch transfert.
2
)90 dg.
3)
Laten.
4)
Bieden.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS 8)
Londen
1
)
N.York’)
Londen
26 April
1926.. 299/
4

6434
26 April 1926….
84/11%
27

,,
1926…

2934
637/
5

27

1926…,
84/11
28

,,
1926..

291/
15

64
28

1926
…..
84/1134
29
1926..

2934
64
3
/
8

29

1926…..
84/11%
30
1926..

2915,,
645I
30

,,

1926…
.
84111
1
1
4
1
Mei
1926…

30
64%
1
Mei

1926
…..
2 Mei
1925..

317/
1

671/
8

1
Mei

1925….
.
84/1134

20 Juli
1914..

2415/
16

54
,
18

20
Juli

1914….
84/10
1)
in
pence p. oz.stand.
3)
Foreign silver in Sc.
p.oz.fine.
3)
in 5h. p.oz.fine

STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
De Minister van Financiën maakt bekend:

Vorderingen.

1 23 April 1926 1 30 April 1926

Saldo
bij
de
Nederlandache
Bank….


Saldo b. d.
Bank
voor Ned. Gemeenten
f

844.750,50

f


Voorschot
op uIt.
Mrt. 1926 aan
de ge-
meenten op
voor haar door de Rijks-
administratie te
heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en
opcenten op
de
Rijksinkomsten
belasting………..
52.861.933,88
,,

52.861.933,88
,,

12.428.007,18
.05.203.l94,39
,,205.381.674,17
Daggeldieeningen

tegen onderpand
,,

3.000.000,-
,,

5.200.000,-

Voorschotten
aan de koloniën……….12.897.805,48
Voorschotten
aan
het buitenland ……

Saldo der postrekeningen van Rijks-
van Staatsschuldbrieven

………..

33.166.028,40
,,

33.897.911,47
comptabelen

……………………
Vordering op
het
Staatsbedrijf der P.,
T.

en

T.2)…………………………


Id. op andere Staatsbedrijven 2)
3.568.348,03
,,

3.748.348,03

Verplichtingen.

Voorschot docr de Nederi.
Bank

f

7.498.822,65

f
10.952.929,52
,,133.127.000,-
,,

74.150.000,-
Waarvan direct bij de Ned. Bank


,,

14.760.589,50
3.150.763,21

Schatkistbiljetten in Omloop’)……….,133.127.000,-

Schuld a. d. Bank
v.
Ned.
Gemeenten 2)


Schatkistpromessen in omloop
…….,,

74.150.000,-

Zilverbons in
omloop ………………..15.269.479,-

Id.
a.
h. Alg. Burg.
PensioenfQnds 2) ..

12.565.224,59
,,

10.622.887,41
Id. a.
h.
Staatsbedrijf
d. P., T. en T. 2)

72.245.730,67
,,

67.157.896,97
Id.
aan andere Staatsbedrijven’) ……

,,

135.000,-
,,

110.000,-
Id. aan diverse instellingen
2)
………..2.433.913,59
.
,,

2.432.213,04
Waarvan
f
37.056.000
vervallen op of na 1
April 1927.
In
rekg.-crt. met
‘s Rijks
$chatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
De Minister van
Koloniën
niaakt bekend:

1

24 April1926
1
Mei 1926

Voorschot uit
‘s
Rijks kas aan N.-lndië
f
1.786.000,-

f
1.329.000,-
Indische Schatkistprom. in omloop ..,,25.300.000,-
29.lOO.000,-
Ander Schatkistpapier

…………..
350.000,-
350.000,-
Voorschot Javasche
Bank aan
N.-lndië
…..
,,

5.627.000,-
,,
4.133.000,-
Muntbiljetten in omloop

………….
2
.
32.395.000,-
,,32.055.000,-
Ten voordeele van Ned.-lndië
ge-
boekte
beleggingsgelden van
het
Ned.-Ind. muntfond, …………….
..4.535.000,–
4.535.000,-
Idem van de Ned.-lnd. Postspaarbank’
.
,,

860.000,-
1,,

841.000,-
f70.853.000.-
f72353.000,-
Totaal…………………….
In ‘s lands kassen aanwezig


1

5 Mei 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

423

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 3 Mei 1926.

Activa.
BinnenI.Wis-

Hfdbk.
f

36.024 988,03
sels, Prom.,Bijbnk.

14.557.229,74

enz.indisc.t Ag.sch.

23.536.051,21

f
74.118.268,98
Papier o. h. Buiteni. in disconto

Idem eigen portef.
.
f
184.028.728,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nogniet afgel.


184.028.728,-
Beleeningen
111 dbk.
f

80.039.121,54
mcl. vrsch.

op onderp.1

Bijbnk

12.625.768,03
in rek.-crt.
Ag.sch

..80.172.567,18 op onderp.

f
172.837.456,75

Op Effecten…….
f
170.383.810,55
Op Goederen en Spec. ,,

2.453.646,20
172.837.456,75
Voorschotten a. h. Rijk ………………
8.724.537,22
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……f

55.703.025,- Muntmat., Goud … ,, 372.209.998,78

f
427.913.023,78
Munt, Zilver, enz.

25.810.094,21

Muntmat., Zilver

Effecten
453.723.117,99

BeleggingRes.fonds.
f

6.341.559,17
id. van’

v. h. kapit.,,

3.955.508,87
10.297.068,04
Gebouwen en Meub. der Bank …….
5.171.000,-
Diverse

rekeningen ……………….
64.452.050,10

f
973.352.227,08
Paasiva.
Kapitaal
…………………………f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………,,
6.483.597,96
Bijzondere

reserve ……………….,,
12.000.000,-
Bankbiljetten in omloop……………
887.5 17.675,-
Bankassignatiën in omloop………..
2.670.021,41
Rek.-Cour. j Het Rijk
f


saldo’s:

I
Anderen,,

23.439.666,72
23.439.666,72
Diverse rekeningen ………………,,
21.241.265,99

f
973.352.227,08

Beschikbaar metaalsaldo
………….f
270.423.367,42
Op de basiz van
2/
5
metaalciekking…. ,,
87.697.894,79
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigdis. ,.
1.352.116.835,-
Voornaariiste posten in duizenden
guldens.

Goud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Munt
I
Muntmat.
Circulatie
opetschb.
schulden Metaal-
saldo
k
perc.

3 Mei

’26
55.703
372.210 887.518 26.110
270.423
50
26 Apr. ’26
56.027
372.172
817.162
40.669
282.255
53
19

’26
56.179
372.172
818.435
36.570
282.513
53
12

’26
56.376
372.172 830.887
28.896
281.583
53
6

’26
56.588
372.359
849.766
31.636
277.280
51
29 Mrt. ’26
56.910
372.274
821.005
35.633
283.222
53

4 Mei

‘251
56.284
423.189
946.394
29.081
304.793
51

25 Juli

‘141
65.703 96.410
1310.437
1

6.198 43.521
1
)
1 54

Totaal
SchatkTst-
Belee-

Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
nin en
ophef
reke-
disconto’s rechtstreeks

bulten!.
ningen ‘)

3 Mei

1926
74.118

172.837
184.029
64.452
26 Apr.

1926
68.226

138.425
183.764
48.126
19

1926
74.251 6.000
131.790
183.425
47.288
12

,,

1926
77.411
7.000 129.079
177.068 52.467
6

,,

1926
85.321 15.000
146.102
176.941
52.988
29 Mrt. 1926
71.680 2.000
3
)
137.200
176.795
43.972

4 Mei

1925
103.404
6.000
179.541
152.449 70.200

25 Juli

1914
67.947 14.300 61.686
20.188
509
up ut
UdbIS VdII
5 .z.ctaa.uftn…g.
-,
usuitpuc.
3)
per 23 Maart.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
t
Metaal
ci
Andere
opelschb.
Discont.
Div. rek

13

Mrt.

1926.-.
1.001
1.611
542 950 350

6

,,

1926..
1.005 1.692
622
944
239
27 Febr.

1926..
1.005
1.757
622
935
325
20

,,

1926..
1.005
1.614
768 937
461
13

1925-
1.005
1.609
653 933 322

14

Mrt.

