Ga direct naar de content

Jrg. 10, editie 522

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 30 1925

30 DECRMBE.1? 1 085

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

Economiscl Stati*sti*sc
*he

Beri”chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAI”l VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR, DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

10E JAARGANG

WOENSDAG 30 DECEMBER 1925

No. 522

INHOUD

BIz.
Da Sci-i
Eltl’SM ETINOSCON ICERENTIIS ‘ A N PARIJS
door
Mr.
(J. van Slooten Azu………………………….ii 36
Gewone en Buitengewone Uitgaven II (Slot) do(r
Prof.
Mr. A. van Gun …………………………..1137
De Rotterdamsche Haven door
J. Brautigane,
met Na.
schrift door
G. Verwey ……………………… 1139
De Handel van Nederland en Nederlandsch-Indië met
China door
H. Dunlop ……………………..1110
De opwekking van electrische energie in dc provincie
Limburg door
Jr. B. S. van Zanten ……………1141
De Nederlandsche tJitvorrmaatschappij IV (Slot) door
K. Huijsinga ……………………………..1142
AA
NTEEK EN
ING EN
De uitzetting der publieke
en
semi-publieke gelden
in Duitseliland ………………………….
1145 (iredietbank voor Nederlandsch-lndisclie gemeenten
en
ressorten …………………………..
1146
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…… …….
1147-1154
Geld koersen.

Bankstaten.

Goederenha nd eI.
Wisselkoersen.

Effectenbeurzen.

. Verkeerswezen.

INS7’I7UU7′ VOOR 1SOON0MISC IIE GESCHRIFTEN
Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. ‘ierpstra.

EC0N0MISCI1-27’A7’IS7.’ISCI1E BERIC 1/TEN
COMMISSIE VAN ADVIES.
1. van ilasselt; 1/er. Mr. L. it. van Lennep; Prof. Dr. E.
Moresco; Mr. Dr. L. F. II. Ilegout: Dr. E. van Welderen.
Baron Rengers
;
Mr.
Q.
J. ‘I’arpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerde tcden.: Prof. Mr. D. van Blom; –
Prof. Mr. 11. R. Ribbius.
Redacteur-Secretaris: D. J. Wansin/G.
Secretariaat: Pieter de ltooch’weg 122, Rottcrdne.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in.
Noclerland
j.
20.—. Buitenland en. Itoloniën f 25,– I
)3

jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs
VII??.
het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.

Advertenties / 0,50 per regel. l’laatsireg bij abonneneent
volgens tarief. Ad-m.inistratie van abonnementen we adver-
tenties: Nigh d vair Dit-nar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
1w-dan, Anes lerelane, ‘s- Graven /tage.

29 DECEMBER 1925.

De geidmarkt verkeerdedoze week in een moeilijke

positie. Eenerzijds was er wederom een groot aanbioci

van caligeld. Voor 1% pOt. werd er afgedaan; maar

meestal was het ongeplaatste bedrag belangrijk .groo-

ter dan de bedragen, die plaatsing konden vinden. Aan

cle andere zijde stond een goede vraag voor geld op

iets langeren termijn, waaraan niet voldaan kop wor-

den. Particulier disconto steeg al spoedig tot 3 pOt.

oor wissels met drie handteekeningen; terwijl voor

wissels met twee hanciteekeningen herhaaldelijk een-
rente van 3X püt. werd toegestaan. Ook de prolonga-

tierente liep weder op; Woensdag en Donderdag werd

4 pOt. genoteerd en op den eersten werkdag na de

feestdagen werd zelfs voör 4Y4 cd 5 pOt. afgedaan.

* *
*

De weekstaat -van De Nederlan!dsche Bank vertoont

een geringe toename der credietoperatiën; de post

hinnenlandsohe wissels geeft een verhooging van bijna

f
0,9 millioen, -de post beleeningen een stijging van

bijna
f
0,8 millioen te zien. Een geringe toename van

bijna
f
0,1 niillioen van den post papier op het buiten-
land wordt vrijwel gecompenseerd -door een ongeveer

gelijke afname van den post diverse rekeningen onder

liet actief. Andermaal vertoont de post gouden munt

een daling, thans van bijna
f
4,4
millioen. Ook dit-

maal staat het Rijk bij de bank niet in voorschot; ter-

wijl ook geen schatkistpapier rechtstreeks bij rde bank

blijkt te zijn ondergebracht.

De passiefzijde der balans vertoont een vrij belang-

rijke verschuiving in
6
drie posten bankbiljetten en

hankassignatiën in omloop en rekening courant-saldi,
waarvan de eerste een toename Van bijna
f
11,3 mil-

lioen aanwijst, de tweedtt een toename van bijna
f
1,7

millioen en cle laatste een daling van bijna
f
16,6 mii-

lioen; in die afname deelt -het saldo van -het Rijk voor

bijna
f
6,5 ‘millioen. Het beschikbaar metaaisaldo daal-

de met bijna
f
4,3 millioen.

Het dekkingspe.reentage bedraagt nagenoeg 51.

* *
*

De omzetten op cle wisselmarkt waren in tdeze korte

berichtsperiode zeer gering. Met het oog op de feest-

dagen krompen cle zaken sterk ir, en schommelingen

van beteekenis kwamen bijna niet voor. Pondan wa.ren

iet.s flauwer; de overige go’udwissels bleven vrijwel on-

veranderd. Ook in de andere wissels kwam niet veel

verandering, alleen Fransche francs schommel-den n.o

steeds vrij sterk. De omzetten krompen echter ook in

leze valuta sterk in.

LONDEN, 28 DECEMJ3ER 1925.

ie Kerstdagen en het naderende ei-rede van het jaar

doen ieder jaar een zeer belangrijke gelclschaarschte

in de markt ontstaan. De markt neemt deze schaarsch-

te echter zeer kalm op daar mcii weet, dat in deze

dagen van het jaar altijd zonder uitzondering -de Bank

va.11 Engeland het leeuwendeel vat ‘de bijzondere

geidhehoeften voor hare rekening moet nemen. Don-

(Lerdag 11. werd dan ook reeds een belangrijk be-

drag van de Bank van Engeland geleend, -dat in de

eerstvolgende dagen nog door groote ‘bedragen ge-

‘voigd rzal word-en.

Disconto bleef de -gdheele week zeer vast op
47/s
pOt.

D schabkistpromessen -werden Vrijdag
zelfs tegen een

f

tatie boven dat percentage toegewezen. Uit het ver-

loo]) van de-eerste weken van Janttari zal nu moeten

blijlcen of de goudvraag en de duurdere prijzen van

geld in de andere centra, voornamelijk New York, zich

blijven handhaven, waarnaar de discontop olitiek zich

hier dan definitief zal moeten richten.

New York en Amsterdam notee’ren heden resp.:

4,85%; 12,06 l-.

1136

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 December 1925
1

DE SCHEEPSMETJNGSCONFERENflE

VAN PARIJS.

Op den 27 Novetmiber 1925 is te Parijs cciie Euro-
peesche oonveln!bie betreffende ide meting van bJnnen
vaartuigen tot etnd gekomen. Zij is het resultaat van
beraadslargilnigen gevoerid in eene etonferentxie door den
ViolIrenihond bijecxsger;oeqyen en wanran-n nagenoeg alle
Eurnpeesc.he staten hdbben doeijgetnionnen. Ook niet-
leden van den Volikenibond, o.a. Sotwjet-Ruisland cii
Dniitschlancl, waren vertegenwoorddg’d Onze Regieering bad. den scheepsibouwkunldigen in-
genieur A. van Dril en den onder:geteekende •afge-
vaarditgid.

De Volkeiiibond, en meer in het bijaon:der zijne
Conimission technique pour les communications et
Ie transit,, heeft zich een internationale uniforme
.i’egeltinig van het Europeesche hinnenscheepvaartrecht
ten doel gesteld. Van .hjet standpunt van den Volken-
hond bezien, brengt dit streven verschillende voor-
doelen. Het houdt de hdlangstelling gaanido, liet ver-
schaft interessant werk, let biedt gelegenheid tot con-
ferenties, waar afgevaardigden van geallieeide, cen-
trale en neutrale rijken kunnen discuissieeren over een
tamelijk orsscffiuldiig onderwerp en daarbij elkander
ku ninien leeren waiaa-deeren niet all een als desikun dijgen
maar ook als menschen. Door de indiividiseele leden
van den Volkenhoud, evenwel, moet het wei1eprogram-
ma ook nog van een andere zijde w&rden bezien. Im-
mers van hen wordt gevraagd, dat zij ter bevordering
van een internationaal verlceej, ook over wateren, wel-
ke hunne schepen niet plegen te bevaren, zullen toe-treden tot een regeling, hij het opstellen waarvan niet uitsl iriterud met hunne belangen is rekening gehou-
den, maar waarbij deze zijn ingesmoiten iii een Euro-
peesch compromis. Zij hebben telkens te overwegen of het in gang houden der werkzaamhecl.e:n van den Vol-
kenbonci op niet-politiek terrein en rio iroorgespiegei
cle vereenvoudigirigen van het internationaal verkeer
opwegen tegen cle offers, welke van hen worden ge-vergd. Zij hebben bovendien rekening te houden niet
reeds bestaande overeenkomsten, gesloten tuaschan
landen, die hij het verkeer over een bepaalden binnen
waterweg genieenschapieIijke belangen hchben.
Zij kunnen dit doen niet ‘te meer vrijimoediighniid
omdat,
het
zeer de vraag is of de regeling van het
iriterniatiioruaal hinneniva:artrecht en in het bij7JonidleI’
van het daarop beit,r eleing hethbetnd pr’irvaatreciht (ihy-
p:otheken, aanvaring, aansprakehjkilieiid van den ree-
der, enz. enz.) wei valt onder de onrschrijvi’ng van
de taak van den Vo]kenhond in art. 23 (e) van het
Pacte gegeven. Men gewaagt daar van: ,,ies disposi-
tions ‘néoessaires puur ansurrer la tie et le main-
tien de la Hbe.A6 des coirnimuruications et da t,ra’nLsit,
ainsi qu’ori équittaible trai’tement da comimerce de
touts les Metetbres de 1 a Soctié’t6.” Hier’mde houdt rde
regeling van internationaal priivaia.t,recht wei eoniig
verbajn’d, dodh het is slechts een zeer verwijderde con-
nectiie. .
De onderhavige conventie heef t ten dloei do weder-
zijkische erkenntinig van de don’r
de
verdragsluiteade
Staten afgegeven meetbrieven. In zooverre als zij

daardoor veilhioedit, dat bininetnrv.aantu.ijgien, die zich
van het eenie Rijk in het andere begeven, gedwongen
worden zich te laten hermetetn en dient nigvoige ge-
ciu.renrLe langer of korter tijid worden opgehouden, kan
men van deze conventie zeggen, ‘dat zij bijdraagt tcb
de vergemiakkelijiring van ‘het iiuternatiionaal verkeer.
Hasre iroorhereitdli’ng paste dus in het programma van
den Volkenibonsd, haar totstandkomen kan
voor
dien
Bond een succes beteekenen. De conferentie, aan hare
ondei,teetleeniung voorafgaande, bracht metde een aan-
genaam samennijn van mannen
van
zeer uiteerdoopen-
de nation’a1it’eijt, idodh voorbescihjikt om elkankier hoog
te achten, zoodat ok hier werden be
,
vorder!d die in-
ternationale

samenwerking en die goede verstand-
houding, waarvan in den préaarubnle van het Pacte
sprake is. De Veikedbonid kan dus tevreden zijn.

Voer ons, Netderlanders, i•ijett dan de vraag of wij
bijsondlere reideneu lielyheii ons over liet totstancIko-

men dci overeenleonist te verthouigeia. Men bedenke daarbij, dat de i’edervijdsche erken’rtiuig van buiken-
lancische meet br iei
en voor ons niets nieuws of bij-
zonderis is. Reeds in 1398 sloiot Nadorlanjd, te Brussel,
met België, Frankrijk en Duittsch]a,nid een verdrag,

waarvan art. 1 luidt : ,,Les certificats de jauigeage des
batea.ux de n av’igaition i’nrtirieure, d ildivrés paz les
autorités oompétenites de 1 un -des Et:aits cont-racbants,
en vertu ‘de r6giement1s conforimes a’x stipulations
de l’Annexe de la présente Convention, dans le but de
d&ternii-ner ie poids de la cargaiison d’-après l’enfonce-
menit du bateau, seronit r-ec:olnnus p.ar les autori’tés
des autres Eltiats contLracta’nts comme éqiuivalents ii
coux que ces aatoiiités délivront” (Wet van 2 Januari
1899, Stbl. No. 1).

Artikel 1 van de nu gesloten conventie bepaalt
bijna woopddlijik hetzelfde: ,,Le.s oontiificat,s de jau-
geage délivrés pan les autorités cornpétentes de i’un
des Eltats dontractants en vertu de rgiements con-
form-es aux srt,ipulabions de lia présente Oonven’tion et
die son An-nexe, so-nt, ii l’exclulsiton de rtoçut autres,
ioms par les autovités jdos autres Etatts contrac-
tants comme équivalenits â ceux qne ces Eltaits déli-
vren-t con formément aux mémes rbgil-es.”

Die conventie ‘van 1898 is nog altijid van kracht en
heeft ged arend e de 27 jaren van haar bestaan bier te
lande ninrirner niloetil ijkhodien vOOr de belanghebbenden
hij de binnenvaart of voor de administratie opgele-
‘erd. Behoefte aan teri’iilioriaie uitbreiding van deze
overeen1komt hebben wij nooit gevoeld.

On ze binri enschepen maken reizen naar D uitsch-
land, België en Noorj:I.-Fraukrijk en komen soms
700
ver al-s Bazdl. Doch -men ziet ze niet i;n Polen, Hon-
g’arije of Griekeinl and. Wat m’en in Ruis’la-ncl, Zweden

of Spanje van onrze hinnenvaartoertificaiten denkt,
kan ons kou
1
ci laten. Men zegt soms, dat deze toestand goclleeltelijlc zal veranderen, wanneer de Rijn-Donau-
verbinding voor grootere schepen bevaarbaar zal zijn
geniaakt. Docih dit mag ‘worden afgewacht. WaIt Baael
betrof t, er zijn thans vioorboroidiingeu getroffen tot

het toetretden van Z-witserilaind tot het ‘ver:l:i’ag van
1898. Men kan zeggen, dat Nderi1and op het gebied
van wederzijclisdhb eiilcennircg van
built;enlainidsdhe
moet-
brieven voor de ‘hhntn envaa rt all-es bezit wat het n oodig
heeft en niet verstandig zou ‘doen Lmet meer dan dat
nio’okliiige te begeeren. Een bijnon,dere recieu om zich
te verheugen in de mitibrei ditnig van cie erkenn’ings-
sfeer over geheel Europa, heeft Nederland dus niet.

Ons land had dan ook te iar••s hoofdzakelijk op te
letten, -dat het door die uitbreiding niet in slechtere
conditie kw’am. Immers, naast een algemeene coriven-
tie voor geheel Europa, zou een bijzondere overeen-
komst tusschen de Rijn-oeverstaten -geen reden van bestaan meer hebben. Nu is ieder verdrag een com-
promis, -dat minder of meer voordeelig uitvalt, -naar-
mate de -belangen -der partijen overeenstemmen. De
Rijnoeverstaten hebben vele -gemeenschappelijke be-
langen, en allerlei quaes’ties, waarover men zich in
het nabije Oosten, vordee]d door de meest tegenstrij-
dige belangen, pleegt op te ‘winden, -doen zich in onze westersche binnenvaart iii et voor.

Evenwel, ook met deze belangen moest een com-
promis rekening -houden, en het zou kunnen gebei,u-en,
dat cWt vergelijk dientengevolge voor -ons nadeeliger
zou uitvallen dan het compromis van 1898.

De wederzijdsche erkenning, waartoe men indertijd
te Brussel besloot, beruatte op een uniform, voor alle
cont-racteerende staten geldend meetvoorschrift, de
Annexe. Dit voorschrift tevens voor geheel Europa te
laten gelden, wanneer geheel Europa de conventie
zelve aanvaardde, scheen logisch en eenvoudig. Doch
de technici te Parijs meenden, dat ‘de regels van 1898
voor verbetering vatbaar waren en heb-ben derhalve
een nieuw reglement opgesteld, ‘dat hurus inziens
grootere nauwkeurigheid -waarborgt. Dit is -ongetwij-

30 December 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1137

feld een voordeel – indien ten minste de nieuwe
voorschriften ook nauwkeurig door den soheepsmeter
vo.cden gevolgd – maar het bezwaar dat voor de par-
tijen van 1898 daartegenover staat is dit, dat zi nu
hare schepen, die voor de buitenlandsche vaart be-
stemd zijn, moeten laten hermeten. Dit is dan. de prijs,
dien ook Nederland heeft te betalen voor het berei-
ken van eenheid van metingsv•oo.rschriften over ge-
heel Europa.
Is dit een redelijke prijs? Z•ooals reeds werd cpge-
merkt, voor de territoriale uitbreiding behoeven
wij
niets over te hebben. Doch Duitschland, de voornaam-
ste contracteerende staat van 1898, staat dââr wel-
licht g.eel anders voor. De Duitsche binnenvaart
naar landen, die niet gehouden zijn Duitsche certifi-
caten te erkennen, is aannienlijk. Men denke aan de
Elbe, de Weichsel en aan den Oder. België en Frank-
rijk biken met het pan-Europeesche •denIbeeld zeer
ingenomen te zijn. Er is dus alle kans, dat onze mede-
contractanten ennsti g zullen ga nu overwegen of de
conventie van 1898 niet door die van 1925 hëhoort te
worden vervangen. Willen zij daarheen dan kunnen
wij moeilijk alleen blijven staan. Dit rij vooropgesteld.
Daarnevens worcle in aanmerking genomen, dat hoe-wel de hei-meting eenige buitengewone inspanning van
de administratie zal eischen, deze daarvoor den tijd
‘au vijf jaren zal kunnen benutten. Deze termijn is
in de overgangsbepalingen voorbehouden. Waarschijn-
lij’k zullen met die hermeting dus geen extra-onkosten
voor het Rijk gemoeid zijn. De nieuwe bepalingen
zijn, ik zeide het reeds, niet slechter, eerder beter,
clan die van 1898. Ten slotte hocide men in het oog,
dat bij cle groote nauwkeurigheid, waarmede anne me-
ters steeds te werk zijn gegaan, het nauwelijks te ver-
wachten is, dat de nieuwe voorschriften tot practisch
belangrijke verschillen in de uitkomsten zullen leiden,
zoodat ook voor reeders en schippers geen ernst.ige
redenen voor ongerustheid behoeven te bestaan.
Meer wil ik er thans niet van zeggen. Er zal waar-
schijnlijk nog geruimen tijd moeten verloopen v66rdat
ten aanzien van de nu geteekende conventie nadere
mededeel.ingexi kunnen worden gedaan of voorstellen
van regeeringswege te verwachten zijn. Inmiddels is
het ter bevrediging van een zeer begrijpelijke nieuws-
gier.ighe’id voldoende de thans aan Nederland ter op-
lossi-ng voorgelegde vraag zoo objectief mogelijk ge-
steld te hebben. Mr. G.
TAN
SLOOTEN AZN.

GEWONE EN BUITENGEWONE UiTGAVEN.
II
(Slot).

Het geval van den schoolbouw, de vorige maal ter
sprake gebracht, is een typisch geval, omdat hier het-
zelfde soort van werk telkens en in toenemende mate
regelmatig voorkomt.

Eenigszins hetzelfde, maar met veel minder regel-matigheid, treft men aan bij den Staat met betrekking
tot rechtsgebouwen, gevangenissen, kanalen en wegen.
De uitgaven, hiervoor vereischt, hebben echter niet altijd
een dusdanigen invloed gehad op het totaal der Staats-
uitgaven, dat ze niet zonder tijdelijke sterke opdrijving
der lasten konden worden betaald uit de gewone in-
komsten. Tot ongeveer 1840 is daarvoor inderdaad gewoonlijk geleend; daarna trad een tijd in, waarin
de uitgaven voor werken laag gehouden werden, tot
dat de Indische baten ons in de jaren 1860-1878 in
staat stelden onze publieke outillage uit de gewone
middelen sterk te vergrooten (men denke aan de
spoorwegen), zonder dat de belastingen behoefden tê
worden opgevoerd. Na 1878 hebben wij een tijd gehad,
waarin,
zij
het door de opvolgende ministers in ver-
schillende mate, kosten van groote waterstaatswerken

als buitengewoon werden beschouwd. Sedert 1907 is
men hierop om bijkomende redenen teruggekomen,
doch sedert 1913 is de boog weer wat minder sterk
gespannen, terwijl daarenboven in een aantal jaren
door het ontstaan van tekorten op den gewonen dienst
feitelijk voor de daarop voorkomende werken geleend
werd.

Thans wil Minister Ooljn weder op het meest
soliede pad terugkomen; en, indien ik hem daarin mo-
menteel
bijval,
is zulks allerminst op grond, dat ik kapi-
taalvorming van publieke lichamen uit de zakken der
belastingschuldigen en gedeeltelijk op kosten van de
kapitasivorming door die belastingschuldigen zelf
toejuich, maar omdat ik de overtuiging heb, dat de
Staat thans met name in zake de pensioenen der ambte-
narenen militairen, alsmede van het spoorwegpersoneel,
anderszijds een schuld kweekt, die bij een soliede en
economisch beheer ontoelaatbaar ware.

Men verdedige den weder
gewijzigden
koers echter
niet met het betoog, dat het leenen voor zaken van
blijvend nut in strijd is met goede financieele en
ecmomische politiek. Dat betoog, hetwelk zoude mede-
brengen, dat sedert meer dan 75 jaren alle gemeenten
in ons land onverdedigbaar gefinancierd hebben en
dat de Oolleges van Gedeputeerde Staten van alle
provincies zich aan een onvergeeflujk verzuim hebben
schuldig gemaakt door dit toe te laten, berust op een
ouderwetsch inzicht omtrent productie en kapitaal
en op miskenning van de wenschelijkheid, dat als
regel elk jaar eenvoudig
zijn
eigen lasten drage, en dat kapitaalvorming door openbare lichamen, zoo
lang men niet naar den socialistischen staat streeft,
uitzondering blijve, omdat de kapitaalvorming door
de ingezetenen zelf, die minstens even groote maat-
schappelijke beteekenis heeft, allicht daardoor wordt
belemmerd.

Ik mag in.dit verband even een enkel woord wijden
aan de niet zelden gehoorde opvatting, dat het leenen
voor een zaak veel duurder uitkomt, dan het direct
uit belastinggeld betalen, omdat men den eersten
weg volgende, behalve de kosten voor de zaak zelf,
die dan in den vorm van aflossing der schuld worden
voldaan, ook nog de rente over een aantal jaren
betalen moet. Inderdaad wordt, indien men voor een
werk van
f
100.000 c 5 pOt. leent met een jaar-
lijksche aflossing van
f
2000 het budget in 50 jaren
tezamen met
f
227.500 voor rente en aflossing belast.
Men begaat echter, als men dit bedrag op een lijn
stelt met de
f 100.000
ineens, de groote fout om
guldens die men over veertig en vijftig jaar betaalt
gelijk te stellen met guldens die men nu betaalt. Nu
kan men twisten over de vraag of het rentever-
schijnsel uit de natuur der dingen, uit de mensche-
ljke psyche en de schaarschheid van tegenwoordige
goederen voortvloeit, dan wel op machtsverhoudingen
berust; maar zoolang het renteverschijnsel bestaat, is
een gulden, die op zeker oogenhlik ter beschikking is
van méér waarde, dan een gulden die men eerst een
of meer jaren later krijgt en evenzoo is een gulden,
dien men heden betalen moet, thans zwaarder last dan
een gulden dien men over 5, 10, ja wellicht 50 jaar te
betalen zal hebben.

