–
“1
17 JUNI 1925
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Economisch-Stati*sti*sche
Berl
“chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL NIJVERHEID, FINANCIÈN EN VERKEER
ORGAAN VOOR bE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
10E
JAARGANG
WOENSDAG
17JUNI
1925
No.
494
INHOUD.
Blz.
Mededeeling van de Centrale Cominissievoor de Rijnvaart
506
EEN KIJKJE IN DEN ECONOMISCEEN ONTWIKKELINCSGANG
VAN NIEUW ZEELAND 1 door
J. Sibinga Mulder
….
506
aet herleefde ontwerp Nelissen II door
Prof. Mr. W.
H
.
Drucker……….
……………………….
509
Het Rapport van de Commissie van Vuuren III (Slot)
door Prof. Mr. A. van Gijn
………………….
511
I1ogelijke blijvende gevolgen van de Rubberrestrictie
door
Ir.
R.
Houwink
……………………….
513
BIJITENLANDSOHE MEDE WERKING:
De ontwikkeling van den financieelen toestand in
Frankrijk door
Prof. Bertrand Nogaro
……….
513
AANTEEKENINGEN:
De goudproductie en .uitvoer van Zuid-Af rika in 1924
515
Stand der cultures en uitvoer gedurende het eerste
kwartaal 1925 in Suriname …………………
515
BOEKAANKONDIGINO:
Centraal Verslag der Arbeidsinspectie in het Konink-
rijk der Nederlanden over 1923, bespr. door 0.
de
Clercq………………………………..
516
S. A. Reitsma: Indische Spoorweg-Politiek, bespr.
door Ir. R. A. Verwey …………………….
517
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN ……………………
518
MAANDCIJFERS:
Handelabeweging over de maand April 1925…….
518
Giro-omzet bij De Nederlandsëhe Bank …………
519
Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam
……….
519
Résumé uit het ,,Monthly Bulletin of Statistics.. ….
519
Statistisch Overzicht van den economischen toestand
van
Nederland
………………………….
520
Emissies in
Mei
1925 ………………………
521
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN ……-. ……….521-528
Geidkoersen.
I
Bankstaten.
Goederenhandel.
Wisselkoersen.
I
Effectenbeurzen.
Verkeerswezen.
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Wd. Algemeen Secretaris: Mr.
Q.
J. Terpstra.
ECONOMISCI1-STATISTISCHE BERICHTEN
COMMISSIE VAN ADVIES –
J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van Lennnp;
Prof.
Dr. E.
3foresco; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Ren gers; Mr.
Q.
J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerde leden: Prof. Mr. D. van Blom;
Prof. Mr. H. R. Ribbius.
Redacteur-Secretaris: D. J. Wansink.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg
122,
Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland
f 20,—.
Buitenland en Koloniën
f25,—
per
jaar. Losse nummers
50
cents. Leden en donateurs van het tn3tituut ontvangen het weekblad gratis.
Advertenties
f 0,50
per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh é van Ditrnar’s Uit gevers-Maatschappij,. Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.
15 JUNI 1925.
Het aanbod van geld is de afgeloopen week belang-
i-ijk grooter geworden. Particulier disconto liep daar-
door terug van
3
pOt. tot
2%
pOt. en de prolon-
gatierente daalde tot
2%
pOt. Het aanbod van cali-
geld werd eveneens dagelijks grooter, zoodat aan het
einde der week belangrijke bedragen ongeplaatst ble-
ven. Ook de nieuwe week opende met sterk aanbod,
zoodat enkele posten disconto zelfs voor
2%
pOt.
plaatsing vonden.
* *
*
De Ministea- van Financiën stelt de inschi-ijiing
open op sclhatkistpapier op
22
Juni a.s. Aangeboden
worden drie- en zesmaands-promessen en biljetten
met een
looptijd
van een jaar, tot een totaal bedrag
van
f 55
millioen. * *
*
Op
den weekstaat van De Nederlandsche Bank
blijkt de Post binnenlandsche wissels van
f 92,9
mii-
lioen tot
f 91,2
millioen te zijn teruggeloopen. Het
totaal ‘der rechtstreeks bij de Bank geplaatste schat-
kistpromessen bleef onveranderd
f 5
millioen bedra-
gen. De ‘beleeningen geven een vermeerdering van
nagenoeg
f 2
millioen te zien. Het renteloos voor-
schot aan het Rijk vertoont een stijging van
f 4,2
millioen.
De goudvoorraad der Bank geeft, blijkbaai- als
ge-
volg van een tweede goudzending naar Engeland, op-
nieuw een ‘daling van
f 12
millioen te zien. De zil-
vervoorr’aad steeg met
f 400.000.
De post papier op
het buitenland blijkt van
f 161
millioen tot
f 181,4
irtillioen te zijn opgeloopen. Tegelijkertijd geven, in
verband met den gouduitvoer, ‘de diverse rekeningen
onder het actief slechts een geringen teruggang te
zien; zij noteeren
f 52,8
millioen tegen
f 54,6
mii-
lioen op den vorigen weekstaat.
De biljetteneirculatie ‘daalde met
f 6,8
millioen.
De rekeningcourant-saldi vertoonen een vermeerde-
ring van
f 11,3
millioen. Het beschikbaar metaal-
saldo liep van
f 303,3
miljoen tot
f 289,5
millioen
terug. Het dekkingspercentage bedraagt nagenoeg
51.
* *
*
Op
de wisselmarkt waren de omzetten niet onbe-
langrijk, ondanks de zeer stabiele koersen voor de
meestë wissels. Dollars waren weder de geheele week
vooi
2,48
7
/8 of
uiterlijk
2,49
verkrijgbaar
met een
schommeling van nauwelijks
1164
cent per dag. Pon-
den waren iets meer aangeboden dan de vorige week,
de daling bleef echter beperkt tot
% a
34 cent. Parijs
zette aanvankelijk de stijging voort. Dinsdag werd
12,30
betaald, maai- daarna trad weder een daling in
en het slot was flauw op ca.
12,05.
Ook België was
aangeboden, zelfs eerder sterker dan Parijs. De ove-
rige wissels waren meest iets vaster, alleen Italië
liep plotseling vrij sterk terug en bleef flauw.
LONDEN, 15 JUNI 1925.
De gefdruimte, die het begin van Juni had moéten
brengen, maakte zich ook ‘verleden week niet kenbaar.
Geld was inderdaad gemakkelijker, maar volstrekt
niet overvloedig, zoodat de prijzen zich de geheele
week om
3%
pOt. bewogen.
Disconto vertoonde dientengevolge eveneens geen
fluctuatie. Driemaands prima bankaccepten bleven
4%—/10
genoteerd.
Dollars en Guldens waren fractioneel duurder te-
gen het einde der week; slot heden
4,85’fio-4,86;
12,0934-34.
506
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 Juni 1925
MEDEDEELING VAN DE CENTRALE COMMISSIE
VOOR DE RIJNVAART.
(Vervolg en slot van pag. 466).
,Stroombevaring
1924.
Deze kwestie is uitgesteld tot de volgende zitting.
Baggeringen in den Beneden-Rijn.
Deze kwestie is uitgesteld tot de volgende zitting.
$chipperspatenten.
De Centrale Commissie heeft de volgende bepaling aange.
nomen, welke als een aanvullingsartikel van het reglement
van 14December 1922, betrekking hebbend op het verstrekkn
van Rijnsehipperspatenten, beschouwd moet worden en op
denzeilden datum als genoemd reglement in werking zal
treden:
De gegadigden voor het patent, die met goed gevolg het• eindexamen hebben afgelegd an een .Rijnschippersschool,
als bedoeld onder 2 van het Verdrag van 4 Juni 1898, of die
het eindexamen van een dergelijke school in den loop van het
jaar 1926 met goed gevolg zullen afleggen, zullen recht hebben
op het verkrijgen van een Rijnschipperspatent, onder de
voorwaarden, neergelegd in bovengenoemd Verdrag.
Ongelukken bij de brug te Düsseldorf.
De Commissie neemt nota van de verklaring van den lir.
Seeliger.
Noot van het Secretariaat:
Deze verklaring luidt: ,,De Duitsche Regeering overweegt
het instellen van een sleepdienst, doch, daar het onderzoek in deze kwestie nog niet is afgeloopen, is het niet mogelijk
positieve inlichtingen te verstrekken. De kwestie is echter niet
van dringenden aard, daar de werken tot verbreeding van de
brug te Düsseldorf, welke ongeveer een jaar zillen duren,
een gratis sleepdienst noodzakelijk maken. De kans op gevaar
is dus voor een jaar uitgesloten en tegen dien tijd zal de
Duitsche Regeering in staat zijn mede te deelen, welke maat-
regelen zullen worden genomen oni ongelukken ter plaatse
te voôrkomen..
Arbeidsreglement.
Deze kwestie is uitgesteld tot de volgende zitting.
Uni/icatie van het binnensoheepvaartrecht.
De Commissie – onder voorbehoud van de Duitsche dele-
gatie voor wat betreft de draagwijdte van het hieronder ge-
noemde principe – constateerende:
dat het principe vaii de erkenning van de vlag van bin-
nenschepen sinds langen tijd deel uitmaakt van het inter-
nationaal publieke Rijn-recht;
–
dat zij zich dus met het ontwerp van het comité, belast
piet de bestudeering dezer aangelegenheid, niet verder
behoeft
bezig te houden,
–
0
verzoekt hareii leden genoenid ontwerp ter kennis van i
hunne Regeeringen te brengen;
2
0
neemt akte van het voorstel om tot onderteekening van
het ontwerp over te gaan en om hetgeen daartoe noodig is,
aan de zorg van de Italiaansche Regeering over te laten, –
voor zoover deze in dien geest werkzaam wil zijn;
3° verzoekt haar Bureau dit besluit ter kennis van de
verkeerscommissie van den Volkenbond te brengen.
Paspoorten van opvarenden van Rijnschepen.
Wat betreft het afschaffen van de visa op de paspoorten.
voor opvarenden van Rijnschepen, heeft de Commissie vast-
gesteld, dat de besprekingen tusschen ‘Duitschland en België
gunstig .verloopen en dat dus spoedig het in kracht treden van
een uniforme regeling tusschen de Oeverstaten kan tegemoet
gezien worden.
IJking van binnensche pen.
10
De Commissie bekrachtigt de vergadering van het
ijkingécomité uitgeschreven tegen 30 April 1925.
2° Op deze vergadering zal het comité de kwestie bestu-
deeren van de administratieve immatriculatie met betrekking
tot de ijking, daarbij onder oogen ziende de gedachtenwisseling,
welke heeft plaats gehad gedurende de zitting van het comité
voor het privaatrecht en de opmerkingen der Regeeringen.
3° Het comité,zal over dezeaangelegenheid aan de Com-
missie rapport uitbrengen om haar in staat te stellen in de vol-
gende zitting een besluit te nemen.
4° Het Bureau zal aan den Volkenbond doen wetén, dat
het resultaat van den arbeid van het ijkingscomité, mede-
gedeeld in begin 1924, een voorloöpig karakter draagt en op
het oogenblik aan herziening onderworpen is.
Fransche tekst van het Rijnvaartpolitiereglement (van
1912).
Onder voorbehoud van de aangebrachte of nog aan te
brengen wijzigingen in het politiereglement, keurt de Commis-
sie den tekst van dat reglement, zooals het den 23en April 1925
door de, ten dien doeleinde ingestelde sub-kommissie, is
vuitgesteld, goed.
Wijzigingen in het Rijnvaartpolitiereglement (van
1912).
De Commissie besluit:
10
In de eerste alinea van artikel 2
§ 4
van het Rijnvaart-
politiereglement van 1912 de woorden:
,,van de maat.schap pij
voor scheepsclassificatie ,,Germanische liloyd” te Berlijn”
en
eveneens het woord
,,andere”
in dezelfde alinea te schrappen. • 2° In de 2e alinea van artikel 2 § 4 van genoemd reglement
de woorden: ,,der Keizerlijke jachtelub te Kiel of’
en eveneens
het woord
,,ander”
in dezelfde alinea te schrappen.
Deze bepaling treedt den len Augustus 1925 in werking
Datum van de volgende zitting.
• De volgende vergadering van de Ceitrale Commissie is
vastgesteld op Woensdag 4 November en zal, op zijn laatst,
25 November geëindigd zijn.
EEN KIJKJE IN DEN ECONOMISCHEN
ONTWIKKELINGSGANG VAN
–
NIEUW ZEELAND.
•
1.
-:
Het land, van wel’ks economische ontwikkeling ik u in onderstaande eene korte ibeschrijving geef, is zeker
ook in zijn geschiedenis een hoogst merkwaardig land.
Het .werd ‘zelfs tweemaal ontdekt, n.l. op 13 De-
cem’bei- 1642 dooi- A’bel Jansz Tasman en nog eens
7 October 1769 door den Engelschen zeevaarder Oook.
Het bleef voor Europeesche immigratie vrijwel
braak liggen tot nu een 65 jaren geleden, en geen me-
gendheden vochten om het bezit. Ja, toen kolonisten
om een machtige beschermende hand vrôegen was
Engeland, v66r eenige stap in die richting te doen,
zoo vriendelijk aan Nederland te vragen of ‘het ook
van zijn eerstontdekkingsrecht gebruik wenschte te
‘maken, vat beleefdelijk werd ontkend. Dit is mis-
schien, bekeken van het standpunt van den tegen-
woordigen tijd, wel het meest merkwaardige
–
van
Nieuw-Zeeland. Maar in die korte spanne tijds van
pl.m. 60 jaren heeft het land zich zeldzaam ontwik-,
keld, speciaal in de richting waartoe het door bodem
en klimaat is aangewezen, de landbouw en de veeteelt,
en ook hierbij ‘doet zich eene merkwaardigheid voor,
nl. ‘dat, men op een veelal prima basis begon, vooral
op het gebied van de veeteelt. Prima fokmateriaal van
voor het doel superieure rassen en het is dan ook
geen won der dat ‘de veeteelt er than’s op een zeer hoo-
gen trap staat, maar ook de akkerbouw er naai- mo-
derne niethoden wbrdt gedreven.
Voornamelijk Britsche kolonisten. Britten, Schot-
ten, Ieren zijn de pioniers, en Britsch in die drie
variaties ‘ij.n. ze gebleven tot op den hui’digen dag,
hoewel ze Nieuw-Zeeland thans als hûn vaste woon-
plaats ‘beschouwen en Engeland niet meer noemen
,,oui- home”, maar ,,the old country”.
Taaie volharding, kloek ‘beleid deed hun overwinnen
en ‘de farmeis en handelaren, ‘de fabrikanten en de
reedei-s, ‘die we ei- ontmoeten zijn ‘de zonen of ‘klein-
zonèn van die oude settlers, eenvoudige menschen, ‘die
nog weten hoe het land is ontgo’nnen en hun vaders
en, grootvaders tot ‘welvaart kwamen.
En nu wil ik van die welvaartsbronnen in ‘t kort
iets vertellen en dan zullen we zien, dat toch in dien
betrekkelijk korten tijd al ups and ‘downs Nieuw-Zee-land hebben beroerd en zelfs reeds een eens meest be-
langrijke tak van welvaart, de goudwianing, weer na-
genoeg verdwenen is, en andere in opkomst zijn, zoo-
als marmer- en steenkoolwinning.
Ik
zal
echter beginnen met die producten, die ‘het
langst ‘bekend zijn, hoewel ze aan ‘de ‘ontwikkeling van
het land weinig hebben bijgedragen: Kaurihout en
Kaurigom en Flax. Vooral in het Noorden van het
Nord-Eilan’d zijn belangrijke ‘bosschen en de zeer ge-
wilde boom daarin is ‘de Kauri (Agathie Australie),
Kauri .de reus in grootte, maar ook in leeftijd. Stam-
men met een inhoud, die .de grootste ‘der ,,big .trees”,
Sequoia giganten, nabijkomt en van een leeftijd ge-
17 Juni 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
507
constateerd tot pl.m. 3200 jaren. Maar ook andere
soorten die waardevol hout leveren: Rata, Pariri,
Kawaha (ceder), Totara (Podocarpus). Totara, het
beste hout voor telegraafpalen, komen in de Nieuw-
Zeeland ,,bush” voor, en hebben voor navigators en
walvisehvaarders eerst, toen voor de voorziening van
Australië, later voor Zuid-Afrika en eindelijk voor
Nieuw-Zeeland zelf een waardevol artikel gevormd;
soo waardevol, dat van 1830 tot 1873 de hoschopper
vlakte van 20.370.000 acres tot 12.130.000 achteruit-
ging. Door gepaste maatregelen is thans het opper-
vlak weer tot ruim 11.000.000 acres aa,ngegroeid, ter-
wijl hier en daar de laatste jaren met succes met ge-
bruikmaking vain gevangen-arbeid, bv. bij Rotorua,
pijn’bosschen bepiant met eene J’apa.nsche piji soort,
zijn aangelegd.
Nog ongeveer 534 zaagmolens en timmerfabrieken
bezit Nieuw-Zeeland en 7000 inenschen vinden een
bestaan hierbij en pl.m. 180 millioen ,,boardfeet”-hout
worden jaarlijks geëxporteerd, meest naar Australië
en daarvan is 3% Kaurihout. De totale waarde bedraagt
pl.m. £ 800.000. De overige
3%
bestaat uit wit pijn-
boomhout of Kokikatea. Maar voor hardhout voor
dwarsliggers, brugstijlen, enz. is Nieuw-Zeeland aan-gewezen op invoer van Australië.
Behalve voor huizenbouw hebben ook enkele indus-
trieën groote houtibehoefte en zoo zien we het Koki-
kateahout van .groote beteekenis worden voor de zui-
vlindustrie en ook voor d vruchten export, voor
vaten en kisten.
Maar de Kaurireus heeft nog eene andere beteeke-
nis dan alleen als houtleverancier. Ze is de producent
van het bekende Kaurigom’Merkwaardig is dat de
levende boom weinig geni en dan nog van minder
goede ‘kwaliteit levert. Maar in de streken waar eens uitgebreide Kauribosschen stonden, ‘daar ‘vindt men het in grootere en kleinere stukken in den grond. Het
wordt hard in de lucht en lijkt precies op amber en
vele jaren, men weet niet hoe lang,
blijft
‘het goed-
bewaard in den grond. Voor de ‘bereiding van prima
lak en vernis is het onmisbaar en ruim 3000 ,,gum-
diggers” verdienen er hun kost mee- om het op te gra-
ven. Ruw volk, residu van de maatschappij. Merkwaar-
dig zijn onder ‘de gum’diggers de ‘z.g.n. Oostenrijkers.
Het
schijnt
dat, aan getrokken -door de verhalen van
Dr. Hochstiitter, die met zijn fregat ,,Novara” in 1858
deze streken ‘bezocht, er zich kolonies vestigden van
immigranten uit Dalmatië, Istrië en de Balkanstaten
om er liandbouw en mijnbouw uit te oefenen, maar dat
velen daarvan meer heil zagen in ,,gumdigging”.
De hoeveelheid gom, die wordt geëxporteerd bedraagt
ruim 4000 ton jaarlijks tot een waarde van £ 225.000.
De tweede, oorspronkelijk zuiver inlandsche indus-trie, is de vezelindustrie van Phormiiam Tenax.
In deze industrie heeft de. Maori den Pakeha’)
‘den weg gewezen. Want reeds lang voor
zijn
komst
was de ,,flax” van groote beteekenis voor hem. Van
het blad maakte hij man’den, de gom der wortels was
voor hem voedsel, de bioemstengel was hem een ton-
derdoos op zijn lange tochten, de honig van ‘de bloe-
men een delicatesse voor zijn kinderen en de vezel
was van universeel nut: kleeren, matten en vat al
niet werd ervan gemaakt.
Overal in Nieuw-Zeeland groeit ‘de Phormium Te-
nax, maar het beste langs de riviren en in de moe-
rasseii en nooit zal ze ontbreken in de
nabijheid
van
de ,,pa”, het Maoridorp. Tot op 3000 voet boven zee
vindt men haar nog in ‘t wild groeien, maar daar niet
productief.
Reeds de eerste zeevaarders, die relaties hadden met
de Maories, ontdekten de groote waarde van dezen
vezel, die 50 pOt. meer weerstan’d had dan de Euro-
peesche hennep, ja die van de zi.jde na’bijkwam. Ka-
toen en wol kenden de Maories niet, maar alle weef-
goederen worden van deze vezel va ,,harakheke”
gemaakt.
‘ Pa.keiha = blanke.
Flax werd een uitvoerproduct en speelde een groote
rol in het ruilverkeer met de ,,pakeha”. Maar -de rol
die h’et daarin speelde ‘heeft het land geen voordeel
maar enkel nadeel en e1le’de gebracht. Toen aan de
Maories het gebruik van de musket bekend werd, werd
dat moordtuig voor hen een begeerlijk ‘bezit. Immers
‘de stam, die eenige musketten bezat, kôn gemakkelijk
op het oorlogspad gaan om andere stammen te over-
vallen en uit te moorden en we weten hoe hun kan-
nibalisme maar al te vaak daartoe de ‘drijfveer was.
Ga’nsche ladingen Flax werden voor musketten en
ammunitie verkocht.
Wie de geschiedenis van Nieuw-Zeeland leest ver-
won’dert er zich niet over, dat tea gevolge van het
kannibalisme, wat een der voornaamste oorzaken was
van hun onderlinge oorlogen, de bevolking in getal-
sterkte snel achteruitging. Kort na Oook’s reizen naar
Nieuw-Zeeland (hij maakte er drie), werd de .bevol
king op het Noo’rd- en Zuid-Eiland op pl.-m. 500.000
geschat en toen Engeland het beheer in handen nam
bedroeg het niet meer dan pl.m. 36.000. Thans is het
getal 50.000 weer overschreden, dank
zij
de zooveel
verbeterde omstandigheden waarin de Maories nu
leven. De krijgslieden en -menscheneters van vroeger
zijn schapenfokkers en handelaren geworden en loyale
burgers onder the Union Jack, De Engelsche missio-
narissen hebben hun betere paden gewezen en nage-
n’oeg allen zijn tot het Christendom ‘bekeerd. Maar tot
groote materieele welvaart zijn ze niet gekomen, er
zijn uitzonderingen natuurlijk, maar de moderne ,,pa”
geeft geen hoog idée van hun levensstandaard.
Maar ‘de bereiding van de vezel in ‘t groot liet
alles te wenschen over. De machinale bereiding in
Europa bleef gebrekkig en omstrëeks 1830 gaf men
het daar op. Betere machines werden later uitgevon-
den en omstreeks 1810 waren er weer 160 molens in
werking, die voor een waarde van £ 140.000 exporteer-
den. Maar ‘t was een n’oma-denindust.rie. De molens
streken neer waar veel flax groei’de -en als de prijs
daalde, werd gestopt. 1873 was een boomjaar, maar
15 jaren lang daarna duurde de depressie en toen in
1890 een ‘hooge prijs was te maken, was er geen flax
te oogsten en geen molen om ide vezel te bereiden
en pas in 1890 herleefde ‘de industrie met een export
an £ 400.000.