1925…
1.052 1.527 872 1.025
316

5 Juli

1914…
645
1.100
560
735
396
niuiipo& oer acuva.

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. 1)e samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data
Goud
Zilver
I
_________

Circulatie
Andere
opelschb.
schulden

Beschikb.
metaal- saldo

24Apr.1926
23.250
333.500 48.500
162.850
17

1926
239.500
336.500
48.500
162.500
10

1926
241.500
335.500 48.000
164.800

3Apr. 1926
01.860

40.184 331.039 54.393
165.609
27 Mrt. 1926 201.960

39.920
328.218
55.945
165.642
20

1926
202.100

39.603
330.420
56.182 164.947
13

1926
201.894

39.546
335.136 54.563
164.103

25 Apr.1925
133.505

50.567
276.499
49.453
119.714
26

,,

1924
153.903

65.187 256.671
89.211
150.657

25 Juli1914
22.057

31.907
110.172
12.634 4.842
2

Dis-

Belee-

Diverse
Data

conto’s

N.-Ind.

ningen

reke-3

percen-
______________

betaalb.

n ngen

tage

24Apr. 1926

••

63
17

1926

102.150

62
10

1926

103.740

‘•

63

3Apr.1926

9.141 19.951

41.82

77.729

63
27 Mrt. 1926

9.005 20.032

42.076

75.664

63
20

1926

8.679 19.536

42.744

77.547

63
13 ,, 1926

8.710

19.323

42.916

83.049

62

25Apr.1925 20.464 18.152

40.605

63.979

56
26 ,, 1924 35.231

16.494

54.352

15.431

63

25Juli1914

7.259

6.395

47.934

2.228

44
1)
Sluitpost activa.
1)
Basis
216
metaaidekking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaaauustc posten, onder bijvoeging der Currency Notes, in duizenden po-nden sterling.

11

Data

Metaal . Circulatle

Currency Notes
Bedrag
I
Bankbilf.
1
Day. Sec.

28April1926 146.372 141.097 294.473 56.250 243.681
21

1926 146.410 140.161 293.375 56.250 242.723
14 ,,

1926 146.491 140.717 295.314 56.250 244.921
7 ,, 1926 146.655 141.892 297.726 56.250 247.680
31 Maart1926 146.769 142.762 295.337 56.250 244.585
24 ,, 1926 146.843 141.617 286.302 56.250 235.321

29April1925 155.742 148.387 289.848 53.950 240.973

22 Juli 1914 40.164 29.317

– –

Dek-
Data

– ?:

0[

Reserve kings

28 Apr.’26 39.495 67.822 18.925 95.657 25.025 21
21

’26 39.270 68.031 13.369 103.196 25.998 22r
14 ,, ’26 40.210

66,577 10.964 103.619 25.524 221j
7 ,, ’26 45.140 68.205 13.176 106.972 24.513 20
3
/
8

31 Mrt. ’26 37.015 86.570 35.441 93.607 23.757 188/
s

24 ,, ’26 43.585 72.521 14.406 108.373 24.975 202/
5

29April’25 36.852 76.245 17.048 105.481 27.105 221/
8

22 Juli ’14 11.005

33.633 13.735 42.185 29.297 523/
8

1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen franos.

1
Waarv.
Te goedl
B.

gew.I
Schat-
Wis-
Data
Goud
1
in hef
Zilver
in het
1
voorsch.
kistbil-
sels
buitenl. bultenl.Iajd._Staai1jetten
1)

29Apr.’26
5.548
1.864
334
575
35.150
5.307
4.190
22

’26
5.548
1.864
333
573
35.300
5.306 3.399
15

’26
5.548
1.864
332
571
35.650
5.303 3.482
8

,,

’26
5.548
1.864
332 573
36.250
5.301
3.344
1

,,

’26
5.548
1.864
332
570
36.250
5.292 4.174

30Apr.’25
5.546
1.864
317
583
23.250
4.980
5.959

23Juli’14
4.104

640
– –

1.541

Waarvan
Uitge-
Belee-
Rekg. Courant
Parti-
1
Staat
Data
op het
stelde
I
Wisselsl
ningen
I
Circulatle
buiten!.
cuuerenl

29Apr.’26
13
1
2.413
52.208
2.791
36
22

,,

’26
13
1
2.460 52.014 2.646
45
15

,,

’26
12
1
2.479
52.443
2.687
11
8

,,

’26
13
1
2.538
52.851
2.822
4
1

’26
11
2
2.418
52.127
3.039
6

30Apr.’25
20
6
3.020
43.050
2.077
28

23 Juli’14
8.

769
5.912

1
943
401
1)
In disc, genomen wegens voorach. v. d. Staata.buitenl. regeeringen.

e

424

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Mei 1926

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in miljoenen Reiclismark.

Daarvan
Deviezen
Andere
a a
0
bi) bui-
als goud-
wissels
Belee
ten!. circ.
dekking
en
ningen
banken
1)

geldende
cheques

23 April 1926
1.491,4
260,4
256,4
1.161,1
7,6


15

,,

1926
1.491,2
.260,4
278,4
1.227,9
8
1
4
7

,,

1926
1.491,1
262,6
481,4
1.127,7
7,7
31Maart1926
1.491,1
262,6 481,2
1.215,9
77,5 23

,,

1926
1.449,2
220,8
483,1 1.094,5
5,4
23 April 1925
1,004,1
128,9
334,7 1.266,7
6,0
30 Juli

1914
1.356,9
– –
750,9 50,2

D
to

_______________

Effec- ten
I
Diverse
Activa
2
)
Circa-
latie
Rekg.-
Crt. Diverse
Passiva
Rljksb.
geher-
disc.

23 April 1926

89,0
1.089,8 2.645,9

1.055,6
169,4 264,1
15

1926

89,9
1.110,9 2.790,3

1.007,1
172,4
270,1
7

1926

246,4
1.011,2 3.061,4

770,7
379,5 329,5
31Maart1926

244,5
922,9 3.159,6

625,4
386,9 413,5
23

,,

1926

240,6
943,5 2.513,7

963,2
562,6
460,0
23 April 1925

199,9
1.411,7 2.022,1

974,6 975,6
683,2

’30 Juli

1914

330,8
200,4 1.890,9

944,-
40,0
1


1)
Onbelast.
2)
W.o. Rentenbankscheine 23, 15,7 April,
31,23 Mrt., resp.
572,4; 560,6; 485; 464,9; 477,9
milI.

NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Voornaamste posten in millioenen
francs.

Data
,0
b
e
..

29Apr.’26
395
480
1.479
684 5.200 7.924
1
357
22

26
3.95
480
1.403 662
5.200
7.730
7
448
15

1
26
395
480
1.337 619
5.200
7.778
1
290
8

,,

’26
396
480
1.343
637
5.200
7.747

346
1

’26
396
480
1.301
613
5.200
.7.689
1
340
25 Mrt;’26
396
480
1.306 447
5.200
7.495
12
361
30Apr.’25
378
480
1.374 350
5.200
7.665
13
224

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS. Voornaamste posten in millioenen dollars.

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data
betaal-
middel,
Totaal Dekking
In her-
disc. v. d.
In de
open
bedrag
F. R.
Notes
,
Zilver
etc.
member
markt
banks
gekocht

7 Apr.’26
2.783,3
1.432,3
150,3
578,6
229,8
31 Mrt.’26
2.766,9
1.410,5
153,0
632,4
249,6 24

,,

’26
2.794,5
1.462,4
155,3
617,5
252,2
17

’26 2.811,3
1.490,8 153,4
480,6
257,1
10

’26
2.799,2
1.459,1
151,7
502,4 284,5
3

’26
2.764,8
1.433,9
.148,8
583,2
286,6

8 Apr.’251
2.839,4
1.563,9
137,2
391,3
310,7

Data
Belegd

u. s.
Notes

Totaal
Gestort
Goud-
1

Dek-
Algem.
Dek-
Gov.Sec.
in circu- Kapitaall
kings- kings-
latie
1

perc.’)
perc.2)
____________
7 Apr.’26
342,0 1.652,9
2.278,5
120,5
70,8 74,6
31 Mrt!26
329,8
1.656,5
2.323,4
120,4 69,5 73,4
24

1
26
308,2
1.659,0 2.313,6
120,4 70,3
73,6
17

’26
352,6 1.659,2
2.264,7
120,4 71,6
74,6
TO

,,

’26
359,7 1,671,8
2.281,3
120,0 70,8
75,6
3

’26
325,8
1.675,4
2.302,3
119,7
69,5
73,2
8
,
Apr.’251
362,2

1
1.714,2
2.187,0
114,5
72,8
76,3
1)
verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare schulden:
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhd’uding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL. Voornaamste posten_in millioenen dollars.