Wie meent, dat het voor de belastingschuldigen
hetzelfde is, of zij thans dan wel over tien, twintig
enz. jaren een zekere som zullen hebben op te brengen,
die kan de staatsfinanciën gemakkelijk in goeden
toestand brengen. Hij late de Vermogens-, Inkomsten-
en Verdedigingsbelastingen nu maar in eens • voor
de tien volgende jaren
tegelijk
betalen, (zij het dan
met recht op restitutie als men in latere jaren minder
schuldig is en met de plicht van
bijbetaling
als men
later hooger aanslagen krijgt). De fiscus verkrijgt
aldus meer dan 1.2 milliard in de hand en kan heel
wat staatsschuld delgen, zoodat er in volgende jaren
een 60 millioen minder aan andere belastingen kan
worden geheven.

Het is wel wat ontmoedigend, dat tegen dergelijke
misvattingen nog
altijd
moet worden opgekomen en
dat die zelfs in regeeringsstukken tusschen de regels
door te lezen zijn. In regeeringsstukken, waarin men
overigens, uit juist de tegenovergestelde mentaliteit
voortvloeiende, voornemens aantreft om het nage-
slacht te onzen behoeve te belasten, zooals b.v. het
plan om een toevallig reeds gevormd kapitaal als het

1138

ECONOMICH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 December 1925

voordeelig saldo van het Leeningsfonds niet vobr
de dekking van het tekort in het pensioenfonds
beschikbaar te houden of voor extra-aflossing van i
crisisschuld te bestemmen, maar in eenige jaren op
te gebruiken, ten einde de tegenwoordige belastingen
wat te kunnen verlagen. Aan deze plannen ligt wel
degelijk de erkentenis ten grondslag, dat tegen-
woordige guldens – ook in de zakken der belasting-
schuldigen – grootere waarde hebben dan guldens, waarover men eerst over één jaar of meer jaren de
beschikking krijgt; ja in dit geval wordt het waarde-
verschil zelfs overschat, en. ontlast men het heden te
veel op kosten van de toekomst.
Het meest van alles heeft mij echter verwonderd
het hier boven aangehaald betoog van den Minister,
strekkende, dat, als de Staat door middel van pu-
blieke werken diensten bewijst aan de bevolking,
waardoor de productiviteit van haren arbeid wordt
verhoogd, het doel van dit optreden
wordt gem,ist
als de bevolking voor het genieten van die diensten
ook te betalen zal hebben. De Minister heeft het oog op betalen in den vorm van belastingen, noodig voor
de dekking van rente en aflossing van de leeningen voor die werken aangegaan, maar het is wel duide-
lijk, dat hetzelfdè dan toch zoude moeten gelden als
de diensten werden betaald in den vorm van retri-
hutiën van de feitelijke gebruikers van de werken
geheven, maar door dezen in hoofdzaak natuurlijk
op de overige bevolking als consumenten verhaald,
Geheel parallel met ‘s Ministers redeneering zoude
de volgende gaan: ,,De Staat verschaft aan de bur-
gers de diensten van politie en justitie, doch het
doel hiervan wordt gemist, wanneer zij voor het
nut, dat die instituten voor hen hebben, door middel van hun belastingbiljet moeten betalen.
Intusschen bedoelt de Minister toch natuurlijk niet,
dat de publieke werken van den Staat slechts dan
hun doel bereiken, als men die zonder
eenige
offers
kan stichten b.v. als ze uit de lucht kwamen vallen
of van andere naties ten geschenke gekregen werden.
Hij schijnt echter van meening, dat publieke werken
slechts dan hun doel niet missen, als de generatie van
de bevolking, die er nut van trekt, een andere is dan
die, welke voor den aanleg offers brengt. Offers bren-
gen voor die werken in den vorm van belastingen,
die andere behoeftebevrediging beletten
1),
dat moet
naar zijne meening de generatie, die de werken aan-
legt; slechts dan krijgt de generatie, die het nut van
de werken trekt, dat nut voor niets en wordt hét
doel der werken niet gemist.
De gansche redeneering van den Minister komt dan
ook weer hierop neer, dat elke generatie van burgers
van een publiek lichaam de kapitaalgoederen modt
leveren, die de volgende generaties noodig hebben,
dus zich offers moet opleggen in den vorm van hoogere
belastingen dan noodig zouden
zijn
om de diensten,
die zij zelf van het lichaam geniet, te betalen. Een
leer die naar
mijne
meening redelijke basis mist;
tenzij de generatie, die de werken betaalt, zelf van
die, welke haar voorafging, de geheele publieke outillag’e
vrij van lasten van daarvoor aangegane leeningen ten gebruike krijgt. Dan is het zeker de plicht van
die generatie tegenover de langzamerhand minder
bruikbaar geworden outillage, die zij zelf gratis kreeg,
ook weer een nieuwe te stellen die de toekomstige
generatie dient. Doch dat gaat buiten het beginsel om.
En de Minister is ook nog inconsequent. Want hij
wil wel leenen voor woningbouw (door gemeenten of
vereenigingen) met Rijksgeld. Daarvan wordt immers
de rente en aflossing niet door de burgers maar door

1)
Het kan natuurlijk ook – het zal zelfs meestal ge-
deeltelijk het geval zijn – dat de generatie, die de werken
betaalt, dientengevolge minder particulier kapitaal vormt,
minder ten eigen bate spaart; in dat geval is het econo-
misch gesproken hetzelfde als indien de Staat voor de wer-
ken leent. De volgende generatie krijgt dan meer publiek
kapitaal en minder particulier kapitaal; of ze daardoor
welvarender zal zijn?

de gemeente of de woningvereeniging betaald. Een
wonderlijk zich vastklampen aan het schatkist-aspect
van de zaak! De rente en aflossing worden betaald door
de huurders; dat in dit geval een bepaalde groep van
gebruikers van de met rijksgeld gestichte werkende rente

en aflossing der leeningen betaalt, en niet de belasting-plichtigen in het algemeen, verandert economisch niets aan de zaak. Ook die huurders kunnen tot den Minister
zeggen: het doel van den woningbouw is gemist, want
wij moeten voor het nut dat de woningen afwerpen
betalen. Slechts de juridische vorm en de verdeeling
der lasten is in dit geval iets anders dan in geval
de schippers voor het nut, dat een kanaal afwerpt
betalen, of wel in geval
alle
contribuabelen zulks doen
in de veronderstelling, dat kanalen nuttig
zijn
voor
de volkshuishouding en dus ook voor elkeen die daar-
aan deelneemt.

Door
mij
is indertijd in de Economist van 1912
en in die van 1914 getracht een afdoenden uitweg te
vinden uit het doolhof van opvattingen omtrent de
vraag, wat wèl en wat niet als buitengewone uitgaaf mag worden beschouwd en later had-ik de gelegen-
heid mijne denkbeelden daaromtrent in een wetsontwerp
houdende voorschriften omtrent de inrichting der

1
staatsbegrooting neer te leggen. De strekking daar-
van was, dat de Staat alle uitgaven voor zaken van
blijvend nut als buitengewone kan beschouwen, mits
hij den gewonen dienst belaste met een afschrijving op allê zoodanige zaken, die hij bezit (onverschillig
of daarvoor
indertijd
geleend is of niet) en de voor
afschrjving uitgetrokken gelden in de eerste plaats
1 bestede voor dekking van buitengewone uitgaven, terwijl dan de aflossing van leeningen niet meer op
den gewonen dienst behoeft te drukken.

Voorzoover ik weet, hebben die denkbeelden nergens
principieele bestrijding
gevonden, al waren in de
2e Kamer velen ten onrechte huiverig dat, de staat-
begrooting voor hen minder overzichtelijk zoude wor-
den en de contrôle op de begrootingsposten moeilijker,
zoodat verscheiden leden er op aandrongen niet de
begrooting en de daarmede samenhangende begroo-
tingsrekening te veranderen, doch telken jare een
afzonderlijke rekening volgens de denkbeelden van
het ontwerp op te maken; en al begingen andere leden

1
der Kamer de fout te meenen, dat de hervorming
der staatsbegrooting een solied financieel- beheer
wilde waarborgen (dat natuurlijk door geen wet te
waarborgen is)
terwijl
de bedoeling slechts kon zijn,
dat men zich beter rekenschap kon geven in hoeverre
men soliede beheerde (d.w.z het ‘Staatsvermogen op
peil houdt) in ‘t midden latende of dit in elk jaar
op zich zelf noodzakelijk is.

Thans komt de Minister met in menig opzicht lijn-
recht tegengestelde opvattingen. De kern van mijn
betoog nl. dat de kosten van zaken van blijvend nut
mogen verdeeld worden over het tijdperk waarin de
zaken nut doen, wordt toegegeven, doch ,,alleen slechts
in theorie” (de tegenwoordig zeer gebruikelijke wijze
om la mort sans phrase op een betoog toe te passen)
en voorts met een paar overwegingen, die men het
best als ,,naief” kenschetst, overwegingen die men aan
het Ministerie van Financiën niet meer verwachten
zoude.

Door geheel bijkomstige omstandigheden leiden –
gelijk ik reeds meermalen in dit artikel opmerkte –
momenteel die overwegingen niet tot verkeerde ge-
dragingen, n.l. de inkrimping van de soort van uit-
gaven, die als buitengewoon beschouwd worden; men maakt een sedert lang bestaande fout door een nieuwe
in tegengestelde richting eenigermate goed. Het is
echter verkieselijk een bestaanden misstand op zich
zelf op te heffen, en dan overigens een redelijk sy-
steem te aanvaarden.
In het laatste stuk door den Minister gepubli-
ceerd, de Mem. van Antwoord op het Voorloopig Ver-
slag omtrent Hoofdstuk 1 der Begrooting, schijnt hij
alreede eenigszins te gaan
twijfelen
aan zijn rigou-

30 December 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 l39

reuze opvattingen: als het verre nageslacht ook mede
van een werk profiteert dan behoeft zijns inziens de
tegenwoordige generatie het toch niet geheel alleen
te betalen.
Gelukkig belooft de Minister ook zijnerzijds een
wetsontwerp, dat trachten zal een vaste lijn in
de zaak te brengen. Gelet op de hierboven geci-
teerde beschouwingen kan de verwachting niet
zeer hoog gespannen
zijn.
Doch zoolang het wets-
ontwerp niet is ingediend mag de hoop leven, dat
gezondere economische opvattingen alsnog den bo-
ventoon zullen krijgen.
VAN GIJN.

31 October 1925.

DE ROTTERDAMSCHE HAVEN.

De heei J. Brautigam schrijft ons:

Het artikel van den heer C. V.(ermey), voorko-
mehcie ill uw weekblad van. 9 December ji., kwam
eerst heden onder mijn aandacht. Tot eenige opmer-
king zou het mij geen aanleiding geven, ware het niet,
dat de inhoud in schijn ‘ingaat tegen het door mij
omtrent ‘de 1:ottei’damsche haven tijdens de begroo-
tingsdiscussies in den Gemeenteraad ter sprake ge-
brachte, terwijl in wezen
het,
betoog van den geac’h-
ten schrijver langs mijne beschouwngen heen gaat.
tint kan zijn nut hebben, ‘dit nader tpreciseeren.
Het aantal schepen en de tonnenmaat zeggen niets
ten aanzien van de intensiteit der havenbeweging.
Volkomen juist. De goede naooriogsche ontwikkeling
der haven is door mij getoetst aan de cijfers der
goade’enbewegi’rbg
en slechts in nevënverband aan die
der binnenkomende schepen en hunne tunnenmaat.
Daarbij mocht ik er op wijzen, dat het totaal der goe-
deren beweging dit jaar, dat ‘van het bij uitstek gun-
stige en in de geschiedenis der haven aan den tol)
staande jaar 1913 zou evenaren. Totaal destijds 29>’4
millioen
ten,
tegen 214 miilioe’n ton in cle eerste
negen maanden van 1025. De na dien bekend gewor-
den cijfers maken het niet gewaagd te veronderstel-
en, dat het cijfer van 1913 zal worden overtroffen.
Over deze beschouwing mijo’erzijds z’sk’ijgt de heer
C.
V
. Zijn ‘klacht uit zich &ver de geringe ontwikke-
ling van Rotterdam als stuk’goedhaven, waarbij hij
aanstoot neemt aan mijn optimistische stem. Onjuist,
wijl ik mij uitliet over het geheel en hij’ zich uit-
spreekt over een deel van het vervoer en te onver-
ldaarbaaj,der, wijl de kl
ac
tht van den heer V. door mij
tea volle wordt onderschreven. Dit kan ik des te ge-
reeder doen, omdat veel eerder door mij voor dit
euvel aandacht is gevraagd. Reeds in de vergadering
van den Gemeenteraad van 12 December 1924 is door
mij betoogd: de groote fout van Rotterdam is, dat
het de haven van de kolen, het graan en de ertsen is.
Mijn woord tot den handel was toen: blijf niet een-
zijdig. Waarlijk, de heer V. heeft voor zijn grief tegen mij weinig grond.
Rein toegeven, dat voornamelijk de ‘haven tarieven
de ontwikkeling van Rotterdam als stukgoodhaven in
den weg staan, kan ik intusschen niet. Nog minder,
dat zij in verhouding tot 1913 hoog zouden zijn. In-
derdaad er ‘is een stijging van 45 tot 673’ pOt., maar
daarbij dient in het oog te worden gehouden, dat de
koopkracht der Nederlandsche munt slechts 55 pOt.
is van. de voor-oorl’ogsc.he waarde. In cat verband zijn
de tarieven zelfs lager ‘dan die van 1913, toen zij om
hunne billijkheid algemeen. werden, geprezen. En ik
herhaal wat ik ten deze in den Raad opmerkte: dat
met, uitschakeling van ‘die havens, waarmede door
valuta-omstandigheden vergelijking niet mogelijk is,
Rotterdam in verhouding tot andere geen ‘dure ‘haven
is. Dit voorbehoud werd juist gemaakt met het oog
op Antwerpen, nog immer valuta-concurrent en Ram-
burg, ‘dat nog niet geheel aan de valuta-invloeden ontkomen is. Indien de heer 0. V. zich dan ook de
moeite had getroost, het officieele Raadsverslag te
lezen, vSSr hij zich tot ‘schrijven zette, dan zou zijn
be]angwekkende beschouwing ad publi,cum zijn ge-

bracht, zonder zijn oppervlakkige en onjuiste con-
clus’ie over mij ne oppervlakkighei cl.
Jntusschen kan het verstandig beleid ziju vooi’
1)0-
paalde schepen en zeker soort ladingen – ter aan-
moediging van het verkeer – uitzond eringstarieven vast te stellen. Ongetwijfeld. Doch het kan het feit,
dat de Rotterdamsche haven in het algemeen reeds
lage tarieven heft niet wegnemen. Bovendien ‘blijft
het wenschelijk, de tarieven, ook in het algemeen,
OP
een hoogte ‘houden, die dekking der kosten verzekert.
Indirecte subsidie aan de scheepvaart door middel
van te lage ‘haventarieven, moet als hoogst gevaarlijk
voor een goede ontwikkeling van haven en scheep-
vaart beide, van de hand worden gewezen.

Overigens zijn er vele andere factoren, die ‘de &nt-
wikkeling van het stukgoederen vvrvoer te Rotterdam
kenreu en die een veel krachtiger beletsel inhouden
dan cle ‘haventar’ieven. Aangestipt zij: ‘de uitzonde-
rings-spoorwegtarieven in Duitschland, waarvan Ant-
‘werpen geen, doch Rotterdam veel hinder ondervindt
doch welk bezwaar – naar ik meen te mogen onder-stellen — in 1926 wel zal worden overwonnen. Ver-
der: de u.itzon’derin’gs-spoo’rwegtarieven in België; cle
slechte spoorwegpoitielc in Nederland; Antwerpen,
dat veel betere spoorweghaven is dan Rotterdam; A’m-
strdam als concurreerende stukgoedhaven met zijn
groot aantal vaste lijnen; het ‘moeilijke transport in
de Rotterdamsche haven, vooral ook in het ooclerlinge
verkeni; ‘de geringe ontwikkeling van den Rotterdam-
schen, handel in tegenstelling tot Amsterdam; ‘de
klacht van verschepers en ontvaugers van stukgoede-
ren, dat hunne belangen bij die der reeders worden
achtergesteld; de heffing van ,,administratie-reohten”
door de Scheepvaart-Vereeni’giii’g, enz.
Misschien wil ‘de heer C. V. zijn krachten beproe-
ven aan cciie ontleding en waardeering van deze be-
zwaren, die ook ‘hem niet. vreemd zijn. Allicht komt
hij dan ‘tot de conclusie, dat ‘de bevordering van het
stuirgoederenverkeer over Rotterdam van ‘de oplossing
van andere dingen afhankelijk is dan ‘verlaging ‘van
cle in wezen toch nog altijd lage ‘haveritarieven.

Rotterdam, 21 December 1925.

* *
*

N a s c h r i f t. Terecht wijst de heer Brautigam er
in zijn replich op dat mij ii klacht zich voornamelijk
uit over de geringe ontwikkeling van Rotterdam als
s.tulcgoedhasven. De ,,’goed’e na-oorlogsche ontwikkeling
der haven” – mijn geachte cri’ticus zal vermoedelijk
de eerste zijn dit te onderschrijven – is volicomen
eenzijdig en bestaat uitsluitend in een stijgend ver-
voer van kolen en ertsen. Hoe welkom ook brengt
deze categorie slechts ,,grist to a fe’w miils”. Het
stukgoederenve’rlceer ‘daarentegen kwijnt en het is een
niet te ontkennen feit dat Antwerpen, ‘door een krach-
tig ontwikkelde , ,home’ ‘-industrie reeds zeer bevoor-
recht boven Rotterdam, erin slaagt steeds meer ver-

keer uit het Duitsc’he industriegebied, voornamelijk
Westfalen, tot zich te trekken. De geachte schrijver
doet geen enkele poging de door mij met cijfers aan-
getoonde en gunstige verhouding der haivenkosten te
Rotterdam in vergelj’Icing met die in ‘de met Rotter-dam zoo sterk concurreerende havens Antwerpen en
Hamburg, te weerleggen, ofschoon hij, – indien al-
thans de dagbladen zijn redevoering in cie zitting van
den Rotterdamschen Gemeenteraad ‘dde. 17 Novem-
ber ‘jl. juist hbben weeregëven – ge’pöneerd heeft
,dat het niet mogelijk zal zijn ccii go’edlcoopere haven
tw
vinden”,. Hij , bepaalt zich ertoe ‘met verwijzing
‘naar bijkomstige factoren, welicer bestaan door mij
niet worden ontkend, te herhalen ‘dat ide Rotterdam-sche haventarieven ,,toch nog altijd laag zijn”. Indien
de geachte schrijver gesteld had, dat de Rotterdam-
sche haiventarieven klaarblijkelijk geen overwegend
beletsel vormen voor de ‘met volle ,,bulk”-ladungen
aankomende of vertrekkende schepen – dit blijkt
trouwens uit de h,avenbewgig zelve – zou zijn stel-
ling minder aantastbaar zijn dan zulks in haar alge-

/

1140

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 December. 1925

meenheid thans het geval is. De door mij aangehaalde
cijfers toonen aan – en ik geloof niet dat de heer B.
er in zijn repliok in ‘geslaagd is dit te weerleggen –
dat de onlogische en op •de steeds met naar verhou-
ding kleine kwantiteiten lading vert,rekken’de stuk-
goedhooten veel te zwaar drukkende tarieven wei
degelijk voor een niet onaanzienlijk deel aansprakelijk
zijn voor het kwijnen der stukgoedbeweging. Ook ik
ben allerminst voorstander van een te ver doorge-
voerden en, daardoor ongezonden, kuns’bmatigen stèun
in den vdrm ‘van ,,te lage” haventarieven; mijn ge-
achte tegenstander nadert de door mij in mijn be-
schouwing verdedigde zienswijze echter reeds vrij
dicht, wanneer ook hij stelt, dat het verstandig beleid
kan zijn voor bepaalde schepen en zeker soort ladin-
gen – ter aan m’oediging van het verkeer – uitzon-
deri.ngstarieven vast te stellen. Gaarne wi.l ik oven-
geiis, wanneer de Redactie mij daartoe in de elege.n-
heid wil stellen, t.z.t. ook nog eens een afzonderlijke
beschouwing wijden aan de door den heer B. geci-
teerde factoren. C.
VERMEY.

DE HANDEL VAN NEDERLAND EN

NEDERLANDSCH-INDIË MET CHINA.

Kon nog geen 30 jaren geleden van de bijna
totale afwezigheid van Nederlandsche handeisfirma’s
in China gesproken worden, thans treft men daar
een respectabel aantal (meer dan veertig) filialen van
Nederlandsche ondernemingen aan.
Natuurlijk valt de opkomst van den Nederland-
schen en Nederlandsch-Indischen handel met China
samen met den reusachtigen opbloei van handel
en verkeer over de geheele wereld van de laatste
decennia voor den wereldoorlog, en met de onge-
hoorde ontwikkeling der Nederlandsche koloniën in
het Oosten. Maar zij geeft toch
tegelijkertijd
een
zeer gunstigen indruk van den ondernemingsgeest
en van de geestkracht onzer landgenooten. Voor
wie ten onzent in de afgeloopen jaren het hoofd
lieten hangen is zij een bewijs, dat Nederland bij
geen enkel volk op handelsgebied achterstaat. In-tegendeel, wanneer men in aanmerking neemt dat
op de lijst van de tonnage die jaarlijks het Suez-
kanaal passeert, Nederland de tweede plaats inneemt
(Engeland is No. 1) en groote landen zooals Frank-
rijk, Italië en Duitschland achter zich laat, dan
is er alle reden om de toekomst met vertrouwen
tegemoet te zien.
De directe handelsbeweging tusschen Nederland
en China is weliswaar niet van grooten omvang
volgens officieele Nederlandsche statistieken, maar
het is zeer wel mogelijk dat tal van artikelen, die
voor China bestemd zijn, via Engeland verscheept
worden, en zoo op de lijst van exporten naar Enge-
land paraisseeren. Hierover juiste gegevens te ver-
krijgen is uiteraard niet wel mogelijk en wij dienen
ons dus met de volgende of ficieele gegevens, ontleend
aan de voortreffelijk ingerichte Nederlandsche han-
delsstatistiek, te vergenoegen.
Nederlandsche Intporten uit en Ewporten taar
China in 1924.
Importen uit China:

Bruto ge-

Waarde
wicht in K.G.in guldens
Eieren ………………….
1.130.888

f

1.085.23E
Peulvruchten …………….
10.776.828

1.344.54C Zaden

………………….
4.031.000

,,

905.08C
Sojaboonen ………………
4.779.869

,,

695.651
Grondnoten ………………
16.709.000

442470€
Plantaardige Oliën ……….
2.127.294

,, 1.141.274
Houtwaren ………………
3.057.784

,,

1.670.53C
Thee ……………………
1.500.116

,,

1.546.394
Div. Voedingsmiddelen ………
815.687

,,

494.761
Alle andere artikelen

,,

854.73(

Totaal
f 14.162.91E

Geen munt en muntmateriaal werden in
1924 ingevoerd.