Maar roofbouw was en bleef het en de kwali-
teit daalde sterk en van de 200 molens bleven er maar
54 en de export daalde van 20.000 tot 2000 ton. Men
bedenke daarbij, dat zoo’n -molen niet erg kostbaar is.
Sedert zijn ‘de Flax-cuitivatie en -industrie sterk
vooruitgegaan in kwaliteit en kwantiteit, maar ze
moet goedkooper kunnen worden geleverd ‘dan Ma-
nilla.hennep, want ze staat in sterkte ‘da-arbi.j achter.
Sedert zijn
‘bij
‘de wet geregeld de eischen waaraan
de uitgevoerde flax moet voldoen en dit heeft veel
goed gedaan.
De uitvoer bedroeg in 1922 £ 907.000 tegen
£ 1.408.000 in ’18. De Flax-inciustrie maakt thans weer
een zeer moeilijken tijd door. Voor touwwerk wordt
nu flax en Manillahennep in verhouding van 5 tot 1
gebrui’kt.
Voor moerasland, dat moeilijk is droog te leggen,
zal de flax-in’dustrie toch zeker van -beteekeni-s blijven.
]3ehal:ve greenstone (nephriet), maar ‘dat als uitvoer-
product nu nog geen ‘beteekenis heeft, zijn hiermee
de primitief inlan’dsche producten afgehandeld. Het is echter volstrekt niet onmogelijk dat greenstone in
de naaste toekomst een uitvoerartikel van belang zal
worden. Het buitengewoon harde, ‘helder groene mi-
neraal leverde steeds de grondstof voor de slagwapens
der Maories en voor al hun lijfsieraden. Het komt
in vrij groote hoeveelheden aan de Westkust van het
Zuid-Eiland voor en wordt o.a. als grootere en klei-
nere steenen of otsbl-okken in ‘de rivieren gevonden,
b.v. in den beroemden Milford Sound. Maar het is
uiterst moeilijk te ‘bewerken en
bij
de primitieve werk-
tuigen, waarover de Maories vroeger beschikten, is
508
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 Juni 1925
het niet te verwonderen, dat het vormen van hun
slagwapens, lijfsieraden, gereedschappen van green-
stone, uiterst moeilijk was. Alles moest door slijping
geschieden en zoo zegt men, dat enkele bekende slag-
wapens door drie gedachten gingen, voordat ze hun
tegenwoordigen vorm kregen; drie geslachten hebben
eraan geslepen en gepolijst. Meerdere van die ,,Mere’s”
zijn bewaard gebleven.
Nu de mode van den laatsten tijd het uit Noord-
Burma afkomstige mineraal ,,jade” in zijn kostbaar-
ste kwaliteit eveneens transparant groen van kleur,
in Europa sterk naar voren heeft gebracht, zoude het
mij niet verwonderen wanneer de ,,greenstone” van
Nieuw-Zeeland zijn intocht in Europa zal doen. De
moeilijke bewerking zal greenstone lijfsieraden kost-
baar doen blijven, maar v66r den oorlog werd het in
Duitschland (Harz) bewerkt en zoo naar Nieuw-Zee-
land teruggezonden, waar de
.kreenstone
sieraden bij
Amerikaansche en andere touristen zeer gewild zijn.
De Engelsche vrouw in Nieuw-Zeeland idraagt ze
niet, hoe mooi van kleur en vorm ze vaak ook zijn,
enkel en alleen omdat elke Maori man en vrouw er
een talisman (Hai Tilci = een primitieve voorstelling van der oorspronkelijken mensch) van draagt.
Ik kreeg eens ten antwoord van een deskundige, de
firma Little Johns te Wellington, op rijn vraag over
het voorkomen van greenstone: ,,ei zijn om zoo te
zeggen heele bergen van greenstone; maar hoe het te
bewerken? ,,that is the trouble”.
Maar niet door hout of gorn of vezel heeft Nieuw-
Zeeland zijn groote beteekenis gekregen. Het dankt die
aan den Pakeha, die er het schaap heeft ingevoerd,
eerst als wolproducent, later ook als vleeschleveran-
cier.
Kapitein Cook bracht op zijn tweede reis een ram
en een ooi te Queen Charlotte Sound, maar de bees-
ten stierven en het duurde tot 1840 dat het eerste
schaap weer, en wel van Australië, werd ingevoerd te
Wellington; maar de eerste kudde werd pas gesticht
te Wairarapa in 1844. In Aus’tralië was men de fok-
begonnen met het kleine Merinoschaap, bekend om
zijn
fijne
wol en dus kwam ook dat ras het eerst naar
Nieuw-Zeeland. Maar naarmate Nieuw-Zeeland meer
en meer werd ontdekt als het meest geschikte scha-
penland ter ‘wereld, kwam men ook tot de conclusie,
dat het beter geschikt was als kruisingsbasis en dat
‘de crossbreeds met diverse rassen het meest geschikt
voor Nieuw-Zeeland waren. Er wordt gekruist met
Shropshires, Southdowns en Cotswolds, al naar ge-
lang van de streek en de eischen die men stelt aan
wol en vleesch. –
Want sedert de refrigeratie werd ingevoerd, heeft
het schaap een dubbele waarde gekregen, als wol- en
als vleeschproducent.
De Nieuw-Zeelandsche schapenfokker tracht een
ras te kweeken, dat veel en goede wol geeft en daarbij
een goede vleeshproductie. Beroemd b.v. is het Can-
terburyschaap, dat vooral op ‘de Londensche markt
recordprij’zen haalt, ook voor het lamsvleesch, en een
kruising is van Merino met Southdown en Shropehire.
Het is een schaap dat als wolproducent merkwaardig
is, want elke plek op zijn lichaam, ‘behalve mond, neus-
gaten, oogen, hoeven, is met mooie wol begroeid.
Overal zien we het schaap. Op de vruchtbare lan-
douwen van Canterbury en Otago en op de arme gron-
den in de Zuid-Alpen. Gronden, die 5 en meer scha-
pen per acre gemakkelijk voeden tot gronden waar 20
acres nauwelijks voldoende zijn voor één schaap. Hoe
de schapenfokkerij zic’h hier heeft ontwikkeld moge
uit het volgende blijken.
In 1851 waren er 233.000 schapen in Nieuw-Zee-
land, thans zijn er 2636 ‘millioen, en dat niettegen-
staande de eigen consumptie pl.m. 2.000.000 jaarlijks
bedraagt en er reeds tot 1921 113.000.000 als frozen
meat zijn uitgevoerd en thans de jaarljksche uitvoer
636 millioen stuks bedraagt. En dat alles wordt voort-
gebracht op tot5nl 103.000 vierk. mijlen, waarvan heel
wat onbruikbaar hooggebergte. Een
J22
deel van alle
schapen op de bekende wereld wordt in Nieuw-Zee-
land gevonden en men meent dat spoedig het getal
van 50 millioen hier zal zijn bereikt. Zeker, er is nog
voldoende land voor, maar er moeten ook menschen
voor zijn ed vooral: loonende export van wol en vleesch
en die factoren moeten meewerken om ‘dat doel te
bereiken.
V’or arm heuvelland blijft de zuivere ‘Merino het
schaap bij uitnemendheid. Voor dit en voor andere
rassen en tot ras gewôrden kruisingen zijn stamboe-
ken aangelegd, waarin over de 300.000 dieren zijû
ingeschreven. De wolexport beloopt tot £ 12 millioen
en frozen mutton en lamb £ 7,6 millioen, huiden
£ 825.000. De eigen wolconsumptie voor de fabrieken
is stijgende en bëdraagt reeds ruim 8.000.000 lbs.
36 van •den geheelen uitvoer uit Nieuw-Zeeland
komt van het schaap.
Deze
cijfers
spreken wel sterk in een land met maar
1.100.000 inwoners en’ een ont’wikkelingsgang van
ruim 60 jaren.
Maar ik moet in verband met de schapenteelt nog
een ander uitvoerproduct van Nieuw-Zeeland behan-
delen, nl. de
konijnen-
en hazenvellen. In 1859 wer-
‘den 2 zilvergrijze konijnen welkom geheeten op
Nieuw-Zeeland’s bodem om t.z.t. ‘den jachtliefhabbers
een aangenaam doel te geven. Maar in zeer korten tijd
werd het konijn een plaag, vooral in zeer dun bevolkte
streken. Waar flink werd gejaagd hield men de zaak
in de hand. 20 jaren na den eersteni invoer, want ‘dier-
lijke vijanden had het konijn hier niet, waren ze een
bedreiging voor de schapenteelt. De heuvelhellingen,
alles leefde van de konijnen; weiden werden vernield,
heele kudden stierven uit, tal van schapenboeren wer-
den geruïneerd. Duizenden acres schapenland in
South Marlhourough werden .geabandonneerd. Alleen
in Otago 2 millioenen acres. Toen heeft men een ver-
woede campagne tegen het konijn gevoerd met ge-
–
weer, vergif; wezels en fretten werden geïmporteerd.
Maar de vogels aten ‘het vergif en stierven
bij’na
uit.
De wezels en fretten kregen genoeg van het konij-
nenvleesch en -bloed en legden zich op de vogeljach’t
toe. Maar de verplichting om de plaag te bestrijden
voor eiken landeigenaar en de systematische campagne
bracht redding en nu heeft men de zaak in toom. In
’78 werden 3 millioen konijnenvellen uitgevoerd, in
’83 reeds 10 millioen, in ’93 reeds 17 millioen. Dat
waS het :hoogtepunt. De wolexport daalde met 50 pOt.
Het aantal slonk sindsdien tot pl.m. 3 millioe.
Om bij het vee te blijven kom ik thans tot het rund,
dat eveneens in Nieuw-Zeeland een zeer belangrijke
welvaartsbron is geworden. In 1858 •was het totaal
aantal niet meer dan 137.000. Melk en vleesch voor
eigen consumptie, totdat het bevriezingssysteem werd
uitgevonden en boter en kaas een exportproduct werd
en eveneens vleesch. Maar de zuivelexport bleef No. 1
en .dat gaf ook de fokljn aan. Het uitstekend klimaat
vooral op het Noord-Eiland ‘bevorderde zeer de vee-
teelt. Daar is 80 pOt. van het Nieuw-Zeeland vee.
Coöperatie deed wonderen voor zuivel- en vleeschpro-
ductie en con densed milk en dried milk en prima
kaas en boter gaan in groote hoeveelheden naar Lon-
den.
De revolutie, ‘die ‘de refrigeratie bracht, blijkt wel
duidelijk uit de volgende cijfers:
Van ’72—’81 werd 17.900 Cwt. kaas uitgevoerd.
Toen kwam ‘de refrigeratie. De volgende 10 jaar werd
het
cijfer
215.400 Cwt. en in weer 10 jaar 1.000.000
Cw’t. en thans in 1 jaar meer ‘dan 1.000.000 Cwt.
De Nieuw-Zeelanders zijn sterke vleescheters, n.l.
pl.m. 300 lhs. per hoofd per jaar, bhalve varkens-
vleesch en gevogelte.
De rundveestapel ‘bedraagt pl.m. 2%. millicen stuks.
De jaarljksche slacht is 400.000, waarvan Y
3
als fro-
zen meat wordt uitgevoerd.
Varkensvieesch wordt weinig gegeten en weinig
uitgevoérd, hoewel de kwaliteit prima ‘is en ‘de groei-
17 Juni 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHÉ BERICHTEN
509
voorwaarden dito (in 6 maanden slachtrijp tegen ruim
9 in Holland).
Maar van veel grooter belang dan de vleeschpro-
ductie is die van zuivel. Alleen aan boter en kaas
werd in ’16 uitgevoerd voor een waarde van 6.136.000
en dat behalve de groote export van condensed en
‘dried milk. In 1910 reeds gestegen tot £ 10.871.000.
Van 1897-1907 steeg de hoeveelheid boter met
400 püt. en de kaas met 450 pOt. en 9 jaren later nog
vous met respectievelijk 125 en 520 pOt. Dat zijn spre-
kende cijfers in do ontwikkeling van een land.
Er zijn 162 ‘boterfabrieken en 402 kaasfabrieken. Er
verkon ruim 12.000 separators in Nieuw-Zeeland.
V66r den oorlog importeerde Engeland voor £ 8.000.000
aan kaas en daarvan voor £ 2.500.000 uit Nieuw-Zee-
land. En de Shourthorns eens het eenige rund, maak-
ten plaats voor Jersey, Holstein, Friezen, en wijs be-
leid bracht de melkrassen. tot superieure kwaliteit.
In 1010-11 werd gerekend op 142 Engelsche pond
botervet per koe, thans op meer dan 162 pond en goede
stainboekexemplaren doen vaak niet voor one prima iToll.-Friezen onder. Do machinale melking heeft in
dit land met weinig menschen sterk de veeteelt be-
vorderd. Onnoodig te zeggen, dat ook in deren stam-
boeken, keuringen, tentoonstellingen, enz. enz. een
zeer voorname rol spelen. J. sim?o..
MULDER.
(Slot volgt).
HET HERLEEPDE ONTWERP NELISSEN
II.
Het kapitaal.
Het beginsel, dat het kapitaal gedurende het be-
staan van de Naamlooze Vennootschap geleidelijk kan worden geplaatst, is in hot G.O. behouden. Een poging
om het vaste onveranderlijke kapitaal van het Duit-
sche recht ingang te doen vinden, wordt niet gedaan.
De bestaande vrijheid wordt in, 66a opzicht nog ver-
groot: do statuten zullen niet. langer den termijn be-
hoeven te bepalen, binnen welken het geheele kapitaal
zal moeten zijn geplaatst.
In ander opzicht gaat het G. 0. minder ver dan lief
Ontwerp 1910. De oprichting kan volgens 0. 0. haai beslag niet krijgen, zoolang niet, evenals thans geldt
volgens art. 50 Kh., ten minste én vijfde van het
kapitaal is geplaatst. Dit voorschrift voorkomt, dat
vast maar begonnen wordt, zonder dat nog eenige
deelneming van beteekenis is verkregen of dat on-
evenredig groote kapitalen, waaraan alle zin ont-
breekt, in ‘de statuten zullen paradeeren.
De eerlijkheid tegenover het pnhliek wordt voorts
bevorderd door hot voorschrift vaas art. 37e, ‘t welk
bepaalt, •dat, waar melding gemaakt wordt van het
kapitaalcijfer, erbij gezegd moet worden, hoeveel ‘daar-
van geplaatist is.
Moderne wetgevers pogen te bevorderen, dat met
het geplaatste kapitaal door de Naamlooz Vennoot-
schap word t verkregen een daaraan beantwoordend
werkelijk vermogen en dat gedurende het bestaan
van de Naamlooze Vennootschap dit vermogen althans
niet willekeurig wordt verminderd. Bij de oprichting
dreigt gevaar door de uitgifte van aandeelen tegen
fictieve of overgewaa rdeerden inbreng. Gedurende
het bestaan door uitkeering van fictieve winsten of
terugbetaling van gelden aan aandeelhouders in art-
deren
o’m
Het 0. 0. maakte den indruk, ‘dat de ,,realitoit van
liet kapitaal” dcii wetgever onverschillig zou zijn. De
Memorie van Toelichting deed a.11e moeite te betoo-
gen, dat tusschen kapitaal en verniogeil geen verband
zou bestaan. Men zou volkomen vrij zijn in de waar-
deering van den nakelijken inbreng en een gezag-
hebbend jurist kort dan ook naar aanleiding van het
ontwerp schrijven, dat het niet in strijd zou zijn met het
ontwerp, aan de Naamlooze Vennootschap de schijn-
gestalte te geven vaas een welgesteld persoon (‘door een
aanzienlijk statutair kapitaalcijfer, waaraan geen
reëel vermogen zou beantwoorden). Publiciteit, be-
kendmaking van den. werkeljken toestand, was het
eenige, waarnaar de bntwerper had gestreefd.
Deze toelichting en deze opmerking gaven het stel-
sel van het Ontwerp niet goed weer en het is dan ook
gelukkig, dat dergelijke beschouwingen in. het Ver-
slag niet meer worden gevonden. Het stelsel van het
G. 0. is overigens hetzelfde gebleven.
Zeker is het ook in het G. 0. in de eerste plaats
te doen om publiciteit, maar wie in zee gaat met een
vermôgen, dat sterk in wanveihouding staat tot ‘het
kapitaal, komt onder de regeling van het Ontwerp
toch in moeilijkheden. Wij zullen daarop zoo dadelijk
wijzen, nadat wij ons eerst nader hebben beziggehou-
den met de bepalingen van het ontwerp omtrent de
oprichting, die op het vermogen betrekking hebben.
De realiteit wordt in de eerste plaats bevorderd
door ‘liet voorschrift, dat ten minste een tiende van
het geplaatste kapitaal moet zijn gestort. Hier ont-
moeten we het van ouds bekende voorschrift van art.
51Kh., ‘met dit verschil, dat volgens de tegenwoor-
dige wet niemand ooit uitsluitsel heeft kumnen geven
omtrent de vraag, of de fraete berekend n’ioe’t worden
van het geplaatste dan wel van het statutaire kapitaal.
• Het 0. 1010 wilde met het oude beginsel breken.
liet ging van .de gedachte uit, dat toch alles aankwam,
voor de waarde van het gestorte gedeelte op de wijze,
waarop gestort was en. het gestorte was gebruikt, voor
de waarde van het o’bligo van de gegoedheid vat’t aan-
deelhouders, terwijl aan het een noch het ander ‘de
wetgever veel zou vermogen te doen. De cnitiek was
het hiermede vrij eenstemmig eens, toch schaar ik mij
gaarne aan de zijde van het G. 0. Tusschen obligo en
torting moet eeuige verhouding bestaan. Kan het aan-
deel met geringe storting worden verkregen, dan
wordt de kans maar g:rooter, ‘dat het komt in handen
van personen, op wie voor het obligo geen verhaal hal
blijken te zijn. Het moet worden opgemerkt, dat het
Ontwerp deze verdediging niet geheel verdient, want,
evenals art:
si
Kh. vordert art. 36h slechts, dat
‘/
jo
van het
kapitaal
gestort zij, inlet. dat zooveel gestort
moet zijn op elk aandeel.
In verband met de plaatsing van ‘het kapitaal hebben
wij nu verder to onderscheiden tusschen uitgifte van
aan’cieelen tegen geld en tegen zakelijken inbreng.
De wetgever, die wil, dat het kapitaal althans bij de
plaatsing een realiteit is, verbiedt uitgifte van aan-
deden tegen ccii lager geidsbedrag ‘dan de nominale
waarde: Verbod van benodou.-pari uitgifte vindt men
ook in art. 38a’ van het ontwerp. Een uitzondering
wordt gemaakt voor den onnittent, die voor eigen relrc-
aug aandeelen neemt om die bij anderen te plaatsen
(art.
38a2);
de overeenkomst moet worden gepubli-
ceerd, wanneer het rabat meer dan 6 pOt. bedraagt
(art. 40d). Anderen wien bij de uitgifte een korting
is toegestaan, kunnen later steeds tot bijstorting wo:r-den aangesproken. Dat een dinagio niet ook mag wor-
den toegelaten onder andere omstandigheden dan door het Ontwerp erkend, wordt mij ook door de toelichting
niet aannemelijk gemaakt.
Ook hij uitbreiding van het kapitaal wordt uitgifte
beneden pari niet toegelaten. Hiervoor is eigenlijk
geen theoretische grond aanwezig. Ii?t is aan ‘dc
Na amlooze Vennootschap, wier vermogen beneden het
kapitaal is gedaald, niet verboden haar bedrijf voort te
zetten, evenmin om onder dergelijke omstandigheden
‘nieuw kapitaal uit te geven. Zij zal dat alleen kun-
nen doen, door liet nominaal bedrag harer oude aan-
doelen te vermunde:ren of ‘de nieuwe beneden pari uit
te geven, misschien het best door een combinatie van
heide middelen. Waarom moet de tweede weg haar
worden versperd? Do verleiding w’o:rdt dan zoo groot,
ongeoorloof’de w:iustuiticeeringen to doen, zegt men.
Maar daartegen heeft de wet toch andere middelen.
De groote moeilijkheid levert de uitgifte tegen
zakeljken inbreng of tegen oprich tersdiensten. Van
•de bekende middelen om misbruiken op dit gebied te
bestinij:den, kiest het ontwerp de publiciteit. Als ,,ver-
510
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17Juni 1925
dacht” gelden een aantJ overeenkomsten, als overeen
komsten betreffende uitgifte van aaiudeelen anders
dart tegen geld, overeenkomsten tén behoeve van de
Naaml ooze Vennootschap bet:reffende het overnemen
van bedrijven, concessies e.a.n. Dergelijke overeen-
kwnsten moeten worden gepuibliceer.d. Ook moeten
bekend worden gemaakt overeenkomsten, waaibij bij-
zondere vooideelen aan oprichters worden toegekend
(art. 40a). Het voorschrift dwingt open kaart te
spelen in zake den financieelen opbouw van de Ven-
neotschap, •maar tevens, hoewel ci it niet bedoeld is,
commercieele plannen aan de groote klok te hangen,
nog 6r men tot uitvoering is gekomen. Of hiertegen
uit commercieel oogpunt overwegendbezvaar ‘bestaat,
durf ik niet te beoordeeien.
Bij
verzu:im van de pu
–
blicatie mogen de contracten door de Naamlooze Ven-
nootschap niet worden nagekomen.
De ervaring heeft geleerd, dat voorschriften, die
den geidbelegger bij de oprichting moeten bescher-
men, gemakkelijk worden ontgaan, ‘doordat men de
Naamlooze Vennootschap opzet met lou:tier in geld
vol gestorte aandeelen en daarna de goederen, die men
wil boren, na do oprichting voor te hoogen prijs
aan haar verkoopt.
Dit leidde in het 0.0. tot ‘de opneming van liet
voorschrift, dat de z.g. verdachte overeenkomsten na
de oprichting idoor het bestuur niet zouden mogen
wordefi aiaigegaan dan na machtiging door de alge-
meene vergadering. Ten aanzien van sommige der
overeenkomsten werd afwijking van ‘d’it voorschrift
hij de akte toegestaah, m.aai’ ten aanzien. van .die over-
eenkomsten, welke den ontwerper het meest bedenke-
lijk voorkwamen, was het voorschrift dwingend.
Zon
kwam het, dat men in het Ontwerp de velerzijds ge-
cnitiseerdé bepling vond, welke zonder dat het
bij cle akte anders kon worden geregeld – voor-
schreef, dat voor ‘de overneming van een vreemd be-
drijf, voor den aankoop van een octrooi zelfs, de spe-
ciale uitdruickehijke machtiging van ‘de algomeenie
vergadering moest worden gevraagd.
4
Op dit punt retireert het G. 0. een heel eind. Het
voorschrift omtrent de machtiging van de algemeene
vergadesing is behouden (art. 40b), maar nu kan
over de goheele linie bij de alete ervan worden afge-
weken. 061c zon is het in,og zo’nderiing genoeg. Als
‘de beste regeling voor de industnieele onderneming
hijv. wordt ons aanbevolen – dat is toc.h gewoonlijk
de bedoeling van, een regel van ‘aanvullend recht –
die welke machtiging van de algemeene ‘egadering voorschrijft voor ‘den aankoop van een octrooi. Op
–
richters, die het bij de akte anders regele:n, laden de,
verdenking op zich, erop uit te zijn het kapitaal te
ve rwateren, ten koste van •origelukki ge geidbeleggers.