Data
Aantal
Dis-
conto’s
Beleg- Reserve
1

bij de
Totaal
1
Waarvan
banken
en
gingen
1

F.R.
depo-
sito’s
time
deposits
beleen.
banks

31 Mrt’26
710
14.052
5.495
1.655
18.674 5.477
24

’26
711
13.947
5.575
1.647 18.522
5.486
17

’26
712
13.45
5.699
1.662
18.859
5.466
10

’26
712
13.915 5.506
1.644
18.547
5.455
3

’26
712
14.009 5.503
1.051
18.655
5.446
1 Apr.’25
736
13.205
5.498
1.605
18.126
5.053
Aan liet eind van ieder kwartnal worc1 een overzi’ht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen baukstaten.

EFFECTENBEURZEN.
.

Amsterdam, 3 Mei 1926.
J)e internationale fondsenmarkten zijn in de achter ins
liggende berichtsperiode grootendeels beheerscht door de
ontwikkeling van het conflict in de steenkoolindustrie in
Engeland. De beurs te Londen is gedurende het grootste
deel der berichtsweek tamelijk vast gebleven, omdat men
de hoop koesterde, dat per saldo een regeling tusschen mijn.
eigenaars en mijnwerkers zou worden getroffen. De af-
kondiging van de staking is dan ook vrijwel een verrassing
geweest, welke de markt dientengevolge sterker heeft
gedrukt, dan anders wellicht het geval zou zijn geweest.
Vooral de mogelijkheid van een uitbreiding der staking
over verschillende andere bedrijven heeft vrees voor ver

wikkelingen doen ontstaan, hoewel ook in dit opzicht tot
nu toe geen al te pessimistische gedachten de overhand
hbben verkregen. In verband met het bovenstaande heeft
L
.
fondsenmarkt in den aanvang der berichtsweek een
vaste stemming aan den dag gelegd, om plotseling een andere
tendens te toonen, toen de staking een feit was geworden.
Aan de beurs van B e r 1 ii n heeft juist het tegenover-
gestelde plaats gevonden. Nadat reeds een algemeene ver-
betering was ingetreden in verband met den voortdurenden
ruimen stand van de geldmarkt, ondervond de markt een
verderen stimulans door het vooruitzicht op de steenkolen.
staking in Engeland. Op den voorgrond stonden verschil-
lende montaan-aandeelen en van deze werden weder in het
bijzonder die fondsen gezocht, welke geheel of gedeeltelijk
belang hebben bij de kolenindustrie. Men is nl. in Duitsch-
land van meening, dat het stop zetten van de steenkool-
mijnen •in Groot-Britannië een gunstig effect zal kunnen
hebben op de voorraden der Duitsche mijnen. In dit verband
waren aandeelen lïlarpener sterk gevraagd; op een dag
konden deze aandeelen ongeveer 6 pCt. stijgen. Vervolgens
traden aandeelen Oberbedarf naar voren. Voorts bleken
aandeelen in electriciteitsondernemingen te zijn gezocht,
o.a. Siemens & Halske, Schuckert, Feiten & tuileaume,
A. E. G. enz. Chemische aandeelen en aandeelen in de
kalinijverheid daarentegen waren rustiger van toon.
Te P a r ij s heeft de overeenkomst betreffende de regeling
van de schulden met de Vereenigde Staten niet veel indruk.
gemaakt. Over het algemeen bleken de commentaren, welke
tot nu toe zijn geleverd, niet al te welwillend te zijn en
de fondsenmarkt heeft vrijwel dezelfde houding. Het ver-
schil tusschen het aanbod van Caillaux, enkele maanden
geleden en de toenmalige eischen van de Unie is thans
nagenoeg gehalveerd, zoodat van beide zijden belangrijke
concessies zijn gedaan. Niettemin had men in Fransche
financieele kringen een grootere tegemoetkoming van
Amerika, resp. een grootere standvastigheid van den
Franschen vertegenwoordiger in de Unie, den heer Bérenger,
verwacht. Ook internationaal is het tot stand komen der
overeenkomst tot nu toe vrijwel onopgemerkt voorbijgegaan,
gezien de houding van het Fransche betaalmiddel, waarvoor
een nieuwe reactie – zij het van niet zoo grooten omvang
als die van de vorige week – is. ingetreden.
Te N e w Y o r k is de markt vrijwel gelijkmatig geblevem
De berichten uit industrieele kringen luidden nog steeds
bemoedigend, doch geen enkele aanwijzing, welke tot grootere
koerssehommelingen kon leiden, is bekend geworden. Ook
de wisselingen, in de prijzen op de productenmarkten zijn
te gering, dan dat hieruit groote omzetten op de fondsen-
markt geboren zouden kunnen worden. Aan den anderen
kant heeft de ruime geldinarkt medege.holpen tot handhaving
en, in sommige gevallen, tot stijging van het koerspeil.
Te n o n z e n t is de markt buitengewoon kalm geweest.
De
beleg gingsafcleelino
heeft weinig aanleiding tot bijzon-
dere beschouwingen gegeven. In den laatsten tijd bestaat
trouwens grootere belangstelling voor de nieuwe emissies
dan voor de oudere leeningen, in verband met het. feit,
dat de nieuwe obligaties meerendeels een lioogere rente
afwerpen. Van de reeds genoteerde soorten bleken voor-
namelijk Mexicaansche schuldbrieven te zijn gevraagd, in
verband met de vooruitzichten op regeling van de rente-betaling. 6 pCt. Ned. Werk. Schuld 1922:
106
K 1067/
1
,,
106s,, ;
41
i
pCt. Ned. Werk. Schuld: 985,,. 99; 5 pCt.
Mexico £ 100-1000:
lOf,
11, 128/; 5 pCt. Brazilië
1903 £ 100
:
775/,, 78; 8 pCt. Sao Paulo: 1047,, 104 , 105.
De
rubbermarkt is
doorgaans tamelijk vast geweest. De
prijs van het product is slechts weinig veranderd, doch de
grondtoon schijnt iets gunstiger te zijn geworden. Hierdoor
werd ook niet veel aandacht besteed aan dedividenddecla-
ratie van de Rubber Cultuur Maatschappij ,,Amsterdam”;
het percentagevan 25 pCt., dat over 1925 tot uitkeering
zal worden gebracht, heeft overigens noch verrast, noch
teleurgesteld. De omzetten zijn over het algemeen niet
omvangrijk geweest. Amsterdam Rubber: 334k, 339h, 3,36;