Exporten naar China:
Gec. Melk

………………
183.645

f

147.101
IJzer en Staal

11

304.05
Chemische Producten
146.934

f
169.186
Verfwaren en Vernissen
420.153
291.025
Garens

………………….
172.664
834.397
Textielen

…………………
214.002
731.760
Papier

………………….
789.838
174.902
Bewerkte Tabak …………..
33.936
153.562
Vaartuigen en Vliegtuigen …
338021
223.592
Gereedsch. en Landb. Werkt.
228.982
275.621
Instrumenten

…………….
223.317

,,
470.667
Alle andere artikelen
,,
677.198

Totaal
f 4.452.268

Nederlandsck Oost-Indische importen uit en Ewporten
naar Hongkong en China.

Importen van Hongkong (Waarde in 1000 gld.)

1913 1920 1921 1922

1923
Cement (in vaten) …

3.768 1.014

183

66
Eetwaren …………
1.413 3.023 6.597 2.985 2.657
Thee ……………..
156

147

307

281

290
Chemicaliënenaeneesm

619 1.008 1.433 1.249 1.238
?.Ianufacturen, ‘katoe-
nen,

gebleekte, ge.
verfde of gedrukte,
en

bontgeweven,
wollen, en haifwollen
165
5.707 3.482
1.262
991
Idem (zijden en half.
zijden
+
alle andere
soorten (incl.zakken
en zeildoek) ……..
486 1.884
4.132 1.753
994
Kleederen …………
108
610 709 393 396
Sigaretten…………
7
3.348 7.554 7.979
7.055
Papier en papierverk
367
672
785
430
431
Vuurwerk …………
1.145 763
1.415
1.667
1.282.
Soyaboonen

……….
938




Zijde

(ruWe) ……….
168
361
536
156
157
Alle andere artikelen.
1.869
6.246
8.608
4.711
3.948

Totaal

………
7.451 27.537 36.572 23.049 19.505

Importen van China.
Cement (in vaten)
. . .

3.168
451
20
3
Eetwaren

…………
1.022
2.446
3.419 1.512
955
Papier en papierwerk
239
152
274 266
209
Manufacturen, katoe-
nen, geverfde of ge-
drukte en bontgew
150
544
100
54
88
Idem (zijden en half-
zijden,

alle andere
soorten) …………
121
426 452
219
473
Aardewerk ………..
59
64
453
300
279
Sigaren en sigaretten
49
2.032
2.598
2.589
3.995
Tabak

……………
389
634
1.125 1.118
1.457
Thee ………………
2.177
155
70
187
158
Alle andere artikelen.
5.025
1.828
1.839
1.242 1.444

Totaal ………
9.231 11.449 10.791 7.507 9.121
Totalen Hongkong en
China …………..
16.682 38.986 47.363 30.556 28.626
(Voor de uitvoercijfers zie hiernevens.)

Daar ik de statistieken voor 1923 en 1924 nog
niet heb kunnen raadplegen, völgen hier nog eenige
cijfers, ontleend aan het Verslag van de Javasche

Bank over 1924:
Exporten van Ned..Indië naa Hongkong en China
all
andere landen in
1913
en
1923.

Waarde in

Percentages van
mili. guldens de totale exporten

1913

1923

1913

1923

Nederland ……….
173

204

28,1

14,9
Singapore

……….110

230

18

16,8
Britsch-Indië ……..
89

151

14,5

11
China en Hongkong .

52

101

8,4

7,4
Japan …………..
36

110

8,4

7,4
Frankrijk ……….
27

60

4,3

4,4
Engeland …………
24

115

3,9

8,4
Duitschland ……….
14

21

2,3

1,6
Vereenigde Staten ….

13 ‘ 135

2,1

6,8
Australië …………
13

42

2,1

3,1

Hoewel bij de beoordeeling der cijfers natuurlijk
de verhoogde waarde van de meeste goederen in
aanmerking moet worden genomen (men raadplege
de Index-cijfers) blijkt vooral uit de percentages
wel zeer duidelijk, dat Nederlands aandeel in den
exporthandel veel kleiner is geworden, terwijl dat
van Hongkong en China ook gedaald is, hoewel

slechts weinig.

30 December 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN

litu

1913
1920
1921
1922
1923
100KG
1000KG.
1000KG.
JQ
1000KG.

Exporten naar Hongkong.

Aardolie (ruwe aardolie, vloeibare
brandstof (liquid fuel), solar-
en diesel-olie, residu en brand-
olie) en aardolieproducten (kero-

Paralfine, smeeroliën en kaarsen
78.000′
1.162
5.917
362
120.383′
2.472
15.822
1.873
148.718′
4.467 14.296
2.859
79.245′
6.078
8.807
3.124
93.060′
6.092
3.104
1.890
sine en

benzine)

………….

Rotting

…………………..

Suiker ……………………

2.963
2.544′
264.324

356 343
26.100

7.424 3.5911
167.648

1.411
1.016
109.958

4.320
1.6211
372.379

821
405
90.355
2.745
4.704′
239.103

439
1.082
44.328

3.902
6.008′
287.379

624.
1.202
77.307
Spiritus

…………………..

Suikerresidu (melasses)

………

– –
25.602
305
1.536
981
27.759
0.401
584
1
19.897
4
305
8
23.074

586

Alle andere artikelen

.

1.115
2.673
2.111
3.040 2.762
34.193 135.870
111.432
61.133 87.475

Tin

………………………
Totalen ……………

.Exporten naar China.

Aardolie (ruwe aardolie, vloeibare
brandstof (liquid fuel), solar

en diesel-olie, residu en brand-
Olie) en aardolieproducten (kero-
sine

en

benzine)

…………
107.000′
9.103

143.085′
11
21.390
639
98.284′
1
14.358
50
75.990′
7
12.146
320
54349′
10
2.642
445

Spiritus

………………….
•S uiker

…………………..

.

.3.541
432
5.404
1.119′
2.391
503 1.162
732′
34.058
183
7.959
328′
30.408
76
5.381
1.9811
21.781
396
5.320

Thee ……………………..
1.838
1.141




___


..189′

1.619
7.842
4.417 7.149
.
4.612

..

17.699
31.536
26.967
25.072
13.415
Kinine

……………………-

..
..

51.892
167.406 138.399
86.205
100.890
Hongkong en China Totalen…
.

Alle andere artikelen …………..

Totalen ………………

Totale waarde van den handel
tusschen Ned. 0.-Indi6 en Hong-
68.574 206.392
185.762
116.761
.
129.516
kong en

China …………….

‘)
In 1000 Liter’s.

Wanneer wij in aanmerking nemen dat de totale
waarde van China’s importen ongeveer f 1.200.000.000
bedraagt, of ongeveer f 30,- per hoofd der be-
volking tegen ongeveer f 140,- per hoofd der be-
volking in Nederl.-Indië, terwijl toch ook de meer-
derheid der laatste niet buitengewoon welvarend is,
en men den laatsten tijd klachten omtrent hare
verarming verneemt, dan is het wel duidelijk, dat
China op den duur nog als afzetgebied geheel onaf-
zienbare mogelijkheden opent. De vraag is natuurlijk,
hoe lang de tegenwoordige daar heerschende chaotische
toestanden nog zullen duren, hoewel het de aandacht
heeft getrokken, dat de handel eerder vermeerderd
dan verminderd is sedert de binnenlandsche ver
warring verergerd is. Wanneer derhalve geordende
toestanden opnieuw intreden, dan mag men een ge-
leidelijke toeneming van den Chineeschen import-
en exporthandel verwachten.
Zooals uit de bovenstaande staatjes te zien is,
levert China voor Suiker, Petroleum, Benzine etc.
een zeer belangrijk afzetgebied op. Maar Nederlands
belang in China is niet bij den handel alleen.
Nog onlangs toonde de Ned. Regeering hare be-
langstelling voor andere gebieden van werkzaamheid
voor onze landgenooten, toen zij afstand deed van
hetgeen China nog aan Nederland uit hoofde van de
schadevergoeding wegens den Boxer-opstand schuldig
was, onder beding dat dit bedrag voor de verbetering
der rivieren zou worden aangewend. Indien te
Peking weder een krachtige regeering zetelt, ver-
wacht men vermoedelijk belangrijke opdrachten aan
Nederlandsche waterstaatkundigen ter verbetering
der rivieren in China die jaarlijks zooveel schade
aanrichten.
Overigens
zijn
ook de Nederlandsche belangen be-
trokken bij de Chineesche spoorwegen. Het China
Syndicaat in 1919 door een groep van bankiers in
Nederland gevestigd, en dat in zekeren zin een
voortzetting is van de Nederlandsche Maatschappij
voor Havenwerken die in 1912 hare werkzaamheden
begon, heeft deelgenomen in den bouw van den
Loenghai spoorweg. Ook heeft de genoemde maat-

schappij havenwerken te Shanghai, Hongkong en
Macao aangelegd.
In Nederlandsch Oost-Indië is een belangrijke
Ohineesche kolonie gevèstigd, die daar een belang-
rijke rol in handel en industrie speelt. De Chineesche
koopman verheugt zich over, het algemeen in een
zeer goede reputatie en heeft zich als tusschen-
handelaar vrijwel onmisbaar gemaakt.
De Chineesche taal wordt ten onzent ijverig be-
studeerd en te Leiden wordt het beste drukwerk ter
wereld met Chineesche karakters vervaardigd.
Op allerlei gebied dus is er met het grootste
land van het Verre Oosten ten onzent en in Indië
aanraking en zoodra de toestanden in China op-
klaren, zal de handel daar in de eerste plaats van
profiteeren, ook indien de invoerrechten min of
meer belangrijk verhoogd mochten worden, waarop
wel veel kans schijnt te bestaan. H.
DUNLOP.

Den Haag, November 1925.

DE OPWEKKING VAN ELECTRISCHE

ENERGIE IN DE PROVINCIE LIMBURG.

Ir. B. S. van Zan,ten te Groningen schrijft ons:

Onder dezeri titel schreef de heer N. H. M. Doppler,
electrotechn’isch adviseur bij de Arbeidsinspectie, een
artikel in de nunïmers 513 en 514 van dit tijdschrift,
naar aanleiding van het rapport der derde Staatzcom-
missie omtrent de electriciteitsvoorziening van ons
land.
Aangezien echter de gegevens, waarover de heer
Doppler blijkt te beschikken, niet volledig kunnea
worden geacht, waaa-door de waarde zijner conclusies
wordt aangetast, lijkt het niet mispiaatst,. nog een
beschouwing aan deze kwestie te wijden, welke voor ons land van z66 groot gewicht en zoo groote econo-
mische beteeken is is.
De hoofdvraag, die over deze zaak in het rapport
der Staatscommissie en in het artikel van den heer Doppler is gesteld, hiidt als voIt:

,,In hoeverre zijn in het Limburgsohe mijngebied, hetzij
in natuurlijken vorm, hetzij als afvalproducten dr mijn-

1142

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 December 1925

iudustrie, minderwaardige brandstoffen aanwezig, welke
1

met voordeel aangewend kunnen worden voor cle electri.
citeitsvoorziening vnu ons land?”

En nu noemt de heer Doppler de afvalbrandstof
fen op, ‘die hem bekend zijn en wel:
wasscherijsteenen en kolenslik;
fijne magere kool en kooksgruis,
en voert verder aan, dat de eerste categorie veredeld
kan worden en ook wordt en dat de tweede zal op-
houden min’derwaar.dig te zijn, als de omwenteling,
die bezig is, voltrokken zal zijn en men algemeen tot

poederkoolverst’oking zal overgaan.
Nu vergeet de heer Doppler onder de afvalpro-‘
dacteu der mijnindustrie, di.e voor brandstof geschikt
zijn, reeds dad.eiijk twee categorieën, die
SIIfflCII
mis-

schien van evenveel belang zijn als de twee door

hem genoeffide, nl.:

de gassen van de kooksovens, die in steeds groo-
tere hoeveelheden beschikbaar komen, naarmate
meer kooks wordt geproduceerd, en

de in de nabijheid der mijnen gvonden bruin-
kool, die zich voor transport niet leent, doch zeer wel in de ketels der mijn-centralen verstookt kan

worden.

Het niet vermelden van deze twee categorieën tast.
reeds de waarde der conclusies yan den heer Doppler

sterk aan, maar er is meer.
De Steatsmijnen hebben eén proc6d6 gevonden om
het kolenslik, het afvalprodukt ven de wasscherij, te
veredelen. Dat wil zeggen, di.t product, dat ‘zoo wei-nig waarde als brandstof heeft, idat het de kosten van
transport naar elders niet kan dekken, wordt door
verwijdering van de minst brandbare deelen omgezet
in een meerwaardige brandstof, die het transport wel

loont.
Doch nu
rijst
dadelijk de vraag en do heer Doppler
heeft die blijkbaar niet onderzocht, wat economischer
is: aan die brandstof de kosten te besteden om haar
te veredelen en dan de veredelde brandstof te ver-
koopen en te transporteeren naar een centrale, die
elders is gelegen, ôf de minderwaardige brandstof in
de daartoe speciaal ingerichte ketels •der mijncentra-
len te verbranden, daaruit eleetriciteit voort te bren-gen en ‘deze naar elders te transporteeren.
Met de gegevens, die hierover beschikbaar zijn en
die samengebracht zijn door de Vereeniging van Di-
recteuren van Electriciteitsbedrijven in ons land, is,
het antwoord op die vraag niet twijfelachtig. Is het
transport van electricieit voordeeliger dan dat van
volwaardige kolen over betrekkelijk niet zeer verre
afstanden, zeg 100 EM., bij’ minderwaardige brand-
stof wordt de afstand, waarover het transport van
de electriciteit het voordeeligst is, veel grooter.
Ten slotte dient vermeld te worden, dat de ver-
edeli’ng van deze afvalbrandstof volslagen nutteloos
wordt en dus alle electriciteit, die men er uit zou bereiden, volmaakte winst, als het zoogenaamdo
,,edelslik” niet verkoopbaar is. Blijkbaar is den heer
Doppler niet bekend, wat ik dezer dagen vernam, dat de mijnen met duizenden tonnen ,,edelslik” in
hun maag zitten! Het ‘is duidelijk, dat deze maag
heel wat minder overladen zou zijn, als het slik niet
veredeld, doch in electriciteit ware omgezet en als
deze electricitei’t langs een hoogspanningsleiding ‘af-
zet gevonden had in de naastbijgelegen provincies.
In dit licht bezien blijkt dus ook de conclusie der
Staatscommissie, die hieronder volgt en welke de
heer Doppler meende te kunnen onderstrepeia, eenigs-

zins aanvechtbaar; nl.:
,,De hveel:heid minderwaardige brandstoffen, welke
beschikbaar is in het mijngebied der provincie Limburg
is niet van dien aard, dat zij voorshands van invloed
kan zijn op de algemeene electriciteitsvoorziening van
liet land.”

De woorden ,,beschikbaar
is”
geven dus eigenlijk geen juiste, althans’ een ‘eenzijdige voorstelling. Dat
de afval-braadstoffen niet beschikbaar zijn, komt
doordat ze verstopt korden: het is pure camouflage!

Als men wil, is er zooveel afval-brandstof, dat een
groot deel der electriciteit van het heele land er uit kan worden verkregen. Dat dit voordeeliger is dan
de Limburgsche kolen naar 25 electrische centralen
te vervoeren en daar in electriciteit om te zetten,
staat, met de gegevens der centrale-directeuren, vast.

DE NEDERLANDSCHE UITVOERMAAT-

8CR APPIJ.

SEen kort historisch overzicht van haar doel en werking.
IV
(Slot).

Financieel Overzicht.

Gezien de moeilijkheden, die de N.U.M. doormaak-
te, is er alleszins reden om met tevredenheid op de
financieele resultaten der bijna ‘acht jaar van haar
bestaan terug te zien.

De financiering der crdieten ‘deed eerst vreezen,
dat voor aan’d’eel’h’ou’dërs ‘en ‘obligatiehouders ten slotte
een nadeelig saldo zou moeten ontstaan. Het Duitsche
crediet, ten bedrage van 11 millioen maximum, dat
de N.U..M. verstrekte, te zamen met het Centraal
Verrekenkanboor voor Branditoffen (‘het O.V.B.) en
de Vereeniging voor Regeling van den IJ’zerinvoer
(de V.R.1J.), regelde zich automatisch naar de leve-
ring van kolon en van ijzer en staal en had dus zuiver
den vorm van’een goederencrediet. Het N.U.M.-aari-
deel bedroeg
f
4 millioen gulden per maand geduren-de 6 maanden, waarbij, zoolang de N.U.M. het crediet
niet had overgenomen, de Vereen’igi.ng voor den Geld-
handel in ide verstrekking van het crediet ‘voorzag.
Het C.V.B. zoowel als de V.R.IJ. wenteiden hun
risico’s geheel af op de verbruikers van kolen, ijzer
en staal. De N.U.M. was op de exporteurs aangewe-
zen om ‘haar aandeel onder te brengen. Zij was echter
on’machti’g, zich op deze wijze ‘de noodige geldmidde-
len te verschaffen, want ten gevolge van den vermin-
derden uitvoer bleven ‘de inikomaten uit hoofde van de
heffingen verre ‘beneden de verwachtingen.
Verder ‘ontbrak haar ton deele ook nog de ‘gelegen-
heid om zich door ‘de uitgifte van ischuldbrieven het
‘geld te verschaffen, ‘toen bleek, dat ‘de bedoeling van
‘de N.U.M. om een overname van deze obligaties ten
bedrage van 20 pOt. van de geldswaard’e ‘der export-
transacties ‘als voorwaarde aan de overdracht van con-
senten tè verbinden, niet ‘door den Minister van L., N.
en H. werd gedeeld, die zich op het standpunt stelde,
dat de N.U.M. zelf haar schuldbrieven moest beleenen
bij ‘de Nederlandsche Bank.

Waar de N.U.M. zich een’erzijds moest belasten met
de credietverplichtingen van het General Abkommen
met Duitschland, werd haar h. i. aan ‘de andere zijde de gelegenheid ‘geopend de voorwaarden aan expor-
teurs op tè leggen, welke zij met het oog ‘op de f’inan-
ciering ‘der credieten noodig achtte, terwijl d’e ui’t te
geven schuldbrieven zoo ‘min mogelijk publiek moes-
ten worden gëëmitteer’d, maar bij ‘voorkeur in beta-
ling moesten worden gegeven aan exporteurs. On-
danks de omstandigheid, ‘dat de Minister van Finan-
ciën het boven uiteengezetite standpunt van zijn Ambt-
genoot van Lan’dbouw, Nijverheid en Han’del’ niet
deelde, (wat zelfs tot het aanhouden van een partij
kaas aan ‘grenzen leidide!), moest de N.U.M. het aan-
zien, ‘dat igedurende October, November en December
1917 voor eén geldswaarde van ruim 60 millioen gul-
d’en werd’ ‘geëxport’eerd, zonder dat zij in ‘de gelegen-
heid was, ‘daaraan eeni’ge voorwaarde omtrent het in
betaling nemen van schuld’brieven der Maatschappij
te verbinden.

In Augustus 1918 volgde de overname van het aan
Oostenrijk en Hongarije verleende crediet, groot 24
miltioen gulden, van ‘de Nederlandsche Ban.kgroep,
die zic’h daarvoor gevormd ha’d. De eenige verplich-
ting, welke de Oostenrij’ksch-Hongaarsche bankgroe-
pen, waarmede ‘de crediet-overeen’komst was aange-
gaan, op zich hadden genomen, was deze, ‘dat zij bij de
verstrekking van
f
4.000.000 ‘s maands gedurende

30 December 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1143

6 maanden hunne Regeeringen ,,zou’den bewegen” uit-voervergunnin,gen ‘te verleenen voor’d•e in con bijlage
van het contract omschreven goederen. Het bleek ech-ter, dat de lijst der goederen zeer onvolledig was, vele
artikelen bevatte, die voor Nederland van weinig
waarde waren, terwijl belangrijke artikelen, als bijv.
smeerolie, in onvoldoende hoeveelheden waren opge-
nomen. De gelidswaarde der maandelijks vrij te geven
goederen bedroeg hoogstens vier millioen gulden, zoo-
dat het de N.U.M. alweer onmogelijk was bij impor-
teurs van deze goederen het crediet onder te brengen.

Behalve deze credieten, die v66r de oprichting der
N.U.M. aan Duitschiajad en Oostenrijk-Hongarije wa-
ren toegezegd, kwamen nog de verplichtingen, voort-
vloeiende uit ide crediet-o’vereenkomst, behoorende bij
het kolenoontract met Dui.tschland van 31 Juli 1919,
waarbij
f
30 per ton ingevoerde kolen diende te wor-
den verstrekt. De maandelijksche aanvoer bedroeg ‘toen
120.000 ton. Daarnaast drong ‘de iCommissie voor Ad-
vies inzake Economische Aangelegenheden er op aan,
dat de N.U.M. eveneens een crediet aan Duitschland
zou verstrekken van
f
150 per ‘ton voor het ijzer, dat•
binnen het in ‘de IJzer-Kole’n-Credietovereenkomst van 6 October 1911 vastgelegde centingent, ‘nog na
Maart 1919 was nageleverd. In het ‘geheel werd door
de N.U.M.
f
34.650.000 aan Duitschiand geleend.

De credietverleening aan Duitschiand en Oosten-
rijk-[‘o’ngarje geschiedde steeds door overname van
door die Rijken uitgegeven schatkistbiljtten tegen
den koers van 94 pOt., ren’ten’de 5 pOt., en met een looptijd van drie jaren. Daarnaast werden als zeker-
heid proessen gegeven en een surplus aan schat-
kistpapier.
Voordat de datum van terubeta.ling van het aan
Oostenrijk en Hongarije verleende crediet, met ide af-
lossing waarvan in 1920 een begi’n moest worden ge-
maakt, verschenen was, kwamen van die zijde voor-
stellen binnen ten einde tot een vervroegde aflossing
te geraken. Een plan wond voorgelegd, waarbij een
gedeelte van het crediet werd omgezet eerst ‘in een
geschenk voor den wederopbouw van Oostenrijk, later
in een leening, doch van Geallieerde zijde werd een
spaak in het wiel gestoken. De N.H.M. voorzag toen
iroeiljkhedcn met de terugbetaling, – waar reeds de
rentevoidoening achterwege bleef -, en zond een
delegatie, vergezeld van haar rechtskundigen raads-
man, naar Weenen en Budapest om ‘daar onderhande-
lingen te voeren. Ook hier ondervond men groots
moeilijkheden, ‘thans door ‘de interventie van de Oom-
missie van Herstel ‘te Parijs als gevolg van de liqui-
datie der Oostenrijksch-Hongaarsche Bank. Men heide
eerst over tot het plann om eenvoudig de banken, die
zich garant hadden verklaard aan te pakken, omdat’
de overtuiging bestond, dat een dergelijke maatregel
het geld binnen zou brengen. Alhoewel er voor de,
N.U.M. als Naamlooze Vennootschap feitelijk geen
reden bestond om eenige considerati’e te dozen op-
zichte te betrachten, wilde ‘zij ‘dezen weg niet inslaan
zonder de Regeering er in te hebben gekend. Zij moest
toen haren opzet laten varen, omdat de Minister van
Buitenian’dsc’he Zaken bezwaren ‘tegen een dergelijk
optreden maakte, waaraan de pressie van. Gezanten der•
Geallieerde Regeeringen niet vreemd tis gweest.
•Ten gevolge van dit alles was de N.U.M. verplicht
gen:oegen te nemen met een regeling, waarbij een
kor-
ting van 9 millioen gulden op het credie’t werd ge-
geven.