Zou het niet voldoende zijn, ‘de werking van art. 40h
te ‘beperken tot een niet te langen termijn na de op-
:richt.inig naar het voor’hec’l’d van § 201 Duitsch Hart-
clels Ges. B.
Aankoop van naudeeben om in een vreemd bed rijf
de leiding te krijgen zal Ave] .ni:iet als overneming van
een vreemd bedrijf ‘behoeven ‘te worden bosohowvd.
De prospectusregeling, die ook d’ienstig kan zijn,
de realiteit bij de oprichting te bevorderen, bespre-
ken. wij later afzonderlijk.
J.s liet volle bedrag op het aandeel nint gestort, dan
ken later bijstorting worden gevorderd. Tegen den –
‘houder’van een volgestort aandeel rust de bewijslast’
op de Naamlo’o’ze Venkootsc’h’ap en het tegenbewijs
mag alleen geleverd – woiden tegen den eersten ver-
krijger en den lateren houder te kwader trouw (art.
38d). Na overdracht blijft de eerste verknijger ver-
moedelijk aansprakelijk volgens art. 39b.
T
–
let aandeel, dat tegen’ zakeljken inibieng is uitge-‘
geven, is volgestort, wanneer de inbreng ijnderdaacl
heeft plaats gehad gelijk is overeengekomen, ook al is
er groot verschil tusschen het nominale bedrag van
liet aandeel en ‘de werkelijke waarde van ‘dç inge-
brachte goederen. Alleen als er een blijkba.re ‘bedoeling
1
is, den oprichter te bevoordeelen, ‘kan wellicht, over-
treding van liet voorschrift van art. 38a worden aan-
genomen en zal later bijstorting kunnen worden ge-
vorcle:rd. De wet laat deze kwestie aan den uitlegger
over.
Oprichting van een Naam,booze Venn.00tshap met
verwaterd kapitaal of belast met onevenredige ver-
plichtingen tegenover oprichters poogt het Ontwerp
niet direct door bedreiging van eenige straf tege:n
oprichters tegen, te gaan. Maar, zoo’dra ‘de venircoot-
schap werkt, zal voldaan moeten worden aan ‘de ver-
plichting jaarlijks een balans te publiceeren en deze
balans moet voldoen aan redelijke ei.schen van waa
heid. Deze verplichting is met eèn strafbepaling en
civielrechtelijke aansprakelijkheid gesanctionneerd.
Wie in zee gaat met een verwaterd kapitaal weet .dus,
.dat hij te kieren heeft tusschen ‘bekenidmaldn,g van
den ongun.stigen toestand met .d.e eerste balans en het
risico van met den strafrechtei in aanraking te ko-
men en civielreclitehijk a.wnspra.kelijk te wor’de.n ge-
steld.
Dit stelsel va:rj het Ontwerp zou duidelijker tot
uiting komen, iirdjan daarin nog wer’d opgenomen
liet wel vanzelfsprekende maar tot dusver alleen op het gebrnik ‘berustende beginsel, da’t het geplaatste
kapitaal, zoolang dit niet overeenkomstig de wet is
verminderd, steeds in het passief der balans moet
verschijnen.
Evenals de tegenwoordige wet, evenals ook het
0. 0., behelst liet G. 0. maatregelen om te bevorderen,
dat het oorspronkelijk vermogen behouden blijft, al-
thans niet willekeurig wordt verminderd tot nadeel
van aandeelhouders,. die daarmee hun goed, tot na-
deel van crediteuren, die daarmede de waarborg voor
hun vorderiio gen zien verdwijnen.
Onder deze groep van. maatregelen noemen wij in de eerste pla.ats liet belangrijke beginsel, dat uitkee-
ringen aan. aandeelhouders alleen mogen plaats heb-
ben als er winst is, waarbij het dan niet alleen gaat
om winst over het boopeude jaar; winst mag ook niet
worden uitgekeerd, zoolang er nog onged.eigd verlies van vorige )a}en is. Dit beginsel, dat thans ‘vrij alge-
meen wordt aangenomen o’p grond van art. 49, maar
tengevolge van ‘de gebrekkige redactie van ‘d’it artikel
in twijfel kan worden gesteld, geeft het G. 0. nu
ondubbelzinnig in art. 42f.
Handhaving van ‘dit voor het vennootsohapsrecht
zeer belangrijke beginsel door een strafhepahing ware
misschien niet mispiaatst, voorâl daa:r de civielrech-
teljke sanctie onmogelijk heel sterk kan zijn.
Het oude verbod vén toekenning ‘van vaste rente
op aan’deelen (nog wel op zijn plaats naast het verbod
van fictieve dividen’den) is in .het Ontwerp ehand-
haafd’, maar zg. ,Bauzinse.n worden in beperkte mate
toegelaten (art. 41).
De stortngsp1icht van den aandeelhouder is van
verschillende nieuwe waarborgen voorzien, waarop wij
in verihanci met het ‘aandeel 1na,der terugkomen.
Het aankoopen. van eigen aandeelen, een ‘handeling,
waardoor de in liet kapitaal gelegen waarborg he-
denkelijic kan . worden ve,r’hw’akt, wil liet Ontwerp
(‘art. 41e) toelaten to’t ‘het in ‘de statuten bepaalde
bedrag. Het ware beter, indien ‘dit voorschrift nega-
tief werd geformuleerd om duidelijk te doen uit-
komen, dat ook de statutair toegelaten aankoop onder omstandigheden ongeoorloofd kant, zijn. De wet mag
niet ‘den indruk maken, als zou aa’koop van eigen
aandeelen tot het statutair to’egel’ten bedrag onder alle ‘omstandigheden geoorloofd zij; -‘
Terugbetali’ng van tortingen’wil jaet’ Ontwerp
(art. 41b) toelaten, voorzoover liet statutair is voor-
zien en ken geschieden uit ‘de winst.cAn.ders mag het
alleen met inachtueming van ‘de ‘vpor vermindering
van, het kapitaal voorgeschreven .i’ègeling.
Met terugbetaling van istorting schijnt bedoeld
terugbetaling, welke geschiedt zonder hanid,having
van het obligo en dus gepaard gaat met vernietiging
17 Juni 1925
,
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
511
of vermindering van het aandeel en tevens met
hetzij blijvende hetzij tijdelijke vermindering van het
geplaatste kapitaal. Duidelijk is dit niet, maar het
blijkt uit ‘do toelichting en uit een vergelijking met
§ 227 H.G.B., waaraan het voorschrift herinnert.
Wanneer dit de bedoeling is, rijst ‘de vraag, waarom
niet ronduit van an.ortisatie van aandeelen wordt
gesproken, vooral omdat deze zich toch ook in aarde-
ren vorm kan voordoen dan door torugbetaling op
aandeelen.
Het voorschrift van art. 41b maakt het mogelijk
het geheele kapitaal geleidelijk te doen verdwijnen
en het is de vraag, of hierbij voldoende rekening is gehouden met de belangen. van crediteuren. Het is
waar, de amortisatie mag alleen plaats hebben uit
do zuivere winst en er mag dus inoclit geamortiseer.d
worden, wanneer crediteuren niet gedekt zijn. Maar de wetgever wil nu eenmaal ten behoeve van credi-
teuren, behalve volledige dekking van hun vorderin-
gen, nog een extra-waarborg, gelegen in een zuiver
vermogen ten minste gelijk aan het kapitaal en deze
extra-waarborg kan de Naamlooze Vennootschap met
toepassing van art. 41b geheel doen verdwijnen.
Hiertegen geldt, dat crediteuren zioh door raadple-
ging van de statuten tegen verrassingen kunnen vrij-
waren.
De vermindering van het kapitaal, door de tegen-
woordige wet verwaarloosd, wordt in het Ontwerp
aan een uitvoerige regeling (artt. 41e vig.) onderwor-pen. De regeling, waarvoor in de huitenlandsche wet-
gevingen vele voorbeelden zijn te vinden, geeft aan credi.teuren gelegenheid tussehen beiden te komen, wanneer hun belangen dreigen te worden geschaad.
Zij beantwoordt vrijwel aan. clie, welke in het 0.0.
werd gevonden en ontmoette destijds vrij algemeene
instemming.
De voorschriften gelden alleen de vermindering
van het maatschappelijke, cl.i. het statutaire kapitaal.
Gevaar drejgt alleen door de vermindering van liet geplaatste kapitaal. Deze behoort alleen te kunnen
plaats hebben 6f onder cle waarborgen van artt. 41e
vlg. 6f onder de waarborgen van art. 41h. Vermoede-
lijk is dit ook cle bedoeling van het Ontwerp,
maar het kan. een reden te moer zijn om in laatstge-
noemd artikel te spreken van geheele of gedeeltelijke,
tijdelijke of blijvende vernietiging van het aandeel
in plaats varn, terugbet.aling van stortingen.
Ten slotte moet in dit verband worden melding
gemaakt van de balansvoorschriften. Elke Naamlooze
Ven.nootschap zal voortaan verplicht zijn een winst-
en verliesrekening en een ibalains te publiceeren
(art. 42e), vergezeld van een toelichting, vermeldend
naar welke methode de aktiva zijn gewaardeerd. D.it
laatste beginsel is het eenige, dat aanvaard is van
de vele voorstellen en. buitenlandsche voorbeelden,
waardoor beoogd wordt de bala.aspublicatie van be-
toekenis te maken. Noch voorschriften omtrent de
vaardeerin,g noch voorschriften omtrent de inrich-
ting van de balans heeft de ontwerper willen geven.
Met een nietszeggeird stuk kan dus aan de eischen
worden voldaan. Maar de onderneming die dit doet,
werpt daardoor reeds een blaam op zich.
Publicatie van een onware balans wordt getroffen
door de opnieuw geredigeerde strafbepaling van art.
336 Swb.; publicatie van, een misle.idend.e balans door
civielrechtel ijke aansprakelijkheid, waarop wij later
terugkomen.
Vooral ten aanzien van de verplichte balainspubli-
catie zal gevraagd worden, of het noodig was deze te doen gelden vçor alle Naamlooze Vennootschappen.
Too
r
de
private coinpanies
van het Engelsche recht,
voor dc Duitsche G.m.b.H., tenzij zij het bankbedrijf
u toe fent, geldt do ‘erplichting niet.
Volgens de toelichting wordt het voorschrift ge-motiveerd door ‘de uitsluiting vain de persoonlijke
aansprakelijkheid en moet thet
,
daarom gelden voor alle
Naamlooze Venootschappen. Geheel juist is dit niet.
Balanspublicatie wordt gevraagd in liet belang van
den goidbelegger, evenzeer, zon niet meer dan in het
belang van, crediteuren. Het belang van de eersten
zou voldoende gedekt zijn •d.00r liet voorschrift ten
aanzien van ‘de publieke Naamlooze Vennootschap.
Toch kan men zich met het Ontwerp vereenigen.
Wij staan er hier anders voor dan bijv. de Duitscher.
Daar had men een stroeven vorm, de Aktiengeselischaft,
praktisch •bruikbaar alleen ‘voor groote ondernemin-
gen. Een soepeler rechtsvorm werd noodig geacht, die
ook bruikbaar zou zijn voor het bedrijf van ‘bescheiden
omvang. Dit werd de G.m:h.H. Wij hebben de Naam-
boze Vennootschap, waarvan buitensporig veel ge-
bruik wordt gemaakt. Het lijkt mij geen bezwaar, .dat
een enkel nieuwe beialing wordt ingevoerd, waar-
door het gebruik van •dezen rechtsvorrn iets minder
verleidelijk wordt. .
DRUCKER.
(Wordt vervolgd).
HET RAPPORT VAN DE COMMISSIE
VAN VUU.REN.
III
(Slot).
Vrijwel los van het overige rapport ‘staat Hoofd-
stuk IV over de belegging van de kapitalen, die de
Postspaarbank, de Postchèque- en Girodien.st, de
Rijksverzekerin.gsbank (voor het Inv.aililditeitsfonds
en het Ongevallon.fonids) en de Pensioenraad beheert.
Het verband is slechts, dat de Commissie, pleitende
“oor ‘het vormen van groote kapitalen, ‘ouder het
oog moest ‘zien, wat voor sommigen een schrikbeeld
sohijnt, liet beleggen van eeni,ge milliarden, zij het
verdeeld over vele jaren. De Commissie geeft een
meerderheids- en een min derheidsmeenin’g. De laatste
strekt om alle kapitalen to beleggen in staatsschuld,
dke daarvoor ter beurze aangekocht zonde moete±i
worden en omgezet in een rekening in ‘de boeken van
den Staat met een rente van 4 pOt. Uit het rapport
valt af te leiden, ‘dat de minderheid ideze soort van
belegging 66k zou’de wenschen, voor de kapitalen der
Postspaarbank en van den Postchèque- en Girodienst.
Indien dit juist is, idan zonde ik, hoe warm voorstan-
der ook van het rninderheidsvoorstel met betrekking
tot ‘de Verzekeringsfondsen, in dit opzicht van de
Minderheid afwijken. Waait voor die beide lihameu,
de Pottspaarbank en de Postgirodiens’t, speelt ‘de liqui-
diteit van éen belangrijk deel der beleggingen een ‘te
groote rol, Idat het ivenschelijk zonde ‘kunnen zijn een
stelsel door te voeren, dat bij de Verzekeri.ogsfondsen
mijn’s inziens zeer ‘groote voordeelen ‘aanbiedt.
De Minderheid verdedigt ihaar stelsel vooral op grond van den eenvoud en van het onlogische, dat
iemand (in casu de Staat) die zelf een groote schuld
heeft loopen, anderzijds groote kapitalen, waarover
hij do beschikking krijgt in schu]mdv.or’deringen van
anderen lbelegt in de plaats van ‘zijn eigen schuld in
te krimpen. Inderdaad acht ik ‘dit gewichtige argu-
menten. Het is in het belang voor ‘de fondsen, als zij
in hun balansen niet ‘te maken hebben met koe,mrnver-
anderim.gen der bezittingen. De Fondsen hebben daar-
om een zekere ‘voorlief cle voor ‘het o’vernemen van ge-
liede leeningen van gemeent’en en waterschappen, ‘die
zij in
i:t
hun badasen dan steeds . pan opvoeren, ter-
wijl zij obi i’gatiën, wellicht soms van ‘dezelfde gemeen-
ten, het eene jaar tegen een hoogeren koers opvoe-ren dan in het andere, en dat
terwijl
die koers alleen
gerezen of gedaald is in verband met een lichte veran-
dering in ‘den algemeenen rentestand, die voor liet
betrokken fonds, althans binnen korte tijtdpe’rken van
geen belang is.
Intussc’hen zijn die argumenten van ide Minde:r’heicl
toch mi. niet ‘de belangrijkste. Het voornaamste argu-
ment voor het Miniderheidsdenkbeeld is voor mij, d’at
daardoor – het klinkt wellicht op h’et eerste gehoor
ietwat paradox – de in verband met de verzekerings-
wetten gevormide kapitalen het best aan ‘de algemeene
productie wordeil toegevoerd.
De Meerderheid der Commissie wenseht al’s tot) dus-
512
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 Juni 1925
/
verre de belegging van de kapitalen der fondsen in
allerlei oerste.rarigs-obligatië.n en in hypotheken (en
in uitzonderingsgevallen ook aandeelen en onroerend
goed) te doen plaatsihebben. Zij wil die belegging
aan de betrokken, besturen zelf overlaten, doch onder
toezicht van een van het Staatsbestuur losstaand
lichaam, den Centralen Beleggingsraad, die bhalve
voor de veiligheid der beleggingen ook zal hebben te
waken ‘voor belegging, die de productiviteit der kapi-
talen in het algemeen belang waarborgt. Hoewel ik
nu toegeef dat, eenmaal het stelsel van belegging in
allerlei obligaties gekozen, het voorstel vin de Com
missie zeer veel aaniokkelijks heeft, is het juist deze
zorg voor het productiefste gebruik. van reusachtige
kapitalen in cle banden van een bepaald lichaam, die
mij ‘niet aanibeveleuswaardig voorkomt. Wanneer al
de verzamelde kapitalen worden hested voor aankoop
van staatsschu.d, dan zullen zij
j
riaard!oor vanzelf in
‘de kanalen van “de Vrije beleggingsmarkt stroomen,
Waar naar mijne ov-erLui’ging een zoo produetief mo-
gelij’ke belegging beter gewaarborgd is dan door eenig
lichaam, ‘dat een bepaalde richting meent te moeten
aangeven, mogelijk is.
Anders ware het natuurlijk als, hetgeen de Com-
missie schijnt te vreezen, •de Staat m.66r sahald zou
aangaan, wanneer hij door het voortdurend beschik-
baar komen van bddragen, d.ie in Staatsschud’d ge-
plaatst worden, zich de uitgifte van, nieuwe leenin-
gen vergemakkelijkt zag, ja, w-elliht ide bijeen geza-
eieldc kapitalen van de verzekeringsiic’h amen een-
oudig recihtstr.eeks overnemen ‘kon. Ii ‘deel de vrees
der Commissie niet; bij, that beslissen omtrent ‘het al
of niet doen van eenui’t’gave is, naar niija weten, nim-
mer aan het Departement van Financiën van invloed
geweest, of men het daarvoor vereischte kasgeid -zou-de
kunnen verkrijgen. Wanneer het z66ver met het
.Staatsfin.anciewezen gekomen is, dat het iets gemak-
kelijker of minder gemakkelijk aangaan ‘van een lee-
ning den doorslag geeft hij ‘het bepalen ‘der uitgaven,
dan helpen kleine dammetjes niet meer’ tegen het
overst-roomin’gsgeva ar. Slechts bij de beslissing, of
men wenken van honderden millioetien als bijv. de
drooglegging van de Zuilderzee, meer of minder snel
zal kunnen doorzetten, legt de ‘kasiwestie misschien
gewicht in de schaal. Maar belegging van de, door de
Terzekeringsfonldseri verzamelde, kapital en.i n de
droogrnakiirg van cle Zuiderzee – terecht of ten oh-
rechte in bijna aller oogen het productiefste werk, dat Nderland kan uit-voeren, – zou-de ook bij een
lichaam als een Centralen Beieggi’ngsraad niet op, voel
weerstand stuiten.
Gaat echter ‘cle Staat
niet
meer schulden aan, om-
dat er een voort-durende kooper van zijn schuiliclbrieven
is, dan is ‘het duidelijk, .dat het beleggen van -het door
de Verzekeringsinstituten gevormde ‘kapitaal dooi’
aanLkoop van staa’tsschujd-brieven. allerminst {betee-
kent, ‘dat dat kapitaal ‘door den Staat zelf productief
(of niet’productief) wordt gemaakt. Het publiek, waar-
van cle staatsschu]cl wordt gekocht, krijgt dan feitelijk
de beschikking over do kapitalen der Fondsen en zijn
eigen belang is de beste waarborg voor de meest pro-
ductieve belegging ‘daarvan; misgrepen zijn daarbij natuurlijk niet uitgesloten, doch ‘deze kunnen. zeker
ook gedaan worden door de besturen der fondsen, al
zijn ze dan onder contrôle van een lichaam als den
Centrailen Beleggingsraad. Er is meer kan-s, ‘dat de
premiesbet-alende industrieën, die ‘de kapitalen heb-
ben opgebracht, daarvan, naar gelang zij de noodige
waarborgen van soliditëit ‘geven, een deel weer voor
uitbreiding van -hun bedrijvnn terugkrijgen, wanneer
de besturen der Verzekerings-Inist’ituten alleen staats-
schuld koopen en de verkoopers der Staatssohuld ‘de
beslissing krijgen over de wijze, waarop die ‘kapitalen
– in economischen zin – prodîuctief worden ge-
maakt, dan wanneer die besturen ‘het ‘kapitaal rech t-streeks leiden in de ‘kanalen, in welke het volgens cle
op vattingen omtrent productiviteit, die -bij -den Cen-
tralen Beleggingsraa’d bestaan, ‘het productiefste is.
Ook de opmeiking van de Commissie, ‘dat bij beleg-
ging van ‘de gelden der Verzekeringsfondsen in andere
dan staatsobligaties een dubbele waarborg bestaat,.
vooreerst -die van de waarde -der effecten zelf en
voorts die van de staatsgarantie, schijnt mij niet over-
tuigend. Het is slechts waar, voor zoover de gelden
worden belegd in goederen of in aandeelen. Immers
– schul’dbrieven van andere instituten dan ‘de Staat
lijden er mede onder, als de Staat een slechte ‘betaler
wordt, sedert de olvatting algemeen geworden is, dat
een staatsbankroet niet tot uiting komt in ,,niet-
betalen”, maar in ,,betalen met gedeprecieerd geld”.
Wordt de rente van staatsschijl’den in gedeprecieerci
geld Ibetaald, dan i’s zulks ook met schuld,brieven ‘van
andere openbare lichamen en van particuliere licha-
men het geval; deze hebben daarenboven het risico
van minder soliditeit dier lichamen zelf.
Dat de verzëkérden zich niet- veilig zouden gevoe-
len, als heel het opgelegd kapitaal van, straks wel-
licht ‘twee milliard, in staatsschul’d belegd is en dus
de rente ad
f
85 millioen uit belastinggelden moet
komen, schijnt mij een chimère. Want diezelfde
f
85
millioen aan lbelastingen zouden dan minder noodig
zijn voor rentebetaling op staatsschuld in bezit van
particulieren.
Nu intusschen de goot’st mogelijlce meerderheid
van de. Commissie van het eenvoudigste stelsel niet
gediend is, terwijl groote kringen van heianghebben-
‘den liever zullen zien, dat cle jaarlijks gevormde kapi-
talen ‘definitief worden belegd door de besturen der
Instellingen onder contrôle van den Centralen Be-
leggingsraad dan door hen, die geld vrj kregen ‘door
verkoop van staatsschuld, zal het denkbeeld der Com-
missie wei werkelijkheid worden. Het wetsontwerp,
dat de Commissie ter zake van ‘de beleggingen op-
stelde, heeft een goede kans.
Volgens dit wetsontwerp zal een Centrale Beleg-
gi’ngsraad worden ingesteld,, waarvan ‘drie leden, waar-
onder de Voorzitter, door de Directie der Nederland-
sche Bank uit haar midden zullen worden aangewezen
en de vier overige leden door de Koningin. De leden
zuilen periodiek aftreden en niet terstond herkies-
baar zijn. Die Raa’d zal zooveel mogelijk algemeene
grondslagen vaststellen, welke ‘hij de belegging van
gelden en het te gelde maken van beleggingen moe-
ten worden in acht genomen en zal voor de diverse
instituten maxima kunnen vaststellen van de bedra-gen, die zij in een of meer groepen van beleggingen.
mogen plaatsen. Alle beleggingen vereischen de goed-
keuring van dien Raad.
Echter is het de bedoeling -der Commissie, dat ‘die
Raad zich tot de groote
lijnen
en tot contrôle zal be-
perken. De Besturen der Fondsen moeten naar eigen
inzicht rekening kunnen houden met het bijzonder
lcarakter der instellingen.