5 Mei 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

425

Deli Batavia Rubber :
2413%, 2443%, 243;
ELessa Rubber
447, 452, 45084 ;
Kali Telepak:
356%, 361, 368;
Ned.-Ind.
Rubber & Koffie:
327, 325, 330;
R’dam Tapanoeli:
159,
16094, 1583%;
Serbadjadi:
349% 3533% 3463% ;
Sumatra
Caoutchouc:
289, 290, 290i/;
Wai Sumatra Rubber :
275,
273, 272.
Grootere verschillen zijn voorgekomen in de
tabaksmarkt.
De berichten omtrent schade, doordroogte toegebracht aan
den te velde staanden oogst, hebben een sterken druk op de
vooraanstaande Sumatrasoorten uitgeoefend. Het sterkst
hebben aandeelen Senembah te lijden gehad, terwijl aandeelen
Deli Mij. den krachtigsten weerstand hebben geboden. De
technische marktpositie heeft hierbij ook medegesproken. Op
aandeelen Senembah werden nl. Vrij sterke baisse aanvallen
uitgevoerd, waartegen het fonds niet bestand bleek te zijn.
Alleen op den laatsten dag van de herichtsperiode is een
krachtig herstel gevolgd, waardoor weliswaar de koerswer
liezen niet geheel uit den weg konden worden geruimd, doch waarbij toch een aanmerkelijk verschil outstond ten opzichte
van het laagst bereikte peil. Arendsburg
525, 515, 531;
Besoeki Tabak:
210, 230;
Dell Batavia Mij.:
402, 403, 400,
409;
Deli Mij.:
380 376, 373, 380;
de Oostkust:
201, 1963%,
1943%;
Senernbah:
440, 4243%, 4343%.
Suikeraandeefen
hebben weinig schommelingen te zien
gegeven. Doorgaans is de markt hier vast gebleven, doch
de handel was zoo gering, dat op vele dagen nauwelijks van omzetten kon worden gesproken. Cultuur Mij. der-Vorsten-
landen:
172%, 173%, 173i/
; Handelsverg. Amsterdam:
6603%,
0573%, 659;
Java Cultuur Mij.:
34934 , 347, 348;
Maron:
280, 265, 270;
Ned. md. Suiker Unie:
229, 228, 2273%
Poervoredjo:
118, 109, 1091/
8
; Tjepper:
635, 665, 668;
Tjoe.
kir:
416, 421, 425.
De
petroieummakt
was onevenwichtig. Aan den eenen
kant ondervonden bv. aandeelen Koninklijke Petroleum Mij.
geen invloed van beteekenis van de herhaalde verhooging
der .petroleumprijzen in de Vereenigde Staten, terwijl tegen
het einde der berichtsweek wel vraag ontstond in verband
met de ongunstige vooruitzichten ten aanzien van de kolen-
staking in Engeland. Toen dit laatste echter een feit was
geworden, keerde de tendens en sloot de houding van het
aandeel zich meer aan dc algemeene marktstemming te
Londen aan. Van de overige soorten bleken aandeelenPerlak,
na een aanvankelijke daling, tot hoogere koersen te zijn
gevraagd. Dordtche Petr. md. Mij:
3753%, 3713% ;
Gec.
Roll. Petr. Mij:
180%, 182
; Kon. Petr. Mij
:389
7
/
s
, 3925/,
387% ;
Perlak Petroleum: 70,
69, 72;
Pendawa:
35,
37ii, 353%. Schecpvaartaancleelen
waren over het algemeen vast. De
tot nu toe verschenen jaarverslagen van diverse maatschap-
pijen hebben ter beurze een gunstigen indruk gemaakt.
Holland-Amerika Lijn:
45, 453%, 453% ;
Java China Japan
Lijn:
116, 117, 117;
Kon. Ned. Stoomboot Mij. :
793%, 83,
823%
; Ned. Scheepvaart Unie:
1693%, 170, 17194 ;
Stoom-
vaart Mij. Nederland:
167;, 1653%, 168%.
Van
iizdustrieeie aandeelen
h4bben de Jurgenssoorten de
meeste aandacht getrokken door een vaste houding. Ook
aandeelen Philips Gloeilampenfabrieken bleken goed prijs.
houdend, ondanks de tegenspraak der directie ten aanzien
van een spoedige uitgifte van nieuwe aandeelen. Voor
kunstzijde was de belangstelling gering, behalve tegen het
slot der berichtsweek, toen er eenige vraag tot iets hoogere
koersen ontstond. Centrale Suiker Mij.:
115, 116, 1173%;
Roll. Kuustzijde md.:
122, 1153%
(ex. div.); Jurgens:
1643%,
169%, 1663%;
Maekubee:
1313%, 133%, 135;
Ned. Kunst.
zijdefabriek:
312, 3173%, 319, 325;
Philips Gloeilampen:
368, 369.
Mijnaandeelen
waren verwaarloosd. Alg. Exploratie Mij.:
1173%, 119, 1193%;
]3illiton le Rubr.:
639, 6503%, 6453%;
Redjang Lebong:
275, 265, 268.
De aldeeling voor
bankaandeelen
reageerde aanvankelijk
iets, doch kon in het verder verloop weder nagenoeg de
oude koersen bereiken. Amsterdamsche Bank:
1563%, 1583%,
159sj;
Incasso Bank:
114,
(ex. div.)
115, 1143%;
Koloniale
Bank:
1983%, 1973%, 198%;
Ned. md. Etandelsbank:
160%,
162, 1627/
8
; Ned. Handel Mij.:
146, 1481/
s
, 1443%
;Rotterdamsche
Bankvereen.
713%, 70, 69
7
/
8
; Twentsehe Bank:
132
(ex div.)
De Amerikaansche «[dec/ing
was zeer kalm, doch over
het algemeen vast gestemd, geheel in aansluiting aan Wall-street. Anacorda Copper:
903%, 98, 96;
Studebaker:
543%,
52, 53, 523%;
United States Steel Cy:
1223%, 1243%, 1.223%;
Atchison Topeca:
132, 1315/
8
; Ene:
313%., 32;
Union Pacific:
148
7
/
8
, 1491/
13
, 149 :
Vabash Railway:
425/
8
,
43
1
/56,41
5
/10,41. De
gek/markt
veranderde slechts weinig. Na eenige stroef-
heid in het midden der berichtsweek, in verband met de
eischen, gesteld ter gelegenheid van de maandwisseling, werd het aanbod van geld weer giooter, zoodnt de notee.
ring voor prolongatie geleidelijk daalde van
34
tot
3
pCt.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

4
Mei
1926
De oiidergnoisd van cle Noorl-Anieiikaansciie tarwe-
maikten is nog steeds niet vast geweest. Wel bleef er
steeds nog vraag bestaan voor Europeesc:he rekening, doch
deze was itiet van zooilauige flfmetitlgcls, dat cle toestand
ei door beheersoht wand. Ook zijn de weerbenichten uit het
Noojol-Westen den Ver. Staten en Can:iola nog steeds niet
gitisstig, nular er seloijtieso sing zulke lielatigmijke hausse-
posities geIicuideerd te moeten worden, dat nog steeds de aandrang tot venkoopen de overhaisil behield. Tocih is de
ataikt stabiel gebleven, tot I Itici, dorh
01)
3
Eei liepen
de prijzen, zoowel te Chicago als In ‘innipeg, terug na
aanvankelijk hooges geopend te zijn. II n vergelijking met
andere jaren zijsi cle floictuaties evenvel betrekkelijk gering.
1)e ]aatste daling wordt voorisanielijk toegeschreven mli
hen invloed van de afgekondigde :ilgenieerie staking in
.1/migelaiicl Ditzelfde feit was gisteren aammvntikelijk oorzaak
van betere markten. Zoowel in Noond-Asimenika als itt Ar