In den loop van 1919 werd nog ‘door den Minister
van Financiën aan de N.U.M. medegedeeld, d.at Z.Exc. er prijs op ‘zoude stellen, indien zij haar tusschenkomst
zou willen verleenen voor de financiering ‘der credie-
ten, die in verband met ‘de vier financieele overeen-komsten volgens liet nieuw gesloten General Agree-;
ment, •door onze Regeering aan Engeland, Prankrijk
en Italië waren toegezegd, een en ander ‘inget.nolge de
wetten van 11 April en 4 November 1919.
De N.U.M. verstrekte daarop aan het Vereenigd’

Koninkrijk een crediet van
f
37.656.000, aan Frank-
rijik crediet ‘van
f
30.000.000, terwijl Italië niet
over het toegezegde crecliet beschikte.
Engeland betaalde het op het crediet ‘opgenomen
bedrag van
f
37.656.000 reeds op 31 December 1919
terug, terwijl het crediet aan Frankrijk v66r den ver-
valdag met een termijn van 5 jaar werd ‘verlengd,
echter met verhooginig van de rente van 5 op 6 pOt.
‘s jaars. Laatstgenoemde verlenging geschiedde inge-
volge de wet van 24 December 1921.

Behalve bij ‘de financiering der buitenlandsche cre-
dieten heeft de N.U.M. nog een belangrijke daad op
financieel ‘gebied ‘verricht door in de eerste jaren van haar bestaan op versoek van de Nederlan’dische Bank
bij te dragen aan de ‘tussohen Nederland en Zweden
bestaande regeling, waard’oor de valuta ‘op Scandina-
vi’sohe landen binnen de normale igrenzen zou kun-
nen worden teruggebracht.

t
Ten einde zich de noodiige ‘geldmiddelen voor het
financieren der buitenlaindsche credieten ‘te verschaf-
fen, heeft ‘de N.U.M. aanvankelijk gebruik moeten
maken van de mogelijkheid, die haar werd geopend om
gelden bij de Nederlandsche Bank op te nemen. Waar
zoowel de geringe uitvoer, als ‘het standpunt ingeno-
men door Minister Posthu’ma, het onmogelijk maakten,
schuldibrieven in ‘diie mate
bij
exporteurs onder ‘te bren-
gen als in verband met de credietverleening wel wen-
scheljk was geweest – slechts tot een bedrag van
f
17.174.000 werd van de
f
40 miilli’oen gecreëerde
schuldbrieven geplaatst – moest zij wel op die wijze
•in haar middelen voorzien. De N.U.M. maakte ook hare aanspraken geldend op
baten voortvloeiende uit ‘heffingen, die waren ‘opge-
legd in het tijdperk, liggende tu’tschen hare oprich-
ting en hare inwerkingtreding, resp. op de export-
winsten, die op Regeeringsgoederen waren gemaakt.
Ook van de ‘expoi”twinst op suiker, die was behaal’d in
het jaar 1917 over den oogst 191611911, vorderde zij
een ‘deel op. Er onbstond een vrij ingewikkelde toe-
stand van verrekening tusschen N.U.M. en Staat,
Staat en Levensmid’del’envereenigilngen en N.U.M. en
die Vereenigi’n’gen. Tot algeheele klaarheid is ‘deze
aangelegenheid nooit gekomen en op de balansen van de N.U.M. komt dan ook nog steeds een vordering op
‘den ‘Staat der Nederlanden voor, waartegenover een
bedrag is gereserveerd. De Directie van de N.U.M.
moest wel halsstarrig vasthouden aan deze vorderin-
gen, zoolang nog niet vastston’d, dat aandeelhouders en
obligat’iehouders hun deelname in het kapitaal der
vennootschap ten volle zouden ‘terugkrijgen. Toen dit
later vaststond, werd de geschapen verhouding een
zuivere formaliteit.
In 1918 was de financieele toeitand der N.U.M.
nog soodanrig, dat ‘het publiek zich ongerust ‘ging ma-
ken, zoodat de N.U.M.-obliga’ties ver onder paxi kwa-
men te staan. V’an verschillenide zijden werd op een
Staatsgarantie voor ‘dit papier aangedrongen. Toen
echter bleek, ‘dat van Du’itsche zijde ‘de verplichtingen
ten opzichte der credieiten geheel werden nagekomen,
‘terwijl ook de schikking met Oostenrijk-Hongarije de
‘f’inaneieele positie ‘ddr N.U.M. versterkte, verdween
het wantrouwen, en de twijfel aan de gunstige resul-
taten maakte plaats voor een alleszins ‘gerechtvaar-
digd vertrouwen. Zelfs kon in 1920 wopden tegemoet-
gekomen aan ‘den asrensch ‘van ‘obligatiehou’çlers om op
hun schul’dbrieven een voorschot van 97 pOt. ‘der no-jninale waarde te verkrijgen. De uitgegeven obligaties,
die op 1 Augustus 1921 a,flosbaar waren, werden reeds
van 1 Maart 1921 af betaal’baar gesteld, zoodat in den loop van 1921 ‘h’et geheele bedrag aan schul’dbrieven
werd afgelost.

De meerdere ruimte der kasmid’delen gaf in 1921
ook ‘nog aanleiding de vraag onder de oogen te zien
op welke wijze de aandeelhouders wederom in het
bezit van een deêl der ‘door ‘hen gestorte gelden zou-
den kunnen worden gesteld. Besloten werd, ‘desver-
langid, van 15 Februari 1921 af de aandeelen en ‘onder-

1144

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 December 1925

aandoelein voor 90 pUt. iii beleeniiig te nemen. Reeds
1 Juli evenwel ‘trad in werking do Statutenwijziging
van 21 Juni 1921, krachtens welke aan houders vin
aandeelen en onderaandeelen 90 pOt. kon worden
terugbetaald, terwijl de stukken door afstempeling op
10 pOt. der aanvankelijke nominale waarde werden
teruggebracht. De beleeniingen hierop gesloten konden
toen gelijlotijidig worden afgewikkel’d.

De niet onbelangrij’ke bate, die de exploitatie van
de N.U.M. ten slotte voor de Staatskas heeft doen
ontstaan, is voor het ‘grootste deel ‘te darken aan de
heffingen, doch ook voor een niet gering ‘deel aan de
rente op de buitenlandsohe sehatkistpapieren en ere-
•dieten. De laatste jaren ziet men dan ook de ‘te ver-
wachten inkonrst’en uit de N.U.M. geregeld op de
Begrooting vermeld. De Balans per 31 Mei 1925, die
dus een beeld geeft van de positie der Vennootschap
op den dag v66r het begin der liquidatie, wijst ‘het
niet onbelangrijke winstcijfct aan van ruim 58 mii-
lioen gulden, nadat geregeld 5 pOt. over ‘het gestorte
aandeelenkapi’taal is betaald geworden.
Op zichzelf geeft dit resultaat alle reden tot vol-
doening, maar ‘toch hadden, indien tj’den’s de crisis-
jaren de Regeering meer rekening had gehoi.tden met
de belangen der N.U.M. en de Directie meer in de
gelegenheid was geweest hare meeningen en inzichten
naar voren te lbrengen,
,
de baten nog aamnerkelijk hoo-
ger kunnen aijn. Nu zijn niet alleen beduidende in-
komsten aan de N.U.M.-kas ontgaan, maar zij had
daarenboven n.iet on’belaiigrijlke resti’tuties van betaal-
de heffingen te doen onder meer als gevolg van de
omstandigheid, dat door de N.U.M. in uitzicht ge-
stelde uitvoer door de Regeering geweigerd werd.
Van overwegend belang voor de resultaten der
N.U.M. is de positie der ‘su’ikemarlot geworden. Ten eerste bleven de heffingen bij ‘den uitvoer van suiker
verre beneden de verwachtingen en verder heeft de
N.U.M. een aanzienlijk verlies geleden op de in een
ander deel ‘deses igenioemde suiker, die zij in verband
met den uitvoer van suikerbieten naar België van de
Belgische fabrikanten kocht.
De ‘afrekening met ‘het Zuiveiltaintoor in liquidatie
kon eerst. volgen nadat een oplossing was igovonden
voor de eigenaardige omstandigheid, die ontstaan was
ten gevolge der wijziging van den A’l’gemeenen Maat-
regel van Bestuur van 22 December 1911, die het on-
mogelijk maakte voorwaarden ten behoeve van derden
aan de overdracht van consenten te verbinded. Wars
van alle formaliteiten deed de N.U.M. afstand van de
bedragen, die door exporteu rs van zuivelproducten in
de kas van het Zuivelkantoor waren gestort en die
toch voor de binnenla’n’d’sche melkvoorzie’ning moesten
worden ‘gebruikt, en zij’ nam genoegen met overname
van het saldo der liquidatie-rekening.

De ruime kasmiididelen, waarover de ‘N.U.M. lang-
zamerhand ging beschikken (‘op 31 December 1922 had
de N.U.M., behalve de
f
30.000.000 crediet aan Frank-
rijk de directe beschikking over ruim
f
22.000.000)
deden velen met verlangen uitzien naar financieelen
steun uit dit zoo ve’rlokkende saldo, teh einde hun
zaken, die ‘door tijdsomstanidigheden of andere moei-
lijkheden achteruit waren gegaan, te ‘helpen. De Di-
rectie plaatste oich ‘echter op het standpunt, dat
N.U.M.-geld moest worden beschouwd als S’taatsgel’d
en zij’ achtte het o’nverantwoordelijk allerlei leeningen
te doen, die van grootin invloed zouden kuniien zijn
op het ‘ten slotte aan de Staatskas af te dragen saldo.
Slechts in één geval werd een uitzondering ‘gemaakt,
namelijk ‘ten opzichte van ideovername van een partij
Schatkistbiljetten ten ‘laste der Ohineesche Regee-
ring, ‘ten ‘behoeve van den ‘a.fbouw der Hoilandsche
sectie van dien Lung-Tsing-U-Ha’i-Spoorweg. De mo-
gelijkheid om deren afbouw te doen plaats vinden, was
voor ‘den uit Nederlanders bestaanden ‘techniiischen staf
en’ voor de Nederlarrdsche industrie’vain ‘groot ‘belang.

Ook van exporteurszij’de werd niet nagelaten ver-
meende rechten op uitkeering uit de N.U.M.-kas te

doen gelden. Do kaasexporteurs vroegen restitutie van
heffing, betaald ‘voor clan uitvoer van kaas naar Bel-
gië, welk verzoek ‘van ‘de ‘hand nibest worden gewezen.
Zij ‘hebben thans iden Staat in deze om schadevergoe-
ding aan gesproken.
De Vereenigi’ng van Groenten- en Vruchten’drogers
‘in Nederland en Vereeniigi’ngen van Gro’entenzouters
spraken de N.U.M. om schadevergoeding aan, omdat
‘zij ,,op grond van de van de N.U.M. verkregen in-
lichtingon” ‘destijds groote voorraden lieten fabiicee-
ren, die door ‘het uitblijven van uitvoervergunningen
hij het onverwachte einde van den wereldoorlog vrij-
wel waardeloos werden. Langdurige besprekingen had-
den ‘geen gevolg en ten slotte hebben leden der Ver-
eenigingen van Groentendr’ogees en Groenten.zouters
cle N.U.M. hij wijze van ‘test-case een proces ‘aange-
daan. Intussohen opende de omstandii’ghei’d, dat op de
Jaariijksc’he Algemeene Vergadering van Aandeelhou-
‘ders, gehouden op 28 Maart 1925, de volgende motie
werd ‘aangenomen: ,,De ‘aandeelhouders, in vergadering
bijeen, verzoeken ‘d’en beheerders van de N.V. cle
N.U.M. “tijdenis de liquidatie bij ‘de afwikkeling van
de aanihangige zaken zooveel mogelijk te handelen naar
billijkheid”, de mogelijkheid cm in overleg met Z.Exc.
den Minister ‘van Financiën met partijen tot een
regeling te komen.”
1)

Alhoewel de Vennootschap volgens art. 4 der sta-
tuten op 31 December 1925 zou eindigen, ‘bleek in den
aanvang van ‘dat jaar, dat de Regeering een langer
voortbestaan van de N.U.M. niet meer wenschelijik
achtte. In hoofdzaak gaf hiertoe aanleiding het feit,
dat het, in verband met den terugkeer tot den gouden
standaard, on.ii’oodi’g was langer het uitvoerverbod op goud to handhaven.
Commissarissen maakten derhalve gebruik van hun
bevoegdheid om aan ‘de algemeene vergadering van
aandeelhouders een voorstel tot liquidatie te doen:,
welk voorstel in de vergadering van 28 Maart 1925
met algemeene stemmen wer’d aangenomen. Bepaald
werd’, dat ‘de liquidatie op 1 Juni 1925 een ‘aanvang
zou nemen, terwijl tot liquidateuren werden benoemd
Mr. H. Bijilevdid, tot dan Regeeriingsconnimisisaris vat:i
den Minister van Financiën, en schrijver dezea
Op 28 April 1925 verscheen de beschikking van
den Minister van Arbei’d, Handel en Nijverheid in de
Staatscou’rant”, in
ar
bij dispensatie werd verleend
van het verbod tot uitvoer van goud en ‘dat van
gouden munt en goudm’untateriaal.
Met uitzondering van ‘de belemmering van ‘den uit-
voer van melkproducten, niet voorzien van Rij.ksmerk,
waartegen ik hierbôven reeds mijn bedenkingen maak-
te en die, omdat er nog steeds niet een behoorlijke
regeling te’ dien ‘opzichte bestaat, nog gehandhaafd
blijft, (de Af’d’eeling Landbouw van het Departement
van Biiinenlandsche Zaken en Landbouw, resp, de
Zuivel-Injs’pectie, verleent nog steeds op zekere voôr-
waarden haar tusschen’komst hij ‘deren uitvoer) viel
dus ‘de laatste hinderpaal weg Ha’n’dei en Nijverheid
waren vrij om hun waren en geldzedingen over de
grenzen van ons land te zenden waarheen ‘het ‘hun
behaagde en waarheen ‘hun initiatief hen dreef. Met
de opheffing van de N.U.M. verv’iol ‘het laatste Crisis-
lichaam, dat alhoewel het getracht heeft ‘door groote
siepelheid en tegemoetkoming ide aan ‘den han-
ziel ‘in den weg gelegde hmnderpalen zoorv’eel mogelijk
weg te nemen, niet heeft kunnen bogen op groote
populariteit. Wellicht kunnen de f’inancieele resulta-
ten ‘haar een eenigsainis milder ‘oordeel verschaffen,
dan haar aarrcvanikelijk ten deel viel.

Met ingang van 1 Juli 1925 werd aan aandeelhou-
‘ders het gestorte aandeeleukapitaal terugbetaald, ver-
hoogd met 6 maanden rente ad 5 pOt.

g jaars. Te

1) In het tijdperk liggende tussolien de opstelling van
dit overzicht en cle publicatie hadden Liquidateurea van
cie N.U.M. de gelegenheid door hef treffen van dadingen
een eind te maken aan de hangende procednrea, waarbij
tevens verdere aanspraken werden voorkomen.

30
December 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1145

zijner tijd zal ‘clait, na afwikkeling ‘der ioopencle zaken
en ‘hangende processen, door liqnidakeu.ren aan aan-
deeihou’clers rekening en verantwoording worden ge-
•daan van het bedrag, .dat ‘ten slotte in ‘s Rijks Schat-
kist wordt gestort.

Ten einde de liquidatie te vergemakkelijken werd op de Algemeene Vergadering van Aandeelhouders
van 25 Juni 1925, waarop ‘de Balans en Rekening van
Verlies en Winst per 31 Mei 1925 werden goedge-
keurd, alsnog besloten ‘bot ‘wijziging van art. 28 der
statuten, waardoor de liquidatie zal geschieden onder
utsiui’tend toezicht van den Minister van Financiën,
die ton deze den Raad van ‘Commissarissen vervangt.

KAREL IIUtJS!NGA,
Oud-Presidnt.D/,ecgear, thans Liguida!eur.

‘.s-G’raven’hage, Augustus 1925.

AANTEEKENINGEN.

De uitzetting der publieke en semi-
publieke qetcten in Duitschiand.
– Een
van ‘de moeilijkheden, waarmede de leiding van de Rei.c’hsbank heeft te kampen, is, gelijk bekend, het
ontbreken van ‘voldoende zeggenschap over de enorme
bedragen, waarmede de ontvangsten van het Rijk, de
landen en tal van groote publiekrech-telij’ke en semi-
publiekrechtelijke lichamen tot dusverre ‘de uitgaven
overtreffen. Deze bedragen worden niet ui rekening-
courant bij ‘de Re:ichsbanlr, welke geen rente vergoedt,
gestort, doch vinden hun weg naar de geidmarkt en
‘de particuliere banken, hetzij. direct, hetzij via een der
door ‘bedoelde lichamen gecontroleerde banken, ten
einde zoo rentegevend mogelijk te worden uitgezet.
Het is duidelijk, .dat aldus naast de Rijk.sbank als
uiteindelijk en ‘daardoor controleerend credietorgaan
een van haar onafhankelijk, zeer belangrij’k crediet-
reservoir is ‘geschapen, waarvan het beheer de
ges’tie der niet de zorg voor het gelcl’wezen belaste cen-
trale bank kan doorkruisen.

Hoewel in het achter ons liggende jaar in dezen
toestan’d ‘eenige verbeterin.g i:s gebracht, worden ‘de op
dit gebied getroffe.n regelingen nog niet bevredigend
geacht. Dit blijkt zoowel uit hetgeen in het vorig num-
mer uit het rapport van Prof. Bruins werd aange-
haaid, als uit de meer uitvoerige beschouwingen, wel-
‘ke heb rapport van den Agent-Generaal voor de Her-
stelbetalingen over deze aangelegenheid ‘bevat.

Deze geeft allereerst een schets van ‘het ‘wij;dverta’k-
te stelsel van openbare bankinstellingen, dat Du’itsch-
land kent, en dat, ‘dank zij ‘den geld overvloed bij’ de
publieke- en semi-publiekrechtelijte lichamen, het
laatste jaar een geweldige beteekenis heeft gekregen.
Tot, deze ‘banken behoort, om te beginnen, de Reichs-
Kredit-Geselisc’haft, oorspronkelijk georganiseerd tot
het verrichten der bankzake’n voor de Rijisbedrijveri,
ondergebracht in de V.I..A.G. (Vereinigte Industrie
Unte’rnehniuugen A. 0.), wel’ker kapitaal zich geheel
in rij’kshari’den bevindt en die op haar ‘beurt’ alle aan-
deelen der R.R.G. in eigendom heeft. De deposito’s
der bank bofroege.n 31 December 1924 335 millioen
R.M. De bank verricht alle ‘bankza ken voor het
publiek.

Vervolgens wordt de Ver’kehrs-Kredi’bban.k bespro-
ken, welker kapitaal zich voor 75 pOt. in handen der
Reichsbahn bevindt. Haar ‘depos’ito’.s bedroegen op
30 Juni 1925 360 millioen Reichsmar’k, welke in
hoofdzaak in wissels zijn belegd en ‘verder ‘bij’ andere
banken uitgezet.
Na de centrale landbouwban’k, ‘de Rentenbank-
Kreditanstait, wordt de Seehan’dlung, de Pruisische
Staatsban k, ‘besproken. Deze oefent gr.00ten invloed
uit op de Berlijn’sche geidmark. Haar deposito’s be-
liepen op 30 Augustus il. 900 millioen R.M., d.i. 500
millioeri moer dan bij hot begin
vak
het jaar.
Na enkele woorden over de Beiersche en Saksische
Staatsban’ken en ‘de Landesbank für ‘di.e Riheinprov’inz passeeren ‘de spaar- en. ‘gemeentelijke banken de revue,
via een veertiental Girosentralen, wiei de’posito’s

einde Augustus 192(1 bijiia. 1 milliarcl bol’iepen, ver-

eenigd in de Deutsche Girovntraie—Deutsc,he Kom-
munalbank te Berlijn, alwaar ook de ‘Raiffeisentban-
ken in de Preusenkasse haar centrale ‘hebben.

Met een openbaar ‘bankwezen van deren ‘ omvang
naast ‘het particuliere bezit Dui’tschland thans, naar
.d’e meening van den Agent-Generaal, een bankwezen,
dat niet slechts uiterst gecompliceerd is’, doch ‘ook
aanzienlijk uitgebreider dan de omvang der zaken
rechtvaardigt.

De heteekenis der openbare gelden is in het alge-
lopen jaar sterk toegenomen. Hoe groot precies de
ui’bzettingen ‘hiervan zijn, valt echter niet nato gaan,
daa
r
het Rijk, noch de landen, noch ‘de gemeenten op-

gaven verstrekken en de publieke en semi-publieke
banken 5f hun’ deposito’s niet splitsen, 5f selfs in het
geheel geen tweemaandelijksche balans p ubliceeren,
hetgeen de Agent-Generaal, naar uit verschillende passages valt te lezen, een ongewenschte toestand
ach-t. ,,Hoe groot het totaal echter ook zij”, schrijft
hij, ,,het is ‘duidelijk, dat rio omvang ‘der pdblieke gel-
‘den voldoende is, om ‘de gewone verhouding van de
Regeeri’ng tot de Centrale Bank en tot de ‘geld-
markt .o’m te ‘kee’ren. In plaats van geld’opnemers zijn
het Rijk en ‘zijn organen en sommige landen en

hun organen, zeer groote geldschieters”. M.a.w., al
neemt de Rij’ksban’k thans, gelijk het Rapport consta-
teert, togenover ‘de Regeerin g een ‘volkomen on afhan –
kelj.ke positie in, het hiermede beoogde is in zooveire
uitgebleven, als de Staat do hulp der Ban’k kan out-
‘beren, ja, ‘daarentegen zelf als bank der ‘banken op-
t,reedt.
De Agent-Generaal ‘merkt verder o.’m. liet volgen-
‘de ‘op
,,De verantwoordelijkheid voor het beheer dezer middelen
is verdeeld en onderverdeeld, niet slechts tussehen het Rijk,
de landen en de gemeenten, doch over hun respectievelijke
financieele kantoren en organen. Aangeoomen zou mogen
worden, dat het de practijk van ‘het Rijk en zijn organen
zou zijn, ‘hun middelen uitsluitend ‘bij de Reichsbank
5.
deposito te plaatsen; en van ‘cie staten zulks bij de staats-
banken en van de gemeenten zulks bij de gemeentelijke
banken te doen. De gedragslijn is in werkelijkheid veel
gecompliceerder geweest en heeft met zich gebracht, direct
en indirect leenen aan verschillende vormen van particit-
liere bedrijven, vaak door bemiddeling van cle openbare
banken en ook het
5.
deposito plaatsen en het wederom uit-
zetten van openbare cleposito’s door de lange reeks van
door publiekrechtelijke lichamen in eigendom bezeten of
gecontroleerde banken.
De aanwending der openbare gelden heeft sedert den
eersten dag, waarop zij zich begonnen te verzamelen, meer
of minder acute problemen opgeleverd. Van financieel ge-
zichtspunt is ‘het essentieele vraagstuk geweest, hoe deze
middelen, welke grootendeels voortvloeien uit belasting-
heffing, op zoeianige wijze naar de geldmarkt terug te
voeren, dat de credietvraag, welke door ;hnn invorciering
werd verscherpt, zich’ zou ontspannen. Onder normale om-
standigheden zouden middelen van dezen aard ‘hun weg
terug naar de geidmarkt en naar het i’nvesteeren.d publiek
vinden door middel van schuiclaflossiag, doch in Duitschl anti
zijn ‘de centrale regeering, en in het algemeen ook de lan-
den, practisch zonder vlottencie schuld geweest en was
dit proces niet mogelijk.”