Men jran voorzeker instemmen met de meening der
Commissie, -dat de Rij’kspostspaar’bank moet kunnen
letten op de eisehen van liqui-diteit, die aan een deel
van hare belegging gesteld mogen worden – waarop
trouwens ook ‘de Beleggingsraad wel letten zal, als
hij niet geheel ongeschikt is voor zijn taak. Maar dat de Rijksverzekeringsbank haar taak niet naar behoo-
rerf kan vervullen, als zij niet de noodige vrijheid
heeft in haar beleggingspolitiek, kan ik niet inzien,
zoolang haar althans niet ‘bemoeilijkt wordt om ‘de
rente te maken, die aan ‘haar verzekeringsberekenin-
gen ten grondslag ligt. Intussahen de Commissie’ moge
in ‘de toelichting van haar ontwerp ‘de richting aan-
wijzen, die zij bedoelt, ‘de practijk zal wel een bepaalde
verhouding tussehen de bestu±en en den Beleggings-
raad vestigen, die afhangt van de samenstelling van
clan Raad. Zooals de Commissie zelf opmerkt krijgt
deze ten slotte ‘bevoegdheden, waardoor zij zich een
zeer grooten invloed kan verzekeren.
Het wetsontwerp geeft een lijst van groepen van
beleggingen, ‘die geoorloofd zullen zijn en beperkt dus
ook den Beleggingsraad eenigermate in haar vrijheid.
17Juni 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
513
De lijst is cehtei.’ veel ruimer dan de lijsten, die thans
voorkomen in de wetten op de .Postspaarbank, de
Rijksve:rzckeringsbank en in de Pensioeiiwet. Zoo zal
bv. de belegging mogelijk zijin in schuicibrieven en in
aandeelen van alle maatschappijen, die volgens de Ne-
clerlandsche wet zijn opgericht en in Nederland ge-
vestigd zijn, in schuldbrieven van buitenlandsche on-
dernemingen en in onroerend goed. Eik besluit tot
belegging in sc1huldbrieven van Nederlandsche maat-
schappijen (met uitzondering van pandbrieven van
hypotheekbanken) in aandeelen in Ned. Maatschap-
pijen en in schuldbrieven van buitenlandsche onder-
nemingen zal slechts kunnen worden goedgekeurd in
een voltallige vergadering van den Raad met alge-
meene stemmen, (De Raad kan gemakkelijk voltallig
zijn, want in de benoeming van plaatsvervangende
leden is voor2ien). Al ligt er in den eisch van de
goedkeuring met algemeene stemmen een groote waar-
borg tegen minder wenschelijke goedkeuringen, toch
wordt door de bevoegdheid om aandeelen
•
in Neder-
landsche maatschappijen te nemen een groote verant-
woordelijkheid op de besturen der instellingen en op
den Beleggingsraad gelegd. hij zal
somtijds
veel rug-
gegraat moeten toonen tegenover pogingen om be-
dragen beschikbaar te krijgen voor het oprichten, uit-
breiden of op de been houden van maatschappijen,
wier populariteit grooter is dan haar levensvatbaar-
heid. Te betreuren lijkt het mij, dat behouden is de
bevoegdheid tot beleggen in hypotheken; de onder-
v.indingen daarmede door sommige instellingen op
gedaan geven mi. den wetgever reden dit nog eens
zeer ernstig te overwegen.
Ten slotte behelst het wetsontwerp de bepaling, dat
de aankoop en verkoop en het inschrijven op nieuwe emissies voor alle instituten zal geschieden door tus-
schenkomst van een persoon of orgaan daartoe door
den Minister aan te wijzen. Deze bepaling schijnt mij
van zeer groot nut. Alles te zamen kan men mijns inziens zeggen, dat
met de totstandkoming van het wetsontwerp een
seh rede in de goede richting zal worden gedaan.
–
VAN GuN.
MOGE TJJKE BLIJVENDE GEVOLGEN VAN DE
E TIBBERRESTRICTIE.
Wanneer de
prijs
van een bepaald artikel stijgt,
zal dit ten gevolge hebben, dat men steeds meer zal
trachten, dit artikel door ,,Ersatzstoffe” te vervangen.
Kan men den Ersatzstofl zoo verbeteren, dat hij zich
een
blijvende
plaats op de wereldmarkt heeft kunnen
veroveren, dan kan zelfs bij prijsdaling van het vervan-
gen artikel blijken, dat het debiet daarvan gedeeltelijk
verloren is. Maatschappelijk gezien heeft de tijdelijke
prijsstijging nu een groot blijvend voordeel gebracht, immers, men heeft geleerd om op goedkoopere wijze
in een bepaalde behoefte te voorzien. Dit maatschap-
pelijke voordeel kan nog wel eens van dubbelen om-
vang worden, wanneer de Ersatzstoffe nieuwe, tot
dusver onbekende nuttige eigenschappen
blijken
te
bezitten.
Het is niet onmogelijk, dat iich bij het artikel
ruwe rubber thans een, als hierboven geschetst proces
afspeelt. Eenerzijds door het toenemende wereldver-bruik, doch
anderzijds
door de verminderde productie
van ruwen rubber ten gevolge van het Stevenson Sche-
ma, is de rubberprijs per K.G., welke in Mei 1924
f 1.10
bedroeg, thans opgeloopen tot ruim
f
3.50. Had
deze prijsverhooging zeer langzaam, over jaren ver-
deeld plaatsgevonden, als een natuurlijk gevolg van
b.v. verhoogde productiekosten op de plantages, dan
zouden de rubberfabrikanten er zich beter aan hebben
kunnen aanpassen. Immers, die concurrenten, welke
zelf plantages in bezit hebben, zouden eveneens de
gevolgen van die hoogere productiekosten gevoeld
hebben, en zouden hiervoor eveneens onmiddellijk in
een verhoogden
prijs
van hun eindproduct vergoeding
hebben moeten zoeken. Thans was dat door de on-
natuurlijke oorzaken der prijsstijging niet steeds het
geval, zoodat de prijzen der rubberartikelen geen
geljken tred hielden met de
prijzen
van de grondstof ruwe rubber.
De boven geschetste snelle prijsstijging heeft het
zoeken naar, en het invoeren van Ersatzstoffe in de
hand gewerkt. Ook reeds véôr dezen tijd kende men
in de rubberindustrie het gebruik van z.g. regeneraat.
Door allerlei procédé’s is men in staat, om uit oud
rubberafval een deel der chemicaliën te verwijderen,
waardoor het afval wier in een zeer bruikbare grondstof
wordt omgezet. Ersatzstoffe in den waren zin des
woords zijn deze regeneraten dus niet, aangezien het
gebruikte rubberafval, en dus uiteindelijk de ruwe
rubber zelve oor hun bereiding noodig is. Alleen al
om deze reden zal hun toepassing de productie van
ruwe rubber nimmer kunnen tenietdoen, maar wel
kunnen ze de behoefte aan ruwe rubber verminderen,
doordat de rubber a.h.w. eenige keeren opnieuw weer
gebruikt kan worden.
Oorspronkelijk werden deze regeneraten alleen ge-
bruikt, om als bijmengsel aan ruwe rubber toegevoegd
te worden. Men is echter steeds verder gegaan, en
er zijn reeds talrijke fabrieken, die regeneraten in
den handel brengen, waaruit men zonder eenige toe-
voeging van ruwe rubber rubberartikelen kan ver-vaardigen.. Welk een vlucht de regeneraatindustrie
juist de lâatste maanden genomen heeft, kan nog
niet door cijfers toegelicht worden. Ter illustratie
moge echter dienen, dat het aan schr. van één fabriek
bekend is, dat ze jaarlijks 250 ton van een regeneraat-
soort aflevert, welke zonder eenige rubbertoevoeging
direct op rubberartikelen verwerkt kan worden, afge-
‘zien nog van de andere soorten i’egeneraat die deze
fabriek in den handel brengt.
• De geschetste plotselinge prijsstijging van de ruwe
rubber heeft, ertoe geleid, dat talrijke rubberfabri-
kanten, die steeds het gebruik van regeneraat als iets
onbelangrijks of minderwaardigs hebben beschouwd,
en het althans nooit in groote hoeveelheden aan hun
mengsels durfden toevoegen, steeds meer een gewillig
oor aan den regeneraatfabrikant zijn gaan leenen,
en het product in steeds omvangrijker quanta zijn
gaan gebruiken, in veel sterkere mate, dan zonder
deze abnormale prijsbewegingen het geval geweest zou
zijn. Hierbij komt nog, dat gebleken is, dat regeneraat-
toevoeging tot enkele resultaten kan leiden, welke
men op andere
wijze
niet, of zeer lastig kan bereiken.
Het is dan ook zoo goed als zeker, dat, mochten na de opheffing van het Stevenson Schema de prijzen
van ruwe rubber tot een normaal niveau teruggekeerd
zijn, vele fabrikanten tot vaste afnemers van regene-
raten bekeerd zullen blijken. Men zal zich herinneren,
dat in den oorlog de groote rubberschaarschte even-
eens .een ieder heeft doen zoeken naar Ersatzstoffe.
Het was toen naast regeneraat de synthetische rubber,
welke in Duitschland gemaakt werd, die van zich
deed spreken. Gelukkig voor den rubberplanter zijn
de verwachtingen anders uitgekomen; de bereiding
van synthetische rubber is practisch ondoenlijk ge-bleken. Anders’ staat het met de regeneraten, welke
zich thans een nog vastere plaats dan voorheen op
de markt veroverd hebben. Het is dan ook niet on-
mogelijk, dat later zal blijken, dat het Stevenson
Schema op den duur voor den planter nadeelige ge-
volgen zal hebben, welke zwaarder zullen wegen, dan
de tijdelijke voordeelen, die er het resultaat van zijn
geweest. ir.
R. HouwINu.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DE ONTWIKKELING VAN DEN FINANCIEELEN
TOESTAND IN FRANKRIJK.
Prof. Bertrand Nogaro te Parijs schrijft ons:
In mijn vorig artikel heb ik reeds in groote lijnen
cle voorstellen van den nieuwen Minister van Finan-
ciën aangegeven. Thans is het mogelijk enkele belang-
514
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17
Juni 1925′
93
wekkende bijzonderheden te geven over den aard
dezer voorstellen en den weerslag ‘daarop, zoowel
van de openbare als van ‘de parlementaire meening.
De verzekering van den nieuw’eu Minister, dat ‘het
budget, hetwelk zijn voorganger hem had nagelaten,
niet in evenwicht was, heeft zekere vooraanstaande
vertegenwoordigers der Regeerings’meerderhei’d zeer
onaangenaam getroffen. De Yoorzittei van de Com-
missie voor de Financiën in het bijzonder heeft den
heer Cailinux deze bewering krachtig verweten, aan-
gezien hij haar als onjuist beschouwt en geëigend,
het Franscie staatscred.iet schnde toe te brengen.
De waarheid schijnt mij te zijn, dat de begrooting,
zooals die was vastgesteld, voordat ‘de nieüwe Minis-
ter aan het bewind kwam, .volmaakt’in orde was. Ge-
zien echter de on’mogelij.ldi’eid, op ‘het oogenbilk •de
gelden te vinden, welke noodzakelijk ziju voor het
functionneei’en van dc pensioenkas en van den auto-
nomen idienst der posterijen en telegrafle, is de
schatkist ertoe gebracht op te komen voor zekere uit
–
gaven, welke krachtens de wet buiten de begrooting
omgaan, doch die het onder de huidige omstandighe-
den voorzichtiger is daarin op te nemen, ,opdat men
hen uit belastingen zal kunnen ‘dekken.
Hoe dit zij, de regeeringswisseling uit zich in een
nieuw beroep op ‘de belastingbetalers, ,lie het volgen-
d.e jaar nog 4 milliard meer ‘dan dit jaar moeten op-
brengen en in totaal 8 milliar.d meer dan in 1924.
Dit vooruitzicht is op zichzelf niet zeer verlokkend
en verkrijgt eed zeer bijzonder aspect
,
door ‘het feit,
dat ‘het’ nieuwe Kabinet, hoewel belast met de voort-
zetting van de politiek van het linker kartel en of-
schoon liet aan zijn hoofd éSn der voormannen van de
partijen, waaruit dit is samengesteld, heeft, in ver-
kelijkheid steunt op de minderheid en door ‘de meer-
darheid wordt gewantrouwd. De socialisten en de
Ministers uit het vorige Kabinet, ‘die aan ‘de verheven
genoegens, welke de macht geeft, nog -maar weinig
zijn ontwend, doen alsof zij de noodzaak van een
nieuwe .fiscale inspanning bestrijden, en becritisee-
ren bovendien de voorstellen van den heer Oailiaux
als weinig democratisch.
Deze tracht, naar men weet, in de eerste plaats de
opbrengst der inkomstenbelasting te verhoogen, doch
overwegende, dat •de heffingsvoet van de algemeene
inkomstenbelasting vrij hoog is, grijpt hij de inkow-
stenbelastingen over de afzonderlijke inkomsten-
categorieën, welke niet progressief zijn en niet den-
zelf’den
,
aftrek van de grondslagen toelaten, bij de
haren.
De aan het, Parlement voorgestelde nieuwe piaat-
regelen zijn ‘in de eerste plaats verhooging der inkom-
sten’belasting op lanidbouwwinsten, op salarissen en tractementen en op niet-commercieele beroepen van 7,20 tot 10 pOt. De heffingsvoet over de industrieele
en com’mercieele winsten zal van, 9,60 tot 15 pOt.
verhoogd worden, terwijl ten slotte ‘de grondbelasting,
die op inkomen uit roerend kapitaal van 12 op 20 pOt.
zal worden gbrach’t met een speciale ver.zwari,ng voor
buitenlan.dsche waarden, welke 25 pOt. van hun op-
brengst aan den fiscus zullen moeten betalen (in-
plaats van 14,40 pOt.). Slechts de helft dezer verhoo-
gingen zal echter in 1925 worden toegepast.
Bovendien zal een krachtiger oiniderd,rukking vail
de fraude in staat stellen, op een hoogere opbrengst
van ‘de algemeene inkomstenbelasting te rekenen,
zonder den heffingsvoet ‘daarvan te verhoogen.
Buiten dee hervorming maken de belastiugver-
hoogingen slechts een verhooging van ‘den tabaksprijs
(in Frankrijk gemonopoliseerd) cxi van de post- en
telegraafta.rieven noodzakelijk.
Doch bovendien heeft de Staat naar ‘het feitelijk
monop olie der verzekeringsmaatschappijen en naar
de petroleumimportein’s de hand uitgestrekt. De eer-
sten moet zich herverzekeren bij een staatskas,
welke in hun winsten zal ‘deden, de tweeden moeten
iu liet ‘bezit zijn van een machtiging, door ‘middel
waarvan de Staat ‘ook in ‘hun winsten zal’ deden.
De vermeerdering der ontvangsten, welke uit dc
nieuwe maatregelen, clie het regeeringsvoorstel be-
vat zal voortvloeien, zou aldus verdeeld worden:
Inkomstenbelastingen, registratie en
diversen ongeveer ………………
Ix milliard frs.
Verbooging der post. en telegraaf tarieven 75
millioen frs.
Totaal ongeveer.. . . 1,6 milliard frs.
Dit
cijfer
zou in 1926 ongeveer verdubbelen, terwijl
zich”dan daarhij ongeveer 150 millioen zou voegen uit
de verzekeringskas en 30 millioen uit den invoer van
petroleum.
Het lijdt geen twijfel, dat de bepalingen dezer
voorstellen zeer hard zijn, vooral voor ‘de inkomsten
uit roerend kapitaal, (want wat de onroerende goede-
ren aangaat wordt de ‘belasting geheven op grond van
op uitwendige ‘kenteekenen berustende ramingen,
weilce min of meet van de werkelijkheid verwijderd
bi ijven). Bij de .h i erboven .genoemde belastingen komt
voor ‘de stukken aan toonder een over’drachtsrecht.
Evenwel opeii’baart zich op het oogen’blik niet iii
kapitalistische kringen het eret,- deze aanvaarden
zelf’s tot dusverre van idea heer Oaillaux bepalingen,
welke zij zich ‘van zijn voor.gangers zonder ‘heftige
protes’tn niet zouden hebben laten aanleanen, zooals
cle verplichting van den erfge’naarn, een machtiging
te vragen voor het overmaken van stukken, welke i.n
het buitenla,rtcl zijn gedeponeerd.
De
moeilijkheid
van het oogenbiik ligt niet alleen
in ‘het ‘begrooti’n;gsevenwicht, doch ook in dèu toe-
stand der v!otten’de schuld,, waarvan tien-, vijf- en
ciriejarige stukken dit jaar vervallen en tenslotte iii
‘de wisselkoersen.
Wat den toestand der vlottende schuld aangaat
bijkt duidelijk, ‘dat ‘de minister hierin zou willen voor-
zieu door een krachtige politiek van begrootingsover-
schotten, welke in staat zouden stellen, langzamer-
hand ‘schatkistpapier af te lossen. Derhalve moet men
niet afdingen op zijn dringend verzoek tot snelle aan-
neming van de nieuwe fiscale maatregelen.
‘Wat het vervailen’cI schatkistpnpier aangaat’ is liet
waarschijnlijk, ‘dat dit in zeer sterke mate automatisch
zou zijn vernieuwd, zonder de campagne, waarvan ‘deze
regeering onschuldig liet instrument is geworden.
Doch deze campagne heeft nu eenmaal plaats gevon-
den en het resultaat is, sdat een vrij groot deel ‘der houders uitbetaling heeft gevraagd. De reeds ver-
kregen ervaring geeft echter reden om aan te nemen,
dat onder deze houders een groot aantal opnieuw der-
gelijke stukken zal aankoopen: het ‘schijnt er slechts
op aan te komen, hun te hunner geruststelling het
bewijs te leveren, dat zij uitbetaling kunnen verkrij-
gen, zoo zij dit verlangen.
Derhalve is de rogeering verplicht, gedurende ‘de
vervalperioden te voorzien in de eventueele aai’iwen-
ding van’ een suppienientaire biljettenemissie, welke
zeker spoedig weder zal worden geresorbeerd.
De Fmansche openbare meening verzet zich niet
tegen deze vorstelien, ofndat zij een gerechtvaardigd
vertrouwen in de kvaliteiten va’n den minister heeft
en zich reken schap geeft van de noodzaak, in, een zon
abnormale periode nogmaals tot abnormale middelen
zijn toevlucht te nemen.
Een afgevaardigde heef t zelfs het ‘denkbeeld aan
de hand gedaan, in plaats van de ‘huidige grens der
biljettenemissie er een te stellen, welke zoowel de
biijet.tenemissie als die van schatkistpapier zou om’
vatten, zoodat men aldus zekerheid zou verkrijgen,
dat hetgeen eenerzijd,s meer zou worden uitgegeven
aan ‘den anderen kant minder zou worden geëmit-
teetid. Dit ‘denkbeeld is overigens niet gunstig ont-
vangen en ik n1ee.n, wat mij betreft, d.at het even onjuist als inopportuun is, verwarring te scheppen
tusschen de bankbiljetten en de ,,Bons idu Trésor”,
aangezien deze laatste slechts zeer bij uitzonderin.g en
iii zeer bepaalde gevallen als betaalmiddel wrr,den
gebezigd.
17Juni
1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
515
Overigens •diut hieraan te worden toegevoegd, dat
de minister volkomen overtuigd is van het denkbeeld,
dat het noodzakelijk is, tot stabilisatie van den Frari-
schen wisselkoers te komen. Maar hij heeft tot dus-
verre (10 Juni) niet gemeend, veel gebruik te moe-
en, maken van de ,,masse de manoeuvre”, gevormd
door de.Morgan-leenin.g en blijkbaar zou hij een de’f i-
nitieve stabilisatie van den frank wensdhen te doen
steunen
t
op een grooter crediet, hetgeen het verkrij-
gen van Amerikaansohe gunsten veronderstelt en bij-
ge’ ol g het vertoon en van een onbetwistbaar begroo-
tingsevenwicht en de regeling der schulden.
Het eenige inconvenient eener degelijke politiek is,
dat de tijdelijke maatregelen, welke door den huidi-
gen toestand worden vereisch.t niet zonder gevaar
kunnen zijn, zoola.ng de Fransche wisselkoers aan de
s pee u] ati e is overgeleverd. –
Het is tamelijk vreemd – en bedroevend voor
eli ijver dezes – te moeten con statee.ren, hoe traag
de wisselkoerspolitiek in Frankrijk is geweest. De sta-
bil isatio is langen tijd bestreden door lieden, die er
slechts een officieele clevalorisatie van den frank in
zagen en die den terugkeer naar de oude pariteit alleen
van liet begrootingseven wicht en monetaire contrac-
tie verwachtten.. ‘.Phans schijnt het stabilisatiedenk-
beeld algemeen te zijn geaccepteerd, doch men hoort
zijn verwezenlijking algemeen on dergeschikt maken
aan. die vaiti, een aantal andere omstandigheden, zooals
de regeling der inteigealfl ee.rde scii ulden. Doze laat-
ste opvatting, hoezeer op iiohzelf ongerechtvaar.digd,
zon wei eens juist kunnen worden, indien het waar
was, dat Frankrijk alleen ‘kan stahiliseeren met’Ame-
ti
kaansche hult.
Men schijnt te vergeten, dat Frankrijk nog over een
gou.dvoorraad beschikt, welke het in staat stelt,
0
1
)
eigen kracht den wisselkoers te stabiliseeren en zijn
monetaire autonomie te verzekeren. Wellicht zullen de
gebeurtenissen •den Minister van Financiën en het
Parlement plotseling verplichten., zich dit te herin-
neren.
* *
*
Het- lijdt geen twijfel, dat het financieele vraag-
stuk in
Frankrijk
op het meest delioa.to punt is aan-
gekomen voor hem, die dc verantwoordelijkheid voor
de openbare financiën draagt. Het is echter van be-
lang, op te merken, dat wanneer de toestand’ zoo
moeilijk is, dit juist komt, omdat de regeering ‘heeft
besloten, niet meer tot 1 apmiddelen haar toevlucht te
nemen, en niet slechts tot begrootingseven.wicht, maar tot een begin, van aflossing te komen.
Evenwel .dient te worden opgemerkt, dat Frankrijk,
evenals Engeland, begint te
lijden onde.r een ove:rma-
tige financieele inspanning. De offers zijn minder in
het oog lo’opend geweest, omdat men in Frankrijk in
mindere mate dan in Engeland
zijn.
toevlucht heeft
genomen tot directe belastingen en ook omdat ‘deze
offers gedeeltelijk in onzichtbare heffingen bestaan. In
Engeland is de stijging van den rentevoet niet minder
dan die van de prijzen geweest. Daarentegen beteekent
in Frankrijk het uiteeuloopeu van ‘den rentevoet en
van het prijspeil een enorme heffing van het in,kommi
der geld uitieenende kapitalisten, hetgeen zeer duide-
lijk zou blijken, indien men de openbare rekeningen in
goudfrainicen ging voeren.