gentinil 01)enden de markten hoogem, waarschijnlijk ten
gevolge vaii het feit, dat de EngelsaJoe 1/egeening twee la.
dingen t:irwe gekocht zou hebben Welken invloed verder
de staking op cle graa.nmarkten zal hebben, is nog niet
roet zekerheid na te gaan Aan den eenen kant zijn er
weinig koopers voor spoedig aankomend graan, int vrees
dat de ladingen niet gelost zullen kunnen worden ; aan den
anderen kant dreigt het
stilleggen
van een groot deel van de Engelsehe handelsvloot de vrachtenniarkt aanzienlijk
vaster te zullen maken, terwijl er bovendien een periode
zou moeten komen, waarin door gebrek aan ruimte cle ver-
seloepisigen (Ier exportlanden gering zouden zijn Dit zou
aan den anderen kant weer deprimeeremi werken op de
markten in de exportlancien, en het is zeer goed mogelijk
dat per slot van rekening de verschillende invloeden elkaar
zuilen opheffen Op liet oogenb]ik is dit vrijwel het geval.
Natuurlijk wordt de hoeieelheid beschikbaar gi-aan in dc
wereld niet door het conflict beïnvloed en waarschijnlijk zal
liet ook geen grooteis invloed op 1oct verbruik uitoefenen,
ofschoon liet mogelijk is dat door armoede hier en daar
minder geconsunieerd zal worden; van groote beteekenis zal
dit evenwel niet zijn. Wat betreft cle oogstberiahtcn in
Noord-Amerika, cle oogst van wintertarwe blijft zich gun-
stig ontwikkelen en optimisten zeggen reeds, dat deze prac-
tiselo verzekerd is Ons lijkt dit wat bout gesproken, doch
(le kans dat cle opbrengst aanzienlijk minder wordt dan nieii verwacht, is toch gering. In het Noord-Westen der
Ver.
Staten is een aanzienlijk percentage uitgezaaicl, maar
men heeft er nog steeds met droogte te kampen, al is er ook hier en daar regen gevallen Hetzelfde geldt in ster-
kere osmate voor Canada, waar oog slechts een gering per-
centage is uitgezaaid, zooclat van den Caandeeschen oogst nog zeer weinig te zeggen valt. Gezien het belang van dcii
Canacleeseloen oogst voor de wereld-voorziening van tarwe
ken mcii zeggeli, dat de toekonist van dc tarwepnijzen in
lijn n oe mOe
ii tl
zul leto sta en oom et ileim 0-ego
Ii
val in Canada
gedurende de eerste weken. Blijft cle regeil nog eenigeil
tijd uit, dan begint het er voor Canada tamelijk be:lerikolijk
uit
te zien. Komt er binnenkort voldoende regen, dan is
eer zeer goede oogst nog mogelijk De loop der prijzen lii
Winnipeg duiden niet aan, dat men zich over den oogst erg
ongerust maakt. Per saldo zijn de prijzen er in cle laatste
week ongeveer
2
3 pCt. gevallen. De afiadingen haar
iïnropa wel-en in cle afgeloopen week precies 1.000000 qrs
Bit is meer daim in cle vorige week maar liet blijft toch
bij normale jaren gerekend zeem- weinig. Se:lert 1 Augustus
vinden wij clan ook voor het totaal der versehepingen van
tarwe en nice] naar Europa dit jaar
43.600000
qrs tegen
verleden juni-
64.030.000
qrs; een verschil, dat duidelijk
aangeeft, welke groote oogsten Europa (lit jaar gehad heeft. Xii kan men weiisvaao

zeggen dat in cle meeste landen de voorraden van tarove gering zijn, doch zij zijn, niettegen-
staande de kleine verschepingeri van de laatste uoaanclen.
blijkbaar niet onrustbarend verminderd; integendeel in de
grootste markt. Engeland. zijn zij desi laatsten tij:i weer
wat toegenomen.
01)
het Continent bleef er vraag bestaan
voor spoedig leverhare tarwe, speciaal ton onzent, zoowel
voor Duitsehe als Nederlanclscloe rekening De l3′.ransche markt blijft zich afzjclig houden, terwijl ook België weinig
vraagt.
Töt nu toe zijn cle berichten omtrent de Europeesche
oogsten gunstig. Ook Rusland seint we:lerom betere benieb-
ten, ,’och liet is voorloojiig moeilijk zich een beeld vau tie
grootte van dcii volgenden Russisehen oogst te vormen
Rusland blijft steeds 1.iog tarwe verschepen, doch de hoe-
veelhe:ien mijn betrekkelijk gering. De grootste versehepiii-
gen kwamen in iie afgeloopen week van Argentinië. Noord-Amerika is geheel op een tweede plan teruggedrongen, maal

426

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Mei1926

Noteeringen. Locoprijzeti te i(ottci’ihuït/Auisterdaan.

Chicago
Buenos Aires
Soorten
3 Mei
26
A,ril
1

4 Mei
Data
Lijnzaa’d.

1926 1926
1925

Tarwe
Maïs
Haver
Tarwe
Mars

Tarwe (Manitoba III)
.
Rogge (No. 2 Western)
.

16,50
** 11,40
16,50
** 11,55
*
17,-
13,50

Mei
Mei
Mei
Mei Mei
Mei

1 Mei ’26
1641/

715/
8

405
13,35
2
)

6,80′)

15,301
Maïs (La Plata) ………
2
170,- 178,-
.258,-
24Apr.’26
1623

41
13,65

1

7,10

15,30
Gerst (48 ib. malting)

‘•2
193,-
200,- 260,-
1 Mei ’25
160
.

107,4

41y,
15.-

9,80

21,95
Haver (Canada 3)……..
1

11,25
12,-
12,75
1 Mei ’24
1037/
8

76
7
/8

46
5
/
8

11,15

7
,
70
119,10
Lijnkoeken (Noord-Amen-
1 Mei ’23
120
7
/8

80,4

7
I8
12,10
2
)

8,602)

21,952)
ka van La Plata-zaad)..l
11,70
12,05
12,75
20Juli’14
82

567/
8

364
9,40

5,38

1
1
3,70
Lijnzaad (La Plata) …..
8

340,-
341_….
472,-
1)
per 3
Mei.
2)
per Juni.

1)
per 100 KG.

2)
per 2000
KG.
3)

per 1960 KG.
*
No. 2
Hard/Eed Winter Wheat.
**
Zuid-Russische.

Artikelen

iA1’iVOER1i1N ii, tons van 1000 KG.

Rotterdam

. 1

Amsterdam

25
April11 Mei

Sedert

Overeenk.
25
April11 Mei

Sedert

Overeenk.
1926

1
1
Jan.
1926

tijdvak
1925

1926

1Jan.
1926
tijdvak
1925

Totaal

1926

1

1925

Tarwe…………..

._
17.077
392.885
266.794
1.300
3.482
6.731
396.367 273.525
Rogge.

………….
2.813
63.155
38.641

296

63.451
36.641
Boekweit ……………293
..
8.896
9.891

297
150
9.193
10.041
Maïs

._
….
4.179
298.775
242.594.

23.799
30.814 322.574 273.408
Gerst ……..

.
2.009
.
112.446
49.977

4.049
2.465
116.495
52.442
Haver ……………..
2.448
57.484
33.759

.
1.995
150
59.479
33.909
1.696
70.423
53.747′

74.396
14.087
144.819
67.834
350

.

84.895
85.133



84.895
85.133

Lijazaad

……………
Lijnkoek

……………
Tarwemeel

…………
792
20.430
32.550
447
4.03 3
6.460
24.463
39.010
Andere meelsoorten ..
.547
5.008
3.059.
-.


5.008
3.059

aangezien de scheepvaart op de Meeren geopend is, zal men
binnenkort grootere aflaclingen
van
Canacleesche tarive van,
n
Montreal kunnen verwachten.

.

,.
v

De zichtbare voorraad van tarwe in de Ver. Staten en
e
Canada is wederom eenigszins verminderd, doch nauwelijks’
zooveel als men in dezen tijd van het jaar

had

kunnen
verwachten.

.
De Europeesche r ogge-markt is in gezonden toestand,
daar er zich nergens voorraden van eenige beteekenis be-.
1
vinden. Spoedig leverbare rogge blijft goed gevraagd, maar:
gelukkig onthoudt

cle

speculatie

zich

van

het

doen

van
1

overdreven inkoopen.

En Chicago

liepen

de

prijzen

van
logge de laatste dagen eenigszins terug,, doch het aanbod
V

aali

cle

zehavcns

voor

spoedig

leverbare

rogge

is

zeer
7

gering.

De in a ï s-markt is al zeer weinig belangrijk geweest en
2

bij

gebrek

aan

vraag iii

Europa

zijn

in

alle iiiarkteti do
2

prijzen verder afgebrokkeld, met uitzondering van Noord-.
Anerika, waar zij Vrij stabiel bleven. Noord-Ainerikaansehc
niaïs wordt evenwel bijna niet nice, aangeboden. De Zuid-.,
Anierikaansohe oogst oefent nog steeds een druk uit op de
Europeesche markten, vooral

daar cle betrekkelijk geringe
hoevcelhecleii

stoomende maïs,

weinig koopers vinden. De
Noord-Dnitsche en

Scaudinavische markten,

die in cle af-
geloopen week zeer veel rnaïs hebben opgenomen,

‘hebben
zich eenigszins teruggetrokken en noch de Engelscho, noch
de

Nederlaiidsdhe

en

Belgische

markten

toonden

eenige
levendigheid. Dit hangt ongetwijfeld

samen met ‘het vroe-i
ge

voorjaar en men verwacht, dat i.ia eenige weken

de
vraag in alle ni arkten moet toenemen. :rnttisschen zal dan
ook moer mais zijn aangekomen, al blijven cle versehopin-
e

gen

tamelijk beperkt;

de

premie

voor

spoedig leverbare
muals ging bijna geheel

verloren

en

in

dc Rotterdamsche
termijnmarkt was zelfs de eerste termijn het laagste ge.
mioteerd. Dit is evenwel niet op basis v;n La Plata maïs,
t
maar

hoofdzakelijk Donau-maïs,

waarvan

nog

steeds

de
Y
kwaliteit ‘niet te vertrouwen is. Het aanbod van de Donau-
landen ,’as iets ruimer, n.maar in Nederland kwamen geen
nieuwe zakemi tot stand, aangezien cle tweede hand steeds,
belangrijk

la.ger

aanbood.