,,Een tweede phase van het probleem is niet minder be-
langrijk. Het bestaan van surplussen in de handen der
publieke autoriteiten heeft credietaanvragen uit verschil-
lende kringen uitgelokt en heeft de beheerders der publieke
gelden in uitzonderlijke madhtsposities geplaatst, in het bizonder wanneer zij terzelfder tijd nauwe of controles-
rende betrekkingen met de openbare bankinstellingen had.-
den. Het was voor de beheerders der publieke gelden vol-
-strekt noodzakelijk, tenzij Duitschland twee officieele
oredietpolitieken zou hebben, in nauwe samenwerking met
de Reichsbank te handelen cii hun middelen op zoodanige
wijze uit te zetten, dat haar crediet- en geklpolitiek werd
ondersteund. Het leiderschap van de Reichsbank wordt in
de wet stilzwijgend aangenomen, aangezien op haar de
primaire verantwoordelijkheid is gelegd voor de handhaving
van de deugdelijkheid van het Duitsche gelciwezen en van
een voldoende reserve.”

Een d’eel der publieke gelden is als crediet op lan-

1146

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 December 1925

gen termijn verstrekt. De omvang hiervan is niet be-
kend, doch de Agent-Generaal acht de omvang der
verstrekte korte credieten veel grooter. Deze zijn, al-
gemeen gesproken, verstrekt door het plaatsen van
gelden . deposi.to en door aankoop van wissels.

Bij de jacht naar zon hoog mogelijke rente zijn,
toen de groei der publieke gelden nog in zijn aanvang
verkeerde, naar in herinnering wordt gebracht, aller-lei. domheden begaan. Grootendeels als gevolg hier-
van heeft de Postadministratie in Maart li. haar wijze
van gelduitzetting gereorganiseerd. De nieuwe rege-ling was echter meer bevredigend met het oog op de veiligheid der uitzettingen dan voor het brengen van
eenheid in het beheer der publieke gelden, al was een
verbetering te bespeuren, doordat de wisselaankoopen
voor de Post sindsdien door de Reiohsbank geschie-
den. Ongeveer tezeif’dertijd bleken de Seehandlung en
de Reichs-Kredit-Gesellschaft bereid tot het onder-
houden van nauwere betrekkingen met de Reichsbank,
zoodat deze laatste van den omvang der door hen be-‘
heerde openbare gelden en de wijze waarop dit beheer
geschiedde, zou worden op de hoogte gehouden.

Een verdere stap in de richting een-er gecoördineer-de politiek -bij het beheer der publieke gelden werd in
Septemher 1925 gedaan, toen de Regeering, als onder-
deel van haar anti-duurte-actie besloot, dat de van
R.ijksgelden geëiséhte rente zoodanig zou zijn,
1)
dat’

hierin een prikkel tot prijsdaling zou -zijn gelegen. In
samenwerking met de Reichsbank werd tot dit doel
overeenstemming bereikt tus-schen het Rijksministerie
van’ Financiën, de Posterijen, de Spoorwegen en de
Roichsversicdierungsanstalt, terwijl kort daarop de
Règeerin’g stappen heeft gedaan, deze politiek uit te
strekken tot de door landen en gemeenten uit te zet-

ten gelden.
,,Binnen zekere grenzen”, zegt de Agent-Generaal,
,,hehhen ‘de door de Regeering genomen stappen de
strekking gehad af te houden van. de vroeger gevolg-
de gedragslijn, openbare gelden op zoodanige wijze
uit te -zetten, dat cle hoogste rente werd gemaakt”.

Het slot van zijn beschouwingen luidt als volgt:

,,Va.n het geziclitspunt der credietpolitiek is het
van
ken-
nelijk belang, het beheer der openbare gelden meel- en meer
onder de contrôle der Reicilsbank te brengen, als de cen-
trale bank van Duitschianci en de voornaamste hoe:lster
van zijn crediet en gelcireserves. Zelfs dit zou echter niet
geheel voldoende zijn en het biedt eenige practische rnoei- –
lijkhedeu wegens den wensch der publieke autoriteiten,
rente van hun beschikbare gelden te trekken. In zekere
mate is de Reichsbank in staat geweest, aan clezen wenech
tegemoet te komen, door de middelen op de geldniarkt uit
te zetten en, naar hieronder zal blijken,
2)
draagt zij regres-
verplichtingen van rond 600 millioen R.M. wegens uit haar
portefeuille afkomstige wissels, welke in hoofdzaak bij de
publieke instellingen zijn geherdisconteerd. Doch er zijn
grenzen aan deze soort transacties, wegens de omstandig-
heden, die in de Duitsehe gelclmarkt heerschen, waar het
aaubo:l van korte wissels vaak te gering is voor de vraag.
Ten deele wegens het hun eigen karakter kunnen de open-
bare gelden niet weder worden gestuwd in de kanalen,
waaruit zij kwamen, aangezien znlks hun aanwending in
hoofdzaak als bedi

ijfskapitaal of als lang crediet zou ver-
eischen. .
De Reichabank heeft onlangs in samenwerking met het
Ministerie van Financiën een verhoogde mate van contrôle
over de openbare gelden verkregen, welke ten dccle voorts
vloeit uit het feit, dat de thans voor hun gebruik voorge-
schreven lagere rente eenige van de prikkels tot indivi-
‘clueele uitleening wegneemt. Anderzijds doet de lagere rente,
waaitegeu deze fondsen beschikbaar zijn, natuurlijk de aan-
agen van geldieeners toenemen. Volledige samenwerking
met de Reichsbank in het beheer der openbare middelen zal veel doen, om de meer dringende technische moeilijkheden
op te lossen, doch de fundamenteele oplossing moet uiter-
aard gericht zijn op een nauwere aanpassing van de bron-
nen der publieke inkomsten aan de essentieele uitgaven.”

7Y
2
pCt., resp. 8 pCt. voor lange credieten, door de
Post verstrekt.

[In de paragraaf over de credietverleening door de
Reiclisbank, welke op het boveitstaande volgt, wordt van (it
feit melding gemaakt. – Red.)

C’redietbanlc voor Nederland.sch-I’n-
disc h e gemeenten en r esso r ten. –
Aan de N.R.O. is let volgende ontleend:
De Nederlandsche Handel Maatschappij, De Nederlandsch-
Indische Handelsbank en dle Nederlandscli-Inclische Escomp-
to Maatschappij hebben te Batavia ccii Vennootschap, Cre-
cliethank voor Nederlandsch-Indische gemeenten en ressor-
ton opgericht, welke zich ten doel stelt gelden in leen te
verstrekken aan gemeenten, gewesteu en provinciëu in Ne-
derlandsch-Ïndiö, alsmede aan zooclauige gedeelten van
Nederlandsch-Indië, welke bij. de ivet tot bestuurseenheid
zijn verklaard; voorts het verstrekken van voorschotten op
anticipatie-biljetten of promessen van publiekrechtelijke
lichamen hierbovenbezloekl en het herbeleenen of herdiscon-
teeren dezer biljetten en prornessen.
De oprichters zijn van meeniug, dat zij, door het in het leven roepen van een bankinstelling speciaal met boven-
genoemd doel, beter dan tot nu toe het geval was, in de
steeds groeiende credietbehoeften der publiekrechtelijke
lichamen kunnen voorzien.
De moeilijkheid die zich bij het verkrijgen vau leeningen
‘oor cle meeste gemeenten en ressorten voordoet, is gelegen
in het feit, diat geen direct beroep op 11e geidmarkt kan
worden gedaan en men aangewezen is, hetzij op officieele
of semi-officieele fondsen en kassen, hetzij op de banken.
Deze laatste zijn slechts in perioden van geldruimte in
staat deze leeningen te verschaffen, daar zij deze uit eigen
middelen moeten financieeren. De nieuwe creclietbank maakt
het echter mogelijk, ook kleine leeningen, zij het ook i.ndi-
.i-ect, ouder het publiek te brengen, hetgeen -ten gevolge
heeft, dat betere voorwaarden kunnen worden aangeboden.
Het ligt namelijk in de bedoeling van oprichters, (lat
tegenover de leeningen, door de Credietbank verstrekt aan
publiekrechtelijke lichamen, obligaties door haar worden
uitgegeven, die
wel
bij het publiek kunnen worden ge-
plaatst. Tegenover verschillende leeningen aan gemeenten
en ressorten zal één groote leening van de Credietbank bij
liet publiek worden ondergebracht, waarvoor noteeiing aal worden aangevraagd. Aldus zal één groot officieel courant
fonds geschapen worden.
De oprichters vergelijken de obligaties dezer Credietbank
met die van de gelijksooi-tige instelling in Nederland, cle
Maatschappij voor Gemeente Crediet. Zij zullen door cle Javasche Bank in beleening worden genomen. Men heeft
liet wenschelijk geacht, aan publiekrechtelijke lichamen, clie
leeningen bij de vennootsch,ap aangaan, een zeker -belang en
medezeggenschap in de gcsties van (le Credietbank te geven,
tei-wijl bovendien een gedeelte van het risico door alle
schuldenaren te zamen behoort te worden gedragen. Daar-
om is in de statuten bepaald, dat geen leeningen zullen
worden verstrekt dan indien tegelijk door geldnemer wordt
deelgenomen in de serie B van het gemeenschappelijk kapi-
taal voor een bedrag gelijkstaande met 5 pCt van het no-
minale bedrag der leening. Deze aandeelen strekken achter
tot ondei-pand voor de nakoming van de verplichtingen
tegenover de Creclietbank en worden pas vrij gegeven nadat
aan alle verplichtingen is voldaan. Er zal een raad van
advies in het leven woi-clen geroepen, gekozen uit aandeel-
houders B, welke cle binnengekomen leeningsaan.vragen zal
beoordeelen en advies zal uitbrengen aan den Raad van
Beheer. Afgescheiden van het bovenstaande zijn in de sta-
tuten zoodlanige voorzieningen getroffen, dat de generale
leiding blijft berusten bij de oprichters, aandeelhouders A,
hetgeen een waai-horg wordt geacht voor voorzichtig beleid.
Oprichters hopen, dat de publiekrechtelijke en semi-publiek-
rechtelijke kassen in plaats van rechtstreeks leeningen te
verschaffen, hun overtollige middelen bij de Credietbank
zullen beleggen. De last om cle leenings-aanvragen te onder-
zoeken wordt dan op de schouders van de Credietbank ge-
legd, die als centraal lichaam beter georiënteerd is dan zij
kunnen zijn.
Tot leden van den raad van beheer zijn benoemd de hee-
ren C. W. A. M. G-roskarnp, president van de Factory der
Nederlandsche Handel Maatschappij te Batavia, als voor-
zitter; G. Verwey, directeur van het hoofdkantoor voor
Azië der Nederlandséli-Indische Handelsbank, en Th. C.
Sandrock, directeur der Nederl andsch-Indische Escompto Mij., terwijl de heer Mr. J. L. Bigot, p.a. Nederlandsch-In-diche Handelsbank, als secretaris zal optreden.

Het kapitaal bedraagt
f
2.250.000, verdeeld in twee series,
waarvan serie A
f
450.000, serie B
f
1.800.000. Serie A is
geheel geplaatst.

ONTVANGEN:

Finlaaid.
Staatku.n’dig, economisch en technisch door
J. Moorman. ‘s-Graveuhage 1925; N.V. Moor-
man’s Periodieke Pers.

30 December 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1147

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B. *

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

I

Disc. Wissels. 34
3 Oct.’25
Zwits. Nat. Bk.
3422
Oct.’25
BeLBinn.Eff. 4
3
Oct.’25 N.Bk.v.Denem. 54
7Sept.’25
Vrsch.inR.C. 5
3 Oct.’25
ZweedscheRbk44 8Oct.’25
Javasche Bank….
4420 Oct.’24
Bankv.Noorw. 5
14Sept.
1
25
Bank van Engeland 5 3Dec.’25 Bk.v.Tsjecho-
Duitsche Rijksbank 9
26
Feb.’25 slowakije . . 64
1 Dec.’25
Bank v. Frankrijk.6 9Jc1i’25N.Bk.v.O’rjk.9
3Sept.’25 Belgische Nat. Bnk. 7
30Nov.
1
25
N.Bk.v.Hong. 7 22 Oct.’25
Fed. Res.BankN.Y. 3426
Feb.
’25 Bank v. Italië. 7
17Juni’25
Bank van Spanje.. 5
23Mrt.’23
Z..Afr.Res.bnk 54

OPEN MARKT.

1925

11
1924 1923
1914

2 D
4

ee.
21-24
14-19
7-12
22-27
24-29 20-24
Dec.
Dec.
Dec.
Dec.
Dec.
Juli
Am,ierdom
Partic.disc.
312/4
3.3/5_414
3I1e-I8
3318_112
31/
4
_3/
4

4113_314
3118/16
Prolong.
4
3
1
124
34
311
4
4
311
3
3/
4

4
3
14-6 21(4-3(
4

Londen
DageId . .
2
1
12-4
2
1
12-4
2411
2

211
3
.4
1-3
.1-2
1314-2
Partic. disc.
47/_15/
471_15/
43/
4
_7/
5

47j753/4
3
1
/16

/
8
3/16-
7
/i
2
1
14-
3
(4

Berlijn
Daggeld ..
78
1
12
7-812
7-9 7-8
1
1



Partic. disc.
30-55 d…
6
3
(4
6
3
14
6314
63/
4


– –
56-90 d…
6
3
14
6
3
14
6
3
14
63/4


2
1
18!2
Waren-
wechsel.
815-
3
(4
818-
3
/4
8
1
12-/4
811
3
.3/
4




New York
Cali money
5113.3/4
5113-6114
411
3
_531
4

5_3J
4

45114
5.6
1
14
I3142/3
Partic. disc.
3
5
1
3518
351
3
1
/8
3

22 Dec. 1925
2.4813j
12.064
59.25
9.13
11.284
100%
23

,,

1925
2.4818/
16

19.064
59.25
9.26
11.284
100%
24

1925
2.48
12
/
12.06//.
59.24 9.164
11.284
100%
25

,,

1925




– –
26

1925






28

1925
2.483,(
12
.0
6
*
59.22
*
9.07
11.28
1001/
8

Laagsted.w.l)
2.48%
12
.0
6
*
59.21
9.04
11.27
1
1

100i
Hoogste d.wl)
2.4815/
1

1
207*
59.26
9.30
11.29
101
21 Dec.

1925
2.48
7
/8
12.05*
59.25
9.27
11.28*

1001/
1

14

,,

1925
2.4815/,
12.07*

59.25
9.02
11.28*
100
7
/8
Muntpariteit
2.48% 12.10 59.26

48.-.
48.-
1
100

S)
Noteering te Amsterdam.
*5)
Noteering
te Rotterdam.
1)
Particuliere opgave.

Data
se
Z
r
7
d
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid

22 Dec. 1925
48.05
35.10
7.37
1.15
10.05
35.18
23

,,

1925
48.07;
35.10
7.38
1.15
10.041
35.17*
24

,,

1925
48.07% 35.15
7.37
1.15
10.05
35.20
25

,,

1925






26

,,

1925
– –




28

1925
48.11 1/
35.12%
7.374
1.15
10.03*

35.21
Laagsted.w.’)
48.02%
35.-
7.35
1.10
10.-
35._
googsted.w’)
48.10 35.20
7.40 1.20
10.08
35.25
21 Dec.

1925
48.07% 35.10
7.37 1.15
10.04*
35.22*
14

,,

1925
48.02%
35.10
7.37
1.16
10.06
35.31
Muntpariteit
48.-
35.-
50.41
48.-
48.-
48.-
5)
Noteering te Amsterdam.
*5)
Noteering
te Rotterdam.
1)
Pa
rt
iculiere opgave.

1
Data
Stock-
holm
5)

Kopen-
1
hagen)i
Oslo
)
Hel-
sing-
Buenos- Aires
1)
Mon-
treal
1)

22 Dec.

1925
66.90
61.85 50.55 6.274
103 2.4834
23

,,

1925
66.80
61.75
50.55
6.274
103
2.48%
24

1925
66.774
61.70
50.55
6.274
103
2.48% 25

1925




– –
26

,,

.1925




– –
28

1925
66.824
61.70
50.50
6.26
103
2.488/
8

Laagsted.w.’)
66.70
61.60 50.35
6.25 102%
2.48%
Hoogste d.w’)
66.90 61.90 50.70
6.30
1037/
8

2.49
21 Dec.

1925
66.774
61.80 50.40
6.27JI
103
2.48%
14

,,

1925
66.65
62.-.
50.65 6.274
103%
2.49
Muntpariteit
66.67
66.67 66.67
48.-
105
2.484
S) Noteering
te Amsterdam.
5*)

Noteering te
Rotterdam.
1) Particuliere
opgave.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D a
iS
Londen
Parijs
Berlijn
Amsterdam ($
per
2) ($
p.IOOfr.)

($p.
JOOMk)

($p.
100
gld.)

22 Dec.

1925
4,85
3,65
23,80
40,19
23

1925
4,85
3,70
23,80
40,18
24

1925
4,85 3,67
23,80
40,19
25

1925


26

1925




28

1925
4,85′
3,69
23,80
40,22

15 Dec.

1925
4,85
3,58
23,80 40,17
hluntpariteit .
.

4,8667
19,30
23,81%
403/
1

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Noteerings-‘
12
Dec.
19
Dec.
21124
Dec.’25
1
24
Dec.
Landen
eenheden
1925 1025

iLaagstelHoogstel

1925

Alexandrië.. Piast.
p.0
973 t
97%
9771,0
97
9
i
9734
Bangkok … Sh.
p.tical
1/l0l,’,
1/10
1
4
1/10%
1/10)4
1/101,
2

B. Aires’). ..
d. p.
$
46
21
/
32

465/
8

46%
46ii,
465/
8

Calcutta . . . . Sh.
p. rup.
1/6
8
/
1

1/6s/
1
’68/33

1/6
7
1
33

1/6
3
/
1

Constantin..
Piast.p.0
910
912%
900
915
907%
Hongkong . .
Sh. p. $
2145/
8

2;41ii
2,48/
8

2/55/
2/4
28
1
32

Lissabon 1) . . d.
per Mii.
2
17
/
32

2
17
/
32

2%
291
1

2
17
/
32

d. per $
25 25
24
26
25
Montevideo’)
d. per
$
50%
50
493/4

50314
50%
Mexico …….

Montreal . .
$
per £
85T1s
4.85
4.85
4.85%
4.85TIF
R.d.Janeiro’) d.
per Mii.
7
1
/
32

7′!
71/
7′,’
/32
Shanghai .. .
Sh. p. thel
311%
3/1′
3/1
3/2
3/111/,
Singapore. ..
id. p. $
2/4i
2/43/
16

2/4
ii,

2/4%
2
/
4,
/16

Valparaiso
2).

peso p.
39.10
39.30
39.20
39.30 39.30
Kobe

…….
Sh.p.yen
119
13
/
33

I/97/
193/
1,97/
16

1,91/,,
1) Telegrafisch transfert.
2)
90 dg.

ZILVERPRIJS
COUDPRIJS 3)
Londen’) N.Yorkl)
Londen
21

Dec.

1925..

3112/
16

69

21 Dec.

1925

84/11%
22

1925..

31is,
0

69

22

1925

84/1114
23

1925.. 31%
687/
s

23

,,
1925

84/1114
24

1925..

3111
6834

24
1925


25

,,

1925..

– –

25

,,
” 1925


1925..


.

26

1925 …..-
Dec.

1924..


66
3
%

26 Dec. 1924


20Juli

1914..

2411/
16

541/

20Juli
1914….

84/10
1) inpence p.oz.stand.
1)
Foreign silver in $c. p.oz.fine.
3)
in sh.p.oz.fine.

STAND VAN ‘s RIJKS KAS._________
Vorderingen
1
21 December 1925 1 28 December 1925
WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND

I
1 New ILonden t Berlijn 1 Parijs 1 BrussellBatavia’)
Data York)
1 1

Saldo bij Nederi. Bank. .
f
16.407.769,29
f
10.245.954,25
Saldo hij betaaimeesters. .

356.269,72
Saldo b. d. Bank v. Ned.
Gemeenten ………..,, 1.282.322,08

1.657.461,32
Voorschotop uit.Nov.1925
i
.
an de gemeenten op
voor haar.door Rijk te
heffen gein. ink.bel. en
opcentenopRijksink.bei. ,, 63.001.702,27 ,, 63.001.702,27
Voorsch. aan de koloniën ,, 9.534.869,76 ,, 10.294.012,44
Voorsch. a. h. buitenland ,,214.292.730,80 ,,215.061.349,28
Daggeldieeningen tegen
onderp.v.Staatssçh.briev. ,, 15.680.000,- ,, 23.33.000,_

Voorsch. door deNed.Bank
f

f
Schatkistbiij. in omloop’) ,,161 .486.000,-

161.486.000,-
Schatkistprom. in omloop ,,107.320.000,- ,,107.320.000,-
Waarv. direct bij Ned. Bk.

Zilverbons(met inbegripv.
de bedragen bij de betaal-
meesters in kas) ………,, 16.269.367,-.

16.655.782,50
Door den Postch.- en Giro-
dienst in ‘s Rijks Schat.
kist gestort ……….,, 42.914.507,28

50,208.668,74
1) Waarvan
f
37.056.000 vervallen op of na 1 Apr 11927.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
19December 1925 1 26 December 1925

Voorschot uit ‘s Rijks
kas aan N.-I ……….
.
f

685.000,-
f

314.000,-
md.. Schatk.prom. in omi. ,, 26.750.000,-

20.650.000, –
Ander Schatkistpapier . . ,, 1.750.000,-

1.750.000,-
Voorsch. Jav.,Bk. aan N.J.

12.126.000,- ,, 1.791.000,-
Muntbiljetten in omloop. ,, 33.939.000,- ,, 32.958.000,-
Ten voordeele v. N..I. ge-
boekt beleggingsgelden
v. h. N.J. muntfonds…

5.517.000,

,, 5.517.000,-
Id.v.d.N.-I.Postspaarbnk. ,,

819.000,- 1,,

803.000,-

Totaal ……….
f
8L586.000,_
f
63.783.000,_.
Aanwez. in’s Lands kassen •,, 39.564.000,-.

1148,

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 December 1925

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 28 December 1925.

Activa.
Binnen!. Wis-t Hfdbk.
f

35.375.198,65
sels,Pro.,’ Bijbnk. ,,

14.246.105,19
in
enz.in
disc.
I
Ag.sch.

27.155.734,81

f
76777.038,65
Papier o. h. Buitenl. in disconto

Idem eigen portef.
.
f
246.874.934,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nog niet af gel.

»
246.874.934,-
Beleeningen
mci. vrsch.
Hfdbk.
f.

44.405.905,08

in rek.-crt.

Bijbnk.

11.832.647,41

op

onderp.1A.sch.

,

70.831.081,20
op onderp.

f
127.069.633,69

Op Effecten
…….f
125.745.878,69
OpGoedereneriSpec. ,,

1.323.755,-
127.069.633,69
Voorschotten a. h. Rijk ……………..

Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f

41.669.345,-
Muntmat., Goud
.. ,,
401.315.497,05

f
442.984.842,05
Munt, Zilver, enz.

,,

23.964.945,09
Muntmat. Zilver
..

Effecten
466.949.787,14

BeleggingRes.fonds.
f

6.481.932,79
id. van
i
5
v. h. kapit.,,

3.994.787,19
10.476.719,98
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
5.171.000,-
Diverse

rekeningen ………………,,
38.365.278,26

f
971.684.391,72
Passiva.
Kapitaal
……………………….f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………,,
6.483.597,96
Bijzondere

reserve ……………….,,
12.000.000,-
Bankbiljetten in omloop …………..