Het stopzetten der biljettenemissie gedurende ‘vele
jaen en de enorme fiscale heffingen hebben cle kapi-
taal beleggingen in Frankrijk aanzinlijk verminderd.
liet is dus hoog tijd, dat F:ranknijk, niet alleen een
toestand ‘van begrootingsevenwicht, doch ook een van
fi ii anci cel evenwicht hervindt.
BERTRAND NOGARO.
AANTEEKENINGEN.
De goudproductie en -uitvoer van
Z u i cl-A f r i ic a i in 1924.
– Het in 1924 door
Zuid-Afrika, Rhodcsia en West-Afrika geproduceerde
goud ging den volgenden weg:
6.087.000 os. ter waarde van £ 28.078.000 werd naar
Britsch-Ïndië verkocht; 3.860.000 oz. ter waarde van
£ 18.392.000 werd naar New-York verscheept; 871.500
oz. ter waarde van £ 4.093.000 werd naar andere doe-
len van de wereld verkocht.
Van het goud, dat Britsch-In’dië ‘kocht, werd, naar
de voorzitter der Cientral Mining and Investment Oor-
poration onlangs ter jaarvergadering modedeelde,
3.475.000 os. direct van Durbak verscheept, zonder de
Londensche markt te passeeren. Zuid-Afri’ka ver-
soheepte ook 743.800 os.
fijn
zilver naar Britsch-
Indië. De hoeveelheid Zuidafrikaansch goud, welke
dit gebied gedurende 1924 opnam, overtrof het record
van 1923 ‘niet 2.055.000 os. Op sommige tijden is de
vraag naar goud zoo scherp geweest, idat een aanzien-
ljke premie ‘hoven den basisprjs, bepaald ‘door den
dollarkoers, werd betaald en zelfs toen werd aan de
vraag nog niet geheel voldaan. In de maanden No-
vember en December in het, ‘bijzonder werd de vraag
zoo acuut, ‘dat goud in baren te Kaapstad tegen een
gering agio boven den Londenschea prijs werd ge-
kocht, tea einde het naar Londen te laten versche-
pen, tot aanmunting van sovereigns voor uitvoer naar
Indië. Per saldo importeerde Britsch-Indië in 1924
goud ter waarde yan £ 30.066.381. Deze groote vraag,
heeft de voorzitter der National Bank of India on-
langs uiteengezet, kan ten dode worden verklaard
uit het feit, dat de !binnenlan’dsche prijs voor goud en sovereigns aanzienlijk lager was dan gedurende
vele jasen het geval was. Dit werd veroorzaakt, door-
dat de rupee meer agio deed beven sterling dan de
dollar.
Naast de boven beschreven goudbowegin gen heeft
de uitvoer van gou’d uit de Vereenigde Staten tijde-
lijk een aanzieniij’ken omvang aangenomen. De hoo-‘gere prijzen, door Britsch-Indië betaald, maakten een
directen invoer in dat land uit de Vereenigde Staten
winstgevend en één week werd ongeveer
21%
millioen
oz. goud, d.i. dus ongeveer ter waarde van £ 10 mii-
lioen naar Britsch-Indië verscheept. Deze Amerikaan-
sche poncurrentie reduceerde ‘de hoogere prijzen na-tuurlijk spoedig tot het niveau, heerschend in landen,
welker muntstelsels op goudbasis waren gegrondvest.
In het begin van 1925 werd ‘goud voor de eerste
maal verkocht aan koopers, woonaohtig in Zuid-
Afrika. Doordat nl. de goudpremie door de stijging
van het pond daalde, werd het vaak voordeeliger, het
goud in Zuid-Afrika te vermunten of ‘het aan de
Zuidafrikaansche banken tegen den standaardprijs te
verkoopen dan het ‘te exporteeren. Hierdoor wordt
verklaard, waarom de gouduitvoer van Zuid-Afrika,
hetzij naar Britsoh-Indië of naar Londen, in ‘de eerste
maanden van 1925 met onderbrekingen plaats vond.
In Maart en April 11. heeft men zijn toevlucht ge-nomen tot de Munt te Pretoria en werd goud inge-
wisseld tegen sovereigns om de locale finaucieele
behoeften der mijnen te bevredigen, zonder ‘dat men
in Londen agio doende. Zuidafrikaansche panden
behoefde aan te ‘koopen. Grootendeels als gevolg
van deze transacties waren de Zuidafrikaansche ban-ken spoedig ‘daarna in staat,. opeenvolgende en, alles
bijeengenomen, aanzienlijke verlagingen in de transfer-
kosten aan te brengen.
De terugkeer van Zuid-Afrika tot den gou’den stan-
daard is spoedig gevolgd door daling van den koers
van het landsgeld t.o.v. het pond. Te Londen worden
Zuidafrikaansche ponden (T.T.) thans, volgens de
Times, verkocht ‘tegen ‘4 pOt. premie, zichtwissels
gekocht tegen 1’/s pOt. disagi’o. Deze verdere depre-
ciatie van ‘het Zuidafri’kaansche pond, schrijft het
blad, is een belangrijke factor in den afzet van de
goudproductie. Hoe lager de koers van het Zuidafri-
kaansche pond, hoe grooter de prikkel, goud te Lon-
den i.p.v. in Zuid-Afrika te verkoopen.
Stand der cult’ur’es en uitvoer gedurende
het eerste kwartaal 1925 in ‘Suriname. –
De weersomstandigheden’ waren, hoewel abnormaal,
–
516.
ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN
17 Juni 1925
ten slotte toch nog gunstig te uocmeu voor de ver-
schillen de cultures.
De regenval bedroeg in J’anuari 93,6 mM., in Fe-
bruari 164,2 ‘mM. en in Maart 99,2 mM. samen 357
mM. in het eerste k-wartaal 1925; het normaal gemid
delde over het eerste kwartaal bedraagt 212,4 mM.
Cacao.
Dit’ gewas blijft kwijnend. De ,instervings-
ziekte komt nog veelvuldig voor en de. productie
wordt steeds minder.
Koffie.
Pete dultuur staat zeer goed. Door cle
droogte in Januari vreesden de piante:rs het hangend
product te zullen verliezen; in Februari. kwamen de
regens evenwel flink door en rijpten niet alleen de
bessen snel aan, maar brak er ook een rware bloei door,
welke voor het e.ind van het jaar veel ‘doet verwach-
ten. De hooge prijzen handhaafdën zich, nu en dan
met een kleine daling.
Suiker.
Dit gewas staat over het algemeen goed;
op al de suikerplantages worden de. cultures uitge-
breid. –
.Rijst.
De rijstoogst is in dit kwartaal van weinig
beteekenis. Overal is men nu evenwel druk bezig met
de grondbewerking en er zal binnenkort een flinke
aanplant worden uitgezet.
De overige gewassen van den kleinen landbouw,
zooals bananen, bacoven, bataten, cassaven en cocos-
noten, waren ruim voldoende voor de locale behoefte.
Voor de kleinlandbou’wers wordt omgezien naar bui-
tenlandschen afzet voor hunne producten, daar de
locale markt gauw overvoerd is en de prijzen dan niet
meer loonend blijven.
De maïsoogst was bevredigend.
Katoen.
Deze proeven met deze cultuur in ver-
schillende districten mogen als welgeslaagd worden
beschouwd.
Op grond harer proefnemingen zal de Surinaam-
sche Katoen landbouw- en han.delmaatschappij in
IN’ickerie weldra tot uitbreiding van die cultuur over-
gaan door ‘het aangaan van contracten met idem-
landbouwers.
Boschbedrijven.
Het houtbedrijf is in het teeken
van vooruitgang. Van, alle
zijden
komt er belangel-
ling voor verschillende Surinaamschq houtsoorten.
Balata.
De balatanijverheid genoot van een zeer
gunstig seizoen, voldoende regen in het voorjaar be-
vordert het vloeien der bolletrieboomen.
Bauxite.
De Surinaamsche Bauxiet Mij. ontwik-
kelde een groote activiteit op haar mijnterrein, zoo-
‘dat de uitvoer sterk toenam.
De uitvoer van de voornaamste producten bedroeg
gedurende het eerste kwartaal in vergelijking met
het overeenkomstig tijdvak van 1924:
1925
1924
Bacoven (versche) KG
960
1956
Balata……………
,,
,
67.642
57.017
Bananen …………
bossen
560
5
Bauxite, ton van 1000
KG
28056k
‘6.600
Cacao
…………..
,,
147.438
106.203
Goud (ruw) .
……..
Gram
57.013
76.393,3
Groenten (versch)..
KG.
16.917
22
Hout ……………
Ms.
5511 224,3
Letterhout ……….
KG.
5250
3.300
Huiden ………….
,,
11.041
13.692
Katoen
–
Koffie
……………
,
663.803 1.255.796
Maïs
……………
,,
93.940
38.775
Bataten en andere
aardvruchten……
,,
761
–
Rijst (gepeld)……..
,,
1.000
1.625
11
(ongepeld)……
,,
–
60
Rum (50 o/) ………
L.
92.309 68.082
Suiker le prodûct
KG. 4.392.670
2.942.036
2e
,,
Sinaasappelen …….
,, ,,
106.560
682.253
97.470 27.529
Vruchten (versche).
,,
777
4.829
Zemelen
………..
,,
7.250 7.540
BOEKAANKONDIGING.
Centraal Verslag der Arbeidsinspectie
in het Koninkrijk der Nederlarcden over
103. Uitgegeven ‘door het Departement
van Arbeid, Handel en Nijverheid.
Telken jare plegen we met belangstelling naar het
verschijnen van deze verslagen (ier werkzaamheden
van •de Arbeidsinspectie uit te zien,’ niet alleen van-
wege den ongetwijfeld uiterst belangrijken inhoud
betreffende de verschillende verrichtitgen der Ar-
beicisinspectie in het afgeloopen jaar, ‘doch tevens
aangezien deze versiaigen in cle laatste jaren steeds
één of meer interessante studies inhouden.. 1-liertoe
liehoort in dit vetslag hoofdstuk XIV, het gebruik
van den vrijen tijd door ‘de arbeiders, waarin een
samenvatting gegeven is van een enquête inzake de
volgende punten:
Vraag 1. Heeft ‘de verkorting van den werktijd
geleid tot grooter gebruik van sterken drank, tot veel-
vuidiger bezoek van café’s, tot toeneming van dron-
kenschap?
Vraag 2. Welke lichamen zijn IJ bekend, welke
sedert November 1919 zijn opgericht, ter bevordering
der volksontwikkeling?
Door wie werden die lichamen opgericht? Wat heb-
ben zij bereikt? Wat is er nog meer in die richting
gedaan?
Vraag 3. Werden de in Uw rayon bestaande volks-
universiteiten meer dan vroeger door arbeiders be-
zocht?
Vraag 4. Is het instituut der volkstuintjes, •dat
hier en daar voor enkele jaren is opgekomen, ook in
Uwe omgeving tot uiting gekomen? Zoo ja, is het
achter- of vooruitgegaan?
Vraag 5. Verdient het naar Uw oordeel aanbeve-
ling, ten einde verschillende uitingen van initiatief
te vereeni:gen, plaatselijke of gewestelijke commissies
in te stellen? Behooren in deze conimissies, behalve
vertegenwoordigers van de verschillende groepen ‘be-
]anghebbenden, ook belangstellenden en de overheid zitting te hebben?
‘Bij de samenvatting der antwoorden mnrkt het ver-
slag uitdrukkelijk op, dat ‘het welhaast vanzelf spreekt,
dat de ontvangen imlichtingen ten opzichtevan som-
mige punten dikwijls niet meer geven en niet meer
konden geven dan een persoonlijken indruk.
:De algemeene indruk was, •dat op het platteland cle ve].korte arbeidstijd en de vrjn Zaterdagmiddag
niet geleid hebben tot een drukkers bezoek van café’s
en een vermeerderd gebruik van sterken drank. In d
steden en wel hoofdzakelijk in de industriecentra viel
daaren tegen, een toegenomen bezoek van café’s en
bioscopen te bespeuren. Van het woningtekort kan in deze een ongunstige invloed zijn uitgegaan.
De achturendag, aldus als antwoord op vraag 2,
heeft het beste deel der aibeidersbevolking aan het
lezen gebracht. Zooais wel te verwachten was, is de
belangstelling grooter van de zijde der geschoolde
arbeiders, clan van cle ongeschoolde. De inlichtingen
wijzen bovendien in de richting, ‘dat uit die groepen
meer belangstelling wordt getoond, naarmate de ge-
schoold’heid aan hoogere eisèhen is gebonden.
De volkstuinen als speciale bezigheid voor de arbei-
ders in hun vrijen tijd vertoonen in
vergelijking
met
de oorlogsjaren om de grootere plaatsen meestal een
teruggang: Teekeneid voor de kleinere plaatse is het
volgende: in een bepaalde gemeente begon men in
1919 met 58 tuintjes, ongeveer ter grootte van 400 M
2
.
In de vier volgende jaren zijn de tuintjs, met uit-
zondering van slechts een paar stukjes, uitstekend verzorgd en geregeld waren er nieuwe aanvragen, zoodat de commissie vah beheer bij uitbreiding in
1923124 voor vermeerdering van 24 tuintjes te zorgen
bad, waarvoor splitsing van een paar tuintjes noodig was, ten einde alle aanvragers te helpen.
Het verslag bevat verder de gebruikelijke rubrie-
17 Juni 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
517
ken waai.uit nog enkele bijzonderheden naar voren
gebracht mogen worden.
De medewerking van andere zijde uitte zich in het
afgeloopen jaar wederom in een aantal klachte, dat
nog belangrijk grooter was dan liet vorige jaar. Be-
•droeg het aantal klachten in 1922, 1980, in 1923 was
Eet 2351. Van deze klachten hadden er 1335 betrek-
king op overtredingen van bepalingen •der Arbeids-
wet 1919 inzake den wettelijken arbeidsduur.
Evenals in 1922 kwam ruim % dezer klachten van
vakvereenigirigen en
‘ho
van arbeid’ers rechtstreeks.
In het geheel kwamen van de 2351 klachten er
1019 van arbeiderszijde, d.i.
bijna
46 pCt., hetzij direct
of door tusschenkomst der vakvereeniging (in 1922:
48 pOt.). Het aantal anoniem ingediende klachten
bedroeg bijna 18 pOt. van het totaal (in 1922: onge-
veer 17 pOt.). –
Het aantal ongegrond of slechts ten cleele gegrond
bevonden klachten was dit verslagjaar ruim 26 pOt.
van het totaal, in 1922 was dit percentage ruim
28 pOt. Het aantal onbeslist gebleven klachten was
ruim 21V2 püt. van het totaal (in 1922 ruim 19 pOt.).
Omtrent deze klachten vermeldt het verslag de-
zelfde opmerkingen als het vorige jaar, n.l. dat de
klachten dikwerf onvolledig en vaag waren, dat de
klagers veelal niet op de hoogte bleken van de wette-
lijke bepalingen en dat de klachten •vaak uit concur-
rentie-overwegingen ingediend werden.
Het aantal in 1923 verleende Hinderwetvergunnin-
gen zoowel voor oprichtingen als voor uitbreidingen
was belangrijk lager dan in 1922. Als hoofdoorzaak
hiervan geeft het verslag op de malaise en de slechte
vooruitzichten in de meeste industrieën.
Bij art. 24 van de Arheidswet vermeldt het ver-
slag: ofschoon ook dit verslagjaar talrijke malen over-
treding van dit artikel werd geconstateerd, bestaat
niet de indruk, dat – afgezien van enkele geïsoleerd
gelegen piaatsjes, waar de medewerking der politie-
autoriteiten twijfelachtig is – veel clandestien wordt
overgewerkt. Vooral na de herzienin’g van het Werk-
tijdenbesluit is het voor een groot aantal bedrijven
gemakkelijker geworden binnen de wettelijke grenzen
te werken. Toch zijn er nog bedrijven, welke zich
uoode schikken in het keurslijf, gevormd door een
nauw omschreven uur van aanvang en einde en door
een beperkt aantal werkuren per dag en per week,
zooals b.v. slagerijen (speciaal op Zaterdagavond),
bloemenbinderijen, molens, alsmede die bedrijven,
waarin hot in 3 ploegen werken gedurende dag en
nacht wel geoorloofd is, doch waar de malaise tot
bezuiniging op de bonen dwingt en daardoor het wer-
ken in 2 pioegen (elke ploeg 12 uur) verkiesljker
doet zijn.
Een eigenaardig geval van overtreding van art. 2 deed zich voor in cene provinciestad. Het hoofd van
een hoedeuatelier had voor het seizoen een modiste
u.i t Bra.bant in dienst genomen. De arbeidsduur van
8 uur per dag en 48 uur per week werd door den
patroon stipt in acht genomen. lederen avond om 6
uur en des Zaterdagsmiddags om 1 uur begaf de
modiste zich haastig naar haar slaapkamertje, waar
zij, zooals het bedrijfshoofd later bleek, vol ijver hoe-
den zat te maken voor de zaak van hare moeder, die
in Brabant een hoedenwinkel dreef. Wekelijks kwam per post een kartonnen doos met onopgemaakte hoe-
den en vormen aan haar adres en iedere week ging
een doos afgewerkte hoeden naar haar moeder terug. Het hoofd van het atelier klaagde ibij het bezoek van
de lnspectrice over vermoeidheid en siaperigheid van
zijn modiste en ideelde de oorzaak daarvan mede. Toen
hij hoorde, dat hier eigenlijk in strijd met de wet werd
gehandeld, werd het meisje hierop gewezen; zij ant-
woordde, dat geen wet in de wereld haar zou kunnen
beletten haar
vrijen
tijd op te offeren voor haar moe-
(iers zaak, welke er heel slecht voorstond, waarom zij
dan ook als volwassen dochter genoodzaakt was bui-
teiishuis haar kost te gaan vcrcliei.ien. Waar het sei-
zoen en daarmede de diensbbetiekkiiig van deze mo-
diste ten einde liep, werd met een waarschuwing vol-
staan en dit geschil tusschen nobel opgevatten kin-
derplicht en wet niet verder uitgesponnen.
Hoofdstuk V, naleving der Veiligheidswet en on-
gevallen, vermeldt dat in 1923 in totaal 34.451 eisdhen
gesteld en aanwijzingen gegeven werden. Dit hoof cl-
stuk bevat enkele foto’s van schaftbokalen der N.V.
Philips’ 0] oeilarnpenfabrieken te Eindhoven.
J:Ïet aantal waargenomen ongevallen was in het
afgeloopen jaar wederom zeer groot. Achtereenvol-
gens worden deze ongevallen categorisch beschreven
en toegelicht. Voer eiken bedrijfsleider is dit hoofd-
stuk wel het meest leerzame deel van het verslag.
In 1923 kwamen 133 ongevallen door den electri-
schen stroom veroorzaakt ter kennis van den Electro-
technisch-Adviseur bij de Arbeidsinspectie. Hieron-
der waren 22 doodelijke en 111 niet doodelijke onge-
vallen. Van deze ongevallen worden er in het ver-
slag verschillende uitvoerig beschreven.
G. DE CLERCQ.
Indische
,
S’poorweg-PoUtieic.
(Mede-
deelingen van ‘den Dienst der Staats-
spoor- en Traniwegen). Deel VIII (Tekst
met Bijlagein) door S. A. Reitsma,
Hoofdambtonaar ter beschikking S-S.
en Tr..
In Januari 1916 verscheen, ook reeds van do hand
van den heer Reitsma, het eerste deel van de Indische
Spoorweg-Politiek. In snelle opvolging kwamen in
1919 en 1920 nog zes lijvige doelen. Thans is met dit
door vele illustraties verlevendigde achtste deel de
geschiedenis van de lijnen op Java en Madoera vol-
tooid. Over.niet to langen rtijd mogen wij als deel 1X een boekwerk over Tarieven verwachten. Vervolgens
zal de spoorweg-politiek op de Buitenbezittingen ww-
den behandeld. –
Met andere ,,Mededeelingen” van dein Dienst der
Staatsspoor- en Tramwegen in Neiderlandsch-Indië
(gedacht mag in het bijzonder worden aan ‘de in 1910
en 1917 door A. W. E. Weyerman, destijds chef van
exploitatie der S.S. op Java, samengestelde geschied-
kundige overzichten)
•
is en wordt hier gesticht een
helder overzichtelijk monument van den volhardenden
Westerschen geestesarbeid gedurende meer dan een
halve eeuw tot het verrjken van onze Oost door mid-
del van sëor- en tramwegen – een monument, dat
bij den verderen arbeid herhaaldelijk pracitisch bruik-
baar zal blijken. . V.
ONTVANGEN:
Ons Handelsonderwijs.
Voorwaarden, in acht te ne-
men voor het verkrijgen van Rijkssubsidie ‘door
Gemeenten en Besturen, die een of meer inric.h-tilngen voor Handeison.derwijs in stand houden,
met inleiding en toelichting door H. M. van
Kuipers, Oommies ter Secretarie, Secretaris van
de Oommissie van Toezicht op het Handeisonder-
wijs te Utrecht. Alphen aan den Rijn 1925; N.
Samsom.
De Economische toestand van Suriname in 1924.
Ver-
slag uitgebracht door de Vereenig.ing voor Handel
en Nijverheid in Snriname. Paramaribo; J. H.
Oliviera.
Hypotheels op Vicarie-goederen
door C. D. van Vliet,
Directeur der Roll. Hyp. Bank. Overdruk uit
het Jaarboekje van de Vereeniging van Direc-
teuren van Hypotheekbanken. Elfde Jaargang.
Amsterdam 1925; J. H. de Bussy.
RangschilckingsUjst der gemeenten naar den bela.s-
tin gdrulc op het inkoereii over de belastingjaren
192311924 en 192411925.
Uitgegeven door het Oen-
traal Bureau voor de Statistiek.
518
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 Juni 1925
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN..
D e E
C 00 0
m i s t. – ‘s-Gravenhage, Mei 1925.
Mr. A. M. de Jong,
Bijdrage tot de geschiedenin
van de theorie der wisselkoersen v66r Adarn Smitih 1.;
Anne Polaic,
Het onterfde gezin.
Journal des Ecoriomistes. – Parijs, 15
April 1925.
Yves Guyot,
Les intrêts Cconoiniques et l’oeuvre
socialiste;
Fer’narid-Jacq,
Les sociéts A responsabilité
hmitée; X., Ohronique de l’inflation;
L. van Iseghens,
L’avenir. de la Hongrie;
G. de Nouvion,
Les sociétés
de secours mutnels en 1922; X.
X.,
Le budget en
Sénat.
Ï d e m. – l’arijs, 15 Mei 1925.
Yves Guyot, La
crise agricole aux Etats-Unis;
W.
.2W.
J. Williams, Demandos cle diminution. cl’impôts en
Grande-Bretagne; X.. Le budget anglais 1925-1926;
J. B. Legros,
Ohronique cle l’inflation; G. de Noti’ion,
Les grandes Oompagnies de chemios de fer en 1924;
B. L. L. E.,
La Ligoe du Libre-édh.a.rige (mai 1925).
The Q nar terly Jou.rnai of Econ omics.
Cinmbridge, Mass., Mei 1925.