Ook

Russisehe

maïs

blijft

ge.
offreercl zonder dat zaken gerapporteerd worden.
1
Iii de afgeloopen week is de vraag voor

ge r s t

niet
‘1
verbeterd.

De

Noord-Duitsuhe

markten

hebben

blijkbaar
1
iii

cle

afgeloopen

weken

vat

veel

gekocht.

De

prijs

van
gerst.

is

nog aanzienlijk

honger

dami

van mals,

doch

hij
1
is iii

de laatste dagen toch regelmatig teruggeloopen. De
schommelingen in

de

buitenlandsehe

gerstmarkten

zijn
gering.

.

.
De stemming voor h a v e r was traag en in vele gevailen
moesten lagere

prijzen

aangenomen

worden.

Duitsehlancl
heeft waarschijnlijk wel wat veel haver gekocht, zoodat van
dien kant geen vraag bestond. Ook de Engelsche markted

waren zeer kalm.
1

SUIKER.
De verschillende suikermarkten waren ook de afgeloopen
week nog prijshoudend gestemd.

– –

In Amerika fluctueerdende noteeningen op de termijn.
arkt eenigszins; na vaste opening brokkelden de prijzen
at af om daarna weer aan te trekken; het slot bleef
chten beneden de openingsprijzen.
Een en ander blijkt uit ondervolgende cijfers:

Sp. C. Mei Juli Sept. Dec.
lot voorafgaande week …….4.15 2;43 2.55 2.67 2.78 )peniug verslagweek ………. 4.14 2.49 2.60 2.72 2.82
‘aagste punt verslagweek …..4.14 2.44 2.55 2.67 2.77
lot verslagweek ……………4.18 2.46 2.57 2.69 2.79

De ontvangsten in de Atl. havens der V.S. bedroegen deze
‘eek 101.000 tons, de versmeltingen 70.000 tons (tegen
8.000 tons in 1925) en dc voorraden 303.000 tons.
Prompte Cubasuiken werd verhandeld tot prijzen tuschen
.37

en 2.44 $c. c. & fn., terwijl Mei verscheping tusschen
.47 en 2.50 $c. werd afgedaan.
De laatste Cu b astatistiek is als volgt:

1926

1925

1924

Tons

Tons

Tons
Veekontvangsten tot 24 April 177.500 183.062 94.472
otaal sedert 1/12 tot 2
,
4/4 …… 3.058.360 3.144.139 2.736.53
Verkende fabrieken ………..156 182 134
Veekexport 24 April ………91.225 115.211 81.483
otale export sedert 111 tot 24/4 1.665.441 2.092.817 1.818.609
otale voorraad 24 April …..1.392.921 1.051.322 917.954

Verschillende fabrieken hebben de campagne beëindigd
net eene niet onbelangrijk kleinere productie dan verleden
aar en dan Guma’s raming. Uit andere gedeelten van het
iland kunnen echter nog tegengestelde oogstresultaten
erwacht worden. Volgens F.O. Licht was het weer in
furopa gedurende de afgeloopen maanden zeer gunstig voor
Le werkzaamheden op de bietvelden.
Het totaal van het Europeesche bietareaal
(mcl.
Rusland)
vordt door dezen statisticus thans geraamd op 2.180.000
[.A., of 2.1
o/
meer dan verleden jaar (2.134.000 H.A.). De zichtbare voorraden zijn volgens Czarnikow:

1926

1325

1924

Tons

Tons

Tons
)uitschland 1 April ………930.000 598.000

737.000
rajechoslowakije 1 April . .

680.000 494.000 378.000
rranknijk 1 April ………3
1
5O00

373.000

127.000
ederland 1 April ……….187.000

160.000

106.000
elgië 1 April . … … …. …..

148.000

166.000

. 72.000
ngeland’ 1 April . ………505.000

192.000

264.000

Europa

2.775.000 1.983.000 1.684.000
T.S.
Atlant. havens 28 April

303.000 173.000 170.000
luba 24 April alle havens .. 1.392.000 1.051.000 918.000

Totaal

4.470.000 3.207.000 2.772.000
In Engeland verhoogden Raffinadeurs den prijs voor
iun product met 3d en 6d naar gelang van positie en kwa-
iteit. De termijnmarkt sloot op de volgende noteeningen:
Mei Sh 14109

September 8h 15/0
Aug. ,, 14/10k

December ,, 15/3s,.

5 Mei 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

427

Op J a v a kwamen verdere groote afdoeningen van suiker
uit oogst 1927 tot stand en kon de V.I.S.P. de prijzen weder
met f 0,25 per 100 KG. verhoogen, zoodat thans voor Su-
perieur 1 16 , voor No. 16 &/hooger 1 15.- en voor
Muscovados f 1434 moet worden betaald. In totaal werden
tot dusver uit dezen oogst ongeveer 400.000 tons verkocht.
Uit oogst 1926 werden eveneens flinke partijen van de
hand gedaan tot 1 lOy
4
per pic. voor Superieur, f 9′ voor
1o. 16 &,ihooger en
f
9._ voor Muscovados.
In de tweede hand veranderde Superieure suiker Mei
levering voor f 10.7/8 van eigenaar.
• Hier te lande opende de markt prijshoudend en ver-
oorzaakten vooral de afdoeningen op Java een betere stem-
ming, zoodat Mei toen f 16v, Aug. f 17
1
/
4
en December
1 17 noteerde.
De lager afkomende markt in Amerika veroorzaakte hier
echter eene afbrokkeling met ongeveer 1 Y
4
, waarna prijzen
weder wat aantrokken en de markt sloot op 16
.
4 voor
Mei, 1 17.1/8 voor Augustus en f 17 voor December,
alles tevergeefs geboden.

KOFFIE.

in overeenstemming met afwisselend hoogere en lagere
aanbiedingen uit Brazilië en met eene daarmede verband
houdende vastere of flauwere houding van de New-York-
sohe markt, liepen aan onze termijnmarkt de prijzen den
eenen dag wat op om den anderen dag wederom iets in te
zakken en bij het opstellen van dit bericht te sluiten voor
het Santos-contract %
t
1 % et. honger clan eene week geleden en voor het Gemengd contract % t % ct. hooger.
De iets betere stemming voor loco, waarvan reeds in het
vorige bericht kon worden melding gemaakt, hield ook deze
week aan, al mag ook ditmaal niet onvermeld worden ge-
laten, dat de prijzen nog steeds onbevredigend zijn.
Van het bekende Verdedigingscoanitd van cle Koffie werd
ditmaal geen nieuws vernomen. Algemeen wordt beweerd,
het tot kort geleden dagelijks, om cle markt te steunen,
ongeveer 15.000 balen opkocht en toen op die wijze eën
voorraad bijeen gebracht had, clie op 550.000 balen werd
geschat. In de laatste weken echter schijnen die inkoopen
te hebben opgehouden, omdat cle verbetering van den markt-
toestand in Amerika verderen steun voor het oogenblik on-
nooclig maakte.
Omtrent den volgenden Santos-oogst werden in de af-
geloopen week van enkele zijden opnieuw ramingen bekend
gemaakt, uiteenloopende van ongeveer 83’s tot 10 Millioen
balen, welke cijfers wel belangrijk versohillen van de drie
weken geleden ontvangen raming van den Amerikaansohen
Consul te Rio, die 12, wellicht 14 Millioen balen aangaf.
Thans wordt uit Centraal.Amerika bericht, dat cle droog-te, die zooals reeds vermeld is, zeer nadeelig geweest moet
zijn voor de volgende oogsten van Venezuela en Columbia,
ook slechten invloed heeft gehad op de vooruitzichten voor
cle oogsten van Guatemala en San Salvador, terwijl wat
laatstgenoemd land betreft, ook gesproken wordt van schade,
welke zou zijn aangericht door een sprinkhanenplaa.g. Uit
al deze berichten schijnt in elk geval wel te kunnen wor-
den opgemaakt, dat de volgende Centraal-Amerikaanscihe
oogsten niet onbelangrijk kleiner zullen zijn dan de loo-
pende.
Volgens de zooeven verschenen Statistiek van de Firma G. Duuring & Zoon te Rotterdam, is in April cle Aanvoer
geweest als volgt:

1926

1925

1924
balen

balen

balen
inEuropa …………973.000

822.000

913.000

Ver.Statenv.Amerika

778.000

551.000

772.000

Totaal…. 1.751.000

1.373.000

2.615.000
De Aanvoeren in Europa en in Amerika tezamen gedu-
rende cle eerste vier maanden van het jaar bedroegen
7.193.000 balen tegen 6.336.000 balen in 1925 en 7.250.000
balen in 1924.
De Afleveringen in April waren:

1926

1925

1924
balen

balen

balen
in Europa …………963.000

792.000

635.000

Ver. Staten v. Amerika

827.000

744.000

772.000

Totaal….

1.787.000

1.536.000

1.407.000

De Afleveringen in Europa en in Amerika tezamen ge-
durende de eerste vier maanden van het jaar waren 7.409.000
balen tegen 6.155.000 balen in 1925 en 7.081.000 balen in 1924.
Zooals uit bovenstaande cijfers blijkt, komt de belang

rijke toename der Afleveringen in de afgeloopen maand,
vergeleken tegen verleden jaar ditmaal grootendeels voor
rekening van Europa, in tegenstelling met de maand
Maart, toen de toename bijna geheel voor rekening van

Amerika kwam. Het cijfer der gezamenlijke Afleveringen
in de eerste vier maanden wijst tegenover verieden jaar
eene vermeerdering aan van rui,m 1% millioen balen, hetgeen
wel zeer ‘belangrijk is en waaruit wederom opnieuw blijkt,
dat dit jaar de onzichtbare voorraden overal werkelijk
buitengewoon klein moeten zijn geweest, waardoor aanvul-
ling niet langer kon worden uitgesteld.
De zichtbare Wereldvoorraad was op 1 Mei 1926 4.533.000
balen tegen 4.786.000 balen op 1 April 1926 en 5.335.000
balen verleden jaar (in deze cijfers zijn niet begrepen de
voorraden in thet binnenland van Sao Paulo, waarvan de
laatste opgave dateercle van 1 April 1926 al. 3.902.000
balen. Op 1 Mei 1925 bedroeg (leze voorraad 2.644.000
balen).
De prijzen van geivoou goed beschreven Superior Santos
op prompte verscheping zijn thans ongeveer 100/- t 102/-
per cwt. en van dito Prime ongeveer 1021- t 1041-, terwijl
zij van Rio type New York 7 met beschrijving, prompte
verscheping, ‘bedragen 86/6 t 87/-.
Van Robusta op afla:liug zijn cle aanbiedingen van Na-
derlandseh-Indië op het oogenblik:

Palembang Robusta, Mei/Juni verscheping, 46% ct.

Juni/Juli

, ,,

46%
alles per % KG., c.i.f., uitgeleverd gewicht, netto contant.
De of ficieele loco-noteeringen bleven onveranderd 63 ct.
per
3/2
KG. voor Superior Santos en 54 ct. voor Robusta.

• De noteeringen aan cle Rotterdamsche termijnmarkt wa-
ren aan de ochtend-call als volgt:

Santos-contract

Gemengd Contract
basis Good

11

basis Santos Good

Mei
I
Sept.
Dec.
Mrt.
Mei
Sept.
Dec.
Mrt.

4 Mei

57
5234
5011
8

5134
4934
4634
4/8
27 Apr.

55/8

53
51
9/8
51
49
4634
44
20

54
/
511/8

49/8
49′
8

495/
47/8
4434
425/
8

13

527/e
1
48/
4734
49
45
/8
3/sI
417/8

De slot.noteeringen te New-York
van
het aldaar geldend gemengd contract (basis Rio
No. 7)

waren:

Mei
I

Juli

1
Sei
,
t.
Dec.

$
17,49
$

17,08
$
10,25

$

15,70
,,

17,04
16,84
16,21
15,70
3

Mei

………
26 Apr……..
19
,,

16,88
,,

16,20
15,65
15,07
12

……..
*

16,39
,.

15,65
,,

15,20
14,69

Rottèrdam, 4 Mei 1926.

Statistiek der firma G. Iiuuring
&
Zoon.

Zichtbare voorraad op 1 Mei in duizenden balen.

1926

1925

1924

1923
1922

Voorraad in Europa..

1.614

1.709

1.658

1.900
2.324
Stoomend fBrazilië ..

449

444

288

533 525
n. Europa

Oost-Indië.

29

12

47

5
18

2.092

2.165

1.993

2.438 . 2.867

Voorraad Ver. Staten

694

695

652 1.033 1.011
Stoomend )
naar

,Brazilië ..

304

183

474

164

630
Ver.Statenj

3.090 3.043

3.119

3.635

4.508

Voorraad in Rio ….

74

93

239

963 1.716

Santos.. 1.354 2.168

1057

1.535 • 2.598

Bahia..

15

31

30

17

15

Totaal …..*4533 *5.335

4.445

6.123

8.837

Op 1 April ……..4.786

5.389

3.964

6.98a

9.140

1925

1924

1923

1922

1921

Op 1 Juli ……….5.085 *5.071

5.340

8.639

8.750

1 Juli 1924 4.592.000 balen
* Niet inbegrepen de binnenl. 1 Mei 1925 2.644.000
voorraden in Sao Paulo. . 1 Juli 1925 1.786.000
131 Mrt. 1926 3.902.000

(Mededeeling van cle Vereeniging voor den Goederenhanciel
te Rotterdam.)

Noteeringen en voorraden in Brazilië.

Data
te Rio
te San tos

1 1
Wisselkoeri
te Rio
op Londen
Voorraad
1

Prijs
Voorraad
1
Prijs (In Balen)
1
No.7′)
(In Balen)
1
No.4
1
)

t

30April1926
74.000
1
26.425 1.354.000
1
26.500
77!

26

1926
105.000
1
26.425 1.411.000
1
26.800
’32
71/4

17

»

1926
126.000
1
25.875
1.408.000
1
26.500
6
1
i
132
2 Mei

1925
173.000 34.050
2.153.000
38.000
523!
’64

428

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Mei 1926

Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen

te Rio

I

te Santos
Data

Afgeloo pen

Sedert Afgeloopen
I
SederS
week

I

1Juli

I

week

I

1Juli

30 April 1926….

23.000 3.455.000
1
132.000 7.832.000
2 Mei 1925.. ..

14.000 2.857.000

148.000 8.421.000
1)
In
Reis.

THEE.