,,
874.832.250,-
Bankassignatiën in omloop ………..,,
2.318.302,69
Rek.-Cour.
j
Het Rijk

f
:11.242.776,95
saldo’s:

Anderen

,,

30.371.913,85
41.614.690,80
Diverse

rekeningen ……………….,,
14.435.550,27

f
971.684.391,72

Beschikbaar metaalsaldo
………….f
282.607.468,33
Op de basis van 21
5
metaaldekking…. ,,
98.854.419,63
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigdis. ,,
1.413.037.340,-
Voornaamste posten in duizenden
guldens.
Data

1 Goud 1 Zilver t Circulatle
saldo 1 pec.

28 Dec. ’25 442.985 23.965

874.832 43.933 282.607 51
21

’25 447.381 24.534

863.483 58.803 ‘286.869 51
14

’25 450.776 23.857

874.779 50.002 289.088 51
7

’25 454.385 23.069

894.884 36.344 290.646 51
30 Nov. ’25 457.838 23.441

906.074 38.409 291.820 51
23 ,, ’25 460.484 23.498

880.326 55.475 296.260 52

29 Dec.’24 504.613 12.619

935.446 60.745 315.518 52

25 Juli ’14 162.114 8.228 1 310.437

6.198 43.521
1
) 54

Hiervan
I

Papier
Totaal J Schatkist- Belee-
1
op
hetj
Diverse

Data

bedra
g,ipromessen ningen
1
buiten- ningen
2)

disconto
5
lrechfstreeks

land

28
Dec. 1925
75.777


127.070
246.875
38.365
14
1925
75.924


126.279
246.780
38.460
7
,,
1925
74.741


127.507
246.716
38.001
30
Nov.
1925
74.377


128.802
246.529
39.543
23
,,
1925
71.868

– –
136.386
244.893
40.742
21.
1925
73.833


129.011
244.718
40.084

29-Dec.
1Ö24
119.683


171.775 112.036
97.068

25
Juli
19141
67.947

14.300 61.686
20.188
509
i)
Op de basis
van
iI

metaaidekking.
2)
Sluitpost activa.

SURINAAMSCHE
BANK.
Voornaamste oosten ‘in
duizenden guldens.

Data
Metaal

Circu
latle

Andere
opeischb.
schulden
1

1
1
Dtscont
DivJeke-
fl)

28 Nov.

1925..
1.023
1.711
748 976
311 21

1925.
1

969
1.601
786
97-3
371
14

1925-
969
1.631
794
979
215
7

,,

1925..
959 1.733 697
972
290
31 Oct.

1925..
969 1.791 729
.976
325

29 Nov.

1924..
1.096
1.659
1.907
1.046 512

5 Juli

1914..
645
1.100
560 735
396
.3,uitpubt
UCI
activa.

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten tin -duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laat.ste weken zijnteiegraf-isch ontvangen.

Andere
Beschikb.
Data
.
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
metaal-
schulden
saldo

19Dec. 1925
21000
355.500 46.500
137.600
12

1925
210.000
357.500
49.500
128.600
5

1925
196.000
352.500
36.500 118.200

28Nov.1925
‘143.658

41.404′
344.066 33.517
110.184
21

1925
144.080

42.034 342.138
37.068
110.879
14

1925
143.822

42.012 344.182
43.431
108.933
7

1925
143.611

42.076 342.429
39.632 109.960

20Dec. 1924
133.655

52.821
278.382
101.904
111.175
22Dec. 1923
160.443

61.748
259.967
115.330
147.912

25 Juli1914
22.057

31.907 110.172 12.634 4.842
2

Wissels, verse
Dek-
a a
Dis-
buiten
Belee-
kings-
contos
N.-Jnd.
ningen
e-1
,
re
n ngen
percen
betaalb.
fae

19Dec. 1925
12

1925
5 .

1925

28Nov. 1925

138770
407.000
145.870

*..
••

72195

54
52 50

49
16.674
25.643
83.0
21

1925
16.843
24.945 83.616
67.933
49
14

,,

1925
17.389
25.992
92.812
66.032
48
7

1925
17.348
26.609 91.138 60.728
49

20Dec.1924
32.349 16.312 77.616
76.934
49
22Dec. 1923
35.536
25.504
82.868 29.542
59

25 Juli 1914
7.259
6.395
47.934 2.228
44
.1)
Sluitpost activa.
)
BasI8
11
metaaldekking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoegi.ag der Currency Notes,
in ]uizeaden pouden sterling.

Currency Notes
Data

Metaal CirculatleO Bedrag
1
Bankbilj.l 00v. Sec.

23 Dec. 1925
144.622

145.729
*
5*5
***

16

,,

1925
144.802

144.153
295.456
56.250
244.175
9

1925
145.008

143.319 290.601 56.250 239.211
2

,,

1925
145.660

143.283
289.418
56.250
238.116
25 Nov. 1925
146.734

141.954
290.052
56.250
238.738
18

,,

1925
147.680

141.203
291.664
56.250
240.439

24 Dec. 1924
128.524

129.752
302.095 27.000
2
)
255.127

22 Juli

1914
40.164
1

29.317
11


– –

ata
?s:]
Other
E.
Reserve
k

23Dec.
1
25

45.423

79.796

17.652

108.300

18.643

14 16

’25

48.368

78.127

10.719

118.295

20.399

157/
9

’25

54.368

71.081

8.781

120.226

21.439

165′
b

2

’25

62.438

71.695

8.525

129.924

22.127

16
25Nov. ’25

41.598

77.348

14.274

111.441

24.531

19 18

,,

’25

40.248

73.062

15.148

106.632

26.227

2134

24 Dec. ’24

41.920

83.590

14.852

111.28018.522

14,61

22 Juli ’14

11.005

33.633

13.735

42.185

29.297

528/
8

2)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
2)
Gouddekking.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen franca.

1) In
disc, genomen
wegens
voorsch.
v.
d.
Staat a. buiteni.
regeeringen.

1
Te goedlBult.
gew.l
Schat-
Wis-
Data
Goud
IWaarv.
In het ‘Zilver’
in het
t voorsch.
kistbil-
sels
buitenl.I buitenl.IaJd.
Staat
jetten
‘)

22Dec.’25
5.548
1.864

320
563
34.650
5.209 3.693
17

’25
5.548
1.864

319 563
34.000
5.208 3.428
10

1
25
5.548
1.864

317 563
33.700
5.201
3.661
3

.,

1
25
5.548
1.864

317
562
33.500
5.194
4.702
26Nov.’25
5.548
1.864

315 568
31.950 5.178
3.588

25 Dec.’24
5.545
1.864

306
570
22.600
4.872
5.241

23 Juli’14
4.104

640



1.541

Uitge-
Belee-

Rekg. Courant
Data
WaarvanI
op het
buitenl.
stelde
Wisselsningen
Circulatte

I
‘ti-
cutierenl
iStaat

22Dec.’25
10 5
2.539 49.933
3.244
11
17

1
25
12
5
2.579
49.628
3.250
31
10

’25
14
5
2.672 49.536
3.230
31
3

’25
13
5
2.622
49.184
3.246
41
26Nov.’25
11


5
2.562 48.085
3.013
9

25Dec.’24
21
9
2.930
40.604
1.959
14

23
Juli
1
14
8

769
5.912
943
401

30 December 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1149

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.

Data
Goud
Daarvan
bljbui-
tenl.circ.
banken
1)

Deviezen
I

als goud-
dekking
geldende

Andere
I
wissels
en
cheques

Belee-
.
ningen

15 Dec.

1925
1.207,7
96,6
394,9
1.565,0
8,9
7

,,

1925
1.207,3 96,6
402,4
1.593,6
4,8
30 Nov. 1925
1.207,3 96,6
402,4
1.649,7
23,8
23

1925 1.207,2
96,6 392,5 1.379,5
11,6
14

1925
1.207,0
96,6
375,3
1.443,0
9,8
15 Dec.

1924
696,2
230,6
232,1
2.079,0
17,2

30 Juli

1914
1.356,9
– –
750,9
50,2

Data
Effec-
ten Diverse
Activa
2
)
Circu.
latie
Rekg.-
Crt. Diverse
Passiva
Rijksb.
geher-
disc.

15 Dec.

1925

226,3
689,8 2.566,3

765,0
549,7 585,3
7

,,

1925

223,9
675,9 2.734,3

631,1
520,0
582,3
30 Nov. 1925

221,6
578,4 2.770,9

586,9 495,8 583,6
23

1925

221,4
891,3 2.423,9

967,9
507,7 706,3
14

1925

220,7
845,3 2.558,8

832,7
496,1
686,2
15 Dec.

1924

78,7
1.838,0 L723,2 1.131,7
1.555,2
513,8

30 Juli

1914

330,8 200,41 1.890,9

944,-1
40,0
1


1) Onbelast.
2)
W.o. Rentenbankscheine
15 ,7
Dec.,
30, 23, 14
Nov., resp.
254,3; 198,2; 130,8; 481,3; 407,7
miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Voornaamste posten in millioenen
francs.

ci
‘c

5.;

Data

22 Dec.’25
395
85
480
1.036
798
5.200
7.471
554
17

,,

’25
395
85
480
1.041
784
5.200
7.475
531
10

’25
395
85
480
1.077
756
5.200 7.556
468
3

,,

’25
395
85
480
934
632
5.200
7.615.
117
26Nov.’25
395
85
480
906 545
5.200 7.544
101
19

,,

’25
395
85
480
1.018
523
5.200
7.543
152

24Dec.’24
359
85
480
1.479
349
5.250
7.590
435

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS. Voornaamste posten in millioenen dollars.

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data
betaal-
middel,
Totaal
Dekking
in her-
disc. v. d.
in de
open
bedrag
F. R.
Notes
Zilver
etc.
member
markt
banks
gekocht

9Dec.’25
2.722,3
1.365,3
107,6
679,4 369,6
2

,,

’25
2.742,6
1.397,6
114,9
643,9
357
1
7
25Nov.’25
2.745,9
1.405,5 114,6
624,7
359,5
18

,,

’25
2.782,2
1.418,0
122,8
566,4
355,0
11

’25
2.779,1
1.406,7 111,4
564,7
352,7
4

’25 2.772,6
1.382,3 107,7
636,3 342,5

10Dec.’24
2.997,5
1.868,4 95,2
254,3
352,8

Belegd
Notes

Totaal

Gestort
Goua-
Dek-
Algem.
Dek-
Data
in
u. s.
Gov.Sec.
in
circu-
‘°
1
Kapitaal
kings-
kings-
latie
perc.’)
perc.
2
)

9Dec.’25
351,9
1.765,6
2.314,5
116,9 66,7 69,4
2

,,

’25 339,4
1.742,7
2.313,0
116,9
67,6
70,5
25Nov.’25
332,3
1.731,5
2.290,8
116,8
68,2
71,1
18

,,

’25
333,3
1.708,1
2.321,9
116,8
69,0
72,1
11

,,

’25
334
2
0
1.711,3
2.288,7
116,7
69,4
72,3
4

,,

’25 330,2
1.713,4
2.315,0
116,7
68,7 71,5

10 Dec.’241
551,9

1
1.853,6
12.259,3
1

112,1
1

72,8
75,2
-, v ciiivuuiii
WLOtCII guuuvuui baLi LCgCLLVVC,
upc.oLiiva,CCL.iiuiuc
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Dis-
Reserve
Data
Aantal
conto’s
Beleg-
b/de
Totaal
depo-
Waarvan
time
banken
en
beleen.
gingen
banks
sito’s
deposits

2Dec.’25
722
14.006 5.393
F1.668
18.492
5.348
25Nov.’25
722
13.959 5.405 11.656 18.430
5.360
18

’25
722
14.015
5.410
1.694
18.618 5.321
11

’25
723
14.022 5.450
1.659
18.671
5.344
4

,,

’25
723
1

14.027
1

5.462
1.673
18.654
5.348

3Dec.’24
739 12:915
5.012 1.724
18.170
4.826

hierachter volgcu enkele .ba.n.kstateii, welke aan het eind
van ieder kwartaal tworden opgenomen.

BANKSTATEN,
IÇWARTAALSGEWIJZE OPGENOMEN.

I. FEDERAL RESERVE BANK TE NEW YORK.
(In millioenen dollars).

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

1
Totaal

1
Dekking
in
herdisc.
van de
i

open markt

Data
betaal-
middel,
bed,hg
F.R. Notes
Zilver
dc.
meml,er
gekocht
b,,ks

9 Dec.

1925. .
944,0
332,4
25,6
211,2
35,6
2

,,

1925..
970,9 378,5
25,9
187,8
34,8
25 Nov. 1925..
966,1
379,4
27,1
1927
35,4
18

1925..
1006,7
380,7
27
3
5
148,0
26,3
10

1925..
995,9 377,0
25,3
153,1
32,3
4

1925..
992,1 353,2
23,0
191,3 32,4
28 Oct.

1925. .
1007,9
354,4
25,9
156,3
36,4
21

1925. .
962,5
355,5
25,9
i62,0
23,0
14

1925..
888,8
311,8
25,2 214,9
30,6
7

1925.
907,7
313,2 24,9
231,9
31,1
30 Sept. 1925. .
914,4 314,5 24,8
229,1
. 28,8
23

,,

1925..
926,3 310,9
24,4
232,8
27,2

10 Dec.

1924..
888,1
450,0 20,9 48,9
110,8
12 Dec.

1923..
902,2
1

641,7
25,0
143,6 102,3

Data Belegd
In
U. S.
Goo.
F.R. Notesl
In

1
Toto0l
Gestort
1
Algemeen
Dekkings-
Sec.
circulatie
Deposito’s
Kapitaal
i

perc.
1)

9 Dec. 1925..
82,4 363,0
902,1
32,1
76,6
2

,,

1925..
71,1
361,5
900,3
32,1
79,0
25 Nov. 1925. .
61,4 362,5
886,1
32,1 79,6
18

,,

1925..
63,7
356,8 891,7
32,2
82,8
10

1925. .
62,5
354,0 886,0
32,1
82,4
1925. .
61,4
361,2
889,4
32,1
81,2
28 Oct.

1925..
55,1
354,8
900,2
32,0,
82,4
21

1925..
55,5
349,5 856,9
32,0 81,9
14

1925. .
70,3 355,7 856,1 32,0
75,4
7

1925. .
57,9 353,7
872,8
32,0
76,0
30 Sept. 1925. .
79,3
355,7
886,1 32,0
75,6
23

,,

1925. .
60,5
349,2
890,3.
31,9
76,7

10 ‘Dec.

1924..
204,3 369,4 880,2
30,2 72,7
12 Dec. 1923..
24,2
421,9 732,0
29,4 80,4
1) Verhouding totalen voorraad muntmateriaat en wettig oetaal-
middel tegenover F.R. notes en deposito’s.

II. ZWEEDSCHE RIJKSBANK.
(In millioenen Kronen.)

Data
Goud
Buitenl.
tegoed
en
wissel,

Zweed.
sche en vreemde
Staat,!.

Dis-
conto’s
en
Beleen,

Circu-
lotle
Rek.
C,i.

12 Dec.’25
230,3
159,4
47,3
380,7 471,6
275,6
5

,,

’25
230,4
160,6
47,3
300,2
497,4
172,4
28Nov.’25
230,5
,

160,5
47,3
224,3
503,1
85,4
21

’25
230,6
161,0
47,3
221,9 479,4
‘100,9
14

’25
230,7
164,0
47,3
227,7 490,0
104,2
7

’25
230,8
164,8
47,3 242,1
503,6
103,4
31 Oct. ’25
230,9
166,1
47,3
245,7
523,4
102,2 24

’25
230,9
166,0
47,3
237,9
474,1
130,8
17

,,

’25
231,1
166,1
47,3
247,6 486,2
126,4.
10

’25
231,1
169,2
47,3
259,.7
501,1
129,1
3

’25
231,7
168,9
47,3
286,1
544,3
112,8

13Dec.’24
237,3
61,2 54,3 495,9
483,5
298,6
15Dec.’23
271,9
50,0
103,6
481,6 524,8
321,1

25 Juli’14
105,8 115,6
28
2
0
92,4
206,2
68,2

III. BANK VAN NOORWEGEN.
(In millioenen Kronen.)

Data
Goud
Tegoed
in het
bultenl ‘
&leen.
Effecten
Dis-
conto’s
en
Circa-
latie
Rek.
Cr1.

22 Dec.

1925..
147,2..
55,1 13,5
310,1
373,7 77,5
15

1925..
147,2
58,1
13,5
298,6
356,7
87,1
7

1925-
147,2
58,1
13,5
297,4
350,3
92,7
30 Nov.

1926..
147,2
58,2
13,5
301,8 351,2
96,2
23

,,

1925..
147,2
59,2 12,6
301,9
347,0
101,0
16

1925..
147,2
58,4
12,6
303,3 349,3 98,2
7

1925..
147,2
64,1 12,6
306,0 358,9 99,0
31 Oc.

1925..
147,2 66,0
12,6
310,5
365,5
99,2 22

1925..
147,2
66,5
12,6
304,2
360,4
99,2
15

1925..
147,2
65,1 12,6
308,8
365,2
97,5
7

1925..
147,2
65,3 12,6
307,1
369,9
91,9
30 Sept.

1925..
147,2
66,3
12,5
309,4
371,7
93,5
22

,,

1925..
147,2
64,2
12,5
310,3 363,8
99,4

22 Dec.

1924..
147,2
37,9
9,0
401,3
404,9
84,5
22 Dec.

1923..
147,3
17,0
9,1
453,0 407,2
76,5

22 Juli

1914..
52,4
65,7
8,9
79,3
120,8
10,7

1 150

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 December 1925

1V. NATIONALE BANK VAN DENEMARKEN.

(In millioenen Kronen.)

Teped
Data
Goud
Zilver
in het
buiten-
conto,
1

en
Circu-
latie
1

Rek.
Cr1.
land
IBeleen.

30 Nov. 1925..
209,3
15,7
106,5
271,3
.433,5
77,4
31 Oct.

1925..
209,3
18,9
134,4
252,2 453,6
60,6

29 Nov. 1924..
209,5
23,0
25,5 495,2 479,1
71,5
30 Nov. 1923..
209,6
3,3
37,0 394,7
472,9
52,5

30 Juni 1914..
75,6 6,6 19,8
95,6 159,8
4,8

V. BANK VAN SPANJE.
(In millioenen Peseta’s.)

Data
Goud
Zilver
Slaat,. fond-
conto,
Circu.
Rek5 Cr1.

‘en
Be7 een.
at
i
e
Pa,UC.
Slaat

19 Dec.

’25
2.537
655
589
2.463 4.382
1.275 357
12

’25
2.537
652 589 2.461
4.415
1.297
343
5

’25
2.537
652 589
2.523
4.431
1.007
371
28 Nov.

’25
2.537
655 589
2.516 4 399
991
402
21

’25
2.537
650 589
2.178
4.431
1.007
365
14

,,

’25
2.537
646
589
2.260
4.491
989 349
7

’25
2.537
645
590
2.299 4.508
983 355
31

Oct.

’25
2.537
650 590
2.300
4.459
969 394
24

’25
2.537
648 590
2.235
4.449
977 395
17

’25
2.537
648
590
2.218
4.467
975 346
9

’25
2.537
647 590
2.216 4.485
968 407
3

’25
2.537
652
590
2.271
4.436
964 471
26 Sept.

’25
2.537
656
590
1.137
4.376
974 453

20 Dec.

’24
2.535
655
591
2.384
4.495
927
447
22 Dec.

’23
2.528
652
592
2.200
4.289
989 465

24 Juli

’14
543,5
726,8
494,4
783,8 1919,0
497,9
1)
Ten bedrage van 344 millioen, plus voorschot in rek.-crt. aan de schatk.

VI. ZWITSERSCHE NAT. BANK.
(In millioenen Franes.)

Data
Goud
Zilver
Tegoed
In hel
huilen,
land

Di,.
conto,
en
Reken.

Circu ..
latic
Rek.
CO.

23 Dec.

1925..
455,7
89,9
18,8
341,7 823,7
71,3
15

,,

1925..
455,8
90,8
16,6
336,2 781,9
120,7
7

,,

1925.
.
455,9
90,4
27,9 335,2
795,4
103,9
30 Nov.

1925..
455,8
90,8
25,9
346,5
819,0
96,0
23

,,

1925..
455,9
91,3
26,2
327,8
772,0
116,6
14

,,

1925..
461,0
90,1
23,9
333,5
793
3
8
116,5
7

,,

1925..
460
3
6
89,5
34,5
329,2
815,4
88,4
31 Oct.

1925..
465,5
88,5 30,4
337,5
841,5
77
3
3
23

1925..
470,5
88,6
27,7
323
3
5
787
3
4
110,8
15

1925..
470,5
88,6
32,3
323,9
791,7
121,3
7

1925..
480,4
88,3
28,5
329,7 812,1
101,2
30 Sept.

1925.:
490,6
88,4 24,4
332,3
844,5
86,8
23

,,

1925..
490,5
89,1
20,0
331,2
780,8
136,7

23 Dec.

1924..
505,6
92,4
47,1 359,3
864
3
9
122,8
22 Dec.

1923..
537,2
86,1
18,8
332,8 926,8
.
61,6

23 Juli

1914..
180,1,
18,9

107,8
267,9
105,2

VII. NATIONALE BANK VAN HONGARIJE.
(Voornaamste posten in milliarden Kronen; te beginr.en met
23 November ’25 in millioenen Pengö’s.
1
Pengö = 12.500 Kr.)
Vreemd
IBinnenl.
ge!
.
dev:ezen
wissels,
1
v
schol
Circu.
Rekg.. Courant
Data
Gou d
tegoed
cee!en en
aan den
latie
1
in hei
_
Slaal
Slaat
1 Portie,
buiteni.
1
)

15 Dec.

“25
59
206
118
156 379
225
13
7

,,

’25
59
206
121
156
390 219
11
30 Nov.

’25
59
205
126 156
406
192
23
23

,,

’25
59
204
131 156
368
210
43

23 Nov.

’25
740
2.554
1.635
1.5
4.4
224
536
15

’25
738
2.559
1.637 1.955
4.931
2.456
380
7

’25
738
2.594
1.667 1.955 5.141
2.316
38
9
2

31 Oct.

’25
738
2.531
1.685
1.956
5.440 2.094
235
23

’25
703
2.453
1.579 1.956
4.705
2.406
438
15

’25
703
2.426
1.605 1.956
4.825
2.411
286
7

’25
703
2.379
1.716
1.956
4.992 2.287
207
30 Sept. ’25
631
2.334
1.734
1.957
5.103
2.0481
152
23

,,

’25
631
2.244
1.624 1.957
4.644
2.3261
132

15 Dec.

1
24
41
151
153
158
332
1651
15
1)
Als dekking van ciljetten en saldi in rekg.-courant geldende, vol-
gens art. 85 der statuten.

VIII. OOSTENRIJKSCHE NATIONALE BANK.

(Voornaamste posten in millioenen Schillingen.)
1)

Data
Goud’
Vreem
ge!d, deFe.
zenen tegd.
ii!
,
. buil.!.
2)
.
valula’)
conto’s
en
Beleen.

Voor-
schot
ald.
Slaat

Circu-
!a1,e
Rek.-
Cr1.