G. E. Barneit,
Chapters cm machinery and labor;
H. L. Moore,
A moving equilibrium of demand and
supply:
F. H. .Kniqhi,
Economie psyoholog-y and the
value problern;
H. Heaton,
The taxatio.n of unim-
proved land in Austra]ia; C.
Day,
The early develop-
ment
Lof
the iLmerican cotton man ufactu.re.
S hm o 11 er s J ah rh u ch. – München, Leip-
zig, Februari 1925.
W. Lotz,
Die Neuregelung der cleutscheti Repara-
tionslasten seit 1924;
A. Cohen.
Valutasanieri.uigs-
politik;
H. Bechtel,
Mit,telalterhi.che Sièdluin.g und
Agvarverhilitnisse irn Posener Lande;
F. Tönnies.
Tröltsch und die Philosopbie der Gesehichte;
M.
Bunipf,
Leopold van Wieses Beziehungslehre;
J. Has-
hagen,
Die idee der Staatsriison in der neueren Ge-
schichte;
G. Lenz,
Die Reèitfertigung des Staates.
IDe S
OC
i al is t; is ch e 0 id s. – Amsterdam, Mei
1925.
bevat o.a.:
J. F. An;kersnsit,
Ferdiriand Lassalle;
Mr. M. J. A.
Moltzer,
Het wetsontwerp inzake de ziekte- en olge-
vallenverzekering; S.
de Wolf,
f,
Beschouwingen ove:r de
vaaidelee:r, IT. –
e
t
.,ri
i
.
t
sc
J
ii
,ftli
c
.l
ies
Archiiv. – Jena,
April 1925.
Prof. Dr. F. Aereboe,
Das Ei.irihhrungsproblem dec
ïö)ker und die Fr od uktionssteigerung de
n
r Landwirt-
schaft;
Dr. F. Lez,
Die politisehe Okonomie und
Fi cdi icli 1 ist
Di II INTotz,
Fi iediicli List in Ame
MAANDCIJFERS.
HANDELSBEWEGING OVER DE MAAND APRIL 1925
(Ontleend aan de Statistiek van den In-, Uit- en Doorvoer)
11
Invoer
11
Uitvoer –
Saldo Invoer
11
Saldo Uitvoer
Groepen
Gewicht
1
Waarde
11
Gewicht
.1
Waarde
11
Gewicht
I
Waarde
11
Gewicht
1
Waarde
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
1 Levende dieren
.
1.158.417
671.222
1.933.498
1.567.808
–
–
775.081
896.586
II Voedingsmiddelen
.
voor mensch en dier
en dranken:
onbewerkte en
half bewerkte
199.707.516 39.969.305 107.135.301 29.452.669
92.572.215 10.516.636
–
–
fabrikaten . ..
83.806.047 14.734.262 89.354.571 35.875.528
– .
–
5.548.524 21.141.266
III Onbewerkte en
halfbew. stoffen:
v. dierlijke kerk
9.605.903
8.545.038
6.725.798
3.415.645
2.940.105 -5.129.393
–
plantaard.
135.400.191 37.734.461 35.106.500 11.772.336 100.293.691 25.962.125
–
–
minerale
1.112.745.808 24.548.535 1537217.614
1
8.043.546 575.528.194 16.504.989
–
–
IV
Fabrikaten ……..
321.383.850 67.142.388
2
155135.300
2
52744226 166.248.550 14.398.162
–
–
V
Gouden en zilveren
munt en muntmat
2.141
324.559
12.387 12.791.043
–
–
10.246 12.466.484
VI
Anderegoederex
2.503.406
331.973
4.238.632
1.448.119 –
–
–
1.735.2261 1.116.146
Totaal ………
1.866.373.279 194.001.743 936.859.601 157.110.920
929.513.6781 36.890.8
2
311
–
–
Zonder gouden en zilve-
– ren munt en munt-
materiaal (groep
V).
1.866.371.138 193.677.184 936.847.214 144.319.877 929.523.924
.
49.
357
.3
07
1
–
–
1)
Hieronder zijn niet begrepen de bunkerkolen voor Ned. schepen.
2)
Hieronder is niet begrepen de bunkerol ie voor Ned. schepen
OVERZICHT van de waarde van den In- en Uitvoer voor elke maand van het loopende jaar en de drie
daaraan voorafgaande jaren, met uitzondering van’ goüden en zilveren munt en muntmateriaal, in guldens.
Invoer
Uitvoer’)
Maanden
1922
1
1923
1
1924
1
1925
1
1922
1
1923
1
1924
1
1925
Januari
…….
Februari ……
Maart ……….
April ………
152.495.6681
..152.353.594
180.328.763
..167.451.702
173.045.849 162.189.535
165.440.620
169.639.064
177.506.065 .185.223.674 186.545.160 189.679.735
210.617.1771
196.852.738
203.821.859
193.677.184
86.106.447 84.204.248
112.879.875
92.729.841
91.487.819
94.601.855
106.977.347
97.005.415
116.522.007 125.465.290 131.906.705
136.430.618
139.999.961
136.322.825
146.276.635
144.319.877
Tot. Jan./Apr.
652.629.727
670.315.068 738.954.634
804.968.958
375.920.411
390.072.436 510.324.620
566.919.298
Mei
…………
194.080.257
..
160.129.701
218.738.134
108.423.679 104.128.702
135.517.501
Juni
………
150.899.735 159.533.444 188.746.940
100.680.880 97.860.255
110.783.833
Juli
……….
163.863.700 157.464.022 198.162.017 104.572.575
95.693.919
134.417.411
Augustus …..
178.807.927
..
150.97.5.066
174.016.738
99.442.892
107.933.082
137.772.584
Septembèr ..
164.616.506
166.474.283 189.646.172 115.612.131 127.720.569 162.791.232
.
186.643.442
..
192.923.258
218.062.389
112.003.008 125.848.400 173.486.508
172.295.111
..
176.660.045
217.688.984
104.350.396
126.123.548
159.327.318
October ………
November …….
December …….
163.762.355 174.750.818
219.516.025
–
100.225.239 127.839.691 136.235.459
Totaal
. . . .
2.027.598.76Ö
2.009.225.705
2.363.532.033
–
1.221.231.211
1.303.220.602
1.660.656.466
1)
In den uitvoer zijn niet begrepen de bunkerkolen en de bunkerolie bestemd voor Nederlandsche schepen.
22,330 23,341
44,111
49,430
5,006
5,341
11,388
11,943
578
596
2,086
2,517
641
660
239
246
1,468
49
379
J
91,330 107,527 278,742 316,934
3156,970 3397,608 1386,079 1458,219
63,283 68,587
419,064 518,357
3184,332 3531,896 1234,415 1346,813
5,010
5,113
21,453
43,100
4,740
10,688
593
2,550 634
217
106,413
296,490
33 14,967
1646,095
68,151
486,483
1414,203
4,568
22,341
22,914
21,456
48,222 53,08 41,856
5,024
5,392
4,937
11,233
11,929
10,535
590
584
551
3,009
3,424
° 3,266
665
669
637
247
249
246
1,297
42
197
Kwartaals
155
. opgave
355
119,557
115,623
96,290
320,480 335,445 327,916
4118,454 3172,571 3346,369
2495,487 1827,726 2073,231
69,308
69,051° 69,330
438,650 440,438 364,835
404g,067 3562,615 3595,061 1774,960 1119,280 1403,194
4,962
4,272
3,818
22,849 37,324
4,143
13
11,412
618 3,621
689
282
1,166
41
187
164
405
100,084 185000
11
3306,700 2588,885
7 0, 303
452000″
3762,2 44
14811,090
4,421
¶,
Kwartaals-
132
17 Juni 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
519
rika;
Dr. L. Mises,
Antimarxismus; Dr. A. Predöhl, Das Standortsp roblem in der Wirtsch.afts.theorie;
Dr.
H. A. L. Luff t,
Die gestaltenden Krfte in der ame-
rikanischen Wirtschaftsentwickiung seit •dem Krieg;
H. G. Alexander,
The developmeut of international
relations.
Tijdschrift voor Economische Geo-
g r a p h i e. – ‘s-Graverihage, 15 Mei 1925. Prof. Dr. K. Oeilreich,
Het voormalig hertogdom
Nassau. Zijn geografische ligging en zijn natuurlijke
hulpbronnen. Een geografische schets;
C. Visser,
Het
conflict tusschen cle haringvischerij en de industriali-
satio aan de Boneden-Mas;
J. W. J. Wellan,
Een
tournée in. liet Palembiun.gsche védr honderd jaren.
D e 1 n .d i s c h e G i cl s. – Amsterdam, 1 April
1925.
K. van Hoek,
Eenige beschouwingen over koloniale propaganda door middel van het onderwijs;
G. Nijpels,
Emigratie naar de Lampongsche Districten;
M.
Nittel-de Wolf,
f,
Kijkjes in het leven onzer Inland-
sche bedienden;
Mr. J. J. van Bolhuis,
Indië en de
Ned. volksvertegenwoordiging.
T d om. – Amsterdam, 1 Mei 1925.
W. P. van den: Abeelen,
De beteekenis der Holland-
Indië vlucht; S.
Kalf,
f,
Een Javanen-apostel;
M. Nit-
tel-de Wolf f van Westerrode,
Kijkjes in het leven
onzer inlandsche bedienden;
Mr. J. J. van Bolhuis,
Indië en de Nec]. volksvertegenwoordiging;
H. Craan-
dijk,
Kolo:nisatie in de L.ampongsclie districteu.
IK olon.ial o S tud iëu. – ‘s-G.ravenhage, Fe-
bruari 1925.
Mr. C. T. Beriling,
De Chineezen
0.1)
de Oostkust
van Borneo;
Dr. G. W. Janssen,
lIet Konirnklijk Rob-
niaa.l Instituut; W. Wijnaendts van Resartdt,
Bevo]-
kingsgroepeering ten plattelande en het verkeer;
Ir.
P.
v. Pritzelwitz van der Horst,
Iets over verleden en
toekomst van het Toezicht op het Stoomwezen in Ne-
derl.andsch-Indjë.
GIRO-OMZET
BIJ
DE NEDERLANDSCHE BANK.
Mei
1925
11
Mei
1924
Posten
I
Bedrag
11
Posten
I
Bedrag
Voor reke-
52.344 f
2
.736.380.000:1 63.466
Ir
2.301.534.000
waarvan door
de 11.-bank plaatselijk
38.420 ,,2.349.263.000 44.036 ,2.043.515.000
Ter voldoe-
ning van
Rijksbelast.
2.012 ,,
11.420.000 9.817 ,,
11.313.000
GIRO-KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM.
April
1925
April
1924
Giro’s
(eenzijdige ver-
In
Aantal
”
Aantal
melding)
milI.
mill.
Girobetalingen aan
Gemeenteinsteil
f 14.4
14.750
f 11.9
10.179
(iirobetalingen aan Particulieren
,,
20.0
61.250
15.3
52.106
Geldomzet.
Ontvangsten
……….4.9
6.423
5.3
7.961
Betalingen
…….
….
,,
7.4
29.102
7.1
26.747 Part, rekeninghouders
,,
19.4′
24313
2
,,
18.3′
21.885
2
Waarvan
rekeningh.
welke gelden voor
1
.
jaar
vast
hebben
gedeponeerd …….
,,
84
2.603
2
1
,,
7.4
2.328
2
1) Gemiddeld saldo te goed.
2)
Einoe
der maand.
RESUMP UIT HET MONTHLY BULLETIN OF STATISTICS (VOLKENBOND).
Maandgemiddelde
1924
1925
1913
1
1923
1
1924
Sept.
4
Oct.
I
Nov.
1
Dec.
I
Jan.
t
Febr. 1 Maart
Productievan
24,336
23,369 22,646
steenkool
43,088 49,268 42,278
(1000 tons)
3,404
3,978
4,916
Duitschiand 2)
..
. .
15,842
5,185 9,902
Productievan
869 630
620
ruw ijzer
2,601
3,392
2,634
(1000 tons)
434
442
638
207
182
234
Schepen
op
1,957
1,395
1,297
stapel eind
Ver. Staten ……….
148
42
.42
der maand
Ver.
Staten ………
Frankrijk
3)
…………
België ……………..
229
111
197
(1000 tons)
4
Frankrijk
1)
……….
125
120
155
545
324
355
Import(voor
Engeland 1000
£
9)
54,931
81,473
94,975
binnen].
Engeland ………….
Ver.
Staten ………….
Ver. Stat. 1000
$
147,932
310,785
295,850
verbruik)
Engeland ………..
Frankrijk …………..
Frankrijkl000Frs.
8
)
701,778
2724,067
3344,381
Italië
1000 Lire
6
303,803
1432,431 1615,599
Export (bin.
Engeland …………..
Engeland 1000
£
9)
43,771
63,938 66,280
nenlandsche
Ver. Stat. 1000
$
204,024
340,892 374,834
producten)
]i’raukrijkl000Frs.
8
)
573,351
2536,049
3454,511
Italië
………………
Duitschland …………
Italië
1000 Lire
8
209,303 923,802
1192,470
Inklaringen
Engeland (geladen)
9)
4,089 4,257
4,614
(1000 tons)
Ver. Staten
(gel. en ballast)..
4,440
5,527
5,677
Frankrijk (geladen)
2,876
3,485 3,548
Italië(gel.enballast)
1,560 1,182 1,372
Wisselkoer-
New York op Londen
100
93.99 90.78
een: (jaarl.of
New York op Parijs.
100
31.47
27.10
maand.gem.)
7
Nev York op Berlijn
10
.
0
–
–
NewYorkopRome..
100
23.84
22.58
1]
Inclusief bruinkool.
Vanaf
1919
mci.
Elzas-Lotharingen.
Vanaf
1920
md.
Elzas-Lotharingen
en het Saargebied.
21
Vanaf
1919
zonder
Elzas-
Lotharingen. Vanaf
1920
zonder Elzas-Lotharingen,
hetSaargebied
en
de Pfalz. Vanaf
Juni
1922
zonder Poolsch
Opper-Silezië.
31
Vanaf
1919
inclusief Elzas-Lotharingen.
41 Kwartaalcijfers
volgens
Lloyd’s
Register
of Shipping.
‘J
Vermindering tengevolge
van de
mijnwerkersstaking.
51
Sedert Januari
1922
nieuwe schatting
op grond der gedeclareerde waarden. 71 Waarde
der genoteerde geidsoorten
in
percenten
der
6,395
6,492
5,813
5,157
4,456
4,527
–
3,846
3,951
3,548
3,409
3,243
3,021
3,442
1,422
10
1,39920 1,39910 1,399
10
1,46110 1,461
10
1,461
10
91.66
92.20
94.72
96.49
98.26
98.07
98.15 27.48
27.10 . 27.34
27.98
27.96
27.36
26.85
–
– . 99.90
12
99.92
99.91
99.91
99.91
22.71
22.55
22.46
22.30
21.60
21.29
21.10
pariteit. Jaarlijksch of maandelijksch gemiddelde.
8]
Sedert Januari
1921
geschiedt de waardeering van den invoer volgens de opgaven van
importeurs. Daarvoor was zij gebaseerd op officieele waardecijfers.
91 Vanaf
1
April
1923
met inbegrip van den handel van Groot-Brit-
tannië en Noord-Ierland met den lerschen vrijstaat en uitgezonderd
den buitenlandschen handel van den lerschen vrijstaat.
1
01 Maandelijksch
gemiddelde op grond der kwartaalcijfers. Ii] Voorloopig cijfer.
121
Reichsm.;
1
billioen papierm. = 1 Reichsm.
131
Zonder Saargebied.
520
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 Juni
1925
STATISTISCH OVERZICHT VAN DEN ECONOMISOH1N TOESTAND VAN NEDERLAND.
(Niet met
S
gemerkte gegevens ontleend aanhet Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek.)
1
1924 1925
Jan/April
jSept.
Oct.
Nov.
Dec.
Jan.
Febr.
I
Mrt.
April
1924
1
1925
Arbeidsmarkt.
6.020
126
8.376
1
439
6.612
112 17.931
278
7.197
296
8.210
427 8.454
488
10.909
488
45.850
1.205 34.771 1.699
*Staats_ en part.
mijnen.
Aantal arbeiders op len der maand
29.656 29.623
29.643
29.966
30.143
30.293
30.315 30.248
5
Metaalindustrie.Aantal
meerder). arbeiders op 1 Jan. en 1 Juli
1
23.271
20.5874)
23.271
4
)
Bedrag der gehouden
aanbestedinuen
X
t 1000 …………
waaronder
voor fabrieksbouw
>f
1000 ……………….
t.
Gemiddeld aantal taken der bij de
Amsterdam
18,5
1
21,3
1)
26,6
22,4
20,1
17,1
18,1 15,1
78,7
70,4
Haven-
inge-
(
X
1000)
,,llavenarbeids-Reserve”
1
bedrijf
schreven
losse
arbeiders p. week
Rotterdam
ij
45,3
J
51,0
1)
55,5 60,5
44,3
43,2
41,4
198,1
Zeevisscher(f; aantal vaartuigen, welke de
–
uitoefenden
. .
759
i. ….î……
……i..L
..J!.L.
…I…
.1J.L
§..L
.
Indexcijfer der Werkloosheid.
7
,1
j7
,
2
8
,
3
]
j9,2
§j.j.
LL
J!&.
§_
8
,
8
. .
Arbeidsbemiddeling.
2)
.
1
.
0
Aanbiedingen v. j. Ingeschreven ged. de maand.
CD
werkzoekenden.
0
k. Overgebl. op het einde v. de mnd.
48,6
65,4
48,7
65l
52,8 74,8
58,5 87,0
52,8
88,9
43,1
83,7
1
47,7
1
76,3
39,7
66,6
Aanvragen
van
t
.
Ingeschreven ged. de maand
. . .
}
22,0
20,6
17,0 17,5
19,6 18,0
1
23,2,
21,6
werkgevers.
Overgebl. op het einde v.de mnd
x
4,0
3,7
4,2 4,2
5,1
5,5
Plaatsinsen…………………………………….
8
H,2
j
4
jjjj
j
Arbeidsloonen.
Ondergrondsche arbeiders ………..(
bi)
de mijnen
f5,92
/5,62
f5,65 f5,48 f5,50
f 5,49
f5,48
f5,28
f5,99’7)
‘k
Bovengrondsche
……….
(loon
per dienst)
11
4,23
,,4,05
,,4,08
,,4,05
,,4,04
4,06
,,4,02
,,3,89
,,4,31 17)
n 0,96
,,0,95
,,0,99
,,0,97
11
0,90
0,91
,,0,92
,,0,91
,,0,90
17
)
Amsterdam.
{
0,91
,,0,91
,,0,92
,,0,94 ,,0,93
,, 0,91
,,0,91
,,0,92
,,0,90
17
)
0,84
,,0,84
,,0,92 ,,0,85
,,0,82
,, 0,82 ,,0,84
,,0,87
,,0,81
‘
Bouwbedrijve
Metselaar
uurinkomen
……………..
Metaalindustrie, uurinkomen van meerderjarige arbeiders
.
,
0,57
3)
‘-
0,______
Timmerman
,,
……………..
Opperman
……………..
Wapenfabriek te Hembrug
…….
Artillerie.
,,
Fabrieken
van munitie en ontplof
,, 0,66 4)
.
,, 0,75 4)
inrich-
bare stoffen te Hembrug
……….0
I
{
.
0,57 4) 0,71
4
)
tingen
_ConstructiewerkpiaatsenteDelft.
.
t734)
Voortbrenging en verbruik
.
0
Zee.
aanvoer
in
Ned.
havens 6)
x
1000
K.G.
‘k
f
1000
13.630
3.561
23.690
5.504
17.198
3.823
8.328
1.935
§
2.726
723
S
3.023
1.272
S
3.949
°
1.107
*Productie der
kolenmijnen X
1000
ton 7) …………….
§
496
§
538
§
495
§
511
§
539
§
480
§
558
§
526
§
1.893
§
2.103
visscherj.
opbrengst
X
…………………….
Voor binnenlandsch verbruik beschikbaar gekomen hoe-
1000
ton
8)
§
673
§
861
§
954
§
870
§
921
§
816
§
839
§
687
§
3.252
§
3.263
18.490
.
14.857
21.720
15.912
14)
17.067
12.899
16.821
13.933
57.788
60.721
veelheid
steenkolen X
…………………..
in consumtie gebrachte
suiker
9)
X
1000
K.G…………
1.300
1.184
781
1.199 704
1.243
996
•
837
7.305
3.781
Aan de consun1tie onttrokken
suiker
10)
X
1000
K.G………
&hepeninaanbouw;_
inhoudinbrutoRegisterton”)…
88.643
124.766
119.908
Handel en Verkeer.
190
1
218
218
219
211 197
.
204
194
739
.
805
163
173
159
136
140
136
146
144
510
567
millioenen)
…………………….
Saldo
invoer.
.. .
27 45
58 83
71 61
58
49
229
238
Handelsbeiveging
zonder
gouaen
en
invoer
…………..
zilveren munt en muntmateriaal (in
Uitvoer
…………
14,6
14,6
12,9 12,0
12,8
S
11,4
S
12,3
S
12,8
53,3
§
49,6
Ontvangsten der Spoorwegmaaisch.
(in millioenen)
……….
Ontvangsten per
dagkilonieter
sedert 1jan. (in gld.)
. .. .
127,49 127,73
126,9 125,22 113,42
114,1
112,5
113,1
121,0
17
)
Inklaringefl(geladen( Nieuwe Waterweg(
fl
1000
N.R.T.)
{
1.168
317
930
367
1.366
344
1.345
330
1.239
330
1.113
244
1.327
317
1.329
323
3.845
1.125
5.008
1.214
‘1.
zeeschepen)
Ijmuiden
j
Inklaringen
Lobith
(geladen rivierschepen in
1000
ton
1000
K.G.)
2.252
1.213
2.251
1.615
1.560
1.468 2.099
1.437
1.981
1.279 1.684
1.255
1.963 1.443
1.975
1.624
6.826
3.047
7.603
5.601
Opgelegde zeeschepen
o/d. len der maand: aantal
12)
26
136
,
10
49
,
6
38
3
19
20
108
19
98
17
89
17
80
617)
3417)
Uitklaringen)
van
………………….
Idem:
bruto inhoud in
1000
registertonnen
…………………
Goederenvervoer{
Gelostbilinvoer…………}(in1000(
Geladen bij
uitvoer
……..
1.628 574
1.858
751
1.828
730
1.691
596
1.257
635
1.606
625
1.624
665
5.555
1;862
‘k.. inde havens
13)
_Doorgevoerdmetoverlading_
ton)
1.475
2.692
1.666
1.683 1.815
1.712 1.790
4.099
Prijzen, kosten van levensonderhoud.
0
:.
Indexcijfers der
groothandelsprijzen
{
Algemeen cijfer
in Nederland (1913
= .100)).
. .
Voedingsmidd. ed.
158
161
161
166
161
166
160
164 160
161
158
159 155
154
151
149
156
154
156 156
•
Kosten van
(
Arbeidersgezinnen
A’dam (Mrt. ’20
= 100).
82,5
84,6
–
83,9
levens-
<
Arbéidersgez. te ‘s-Gravenhage (1921
= 100).
83,5
54,1
83,0
onderhoud.