In de afgeloopen week vond wederom de driewekelijksche
theeveiling plaats, omvattende een aanbod van ongeveer
17500 kisten directe aanvoer.
De veiling had een vlot verloop, terwijl de prijzen eer
vaster waren, dan die aangelegd in de vorige veiling. Dit
viel te meer op, waar Londen de laatste weken een zwakkere
stemming te zien had gegeven met afbrokkelende prijzen,
zoodat de verwachting was, dat Amsterdam daarin Londen
zou volgen. De stemming in Londen is echter in het laatst
der vorige week omgeslagen en weder vaster geworden,
doch die veranderde houding kwam wel wat laat, om hier
invloed uit te oefenen op het verloop van de veiling. Hoe
dan ook, er was toede kooplust waar te nemen, vooral
voor buitenlandsche rekening, waardoor de vraag van bin-nenlandsche zijde eenigszins overvleugeld werd. Ook blad-
thee kon goede belangstelling trekken en het waren alleën
de zeer ordinaire soorten, die minder gevraagd varèn.
Het gemiddeld prijsniveau zal zich waarschijnlijk enkele
centen hooger stellen dan dat der vorige veiling en weder.
om
zeer nabij de 100 ets, per h. K. G. ,,in entrepôt” komen
te liggen.
Er werd in veiling aanvankelijk nogal wat opgehouden,
doch vele afdoeningen onmiddellijk nA de veiling hadden
tot gevolg, dat er ten slotte maar zeer weinig onverkocht bleef.
De aanvoeren van Ned.-Indische thee te Amsterdem be-
‘liepen in de afgeloopen maand 32250 kisten, een hoeveel.
heid, die gunstig afsteekt bij een jaar geleden, toen zij nog
geen 19.000 kn. bedroeg.
De afleveringen ten bedrage van bijna 23000 kisten geven
ook een flink verhoogd cijfer te zien ten opzichte van April
1925, toen zij 17.700 kisten aanwezen.
De voorraden in entrepôt op ult° April, die verleden jaar
59500 kisten omvatten, beloopen thans een nog slechts iets
lager cijfer van 58200 kisten.
De voorraden in handen van de 2e hand bedragen onge. veer evenveel als verleden jaar, nl. 36600 kisten.
Vanwege de staking in Engeland zijn de wekelijksche
theeveilingen voorloopig opgeschort.
Amsterdam, 3 Mei.

RUBBER.

De rubbermarkt toonde gedurende de afgeloopen week
nagenoeg geen verandering. De vraag, zoowel van Euro-
peesche consumenten als van Amerika bleef gering, terwijl
het aanbod eveneens beperkt was. De marktnoteeringen zijn derhalve geheel nominaal.
De slotnoteeringen luiden:
la Crpe:

einde voorafgaande week:
Mei

1.29

…………..1.27
Mei/Juni

1.29

…………..1.27
Juli/Sept.

1.30

…………..1.2ij
Oct./Dec.

1.30k

…………..1.29
3 Mei 1926.

COPRA.
De markt was in het begin der afgeloopen week goed
prijshoudend, doch aan het éinde wat gemakkelijker. Indië
was eerst zeer vast, maar gaf later tot de hier geldende
prijzen af. Er bestond goede vraag voor dichtbij stoomende
partijen, waarin flinke zaken tot stand kwamen. Voor af.
lading bestond minder interesse.
De slotnoteeringen zijn:
Nederl.-Ind. f.m.s. stoomend ………..fi. 348,,
Mrt./Apr. afl…….

34%,
,,

Apr./Mei ,…….
alles op e6n haven.
3 Mei 1926.

VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.

De Noord-Amerikaansche graanvrachtenmarkt opende
veer levendig, doch nam tegen het einde der week af. De
vracliten van Montreal zijn onveranderd gebleven en boo-tea van verschillende grootten werden bevracht per laatste
helft Mei tegen 12 cents per 100 lbs., zwaar graan, naar
Antwerpen of Rotterdam, optie Bremen of Hamburg tegen

13 cents. Naar Ii. K. werd 219 per qtr. betaald per 13/25
Mei naar Avonmouth, terwijl naar de Middellandsche Zee
(niet ten Oosten van West-Italië) bevracht werd tegen 16
cents per 100 lbs. awaar graan en 3/6 per qtr., belading
laatste helft Mei. Van de Northern range zijn de vrachten iets opgeloopen; 10 cents per 100 lbs. is te bedingen naar Antwerpen/Hamburg range per Mei. De Golf van Mexico
is niet bijzonder geanimeerd, doch er is 3/3, misschien. zelfs
3/9 te maken voor Juli(Augustus af lading naar U. K. Het
hoogste bod naar Bor.deauxfHamhurg range is 14 cents.

De snikei

oi

ders van ‘West-Indië w’aren niet talrijk eu
de vraehten zijn weinig veranderd, behalve voor kleine.
prompte ‘booten. Van Caba naar U. K./Cont’inent kunnen booten van ongeveer 6000 tons geplaatst worden per Mei
en Juni tegen 141., terwijl 3000 tonners van San Domirigo
16/3 tot
1616
kunnen maken. Een 2800 tons bootje bedong
17/. per begin Mei.

De North Pacif ie bleef vast en verdere bevraehtingell
-aren mogelijk tegen 27/- tot 28/6 van Vancouver per Meif
Juni. Een Augustus/September boot werd bevracht tegen
30/6 Vancouver, 31/- Portland of Puget. Prompte lijnboot-
ruimte werd geboekt tegen 27/6. De vraohten voor gezaagd
hout zijn onveranderd gebleven.

De markt van de la Plata opende vast, toch was de
vraag iets minder. Prompte booten van de boven la Plata
havens, bedongen wederom 19/6 en 191-; van Buenos Aires
17/6. Later viel de vraag naar tonnage bijna geheel weg en
daar veel Mei-tonnage aan de markt was, was een daling
in de vrachten onvermijdelijk. De vraeht van boven la
Plata ‘havens viel tot 171., welke vracht geaccepteerd werd naar 2 continentale loshavens.

Van de salpetervrachtenmarkt is geen verbetering te ver-
melden. Naar Europa wordt, voor 4000 tons per 23 Juli/23
Aug., 181. netto in uitzicht gesteld naar Antwerpen/Ram.
burg range, optie Denemarken tegen 20/-. Voor volle ladin-
gen naar Alexandrië is 21/- te bedingen per Juni/Juli,
terwijl voor deze positie naar U. K.(Continent 18/. in uit-
zicht wordt gesteld.

De Oostelijke markten bleveu ougeaiiimeerd. De eenige
‘bevrachting van Australto is een 5700 tonner ‘per begin
Mei van Zuid-Australië naar de Middellandsohe Zee (W. K.)
Continent tegen 28/9. De vraag voor Mei belading is be-
perkt. Burma:h is zonder vraag en ook Britsch-Indië is
kalm. Een 5400-tonner werd bevracht van Marmagoa
(Bombay) Karachi naar cle Middellandsohe Zee en Oost-
kust U. K. tegen 14/. per 15130 Mei. Kernels werden be.
vracht van de Madraskust naar U. K./Continent tegen 151.
per Mei. Van Zuid-Afrika werden kolen bevracht tegen
onverandercle vrachten. Naar Aden of Perim werd 10/7 4 tot
12/. betaald, naar gelang van grootte, per Mei/Juni.

De Donau was levendig voor booten van iedere grootte.
Handige booten bedongen tot 18/- Continent, met Deensohe
opties tegen 1/6 extra, terwijl groote booten van 6/6500
tons 1616 kregen naar ‘havens als Antwerpen/Rotterdamf
Amsterdam. Per 1/15 Juni werd 1516 geaccepteerd door een
6400 tonner naar de genoemde contineutale havens. De
Zwarte Zee was ‘vast en er werd ‘hevracht tegen vrachten
van 121. tot 12/3 naar gelang van grootte.
De vraag van cle Middellandsohe Zee is, na de vele af-
sluitingen van de vorige week, weggevallen en de markt
is flauw en toonloos. Krts werd bevracht van Melilla:
Cardiff 514; Rotterdam 419, IJmuiden 5/3. Ook fosfaat
is flauw; een 4000 tonner werd echter bevracht van Sfax
naar Antwerpen en Ghent tegen 6/..

Van de Golf van Biscaye w’erd veel meer tonnage aange-
boden als gevraagd, zoodat de vrachten daalden. Afsluitin-
gen zijn: Bilbao(Cardiff 6/-, Rotterdam 5/1 , Ontou/IJmui-den 5/3, Rivadeo(Immingham 71- en Salta Caballo/Rotter. dam of IJmuiden 5/3.

De timecharter vrachtenmarkt is kalm. De vraag komt
hoofdzakelijk van Amerika en de Pacific. Voor 9 maanden
Pacificvaart werd $ 1,40 betaald voor Dieseltonnage van
2800 tons draagvermogen.
De Engelsche uitgaande kolenvrachteilmarkt, is zees- kalm
en de vraag is gering. Afsluitingen zijn van Wales: Rouaan
4/3, Genua 8/74, Las Palmas 9/9 en Buenos Aires 1519 en
van de Oostkust: Hamburg 416, Rouaan 3/9, Gibraltar 8/9
en Genua 8/6.

Auteur