15Dec.’25
14,8
498,6
55,4
129,5 190,5
814,4
76,9
7

,,

’25
14,8
494,9 53,9
104,2 191,1
803,9
57,2
30 Nov.’25
14,8
501,6
55,1 108,4
192,0
826,8
46,8
23

,,

’25
14,8
500,2
54,7 90,0
192,5
749,2
104,2
15

,,

’25
14,8
498,2
55,9
91,7
192,9
779,3
74,4
7

,,

’25
14,8
498,6
60,6
91,5
193,4 806,7
52,3
31 Oct.’25
14,8
504,3
60,7 109,2
194,0
852,5
30,5
23

,,

’25
14,8
492,9 62,6
79,7
195,4
762,3
83,1
15

,,

’25
14,8
492,1
64,8 80,3
195,8 783,1
64,7
7

,,

’25
14,8
496,8
72,0
82,7
196,1
816,6
46,0
30 Spt.”25
14,8
503,4
72,6 82,7
196,6
840,7
29,5
23

,,

’25
14,8
487,3
72,5
69,4
197,1
755,9 85,3
15Dec.’24
11,1
442,6

184,7
219,5 770,4
86,8
15Dec. ’23
8,2
352,9

114,3
253,4
668,2
60,4
1
Schilling = 0.694 goudkronen = 10.000 papierkronen.
Als dekking der circulatie en saldi in rekg. crt. geldende, volgens
art. 85 der Statuten.
Tot dusverre slechts kpstdeviezen in $ en £. Tot einde 1924 wer-
den deze onder ,,Vreemd geld enz.” opgevoerd. Zie pag. 236 in het No. van 18 Maart jl.

IX. TSJECHOSLOWAKIJE

Bankafdeeling van
het Ministerie van Financiën.

(In millioenen Tsjechoslow. Kronen.)

Data
ring op
den
Staat

Goud
e n
Zilver

Ted
goe
in /1e’
buiten1.
to’s en
Is elec’
n,ngen

Circu.
latie
Rek.
Cr1.

7 Dec.

1925
5.122
1.032
1.175
1.199.
7.726 1.254
30 Nov.

1925
5.134
1.031
1.135 1.282 7.921
955
23

1925
5.148
1.032 1.129 1.260
7.436
1.430
15

,,

1925
5.178
1.031
750
1.300
7.588
814
7

1925
5.594
1.031
741
1.204
7.708
604
31

Oct.

1925
5.201
1.030
728
1.122
1

7.919
504
23

1925
5.207
1.030 723
1.0311
7.298
815
15

1925
5.225 1.030
719
1.034
7.415
715
7

1925
5.241
1.030
714
1.062
7.627
636
30 Sept.

1925
5.259
1.030
702
1.062
7.839
484
23

,,

1925
5.259
1.030 697
1.057
7.187
884
7 Dec.

1924 10.100*
1.051
720
2.322 8.290 4.013
7 Dec.

1923
10.097*
1.046 1.400
1.637
9.025 3.314
*) Vorderingen op de 0.-Hong. Bank. In liq.: Baukbil.
jetten, rekening-crt..saldi en schatkistbons.

X. ZUIDAFRIKAANSE RESERVEBANK.

(Voornaamste posten in duizenden Ponden.)

ata
Goud en
ou
een.

Dis.
conto s
en
heleen.

Waar.
van
Reg.-


Circu.
lalie
papier

Rek.
Cr1.

.4l9e-
meen
Dekking,

28 Nov.

1925..
8.976 6.448
2.535
8.949 5 783 60,2
21

,,

1925..
8.544 6.848
2.370
8.289
6.309 57,8
14

,,

1925..
8.725
6.865
2.290
8.441
6.282
58,5
7

,,

1925..
8.117
7.246
2.295 8.780
5.620 55,6
31

Oct.

1925..
7.832
7.079
2.355
9.126
5.286
53,6 24

,,

1925..
8.743
6.637 2.365
8.532
5.692
60,5
17

,,

1925..
8.647
6.346 2.475
8.637
5.926
58,6
10

,,

1925..
9.692
6.814
3.225
8.978
5.362
66,5
3

,,

1925..
9.880 6.857 3.135
9.220
5.493
66,2
26 Sept.

1925..
9.601
6.506 2.885
9.158 5.057
66,6
19

,,

1925..
10.114
6.531
3.385 8.869
6.108
64,4
12

,,

1925..
10.001
5.968
3.335
8.043 6.559
63,6
5

,,

1925..
10.024
6.172
3.385
9.321
5.875
65,0
29 Nov.

1924..
10.776
6.420
1.000
11.132
4.957 65,8
1 Dec.

1923..
10.6371
5.976 1
750
10.741
4.912
68,7
*) Verhouding goud, -goudcert. en pasmunt tegenover opeischbare
schulden bankbiljetten en deposito’s.

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 28 December 1925.

De benrsclagen vÔOr Kerstmis toonen als regel gen al
te levendigen handel op’ de internationale fondsenmarkten
en ook deze keer is hierop geen uitzondering gemaakt.
Zelfs te P
,
,trijs zijn de omzetten zeer gering gebleven,
hetgeen echter in de eerste ph.ats in verband heeft ge. staan niet het optreden van den uien wen minister van
financiën, wiens plannen nog niet in details bekend Waren.
Dientengevolge zijn ook de schommelingen op de wissel.
markt gering geweest en waar .cle beursliandel zich in den
laatsten tijd voornamelijk laa
.
t leiden door cle fluctunties

30 December 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 151

vali het betaalmiddel, is de belangstelling klein gebleven.
Te B e r 1 ij ii wareti cle zaken zeer rustig en bleven be-
l:iugrijke koerswijzigingen uit. De speculatie ontwikkelde
in verband met ongunstige persberichten een baisse-positie
Ii
Montaan-aan.cleelen, welke een koerscl.rukkenden invloed
.ha:dden. Zelfs de gunstige cijfers van de Duitsche handels-
beweging over November verinochten de aldus ontstane
ongeanimeerde tendens niet te verbeteren, evenmin als de
aai.shoudend sterke vraag naar seheepvaartaandeelen bijzon-deren indruk maakte. Kleurstoffen-aandeelen konden
zich
na
een inzinking aan het slot der week herstellen. Een geheel zelf staiclige beweging vertoonde de markt voor
S
en 10
pCts. goudpandbrieven der verschillende provinciale Land-
schuiten. Wegens de voorzichtige houding der emitteereu.de
instituten komen deze fondsen slechts mondjesmaat aan de
markt, waardoor een gevoelige schaarschte aan materiaal
bestaat.
Ook te L o mmde ii heeft de vacantiestemming een over-lieem-schenden invloed gehad. De omzetten waren zeer ge-
ring, doch de ondertoon bleef ook hier gunstig. Veel ‘heeft
hiertoQ ook bijgedragen de lichte verbetering in den rubber-
prijs, waardoor het vertrouwen in de naaste toekomst we-
iler is teruggekeerd. Wat de beleggingsmarkt betreft, was
ile tendens eveneens opgewekt, wellicht ook door het ont
breken van groote emissies, welke in den laatsten tijd de
markt min of meer hebben verontrust.
De beurs te N e w Y o r k is eenigszins onregelmatig ge-,
wèest, voornamelijk doordat de noteeri.ng voor call.,nioney
veem-bijgaand is gestegen tot 6 pCt. Toch heeft men hier-
aan geen consequenties vastgeknoopt, omdat deze rijzing
is sameugevallen met de nadering van het eiticle (les jaars,
een tijdperk, waarin steeds groote nischea aan de gel’dmarkt worden gestekl. Dientengevolge verwacht men dan ook een
verlichting in de eerste dagen van het nieuwe jaar. Ver-
der werd de markt eenigszias onzeker onder den invloed
van het bezoek der heeren Montague Norman en Parker
Gilbert, resp. Gover.nor van de Bank of Englanci en
agent-generaal voor de lerstelbetalingen van Duitschland
volgens het plan Dawes. In gewoonlijk goed ingelichte krin-
geit echter hecht mee geen bijzondere waarde aan dit be-
zoek, doch ziet men er eerder ccii hervatting van de, be-
sprekingen betreffende de internationale financieele poli-
tiek in, zooals in den laatsten tijd herhaaldelijk is voor-
gekomen.
Ook ten o
mm
z e ii t is de hanijel, in verband met de feest.
(lagen, zeer stil geweest, hoewel de algemeene stemming
beter is geworden. Dit gold niet voor de
beleggingsrnarlct,
waar eet-der een zekere liquidatiedruk viel op te merken.
Wellicht echter moet deze’ in verband worden gebracht meb
cle eenigszins stroevere geldmarkt, hoewel de hoogere notee-
ringen voor prolongatie als uitvloeisel worden beschouwd
van de jaarwisseling. 6 pCt. Ned. Weik. Schuld-. 105
9
/10,
105%, 105
1
/8;
4% pOt. Nec!. Werk. Schuld 1917: 997/
8
, 99
1
/io;
7 pCt. Ned-Iudië: 101’5/, 1017/g,
101.13(
1
6;
5 pCt. Menico
£ 100-1000: 10
13
/1o,
9%, 915/s; 5 pOt. Brazilië 1903 £ 100:
761/, 77% ; 8 pCt. Sao Panlo: 101
91io,
101W
Wat de aandeelenmairkt betreft, is de aandacht voor
rtcbberaaadeelen
weder grootendeels ter uggekeei

d. In de
eerste plaats was dit het gevolg van de betere rtibbernotee-
ringen, in cle tweede plaats werd men zich meer bewust,
dat cle protesten, welke van Amerikaansche zijde zijn ge-
uit, misschien wel voom- een meer verwijderde toekomst ge-
wicht in de schaal kunnen leggen, doch dat zij de volgens cle verschillende statistische gegevens thans ‘heerschende rubberschaarschte niet uit den weg kunnen ruimen. Dien-
tengevolge zijn langzamerhand weder nieuwe koopers van
riibheraandeelen in de markt gekomen. Tegelijkertijd werd
opgemerkt, (lat de technische positie veel sterker was ge
vorden, doordat een vrij omvangi-ijke contraminepa:rtij was
ontstaan, welke geleidelijk tot dekkiugsaankoopen ‘is over-
gegaan. De markt bleef echter gevoelig voor iedere lichte variatie in den prjs van het product, zoodat eeue.rzijds de
aankoopen, anderzijds de verkoopen, slechts op. bescheiden
schaal konden plaats vinden. Desniettemin is het koers-
peil aanmerkelijk gestegen, hoewel de hoogst bereikte koer-
sen van dit jaar nog aanmerkelijk boven het tegenwoor-
dig peil liggen. Amsterdam Rubber: 357, 367, 5/8; Dcli
Batavia Rubber: 252%, 262%, 275; flessa Rubber: 477%,
486; 495; Ka.liTelepak: 402, 411, 415; Ned.-Ind. Rubber
ecu Koffie:
304%,
312,
324%;
R’dm,m Tapanoeli:
178%,
183,
186%; Sex-badjadi: 378, 395, 401; Sumatra Rubber: 340,
350, 360; Wai Sumatra Rubber: 358, 356, 365.
In aansluiting aan rubberaandeelen bleef de
tabaksrnaa-kt
vast, voornamelijk voor die soorten, welke in meer direct
verband staan met den rtibberaanplant. De berichten van
den aanstaanden Sumatraoogst bleven bovendien -‘nog te
vaag, dan dat hiervan eenige invloed is uitgegaan.
Arendsburg: 531, 533, 543% ; Besoeki Tabak: 229%,
2
30%,

236; Dcli Batavia: 426, 425%, 440% ; Dcli Mij. : 400%,
409%, 412; flollanci-Sumatra: 235, 240; Ngoepit: 246, 247,
249% ; de Oostkust: 229%, 235, 245% ; Senemba.h: 489,
491%, 502.
Suilcerean.deelemi
hebben een vrij onbelangrijk verloop
gehad. Een uitzondering dient hier te worden gemaakt voor
aandeelen ilaitdelsvereeniging ,,Amsterdam”, welke een
krachtige stijging konden boeken. lIn cle eerste plaats hen-
ben de hoogere Cubanoteeringen hiertoe medegewerkt, ‘is de tweede plaats stimuleerde de mededeelin.g omtient ‘het
betaalbaar stellen van het interim tlividen.d ad 15 pCt. op
2 Januari as. Weliswaar was deze uitkeering ‘reeds lang
bekend, doch het publiek oordeelde blijkbaar, dat het be-
drag van het dividend, spoedig nu cle betaalbaarstelling,
weder in den koers zou worden begrepen, zooclat men het
1
raadaaam bleek te vinden, thans reeds tot aankoop over
te gaan. Vorstenlanden (Cultuur Mij. der) : 158%, 159%,
160%; Hamlelsverg. Amsterdam: 611%, 628%, 638; Java
Oultuur Mij.:
329%,
334%,
335%;
Ned.-Ind. Suiker Unie: 215, 218, 219; Poerworecijo: 106%, 109%, 110; Tjepper: 585, 583; Suiker Cultuur Mij.: 238, 244.
Petrolemnnaa’ncleeicn
waren kalm en zonder opvallende
variaties. Eigenaarclig was het, dat de vraag voor buiten-
landsche rekening sterk is verminderd, waarschijnlijk in
verband met de voorbijgaande prijsvex-beteriug van het
Fransehe betaalniciddel. Ook voor Roemeensche soorten was
de vraag geringer, hoewel het koerspeil slechts onbeteeke-
nende variaties ‘heeft aangetoond. Dordtsche Petr. [mmcl.
Mij.: 389%, 390,
3903/;
Geconsolideerde Hol]. Petroleum
Mij.: 190%, 194%, 194%; Kon. Petroleum Mij.: 411,
413
5
/8,
4137/8.
in de afdeeling
voor
binnenlend.sulie inci’estrieele aan-
deelen
hebben zich eenige opvallende prijsverbeteringen
voorgedaan. In de eerste rij stonden wel aan.deelen in kunst-ijdeondernemingen. Na cle reactie, welke enkele weken ge-
leden ‘hiem- op te’ merken is geweest, is er een periode van
stilstand ingetreden, waarvan echter velen gebruik hebben
gemaakt om de desbetreffende aanteelen tot de lagere prij-
zeim uit ‘de markt te nemen. Toen nu betere beschouwingen
omtrent de toekomst verschenen, werd ook de kooplust van
andere zijde grooter, zooclat over de geheele linie een aan-
merkelijke koersverbeteriug kon intreden. Voorts ware mc
aandeelen Philips Gloei.lampenfabriekeu gevraagd. De jong-
ste emissie van nieuwe aandeelen is een groot succes ge-
worden, zoociat een goed deel van het verlies, dat de oude
aandeelen ten tijde van de aankondiging der nieuwe trauche
hebben geleden, kon w’orden ingehaald. Centrale Suiker
Mij.:
127%,
128, 1277/
s
; Gerofailriek: 112, 114,
113%;
Hol-
lalidseche Kunstzijde Irid.: 133, 136, 132v/s; Roll. Mij. tot
het maken van Werken in Gew. Beton:
189%,
185; Jut-
gans: 123, 125,
125%;
Maekubee:
149%, 150%; Ned.
Kunstzijdefabriek: 320, 332, 328; Philips Gloeilampen:
374, 370, 376%.
Sclicepvaa’s-taandeelen
bleven verlaten, hoewel cle grond-
toon iets beter is geworden. Holland-Amerika Lijn: 64%,
66, 65;’ Java China-Japan Lijn:
117%,
119% ; Koninklijke
Ned.’ Stoonmboot Mij.: 77%, 78%; Ned. Scheepvaart Unie:
159%,
159%,
159%; Stoomvaart Mij. Nederland: 1.71%,
171%, 172%.
De
mijmvmarkt
was over het algemee4- vast, vooral voer
aaucleelen Algemeene Exploratie Maatschappij in verb,aul
met geruchten, volgens welke een nieuwe bron op de ter-
reinen der maatschappij zou zijn aangeboord. Alg. Explo-
ratie Mij.: 134, 137%, 137%; Billiton le Rubriek: 606,
599; Redjang Lebong: 341, 346, 359; Siloengkang: 41%,
44%,
43%;
Singkep Tin Mij.: 254, 236 (ex div.).
In
bankaav4eelea
zijn geen variaties van beteekenis voor-
gekomen. Amsterdamsche Bank: 159., 158%, 159%; Java-
sche Bank: 328, 326;. Koloniale ]3ank: 185, 187, 188;
Ned.-Ind. Handelsbank: 153, 156%, 158
3
/
4
; Neil. Handel
Mij. C. v. A.: 145
1
/, 146, 1467/8; R’da.msche B,ankvereeni-
ging: 68%, 68%; Twentscheo Bank Ser. A.: 139.
De
Amerikaanse/te markt
was vrij sterk bewogen voor
aa.n’deelen Intercon.tinental Rubber Company, waarin groote
speculatieve koopen en verkoope.n plaats ‘hebben gevonden,
in verband met de jongste reorganisatieplannen. Amen-
eau Smelting & Ref.: 135%, 131%, 136%; Anaconda Cop-
por:
9511/15,
100, 99%; Stuclebaker: 557%, 56%, 56%; Uni-
tU States Steel Corp.: 133%, 136%, 136%; Atehison To-
pdca:
127%,
130; Ene: 37,
37%;
New York Ontario &
Western:
2
9%, 29%, 29%; Union Pac. Rai.lr.: 1517%,
153%, 1527%; Wabasli Raiiway: 42
5
/s,
44%, 445/.

De
gelclmriarkt is
iets stroever geworden; prolongatie liep
op tot 4% pCt.

1152

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 December 1925

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

29 J)eeember 19:5

lii ons laatste weekiberiCht i’as, wat tarwe betreft, uit-voerig sprake van de officieele Argentijnsohe ramiag der
opbrengst
van
den nieuven oogst en van de hevige critiek,
die daarop, vooral in Noord-Amerika, is geoefend. Nog
steeds heeft ook deze week het verschil van meening om-
trent clie raming voortgeduurci. Als oorzaak voor hevige
onrust aan de tarwemarkt kwam daarbij ‘dan nog een her-
ziene berekening van (le tarweopbrengst iii de Vereenigde
Staten en ondanks de feestdagen, welke in deze week plaats
vonden, hebben zoowel iii Noord- als in Zuid-A.merika groo-
te prijsfluctuaties plaats gevonden. De herziening van de
t;trweopbreiigst der
V
,
reenigde Staten was vervat in het
met ee’nige vertraging gepubliceerde niaandrapport van het
Mirusterie van Landbouw te Washington. liet December-
rapport bevat gewoonlijk geen nieuwe ramin.g van de op-
brengst van den tarweoogst, clie reeds verscheidene maanden
tevoren is binnengehaald. Volgens cle cijfers, clie ditmaal bij
afwijking van den regel werden gepubliceerd, zou de geza-ineulijke opbrengst van winter- cii zomertarwe 29 millioen
bushels geringer zijn geweest dan de laatste raming. Deze bedroeg nI. 698 millioen bris’hels, terwijl de opbrengst nu
op 669 millioen wordt berekend. Reeds vÔÔr ideze nienwe
Washinigtonscihe raming, welke tot sterke prijsstijging, Jeid-
de, hadden daar herhaaldelijk mededeelingen over regenval
in de Zuidelijke
A..
gentijnsche provincies, waarvan dan ook
daar de opbrengst zou lijden, tot ccii herstel in cle markt-
stemming meegewerkt.
01)
21 December waren Chicago en
Wiunipeg nog flauw met lagere prijzen, toen men zïh be-
got neer te leggen bij de Argentijnsche oiogstraming, doch
dan volgenden dag reeds begon cle zooeven bedoelde verhoo-
ging, welke toen nog voornamelijk gebaseerd heette
01)
Ar-
geiitijnschen regenval. En Argentinië zelf echter scheen men
daarvan weinig bemerkt te hebben, want de markt bleef
daar rustig en zelfs waren aan cle termijninarkten te Buenos
Aires en Rosario de prijzen op 22 December lager dan den
vorigen dag. Daarop volgde echter cle publicatie van het
Washingtonsobe oogstberieht en met groote sprongen volg-
diu verhoogiugen te Chicago en Winnipeg. La Europa nam,
de kooplust niet toe. In Engeland namelijk verkeerde de
iii’arkt eenigszins onder den invloed van de vele feestdagen
en tevens oefenden eene verhoogde particuliere berekening
van den Cnn acleescheii tar.weoogst, alsmede groote versche-
piugen naar Engelsche havens eenigen druk uit. Reeds
vroeger werd vermoed, dat cle vroeger gepubliceerde ra.miug
viii cle ii Cnn adeeschen tarweoogst te .1 aag was geweest. De
zeer groote aanvoeren aan de Canadeesche markten, welke
ook nu nog steeds ‘blijven voortduren, gaven daartoe aan-
leiding en te raming van cle North Western Giraiic Dealers
Association, die nu cle opbrengsten der Prairïe-prov

i.ncies
schat op 425 niillioen bushels, vat 25 nullioen meer is dan
de vroegere officioele raming, schijnt van dit vermoeden
een bevestiging. De Engelsche kooplust was deze week veel

Noteeringeri.

Chicago
Buenos Aires

Data
Tarwe
Mats
Haver
Tarwe Maïs
Lifnzaad
Dec. Dec. Dec. Dec.
Dec.
Dec.

26Dec.’25
184
781/
8

411/
8

15,15
1
)

8,45
1
)
18,90
1
i
19

,,

1
25
169%
35
i
39f8
14,60

8,05 17,40
26Dec.’24
177%
127M

61%
15.70′)

11,15
2
)
23,651)
26Dec. ’23
1017/
8

69
44%
11,052)

9,752)
19,702)
26Dec.’22
125%
72.
43%
11,551)

7,951)
16,851)
20Juli’14
82
561/
8

36% 9,40

5,38
13,70
2)
per Februari.
2)
per
Januari.

minder levendig clan te vol-en en
01)
het Europeesche vaste-
land trad geen verbetei-iug in. Nog steeds wordt daar wei-rug tarwe gekocht en Duitseliland gaat vooit met zijn aan-
bod voor export en met vrij groote verschepingen, waarvan
het grootste gedeelte naar Engeland. De groote oogsten
van West-Europa laten nog steeds hun invloed gelden cii
doen de iuvoerJanden minder afhankelijk zijn van de Ame-
rikaacische markt dan ‘anders wel het geval is. Daarbij komt
clan vooi- Frankrijk het bezwaar van den ongunstigen wis-
selkoers. Het feit, dat te Chicago ‘tarwe de laatste dagen
weder zoo sterk in prijs is gestegen, is vooi- Europa nog in
mindere mate van beteekenis, omdat door de geringe hoe-
veelheid tarwe, clie in de Vereenig(ie Staten dit jaar is
binnengehaald toch geen belangrijke uitvoer plaats vindt,
en de daar heerschende tarweprijs meer clan anders een
hinnenlandlsche aangelegeniieiiL is. Slechts door •hct gebruik,
dat men in Canada maakt van de Vaste stemming in cle
Vereenigde Staten om zijn tarwepi-ijs hoog te houden en de verboogingea te Chicago telkens te volgen, gevoelen •de in-
voerlanden le om-rist, die aan de Noorcl-A.merikaanschc
tarweniarkt heerscht. Indien echter -de Argentijnsehe oogst-
raming jiust is, zou- van schaarschte aan buitenlantische
tarwe voorloopig geen sprake zijn, omdat immers ook Ca-
nada nog steeds veel beschikbaar heeft ad wordt gei-egeld
Canadeesohe tarwe naar de Vereenigde Staten uitgevoerd. Zelfs wordt het meer en meer waarschijnlijk, dat de booge
prijzen ertoe zullen leiden, dat voor het groote Caiiadee-
scbe tarweoverschot geen voldoende afzet mogelijk zal zijn,
en de Canadoesche tarwepool ertoe zal moeten besluiten,
wat ruimer en goedkooper aan cie markt te komen. Mocht
werkelijk legen lci cle Zuidelijke provincies van Argentinië
ook daar de tarweopbrengst sterk doen tegenvallen dlan
zou dit bezwaar voor Canada veel minder wegen, doch de laatste dagen wordt telkens uit Argentinië vrij goed vedet-
gemeld. De zeer sterke prijsverliooging voor tai-we, (lie ook
‘aan de Argentijnsche termijnmarktef cle laatste weken heeft
plaats gevorrcleu, schijnt minder aan regenval in cle pro-
i’incies Buenos Aires en Pampa geweten te moeten worden
dan wel aan cle vaste markten in Noorti-Amerika. Toen
tenminste op 28 December op het voetspoor van den von-gen niarktdag de Argentij.nsehe markten openden met een
hevige prijsverhooging, ti-ad in den loop van den dag een
ommekeer in, zoodat de markt ten slotte onveranderd sloot,
wat echter tegenovei- een weèk tevoren nog een veriiooging ‘beteekende van 85 ii 100 cen’tavos per 100 KG. Op dezelfde
wijze verliep op 28 December de markt te Chicago en Win-
nipeg, wiant ook ‘dam- ging in den loop van den dag de
moed voor verdere prijsstijging verloren. De verhooging der
tarweprjzen bedraagt daar echter in den loop der week nog
16 h 17 4ollarcent per 60 lbs. of ruim 10 pCt.