Ambtenaarsgez.te’s-Grav.enhage(1921=100)
829
Financiewezen.
0
36,3
40,2
41,3
32,5
40,9
15)
33,3
–
35,9
.
37,4
136,4 147,5
Opbrengst
Rijksmiddelen
(totaal).
..
Beursbelastin
………………………
. …
}(in millioenen)
0,266
0,323 0,262
0,257
0,523
0,407
0,483
0,296
1,392
1,709
Invoerrechten
3,04
3,14
2,81
3,37 2,86
2,98
3,30 2,82
12,35
11,96
*
Statistiekrecht
.
0,368
.
0,397
0,370
0,368
.
0,355
0,319 0,354
0,335
1,387
.
1,363
*Geg7reerd
door den
Postch.
en
Girodienst
(in niillioenen)
.161
229 298
–
248
261
271
1.078
2277
–
2501
2281
2526
2709
2239 2519 2665 9.673
10.132
*Giroomzet bij de Ned. Bank
(in millioenen)
…………..
Particulier disconto
2,90
5,-
4,60
5,-
4,75
4,69
3,80 4,23 2,63
4,–
2,14
4,-
2,34
4,-
3,23-
4,91
4,80
4,06
2,59
Prolongatie
3,11
4,42 4,34
3,61
2,59
2,08
2,11
2,84 4,93
2,16
Wisseldjsconto der Nederi. Bank}
gemiddeld pCt
{………
1.
Nederl
Staatsleeningen
.
II.
Provinc. en gemeent. leeningen
…………
0
III.
Hypbanken werkz. in Nederi. [Pbr.]……….
,
IV.
Spoorwegleeningen
. .. …………………..
Fondsen 1 tm. IV
.
75
78
76 72 73
74
76
74
78
OI
VI.
Bank- en credietinstelC [Aand. van 7 ondern.]
72 72 70
68
72 74 74
72
–
75
I
,
.
72 74
70 68
72
71 67
64
66
‘
😮
V.
Nijverheid-[Aand. van 49 ondern.]………….
-,3.la,
VIII. Indische fondsen [Aand. van 24 ondern.]
94
94 94
95
98
100 102
103 106
VII.
Scheepvaart [Aand. van 7 ondern.]
………..
IX.
Petroleum [Aand. Kon. Ned. Petr. Mij.]
85-
•
81
.86
91
98
104 100
95
95
/
Emissies
(in millioenen)
……………………………..
16,3 29,7
3,7
23,2
18,6
61,916)
70,8
18
) 9,1
13)
114,5
160,4
AantaluitgesprokenFaillissementen.
399
42j
353
352
j371
370
354
338
1.
§
Voorloopige cijfers.
.
.
niet in dezelfde maand, .dan toch binnenkort de consumenten bereikt.
11
De week, waarin een staking viel buiten beschouwing gelaten.
2]
Om-
15]
D.w.z. waarvoor restitutie van accijns
is
verleend wegens uitvoer vattende de werkzaamheden van 39 districtsarbeidsbeurzen, van drie1
in den vorm van suikerhoudende goederen.
II]
1. Op
den laatsten van
andere arbeidsbeurzen en voor zoover bekend, van de correspondent-
het kwartaal. Cijfers van Lloyds.
121
Te Amsterdam en te Rotterdam.
schappen
der
arbeidsbemiddeling.
3]
le
halfjaar.
4]
Op 1
januari.
131
Amsterdam, Rotterdam, Vlissingen, Vlaardingen
Hoek van Holland,
51
Loon
op 1
Juli.
61
Zoowel door Nederlandsche als buitenlandsche
Terneuzen, Zaandam, Deifzijl, Harlingen Maassluis,bordrecht Ijmuiden
141
becember
schepen.
71
Kolenslik
niet
inbegrepen.
Wel
zijn inbegrepen de steen-
en
overige
havens.
W.O.
400.000 I'(G. in October tjm.
kolen, welke voor eigen gebruik dienen, alsmede de kolen, die aan de
frauduleus in consumptie gebracht.
15]
Rijwielbelasting 4,3.
161
Nom. 54,0
mijnwerkers gegeven worden [z.g. ;,Deputatkohlen]”.
81
Saldo invoer
voor conversie.
17)
April.
18)
.Nom. 36,5 voor conversie.
191
Nom. 2,9
plus
eigen productie.
9]
D.w.z. onder betaling van accijns in het Vrije
voor conversie.
verkeer gebracht.
Aangenomen
–
mag worden, dat deze suiker,
zoo
al
.
–
17Juni 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
521
EMISSIES
1N
MEI
1925.
Prov. en Gemeentelijke Leeningen.
f
25.302.742,50
zijnde:
lJtrechtj2.726.000,-5o
0
ob!. 99 /°/o’)
Amersfoort
f
2.300.000,_ 5
0
/0
obi.
ft 97(
0/0 2).
Arnsterdamf 5.000.000, – 3
0
/0
premie-
obi. A 100
0/0 3).
Bandoeng
f
2.500.000,_ 6
o/
obi.
i
100
0
/0.
Delft
f
3.080.000,- 5
0
/0 obi. A 98
o
4)
.
Rotterdam
f
10.000.000,_ 5 o
o
obi.
98
/0 5).
Bank- en Oredietinstellingen ……,,
2.950.000,- zijnde:
Bank voor Nederlandsche Gemeenten
f
1.000.000,_ 5
0/
obi. a 98
0
/0.
Maatschappij voor Gemeente Crediet
f
2.000.000,- 5
0
/0
obl. It 981/
2
0
/0.
Industrieele ondernemingen ……,,
8.042.500,-
zijnde:
Beiersch-Bierbrouwerj ,,De Amstel”
f
3.500.000,- 5
oi
obi. It 97
0/0 0).
Hollandsche Kunstzijde Industrie
f
500.000,- aand. It 130 o/.
Roll. Overman Banden-Maatschappij
f
150.000,-cum.prf.wd.ad.It1000/0
f150.000,- idem Itll0oi,
Rotterdamsche Droogdok-Maatsch.
f
1.250.000,- aand. It 135 of.
/ 2.000.000,- aand.
It
999
0/
0
.
Rubber-Maatschappijen ……….,,
1.087.500,-
zijnde:
Batoe Sumatra Rubber-Maatschappij
/ 250.000,_ aand. It 100 °/o.
Java Rubber-Maatsch.
f
350.000,_
aand. It 125
0/
s
.
Rubber Cult.-Maatsch. ,,Andj asmoro”
f
400.000,- aand. It 100
010.
Diverse Oultuurondernemingen ….
Hollandsche Cultuur-Maatschappij
f
600.000,- 6
o/
obi. It 9934
0/.____________________
Totaal….
f
37.981.242,50
Deze leening diende voor conversie der 6
0′
leening
van 1920, pro resto groot / 2.687.000, -.
Hiervan was
f 2.000.000,-
bestemd voor conversie van
de leening 1922a; en
f
165.000,- voor conversie der leening
1922b.
Deze leening diende voor conversie der 5 o/ leeniug
van 1919 pro resto groot / 9.100.000,_.
°) Deze leening diende voor conversie der 7
o/
leening
1920 pro resto groot
f
1.260.000,_ en der 6
o/
leening 1919
pro reto groot / 1.750.000,_.
5)
Deze leening diende voor conversie der 6
oi,
leeningen
van 1923 en 1924, pro resto groot resp.
f
9.000.000,- en
f 4.000.000,-.
0)
Hiervan was / 2.300.000,- bestemd voor conversie der
7
o/
obi. ex leening 1920.
Totaal der emissies in Januari….
f
18.577.625,-
Februari – – ,
61.936.125,-
Maart – . –
70.842.730,-
April – . – –
9.140.515,-
Mei ……,,
37.981.242,50
Algemeen Totaal.
. f
198.478.237,50
Ook bestond hier te lande gelegenheid tot inschrijving
voor een beperkt bedrag op de uitgifte van San Paulo
1907 £ 2.000.000, – 5 o obi. 1, 66 o/, terwijl met ingang
van 14, 15 en 18 Mei resp. de inschrijving is opengesteld op:
Caritasverband van het Bisdom Mainz
f
500.000,_ 7 o
obl. 9. 100 oj.
Genossenschaft der Töchter vom II. Kreuze /250.000,– 7 o/
ob).
It
99
0/0.
Parochie H. Dionysius te Essen-Borbeck
f 1.000.000,-
8 o/
obi. 9. 100 o/.
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B. *** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
N
d
(Disc. Wissels. 4
15Jan.’25
Zwits. Nat. Bk: 4
16Jn1i
1
23
Bk Bel.Binn.Eff.
4*15 Jan.’25
N.Bk.v.Denem.
7 17Jan. ’24
(Vrsch.inR.C.
5*15 Jan. ’25
ZweedscheRbk 5j
8 Nov.’23
Javasche Bank . -.
4*20
Oct.
’24
Bank v.Noorw. 6
S Mei
1
25
Bank’van Engeland 5
5Mrt.’25
Bk. v. Tsjecho.
Duitsche Rijksbk. 9
26Feb.’25
slowakijë…
725 Mrt. ’25
Bank v. Frankrijk
7 11Dec. ’24
N. Bk. v. O’rijk.
ll2SÂpr. ’25
Belgische Nat. Bnk.
5*22 Jan.’23 N.
Bk.v. Hong. 1028
Mei ’25
Fed. Res. Bank N.Y.
3*26
Feb.’251
Bank v. Italië. 6
9Ms-t. ’25
Bank van Spanje… 5
23Mrt.
1
23
Z.-Afr.Res.bnk 5
OPEN MARKT.
1925
II
1924
II
1923 II 1914
8-13
25-30 1 18-23 11 9-14 11 11-16 11 20-24
13 Juni Juni
Mei
Mei
Juni
Juni
Juli
Amsterdam
Partic.djsc.
2518
2
1
1-3
3-
1
/
33/8
I8-
1
I2
35
1014
3
1
18-
3
I16
Prolong.
211
4
211
4
-3
2
3
14-3
231
4
-311
4
2
1
/,-3
3113.314
2114314
Londen
Daggeld
. –
3.3/
3.4
3_4114
35
1
1
142
1
13
1-1
3
14
1314-2
Partic. disc.
41-/1
431
8
_71
431_71
1
431_91
31
j16
–
3
2-
1
1s
21/
4
_3/
4
Berlijn
Daggeld
..
7-9
7-9
1
1
8-10
7112-11
–
–
–
Partic.disc.
30.55 d…
73142)
71
4
-8
8
8
–
–
–
56-90 d..
.
751
8
2)
7515
_3/
4
7314.7/5
7I8
–
–
2
1
–
1
/
Waren-
wechsel.
8
3
1-
7
1
2
)
8
3
/4-
7
/5
871
8
8
7
1-9
– –
–
New
York’)
Cali money
231
4
4
33/4_4114
331
4
.431
4
3314_4114
2-114 4_5114
131421/2
Partic.disc.
3
3
18
331
8
331s
318
–
–
–
Cail money-koers
v.
12Juni en daaraan voorafgaande
weken t/m. Vrijd.
Noteering van 12 Juni.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
13
a a
New
–
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia’)
York)
•)
)
)
)
9 Juni 1925
2.487j
1
2
.09*
59.24
1
2
.
1
9*
11
.99*
1001/
s
10
,,
1925 2.487/
s
1209.
59.23
12.25
12.13
100i
11
,,
1925
2.487/
8
12.09*
59.13
12.13
12.-
1001/
8
12
,,
1925
2.48 7/
1
2
.09* 59.24
1
2
.03*
11.80
100i1
13
1925
–
–
–
–
–
100%
15
1925
2.49
12
.09* 59.25
11.98
11.79
1001/
5
Laagsted.w.
1
)
2.48%
12
.
0
9*
59.19
11.97
11
.77* 100
Hoogste d.wl) 2.49’/
12
.
1
0*
59.26 12.30
12.20
1002/
8
8 Juni 1925
2.487/
s
1
2
.09* 59.25
11.98 11.78
1001/
8
1
,,
1925
–
–
–
–
– –
Muntpariteit
2.48%
12.10
59.26
48.-.
48.- 1
1
00
•) Noteering te
Amsterdam.
8*)
Noteering
te Rotterdam.
1)
Particuliere
opgave.
Data
Sd
J
I
Weenen Praag
J
Boeka. Milaan Madrid
1
S)
1)
rest’)
8*)
1
*8)
9
Juni 1925
48.28
35.07%
7.38
1.16
9.91
36
.
32
*
10
,,
1925
48.35
35.07%
7.38
1.16
9.87*
36.43
11
1925
48.36 35.07%
7.38
1.16
9.87
36
.
42
*
12
1925
48.34
35.07
,
t
7.37
1.16
9.83
36.27*
13
1925
– –
7.38
1.16
–
–
15
1925
48.35
35.071
7.37
1.16
9.68 36.30
Laagsted.w.l)
48.20
34.95 7.36
1.12
9.65
36.221
Hoogste d.w
1
)
48.40 35.15
7.40
1.22
9.95
36.
4
7*
8 Juni 1925
48.26
35.07% 7.38
1.16
9.92
36.27*
1
,,
1925
–
–
–
–
– –
Muntpariteit
48.-
35.-.
50.41
48.- 48.-
48.-
8)
Noteéring te
Amsterdam.
8*)
Noteering
te Rotterdam.
1)
Particuliere
opgave.
Data
1
Stock-
1
holm
8
)
1
Kopen
hagen*)
Oslo
)
fli2L
sing-
1
Buenos.
1
Aires
2)
Mon-
treal
1)
9.Juni 1925
66.65
46.80
41.85
6
.
2
7*
100
2.48%
10
1925
66
.
62
*
46.85
41.85 6.27
99%
2.48%
11
1925
66.62*
47
.
02*
42.05
6.
2
7*
99%
2.48%
12
1925 66.6
2
*
47.-
42.-
6.27
99%
2.48%
13
1925
–
–
–
6.27
2.487/
s
15
1925
66.65
47.17*
42.05
6.27*
993/
4
2.48%
Laagsted.w.
1
)
66.50
46.70
41.75
6.25
99%
2.48%
Hoogste d.wl)
66.70 47.25 42.10 6.30
9934
2.48%
8 Juni 1925
66.65 46.80 41.90
6.27
1001/
4
2.49
1
,,
1925
– – –
–
–
Muntpariteit
66.67
66.67 66.67
48.-
105
2.485%
8)
Noteering te
Amsterdam.
*8)
Noteering
te
Rotterdam.
1)
Particuliere
opgave.
522
.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17Juni 1925
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
Data
Londen
Parijs
Berlijn
Amsterda
-.
(8 per £)
(8 p.lOOfr.)
($p. 100 Mk.)
(8p.
100 g
9 Juni
1925
4,86 4,94
23,80
1
40,18
10
,,
1925
4,861/
4,88
23,80
40,19
11′
1925 4,86 4,88
23,80
40,17
12
1925
4,85
1
8/16
4,85
23,80 40,17
13
,,
1925
4,857/
8
4,86
23,80
40,17
15
,,
1925
4,861/ 4,81
23,80
40,17
2 Juni
19251
4,86
1
18
–
4,98
23,80
40,17
Muntpariteit
:.
4,8667
19,30
23,8134
408/
16
TE
KOERSEN
LONDEN.
Plaatsen en
INoteerings-I
Landen
eenheden
1
30Mei
1925
6 Juni
1
1925
ILaagste
.l
Hoogste
l
8113 Juni ’25 13 Juni
1925
A.lexandrië
P.iast. p.
£
9715/
53
97101
3,
978/
8
9715/
33
eBangkok
.-.
.
Sh.p.tical
111011
8
1/101/
8
1/108/
9
1/101/
8
1/10
1
/
8
B. Aires’) .-.
d. p.
$
45191
4534
4434
4534 447/
9
Calcutta
.-. Sh. p. rup.
1/6
116
1
/
16
1/6
1/63/32
1161/
16
Constantin.
.
Piast.p.S
887
1
4
900
900
910 905
Hongkong
Sh. p.
$
2/37132
2137/
16
2/334
2/37/
6
213151
33
Lissabon’)
d. per Mii.
27/
27/
213/,
2
28/
je
2
7
/16
Mexico
.
…..
d. per
$
26
26
25
27
26
Montevideo
1)
d. per
$
4834
48
474
48 y
4
4734
Montreal
…
$
per £•
4.86
4
•
85
H
4.85Y
4.86
1
,
4.854
R.d.Janeiro’) d. per Mii.
534
511/3253j
513/33
Shanghai
._
.
Sh. p. tael
31071
8
3117/
1e
3/1
3/28/
9
I
T
–
1
6
Singapore…
id. p.
$
2145133
2145112
214
3
1
s
,
2/434 2/47/
Vaiparaiso
2
). peso p.
£
42.30
4240 4210
42.40
1117;/
8
42.10
Yokohama
Sh. p. yen
1/8
9
/
1 8
9
132
l/8ik
1181/
9
*
Koersen der voorafgaande dagen.
1)
Telegrafisch transfert.
1)
90
dg.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
3)
Londen’) N.York’)
Londen
8 Juni 1925..
315/
9
68
8
4
8 Juni 1925..
84/1134
9
1925..
310
6834
9
1925-
84/1134
10
,,
1925..
311l/
6834 10
1925..
8411134
11
1925..
3111j
69
11
1925..
8411134
12
1925..
3134 6834
12
1925..
84111%’
13
1925..
315j
6834
13
1925..
–
14 Juni 1924..
34
13
/16
6634
14 Juni 1924- .
9518
20 Juli
1914..
2415/
16
541/
20 Juli
.
1914..
84/10
1)
in pence p. oz. stand.
2)
Foreign silver in $c. p.
oz. line.
3)
in sh. p. oz. line.
STAND VAN’s RIJKS KAS._________
wen
1
8 Juni 1925
15 Juni 1925
Saldo bij’ Nederi. Bank..
f
–
Saldo bij betaalmeesters.. ,, 5.303.059,10
Saldo b. d. Bank v. Ned.
Gemeenten ………..» 1.561.937,06
Voorschotop uit. Mei 1925
aan de gemeenten op
voor haar door Rijk te
heffen gem. ink.bel. en
opcentenopRijksink.bel. ,, 68.566.909.05
Voorsch. aan de koloniën ,, 10.527.027.27
Voorsch, a. .h. buitenland ,,212.472.660,39
Daggeldleeningen tegen
onderp. v. schatk.papier ,, 4.500.000,-
Voorsch. door de Ned. Bank
f
8.077.649,73
Schatkistbiij. in om.loop’) ,,134.904.000,-
Schatkistprom. in omloop ,,125.060.000,-
Waarv. direct bij Ned. Bk. 5.000.000,-
Zilverbons(met inbegripv.
de bedragen bij de betaal-
meesters in kas)… … …,, 18.917.828,50
Door den Postch.- en Giro-
dienst in ‘s Rijks Schat-
kist gestort ………..,, 40.049.602,39
1) Waarvan
f
37.056.000
verval en op of na 1 Apri
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
De Minister van Koloniën maakt bekend:
6Juni 1925
1
13
Juni 1925
Voorschot uit
‘s
Rijks
kas aan N.-I.
… .-. .
..
f
–
f
971.000,-
md. Schatk.prom. in
om!.
91.600.000,
–
89.700.000,-
Voorsch.Jav.Bk.aanN.-I.
8.519.000,-
,,
7.913.000,-,
Muntbiljetten in omloop.
,,
34.286.000,-
,,
34.327.000,-
Ten voordeele
v.
N.-I. ge- boekt beleggingsgeld
v.
h.
N.-I.
muntfonds….
5.276.000,-
,,
5.276.000,_
Totaal
.. . TT
f139.681.000,_
1
f38.187.000,_
Tegoed bij ‘sRijks kas. . ,,
337.000.-
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 16 Juni 1925.
Activa:
16 Juni ’25 455.336 21.970
880.406 60.212 289.475 51
9
’25 467.396 21.560
887.169 39.436 .303.306 53
2
’25 479.459 21.456
899.888 41.648 312.157 53
25 Mei ’25 479.470 21.423
875.275 45.151 316.455 54
18
1
25 479.470 21.209
892.587 31.677 315.475 54
11
,, ’25 479.471 20.849
916.415 25.651 311.555
53
16 Juni ’24 531.408 9.966
960.091 51.455 338.569 54
25 Juli ’14 162.114 8.228
310.437
6.198 43.5211) 54
iervan
-1 Paper 1 Diverse
Data
1
1
ijhat kis
Belee-
1
ophef
1
reke-
esse
ningen 1 buiten-
disconto’s
1
land
ningen
2)
16 Juni 1925
91.205
5.000 159.283
187.406
52.819
9
1925
92.902
5.000
157.312
167.007
54.645
2
1925
91.119
2.000 166.020
168.421
41.151
25 Mei
1925
88.548
–
160.430
169.092
45.088
18
1925
89.977
–
–
-159.518
165.310
52.016
11
1925
98.483
4.000
160.548
163.167
56.626
16 Juni 19241 156.019
–
140.240
93.062
111
:
747
25
Juli
19141
67947
14.300
–
61.686
20.188
509
1) Op
de basis van
215
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.
CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
Circu-
latie
Dis- conto’s
1
–
Is
°
enI
1
aan de
kolonie
IDiverse
reke-
Iningenilningen2
1
Diverse
I
reke-
1
Mei
1925
861
1.584
82
130
1.024
85
1
April
1925
880
1.547
82
185
1.110
310
1
Maart
1925 697
1.596
78
224
1.242
282
1
Februari 1925
699
1.531
79
216
1.211
291
1
Januari
1925
764
1.481
81
224
1.031
186
1
Mei
1924 610
1.216
88
274
7713
135
1)
S1ultpot der
activa.
‘)
Slultpost
der-pa*slva.
t
.
–
,, 5.583 642,20
46.645.525,64 9.414.525,36
,,21 1.555.570,83
–
f
13.883.447,63
,,1 34.838.000,-
,,121.060.000,-
5.000.000,-
17.943.448,-
39.099.323,62
1927.
1
Binnen!.Wis-1’Hfdbk.
f
39.418.105,64
seis,Prom.,
Bijbnk.
19.954.124,51
ene. in disc.!
Ag.sch. ,,
31.832 807,28
f
91.205.037,43
Papier o. h. Buiten!. in disconto –
… …
–
Idem eigen portef.
. f
187.405.683,-
–
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nog niet afgel.
–
187.405.683,-
Beleeningen
mci. vrsch.
Hfdbk. f
78.864.175 95
1fl
rk..:rt. Bijbnk.
8.998.385,62
Ag.sch.
71.420.503,80
f
159.283.065,37
Öp
Effecten.
…
.-.
158.328.815,37
OpGoederenenSpéc.
‘
954.250,_
159.283.065,37
Voorschotten a. h. Rijk
…………..
11.186.053,74
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
..
..
f
56.284.085,-
Muntmat., Goud
,, 399.051.996,18
f
455.336.081,18
Munt, Zilver, ene..
21.969.769,31
Muntmat., Zilver
Effecten
.
,,-
477.305.850,49
BeleggingRes.fonds.
f
5.603.191,67
id. van
ij,
v.
h. kapit.,
>
3.952.108,63
9.555.300,30
Gebouwen en Meub. der Bank
. .. .. •,
5.212.500,-
Diverse rekeningen.