De uitvoer van tarwe uit de landen van Zuid-Oostelijk
Ruiropa, waarvan hij prijsstijging toename was voorspeld,
wordt
J.1U
weder belemmerd cter ijs op den Donau.

Be-
perkte versche-pingen vinden nog geregeld plaats, doch dleze
tarwesoorten komen nauwelijks vei-der westelijk dan liet

L000prijzen te Rotterdam/Amsterdam.

Soorten

28
Dec.
21
Dec.

29 Dec.
1

1925

1

1925

1

1924

Tarwe (Manitoba III)

1
17,25 16,40
*

18,50
logge (No. 2 Western)
.
1
11,50
11,-
16,10
Maïs (La Plata)

……..
2
j
206,- 200,-
253,-
Gerst (48 ib. malting) ….
2
192,-
188,-
261,-
Haver

……………..
1
10,90
4
)
11,15
4
)
13,75
4
)
Lijnkoeken (Noord-Amen-
kavanLaPlata-zaad)..1
1

4,85
14,80 14,80
Lijuzaad (La Plata) …..
3

398,_
396,-
501,-
1)
per 100 KG-.

2)
per 2000
KG.

3)
per 1980 KG.
*
No. 2
Hard/Red Winter Wheat.
4)
Canada No.
3.

AANVOEREN in tons van i.000 KG.

Rotterdam
Amsterdam

Totaal
Art ikelen
2
012
6
Dec.
Sedert
Overeenk.
20)26
Dec.
Sedert
Overeenk.

1925
1924
1925
1
Jan.
1925
tijdvak
1924
1925
1Jan.
1925
tijdvak
1924

Tarwe ……………..
20.577 1.230.719 1.322.156


22.026 46.407
1.252.745
1.368.563
Rogge

……………..
2.738
.
310.908 561.340

500
.3.775
311.408 565.115
Boekweit ……………….
470
22729
26.528

340 528
23.069
27.056
13.067
810039
775.488

10.712
118.562
889.751
894050
2.879
333.609
323979

11.850
33.104 345.259 357.083
Haver ……………..
220.963
245.200

1.001
1.845
221.964
246.845

Maïs ……………….

4.083
230.939
263.458

72.301
72.622
303.240 336.080

Gerst

……………….
2
..490

4.475
195.204
203.797


700
195.204
204.497
Lijnzaad

……………
Lijnkoek

……………
2.821 122.795
267.608

7
19.65
.683
33
142.452 301.291
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten
‘201
10.134
8.669



10.134 8.669

30 December 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1153

Oostelijk gedeite dci’ viiciclel1audsche Zee. Geregeld vinden
echter ook uitvoeren per spoor uit Hongarije en Zuid-Slavië
plaats naar Italië.
In ‘i ogge blijven cle zaken zich beperken tot Duitsche
en Poolsche
.rogge.
Het aanbod daarvan aan de Duitsche
markten is groot en ondanks cle gestremcle scheepvaart in
i’ele der Duitsehe waterwegen blijft het aanbod voor export
nog steeds vrij ruim. Ondanks ook voor rogge zeer vaste
markten in Noord- Amer ika, is echter de omzet in deze
Europeesche roggesoorten niet groot. Wel werd ‘de Ame-
rikaansche prijsstijging in vrij sterke mate gevolgd, doch
uitbreiding der zaken had de stemming niet ten gevolge.
Amerika was trouwens op 28 December na vaste opening
ten slotte voor rogge lager. Tegenover d’en 21sten is echter
te Chicago cle roggeprijs 13 A. 1534 dollarcent per 56 lbs.
gestegen.
a ï s heeft liet herstel der trwemarkt slechts in be-
perkte mate gevolgd. In Argentinië trad wel eeni’ge prijs-
stijging in, doch door beperkte Europeesche vraag, en den
goeden stand van den nieuwen Argentijnschen oogst, trad
later een daling in, die aan de termijnm.arkten van Buenos Aires en Rosario het niveau 15
A
20 centavos per 100 KG.
beneden dat van 21 December bracht.
De neuve Argentijnsche maïsoogst staat er uitstekend
voor ën de invloed daarvan blijkt uit het feit, daL ondanks
de zeer •sterk gestegen tarweprijzen, mais in Argentinië een
zoo w’einig vaste stemming vertooni. Anders was het te
Chicago, waar niet alleen de willige tarwemarkt verhoo-
ging der maisprijzen in de hand werkte, doch bovendien ook
voor deze graansoort een vrij sterk verlaagde oogstra.ming
werd gepubliceerd. Terwijl het vorige Washingtonsche
niaandbericht een taxatie bevatte van ruim 3 milliard
bushels en onlangs particuliere ramingen gepubliceerd ver-
den van 3,1 milliard, berekent men volgens het nu ver-
schenen bericht te Washington den oogst op slechts 2.0 mil-hard bushels.
Niet alleen in Europa, doch ook in Amerika zelf werd
eraan getwijfeld, of die schatting wel juist is en men denkt
cum de mogelijkheid, dat daarbij de neiging oni de over lage
inaïsprijzen klagende landbouwers te hulp te komen, wel
cenigen invloed heeft uitgeoefend. Dit neemt echter niet
weg, dat van de vrij sterke prijsçlaling, welke den laatsten tijd te Chicago had plaats gevonden, een groot deel weder
werd ingehaald. Ook na eeuige reactie, die op 28 December
intrad, stond maIs te Chicago namelijk nog 4 h 5 dollarcent
per 56 lbs. hooger dan een week tevoren. Het ‘dringende
aanbod tot lagen prijs uit cle Vereenigde Staten was spoedig
geheel verdwenen, doch ‘dia.rmede eveneens de zaken, clie
onlangs op ‘liet lagere niveau geregeld werden gedaan. Tot
verbetering van den omzet aan de maïsmarkt, die in, de
vorige week zoo sterk was verminderd heeft de vaste stem-
ming te Chicago niet geleid. De groote A’rgentijnsche ver-
sebepingen werkten daartoe mede. Zowel in Engeland als
op het vasteland is de vraag voor mais onbevredigend en stoomencle partijen Donau- en Bulgaarsche mais vinden
moeilijk plaatsing. Tot zekere ‘hoogte ligt de oorzaak daar-
van in de omstan.chigheicl, dat in Nederland dezer dagen
oenige groots pard,jen in beschacligden toestand zijn aan-
gekomen. Misschien mag daarvan eene verbetering der
viraag naar de d rogere Argentijn sche en Zuid -A frikaansche
mais worden verwacht, doch tot nog toe is clie verbetering
niet ingetreclen. intussehen is in Roemenië het weder nu
en clan kouder cii schijnt nu werkelijk de sluiting van cle
Donauscheepvaart voor de deur te staan, waarvan een ver-
mindering der maïsverschepingen kan worden verwacht.
Deze week werd echter nog een flinke ‘hoeveelheid afgela-
den. Zuid-Atrika gaat voort geregeld mais af te laden.
Nieuw aanbod is zeer sdhanrseh en duur wegens ‘de droogte, die eenigen tijd in Zuid-Afrika heeft geheerscht en de voor-uitzicliten vooi- den nieuwen oogst ongunstig deed schijnen.
intussehen is deze wëek aan de droogte eeû einde gekomen, zoodat misschien binnenkort weder nieuwe zaken van Zuid-
Afrika mogelijk zullen zijn.
G e r s t was deze week zeer stil en zaken kwamen daar-
in nauwelijks tot stand. Rusland blijft ter verscheping in
Januari niet gerst aan de markt en de in West-Europa
liggende vooi

raden Russische gerst .worden goedkoop acn-
geboden zonder eenige vraag van beteekenis te ontmoeten.
Dat de Noord-Amerikaansche gerstmarkt vast was, had op
de Europeesche markt zeer weinig invloed. Donau-gerst,
clie den laatsten tijd wat 1-uimer wordt aangeboden, ont-
moet al evenmin veel belangstelling.
Ook ‘in h a v e.r worden weinig zaken gedaan. Het Wash-
ingtonsche maandbericht bevatte voor haver eene verhoo-
ging van de raming der opbrengst en ook in Argentinië
schijnt een ruim uitvoer-overschot aanwezig.

SUIKER.

De kalme stemming op cle verschillende suikerinarkten
veo-d de afgeloopen week nog geaccentueerd ‘door de f eest-
dagen, clie op handen waren. De ondertoon was echter
prijshoudend.
In New Y o r k fluctueerden de prijzen bijna niet:

Sp. C. Dec. Jan. Mrt. Mei
Slot voorafgaande week …….4.08 2.26 2.33 2.38 2.51
Opening verslagweek.
.. . . .. .. .
4.08 2.37 2.33 2.40 2.52
Slot verslagweek …………4.11 2.37 2.33 2.42 2.54

De ontvangsten in de Atlantische havens der V. S. be-
droegen deze week 66.980 tons, de verëmelti’ngen 52.000 tous
(togen 22.000 in 1924) en de voorraden 66.000 tons.
Prompte Cubasuiker werd tot ongeveer dc. c. & fr.
verhandeld, tei

wijl de noteering voor JanuarifMaartver-
schepi.ng naar Europa ongeveer Sh. .11/3 elf. was ‘met wei-
-nig of geen zaken.
De C ii b a-statistiek is als volgt:

1925

1924

1923

Tons

Tons

Tons
Weekontvangsten tot 19 Dec.

28.562

15.006

7.347
Nieuwe oogst ……………-

4.238

677

1.781
Totaal ‘1 Jan.-19 Dec. ……..

41.582

18.795

7.347

Werkende fabrieken ……….63

64

47

Weekexport 19 Dec………..9.661

6.500

Oude oogst ………………68.466

5.314

6.295
Totale export

…………..9.661

6.500


‘Totale voorraad op 19 Dec. .

149.925

16.181

8.767
F.O.Licht heeft -zijne i

aniiug voor den Duitschea biet-
oogst met 50000 tons verniiuderd en teruggebracht op
1.630.000 tons, hetgeen de totale raming voor Europa
brengt op 7.482.000 tons of 404.200 tons meer ‘dan cie laat-
ste oogst. Zonder mederekening van Rusland zon deze
raming echter eene vermindering beteekanen van 137.000 fons in vergelijking met den laatsten oogst.
In E n ge 1 a n d was cle stemming op de tei

mijninarkt
de geheele week prijshoudeu.d en liepen prijzen iets op. De
noteering voel

December, die met 13(83o-9% opende, sloot
op
13/1034-14/0%,
terwijl deze noteeringen voor Mei
resp. 1416% en 14/9
3
/
4
waren.
De Zichtbare voorraden zijn volgens C. Ozarrtikow:

1925

1924

1
923
Tons Tons Tons
1.047.000 885.000 744.000
780.000 706.000 593.000 378.000 305.000 208.000 235.000 198.000 124.000 108.000 153.000 123.000 306.000 152.000 164.000

2.914.000 2.399.000 1.956.000

66.000

23.000

24.000

150.000

16.000

9.000

Totaal .. 3.130.000 2.438.000 1.989.000
Op J cc
v
a was ook de afgeloopen week de markt zeer
kalm gestenicl. V.I.S.P. verkoopen vonden niet plaats; voor
disponibele witte suiker werd f1034 betaald, terwijl een portie Superieur Ju’li/Augustuslevering uit den nieliwen
oogst tot
f
9% in andere handen overging.
H i er te 1 a n de was de markt prijshoudencl gestemd,
doch kwamen weinig zaken tot stand. De noteeringen fluc-
tucerden hoogstens
f
118 en waren ongeveer nv.
December flO34; Mei fl734; Augustus
f
173/4.
Op .deze prijzen sloot de markt in prijshoudende stem-
ming.
De omzet bedroeg deze week slechts ongeveer 140& tons.

NOTEERINGEN.

Data
Amster-
dam per

Londen New York
960
Centrl-
Tafes
t
Whlte Java’s
1

f.o.b.
per

Cuba’s
96
0
c.i.f.
Maart
3ube.1
No.
1

Mei/Juni
Nov.(Dec.
fugals

kristalsulker

Sh.
8h.
$
ets.
basis 990
28Dec. ’25
f
17
31/9
137
ll/_
4,14
2Ï Dec. ’25
17
1
i
31/9
13/7w
11/13
4,08
28Dec. ’24
195/
37
/

1719
13/6
4,52
28Dec. ’23
3
2
‘s,
63/9
25/6
24
1
‘9
7,22 ruwsuiker
1
basis 880
4 Juli
’14
f 11
1
8/
1
8/_I


3,26
basis
9901)
Het verschil tusschen ruwsuiker 88
0
en
f
14
113
/
82
krist.suik.99° is aan te nemen opf3p. 100KG.

Duitschland 1 Dec…….
Tsjechoslowakije 1 Dec…….
Frankrijk 1 Dec………..
Nederland 1 Dec…………
België 1 Dec……………
Engeland 1 Dec………….

Europa..
V.S. Atlant. havens 23 Dec.
Cuba 19 Dec. alle havens

1154

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 December 1925

KATOEN.
Noteeriitg voor Loco-Katoen.
(Micldling Uplands.)

24
Dec.
1925
18
Dec.
1

1925
II Dec.
1

1925

1

26
Dec.
1924
26Dec.
1923

New ‘Yôrk voor
Middling …
19,80e 19,40e
19,70 c
24,30e
37,25 c

New Orleans
voor Middling
19,25e
18,77 c
19,05e 23,00e
35,75
e

Liverpool voor
Middling…
9,92 d 9,81 d
10,17 d

d

d)

*) Voor fully niicidhi ng ouden Standaard.

Ontvangst.en in- en uitvoeren van Amerikaansche havens
(In duizendtallen balen).

1
Aug.’25
Overeenkomst
Ige periode

tot


IS
Dec.’25

1924

1

1923

Ontvangsten Gulf-Havens.

‘6-2S

5805

4597
11

Atlant.Havens
5

UitvoernaarGr.Brittanuië 1279

1348

1080

,, ‘t Vasteland etc. 2589

2246

1663

Japan …….537

415

333

Voorraden.
(In duizendtallen balen).

Overeenkomstig
tijdstip
18
Dec.’25 .–‘

1924

1923

Amerik. havens ………..1559

1538

1012

Binnenland …………..1918

1555

1123

New York ……………67

209

139

New Orleans …………

463

417

271

Liverpool …………….427

445

308

Marktberioht van cie fleeren Sir Jacob Behrens & Sons,
Manchester, d.d. 23 December 1925.
De Arnerikaansche ka,toenniarkt is flauw. Het Ginners-
Ra4port, dat ji. Maandag gepubliceerd werd, gaf ‘het totaal
aantal gegiucle balen tot 12 December aan als 14-826.000
tegen 12.792.000 balen over tezelfcle periode verleden jaar
en 9.549.000 balen in 1923. Dit groote cijfer was ireeds ver-
disoonteeed en had weinig invloed op de markt. Het schijnt
wel, dat de gebeurtenissen de jongste tegenstrijdige critie-ken over de U.S.A. Agricultural Bureau oogstvoorspellin-
gen rechtvaardigen. Wanneer wij cle cijfers, gepubliceerd
tusscheii 23 Jnli en 23 September, eens vergelijken, komen
wij tot totalen, varieerend tnsschen 13.566.000 en 13.990.000
balen, terwijl inderdaad reeds 14.826.000 balen zijn gegind.
Egyptische kttoe,i is verder gedaald. De flauwe stemming
in
(1011
handel blijkt ‘el uit de locoverkoopen te Liver-
pool, welke gedurende de afgelooperi week slechts 32.000
balen be:lroegen; een lager cijfer dan sedert gernimen tijd
het geval is geweest.
Ook in de garenmarkt gaat weinig om. Ee worden
slechts kleine hoeveelheden voor direct gebruik gekocht,
zoowel in twist-. als weftgareus. Slechts in enkele gevallen
schijnen sommige fabrikanten van inedio-jiumnters flinke
posten te hebben afgesloten, doch dit kan men gevoeglijk
als een uitzondering beschouwen. Voorraden beginnen toe
te nemen en het is niet te vervondcren, dat de Mastor’s
Fedoration gisteren voor cle Anterikaansche sectie een stil-
stand der fabrieken van een extra week iii aansluiting met
de gewone jaarlijksohe vacaittieweek heeft aanbevolen, wat
dus practisch neerkomt, op een sto’pzetten gedurende veer-tien dagen. Wat getvij’iide .garens betreft, beperkt de vraag
zich vornamelijk tot enkele kleine partijtjes voor binnen-
laucisch gebruik voor het Noorden en de Midiands. in
Egyptische garens hebben de flauwe stemming van het ruwe
materiaal en de algeheele afwezigheid van vraag alsmede
de naderende vacantiadagen ertoe bijgedragen cie reeds ge-
drukte stemming nog te vergrooten.
Ook de doekmarkt is zeer flauw. De naderende vacantic-
dagen worden zoowel door koopers als verkoopers met ver-
langen tegemoet gezien, na de laatste ‘dagen, waarin nauwe-
lijks eenige zaken te vermelden vallen. Koopers op de over-
zeesche markten hebben den ioop van katoen- en gat-en.
prijzen nauwkeurig gevolg(l en nu deze den laatsten tijd
wat 1 lanwer zijn, blijven zij in hun afzijdige houding vol-
harden. Hun ondervinding der laatste weken is niet zeei
gelukkig, want zij, die het Itatste gekocht hebben, hebben
over het algemeen minder moeten betalen dan hun voor
gangers. Een word van waarschuwing lijkt ons hier echtet
vei
op zijn plaats. Doekprijzen zijn momenteel in verband
met prijzen van katoen en garens zeer laag. Verder
concessies in prijzen van manufacturen zijn inderdaad niel mogelijk en zouden daarentegen, indien er wat meer vraa{
doorkomt, noch spinners noch fabrikanten met de zeet

slechte prijzen, die zij thans kunnen beclingeu, meer tevre-
den zijn.

16Dec. 23Dec. Oost.koersen. 15Dec.22 Dec.

Liverpoolnoteeringen.

T.T. op Br. Indië 116
5
116
3
1

F.G.F.Sakellaridis 17,30 16,50 T.T.opHongkong2141.d 214
G.F. N. 1 Oomra 7,00 6,75 T.T.op Shanghai 311% 3/13

KOFFIE.
Sedert liet verschijnen valt het laatste weekoverzicht
Ilcef de stemming voor het artikl onveranderd vast. De
i’oi’deringen van de productielanden bleven grootencieels
ongewijzigd en ook alhier kwam, zoowel voor loco en alla-
ding als voor terniijncn, in de prijzen zoo goed als geen
verandering. De afzet was, in aannierkiug genomen, dat de
markt dooi’ de feestdagen eigenlijk slechts gedurende de
helft van cle week is geopend geweest, niet onbevredigend
te n•oenlcn, vooral ook w’anneer in het oog wordt gehouden,
dat tegen het einde van het jaar cle ondernemingslqst bij
den handel gewoonlijk zeér gering is.
Volgens telegrafisch bericht uit Bi’azilië heeft het Gou-
v€-rnntent van ‘den Staat Sao Paulo aan het Braziliaansehe
Congres machtiging gevraagd tot het aangaan van eene lcening ten bedrage van £ 10 Millioen met het doel dcii
koffieprijs verder te verdedigen. Naar van andere zijde be-
richt wordt, zou de bedoeling zijn om deze leening even-
titeel zooveel mogelijk onder te brengen in Brazilië zelf
en om verder te trachter, nu de Vereenigde Staten van
Amerika definitief geweigerd hebben, het restant te Lon-
den geplaatst te krijgen. Of de gevraagde machtiging zal
worden verleend en wat dan verder van het geheele plan zal
terecht komen, moet worden afgewacht.
Een ander telegrafisch ‘bericht vermeldt, dat cle Centro
de Cate, liet bekende te Rio de Janeiro verschijnende vak-
blad, den Rio-uitvoer voor het jaar 1926/27 s0hat op 23′
Slillioen balen. Dit is de eerste raming, die van den vol-
genden Rio-oogst uit Brazilië is ontvangen.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superini- Santos
op prompte verscheping zijn thans ongeveer 102/- t 1031-per end., en van dito Prime ongeveer 1031- t 105/-, terwijl
zij van Rio type New-Yoirk 7 met beschrijving prompte ver-
scheping, bedragen 80/- t 81/-.
Van Robusta W.I.B. faq. Januari-verscheping, zijn de aanbiedingen van Indië op het oogenhlik 52 t 52 ct. per
% KO., c.i.f., uitgeleverd ‘gewicht, netto contant. In deze
soort gaat echter weinig op aflading om en stoomend wordt
zij zelfs lager (in enkele gevallen zelfs t t 1% ct. lager)
aangeboden. Van Palembang Robusta bleven ook deze week
de dit-acte offerten geheel uit, wat niet te verwonderen is,
daar dezer dagen in Indië zelf vooir December-verschepiug
49 ct. c.i.f. is betaald, terwijl cle prijs, (lie hier te maken
zou.zijn, u’aarsdhijnlijk ‘niet veel hooger is clan 47 ct.
De officieele loco-noteeringen bleven onveranderd 65 ct.
per /’ 1(0. voor Superior Santos en 56 ct. voor Robusta.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt iva-
ren
aan de oohtend-eall als volgt:

Santos-contract
basis Good
Gemengd Contract
basis Santos Good
Mrt.
I
Mei
Sept.
I
Dec-
Mrt.
‘Mei 1Sept.
Dec.

29 Dec.

54

521

501
8

49%
50481j
9

46

445j
8

22

53′,

51
5
/

49’/
49′,,

47%

7/8

445/8

15

52t,

SO5/

48’/

485
6

48
7
/
8

46′,,

45s,
8

441/
8

8

511/
4

491,

471
8

46%
471,

45′),

42%
De slot-noteeringen te New YorK van het aldaar geldendi
gemengd contract (basis Rio No.
7)

waren:

Dec.

I
MrL

I

Mei
1

Sept.

28

Dec.

……
$

,-
$
16,82
$
16,60
$
15,92
21
,,

16,99
,)

16,75
16,49
15,84
,,

16,65

.

,,

16,47
16,38 15,69
14

………
7


15,93

,.15,95
,,

15,80
15,15
Rotterdam, 29 December
19b.

THEE.
– Van de theemarkt valt niets nieuws te berichten. Zoowel
hier als te Londen heerscbt vacantie-stemming en kwamen
slechts enkele tweedehands zaken tot stand.
Amsterdam, 28 December.

RUBBER.
De stemming op de rubbermarkt was deze week tamelijk
kalm, aangezien koopers zoowel als verkoopers zich vdÔr de
feestdagen van belangrijke transacties onthielden. De omzet
was dan ook zeer geringen de slotnoteeringen luiden als volgt:
la Crêpe:

einde voorafgaande week:
December

250

ct. …………
..256

ct.
Januari/Maart 241

, ……………249
April/Juni

219

, ……………228
28 December 1925.

/

t

/

È

1

.

.

1

Auteur