52.818.953,82
993.972.444,15
Passiva.
Kapitaal
..
f
20.000.000,-
Reservefonds
5.655.237,53
Bijzondere reserve
….. … .-.
. ……..
8.235M00,-
Bankbiljetten in omloop
.
880.405.505,-
Bankassignatiën in omloop..
.. .. … …
2.045.567,21
.Rek.-Cour.
J
Het Rijk
f
–
saldo’s:
Anderen
58.166.414,93
58.166.414,93
Diverse rekeningen
_.
22.464.719,48
f
993.972.444,15
Beschikbaar metaalsaldo
.__….
f
289.475.286,52
Op de basis
van 2/
metaaidekking
‘ .. ,,
101.351.789,09
Minder bedrag aan bankbiljetten in
om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is. ,,
1.447.376.430,-
Voornaamste posten in duizenden
guldens.
Data
Ooud Zilver Circulatle opeischb. Metaal-
2.615.662,56 •.
schulden
saldo
17
Juni 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
523
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
Data
Goud
Zilver
Circula
lie opeischb.
metaal-
schulden
saldo
13Juni1925
1i.500
293.000
45.000 114.900
6 ,, 1925
184.500
289.000
47.500 117.200
30 Mei 1925
184.500
283.000
48.500 118.200
9 Mei 1925 ï3.551
50.04
–
2 282.821
42.199 119.435
2 ,, 1925 133.534
50.364 279.068
49.801 118.974
25Apr. 1925 133.505
50.567 276.499
49.453 119.714
18 ,, 1925 134.038
50.473 277.573
50.494 119.708
14Juni1924 145.708
64.969 257.191
62.229 147.489
16Juni1923 153.546
61.377 265.579
78.483 146.719
25 Juli1914 22.057
31.907 110.172
12.634
4.842′
Data
1
Dis-
7.
1
7tei’
Belee-
Diverse
conto’s
N.-Ind.
ningen
reke-
1
kings-
percen-
_____________
ningenl)
1
tage
13Juni1925
114.020
***
54
6
,,
1925
116.350
55
30 Mei 1925
111.950
56
9 Mei 1925
0.339
17.731
44.394
59.084
56
2
,,
1925
20.672
18.675
42.161
65.237
56
25Apr.1925
20.464
18.152
40.605
63.979
56
18
,,
1925
20.798 20.413
42.884
59.656
56
14Juni1924
35.531
16.273
64.355
16.917
66
18Juni1923
36.043
27.102
64.345
20.127
62
25 Juli1914
7.259
6.395
47.934
2.228
44
1)
Sluitpost activa.
1)
Basis
216
metaaldekking.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste
posten, onder bijvoeging der Currency Notes, in duizenden ponden sterling.
Data
Metaal
C’irculafiel
1
Currency Notes
Bedrag
1
Bankbilf.
I Gov. Sec.
10 Juni 1925
157.071
148.026
294.006 53.950
245.313
3
,,
1925
156.473
148.831
295.464
53.950
246.648
27 Mei
1925
156.690
148.183
291.507 53.950
242.583
20
1925
155.908
147.241
291.244
53.950
242.344
13
1925
153.617 147.606
292.639
53.950
243.699
6
1925
154.683
148.288
292.535
53.950
243.629
11 Juni 1924
128.213
126.136
293.958
27.0002)
249.923
22 Juli
1914
40.164
29.317
–
–
–
Data
1
00v.
Sec.
1
Other
Sec.
1
Public
1
Depos.
1
Other
1
Depos.
Reservel
1
Dek-
llings-
1
10Juni’25
39.9
70.501
8.954
112.428
28.795
23%
3
,,
’25
42.997 73.110 11.604 114.110
27.392
21%
27 Mei
1
25
37.037 75.042
15.779
106.716
28.258
23 20
’25
35.352
72.027 15.748 102.232
28.417
24
13
,,
’25
33.302 78.332
17.426
102.159
25.761
211/,
6
’25
37.610 72.735
11.021
107.717 26.146
22
11 Juni’24
58.917
70.052
10.747
122.256
:21.827
16,41
22 Juli ’14
11.005
33.633 13.735
42.185 29.297
523f
1) Verhouding
tusschen Reserve en Deposits.
2)
Gouddekking.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen francs.
Waarv.
1
Te
goed
chat-
wi
–
Data
Goud
in
het
Zilver
In het
Buit.
gewJkS
voorsch.
istbil
–
sels
buiteni.
bultenl.
ajd.
Staafeiten
1)
11Juni’25
5.547
1.864 315
577
25.200
5.041 3.771
4
,,
’25
5.547
1.864 315
577
25.200
5.023
5.177
28 Mei’25
5.547 1.864
314 578
23.850
5.013 4.595
22
’25
5.547
1.864
317
578
24.100
5.010 4.272
14
.,
’25
5.546 1.864
317 578
23.950
5.009
4.704
12Juni’24
5.543
1.864
300
570
23.000
4.716 3.727
23Juli’14
4.104
–
640
– – –
1.541
Waarvan
UitRe-
Bel
J
_Rekg.
Courant
Data
op het
buiteni.
stetde
Wissels
g
Circulatie
Parti-
culieren
Staat
ii Juni’25
26
6
3.164
43.387
2.025
4
4
,,
’25
23
6
3.045
43.648 2.040
27
28 Mei’25
18
6
2.989
42.703 2.124
52
22
’25
20
6
3.063
42.750
1.923
6
14
’25
23
6
3.085
42.991
2.000
43
12Juni’24
28
9
2.733
39.897
1.920
15
23 Juli’14
8
–
769
5.912 943
401 1) In disc, genomen wegens voorsch. v. d. Staata. buiteni. regeeringen
DUITSCHE R!JKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.
Daa
0
”
ud
Daarvan
bij bui-
tenl.
circ.
banken
1)
Deviezen
als goud-
dekking
geldende
Andere
wissels
en
cheques
Belee-
ningen
6 Juni 1925
1.015,8 52,2
338,6
1.522,2
4,2
31 Mei
1925
1.015,7
56,5
338,6
1.648,4 27,9
23
1925
1.015,3
65,5
338,4
1.351,3
16,6
15
,,
1925
1.014,8 86,5 338,3 1.416,9
16,2
7
1925
1.014,3 117,9
338,1
1.492,3
7,7
30April1925
1.014,2
117,8 338,1 1.496,2
77,0
23 Juli
1914
1.356,9
–
–
750,9
50,2
Data
1
Effec-
1
Diversel Circu.
1
Rekg.- 1 Diverse
1
ten
IActiva
2
)
latie
1
Crt.
1
Passiva
6 Juni 1925
201,0
1.090,1 2.488,1
678,5 769,2
31 Mei
1925
200,6
963,9 2.608,8
581,5
759,3
23
1925
200,4
1.161,0 2.202,8
836,4
821,0
15
,,
1925
200,3
1.149,0 2.269,5
787,4
845,0
7
1925
200,3
1.163,1 2.386,5
754,4
825,3
30 April 1925
200,1
1.123,0 2.451,8
705,8
831,4
23 Juli
1914
330,8
200,4 1.890,9
1
944,-1
40,0
1)
Onbelast
2)
Wo.
Rentenbankscheine 6 Juni, 31, 23,
15,7
Mei,
resp. 444,5; 313; 538,2; 502; 466,9; 416 miii.
BANQUE NATIONALÈ DE BELGIQUE.
Voornaamste posten in millioenen francs.
Data
……
nn_’
.’
•-
,
,2
15
.,..-
a
‘
.2
3uni25
381
85
480
1.239
990 5.200
7.485
2 ,,
’25
380
85
480 1.127
409
5.200
7.531
1
Mei ’25
379
85
480
1.223
320
5.200
7.489
2
’25
378
85
480 1.231
276
5.200
7.483
1
’25
378
85
480 1.280
293
5.200 7.530
2
’25
378
85
480
1.268
345
5.200
7.566
2
Juni’24
356
85
480 1.312
406
5.250
7.604
1
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE
BANKS.
Voornaamste posten
in snillioenen dollars,
Goudvoorraad
Wettig
Wissels
–
–
betaal-
,,,
Data
Totaal
Dekking
F. R.
middel,
Zilver
ii’s’c’v
i.
,
bedrag
Notes
etc.
member
markt
banks
gekocht
27 Mei ’25
2.838,0
1.583,7
143,8
414,0
2
7
.8,4
20
1
25
2.834,6
1.581,9
146,0
338,4
276,0
13
’25
2853,5
1.629,0
.140,7
338,7
283,0
6
’25
2.845,5
1.613,9
141,7
410,6
278,5
29Apr.’25
2.851,1
1.598,5
142,0
400,0
266,8
22
,,
’25 2.844,3
1.614,0
141,5
412,4
275,5
28 Mei ’24
3.117,8
2.150,3
96,5
429,6
86,8
Belegd
I. u.
,
–
F.R.
Notes
Data
Totaal
Gestort
Ö5-
Dek-
Algem.
Dek-
___________
Gov.Sec.
in
circu-
latie
O;
Kapitaal
kings- kings-
perc.’)
27 Mei ’25
349,2
1.670,6
2.201,9
115,5
73,2 77,0
20
’25
358,4
1.656,5
2.176,4
115,4
73,9
77,8
13
’25
380,0 1.676,2
2.200,0
115,3
73,6
77,2
6
’25
375,7
1.683,0
2.232,3
115,2
72,6
76,3
29Apr.’25
349,0
1.683,9
2.187,4
115,2
73,6 77,3
22
,,
’25
353,1
1.687,7
2.217,8
114,7
72,8
76,5
28 Mei ’24
333,3
1.891,1
1.997,4
111,5
80,1 82,7
1)
Verhouding
totalen
goudvoorraad
tegenover opeischbare schulden:
F.
R. Notes
en netto deposito.
2)
Verhouding totalen
voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE
BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL. Voornaamste posten in millioenen dollars.
Data
Aantal
Dis-
conto’s
Beleg- Reserve
bij
de
Totaal
1
depo-
1
Waarvan
time
banken
en
beleen.
gingen
.
F.R.
banks
sito’s
deposits
20 Mei’25
736
13.097 5.486
1.591
17.990
5.158
13
’25
736
13.167
5.448
1.616 18.135
5.134
’25
736
13.185 5.483
1.646
18.084
5.098
29Apr.’25
736
13.232
5.484
1.608
18.087
5.063
22
,,
’25
736
13.130 5.506
1.632
18.036
5.064
21 Mei ’24
749
11.980
4.621
1.453
15.836
4.316
Aan
het
eind
van ieder
kwartaal
wordt
een
overzicht
gegeven van
enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
aan
enten-
bank
9,1 9,8
10,5
14,0
19,3
24,7
Apr.,
b
11
4
28
20 14
7
12
19
34
21
90
13
04
60
524
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17Juni1
92
5
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 15 Juni 1925.
V’au de internationale .effeetenmarkten heeft clie van
B e r lij ii gedurende cle achter ons liggende berichtaperiocle
wel het sterkst de aandacht op zich gevestigd. De nawer-
king van cle berichten omtrent de moeilijkheden van het
Stinnes-concern is zeer heftig geweest. Niet .alleen heeft
men pesaimistisohe bespiegelingen gehouden naar aanlei-
ding van de onvermijdelijke inkrimpiiig, welke het con-
cern zal moeten ondergaan, doch ook is vrees ontstaan
ten. aanzien van andere belangrijke iuclustrieele groepee-
ringen in Duitschlanci. Zelfs zijn te deren opzichte reeds
bepaalde namen genoemd, waaromtrent echter een prompte
tegensp
r
aakc is gevolgd. Voorloopig heeft men in ernstige
lcringexk deze geruchten dan ook beschouwd, als een uit-
vloeisel van de nerveuze spanning, ivele is ontstaan. De
koersval van cle Stinnespapieren in het bijionder, doch ook
van alle andere inciustrieele aandeelen is zoo heftig ge-
weest, dat iiet bankiersconsortium, dat vrijwel pernianent
is geworden en eertijds is opgericht met het doel steun
te verleenen in perioden, waarin bijzonder asse koers-
clalingen te constateeren zouden zijii in aandeelen, die dit
naar het oordeel van het consortium niet verdienden, we-
der heeft ingegrepen. Dientengevolge is een .klejn herstel –
ontstaan, dat echter slechts voor een gering deel de voor
–
afgegane koersverliezen heeft kunnen nïvelleeren. Ook uit
het buitenland zijn verkoop-opdrachten gekomen, naar men
aanneemt tot het opbouwen van coutramineposities, om-
dat men daar bevreesd zou zijn voor het opzeggen van
creclieten door buitenlandsche bankiers en men in verband
hiermede een verdere daling voorzag. Het slot der berichts-periode is dan ook weinig opgewekt geworden.
Te P a r ij s heeft een iets betere tenciecis baan kunnen
breken, als gevolg van het herstel in den koers vau het
Fransche betaalmiddel. Bepaalde oorzaken konden voor
dit ‘herstel niet worden aangegeven, tenzij het de mede-
deeling van den minister van financiën Caillaux is ge-
weest, dat hij nA. gebruik zou maken van het .z.g.,,Mor-gan”-crediet om baisse aanvallen tegen den franc te kee-ren. Tegelijkertijd heeft hij verklaard, dat cle groote aan-
koopen van buitenlandsche ruilmiddelen, speciaal van ster-
ling, welke de vorige week op
te
merken zijn geweest,
toegeschreven moesten worddn aan regeerings-aankoopen
ten hehoeve van schulddelging in Londen. Van welken aard deze schulden zijn geweest;verd niet aangegeven. De fond-
senmarkt heeft voorts steun verkregen uit de houding van
de finaueieeid commissie uit cle Kamer, waar de voorstel-
len tot het sluitend maken van de begrooting met wel-
willendheici zijn ontvangen en behandeld. Niettemin is men
ter beurze op den definitieven afloop van deze beraadsla-gingen nog niet al te gerust, zoodat men slechts met aar-
zeling heeft toegegeven aan den drang tot aankoopen,
welke onwillekeurig van het herstel van den 1 rap.cskoers
is uitgegaan. Te L o n d e n is de stemming zeer kalm gebleven. Alleen
voor enkele afdeelingen is een iets grooter levendigheid
ontstaan, met name voor rubber, petroleum en kunstzijde.
Daarentegen is de beleggingsmarkt nog steeds vrijwel apa-
thisch gebleven. De hoofcioorzaak moet worden gevonden in het groote aantal niet geclasseerde leeningen, welke nog
boven de fondsenmarkt zweven. In verband hiermede zijn
ook verschillende nieuwe leeniingen, welke reeds waren aan-
gekondigçl en waarvan de emissie deze week had moeten
plaats vinden, uitgesteld.
Te New Y o r k is cle tendens veel vaster geworden,
daii een week. geleden het geval ivas. De omzetten hebben
zich sterk uitgebreid; op verschillende dagen zijn meer clan
een millioen aandeelen verhandelcl. Tegelijkertijd hebben
cle koersen zich over het algemeen vrij sterk kunnen ver-
heffen, ondanks verschillende tegenwerkende factoren. Zöo
heeft het officieele oogstrapport •van de regeering een o-
brengst van slechts 6131 millioen bushels in het vooruit-
zicht gesteld, doch de markt heeft hierop niet gereageerd,
omdat de Juni-taxaties gewoonlijk later sterk herzien moe-
ten worden. Ook degraanmarkt deelde dit oordeel, getuige
het feit, dat de graanprijzen eerder aan den lagen kant
waren. De effectenbeurs heeft voorts een stimulans ver-
kregen door cle tekenen vali opleving, welke de staalnijver-
heicl gedurende de achter ons liggende week heeft getoond.
T e ii o u z en t is de beursweek uitermate stil geweest.
Ook de
beleggingsafdeeling
heeft niet van eenige levendig-heici blijk gegewen. Als regel is de stemming hier vast ge-
wecht; de oorzaken, welke reeds langen tijd er toe hebben
bijgedragen, dat voor beleggingspapieren goede vraag blijft
bestaan, zijn ook gedurende de achter ons liggende dagen
niet gewijnigd. Zoo waren inheemsche staats-, provinciale
en gemeentelijke leeningen voortdurend gevraagd
j
terwijl
ook dle nieuwe emissies van beleggingsfondsen een goed ônthaal hebben gevonden. Van de buitenlandsche soorten
bleven Chineesche obligaties aangeboden, in verband met
dc oiigeregelclheden in het dehbetreffende land: 6 pCt.
Ned. Werk. Schuld 1922: 1047/
s
, 104
11
/
is
, 104
5
/s; 4% pCt.
Ned. Werk. Schuld 1917:
96%,
96%, 97; 7 pCt. Neci.-Indië:
102%, 102%, 102
11
/i;
4% pot. Port. Tabak: 55, 56, 59;
5 pCt. . Brazilië 1903: 73, 73%, 74%; 8 pCt. Sao Paulo
1921 99
1
i/,
99L5/o
Van le aandeelenmarkten is de grootste levendigheid
voor
petroieuinwaarden
en wel voor adndeelen Koninklijke Peti
–
oleum Maatschappij gereserveerd gebleven. Het
jaarverslag heeft ter beurze een gunstigen indruk ge-
maakt; klaarblijkelijk ilras dit ook in het buitenlandl liet
geval, getuige de aankoopordlers, welke zich op sommige
dagen te Amsterdam voor buitenlandsche rekening hebben
geconcentreerd. Ook is het wellicht van invloed geweest,
dat het benzineverbruik in Amerika gedurende April
35 pCt. grooter is geweest dan dat gedurende dezelfde
maand van het vorig jaar. Consols hebben tegelijkertijdl
iets in koers kunnen monteeren, vermoedelijk in verbandl met het feit, dat de jaarvergadering van de Astra Romana,
waar over het uit te keeren dividend een beslissing zal
moeten vallen,
thans
is vastgesteld en wel op 22 Juni a.s.
Dordtsche Petroleum md.: 355%, 360, 371%; Geconsoli-
deerde Petroleum Cy.: 148%, 151%; Koninklijke Petro-
leum Mij.: 3857%, 388%, 397%.
De
suikermarkt is
zeer kalm gebleven, doch met een be-
trekkelijk goedeii ondertoon, ondanks de niet zeer vaste
houding van de Cubanoteeringeu te New York. Het ‘aren
meer in het bijïoiider de minder courante sooiten, die een
prijsverbetering hebbei.i kunnen behalen, doch ‘in sommige
gevallen was deze slechts van voorbijgaanden aard. Cul-
tuin- Mij. der Vorsteulandèn 168%, 170%, 1697%; Handels-i’erg. Amsterdam: 552,
549%,
554; Java Cultuur Mij.: 328,
319
1
31.3%, 315; iÇriat: 115, 111, 110% ; Ned.-Ind. Suiker
Unie: 238%, 233%, 236%, 212% (ex div.); Poerworecljo: 128%, 127%; Soemberredjo: 163, 143% (ex div.) ; Jepper
Cultuur Mij.: 735, 740, 615 (ex div.).
Tabakïcen
hebbéu bijna geen handel te aanschouwen ge-
geven. Nu de voorjaarsinschrijvingert vrijwel achitêr den rug zijn en de enkele, welke nog gehouden moeten worden, geen
verrassingen meer kunnen brengen, is de belangstelling
voor tabaksaandeele ii sterk ingekrompen. De weeiberichten
zijn nog te weinig onrlijnd, om hierop reeds een oordeel
omtrent den komenden oogst te vestigen en derhalve richt
het publiek, dat anders gewend is belang te stellen in
tahaksaandeelen, zijn aandacht op andere objecten Arends-
burg:
410%,
.413%, 412; Deli 13atavia: 320,
327%,
325;
Deli Mij.: 395%, 393%; Seuemba’h: 408,
404%,
404.
De
‘rubbei-markt is
door de gestadige rijzing van den laht-
sten tijd eenigszins vermoeid geworden, doch van een in-
zinking is nog geeli sprake geweest. Hiertegen zou zich
trouwens het nog steeds hooge niveau van den rubberprijs hebben verzet. Ook de slinkende voorraden te Londen – al
geschiedt de achteruitgang in een veel minder snel tempo
dan éukehe •w’eken geleden – hebben op de behoefte aan
dadelijk beschikbaar product gewezen. Tevens hebben de
uitingen van Amerikaansche 2ijde, waarin men de aandacht
vestigde op het belang van de Amerikaansehe consumen-
ten bij een uitbreiding der Nedeilandsch-Indisehe productie,
niet den indruk gevestigd, dat men binnen afzienbaren tijd
voor een overstrooming van de markt met rabber uit En-
gelsch-Indië beducht behoeft te zijn. Deze factoren te zametI
hebben ertoe bijgedragen, dat de markt, hoewel niet gerug-steund door nieicw’e kodporders van beteekenis, haar vaste
houding ten volle heeft kunnen bewaren. Amsterdam flub-
ber Cultuur Mij.: 230
5
/s, 232,
228%;
Java Caoutchouc:
141, 140, 137; Ned.-Iiid. Rubber & Koffie: 235, 233; Oost-Java Rubber:
258%,
253, 262, 255.; Serbadjadi: 239, 242%,
239; Tjiboeni rrji
pongpo
k
:
126, 1.29%, 130.
&heepvaartaandeelcn
zijn
vridwel
verwaarloosd gebleven.
Voor zoo’ver er van handel sprake is geweest, viel eerder
eén dalende tendens te onderscheiden. De achteruitgang van
het inclexcijfer voor de internationale vrachten heeft er niet
toe bijgedragen een opgewekter stemming te doen door-
breken. Holland-Amerika Lijn: 64%, 67,
66%;
Java-
China-Japan Lijn: 103, 100, 101; Kou. Ned. Stooboot Mij.:
60%, 62%; Ned. Scheepvaart Unie: 146%, 142%, 1453/
4
;
Stoomv. Mij. Nederland: 150, 1517%, 152.
De afdeehing voor
binneiiiandsche industrieele aandeeleuv
was veel kalmer dan de vorige iveek. Toch was de onder-
grond hier bepaald vast te noemen, hoewel dood den klei-
neren handel de geweldige koersverschillen, zooals onlangs
hij aandeelen Nedeilandsche Kunstzijdefabrieken zijn voor-
gekomen, niet meer op te merken zijn geweest. Alle kunst-
17Juni 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
525
zijde-aandeelen echter ontmoetten nog goede vraag; ook Philips-aandeelen mochten zich in voldoende belangstel-
ling verheugen. Centrale Suiker Mij.:
113%,
114%, 116%;
Feyenoord: 130%, 132%, Hollandia Melkproducten: 122,
117,
120%;
Hollandsche Kunstzijde md.: 188,
177%,
181;
Jurgens: 102, 103, 102%; Ned. Gist- en Spritusfabriek:
324, 318%, 325, 328; Ned. Kunstzijdefabriek:
444%,
434,
447; Philips Gloeilampen mci.: 459, 443, 450; Rotterdam-
sche Droogdok Mij.: 159%, 160, 159; ,,Meakubee” Mij. t. b.
v. Kunstzijde: 145, 142, 146, 144.
Bo.nkanndeelen
varieerden slechts matig, doch bleven over
het algemeen vast. Amster.da.msche Bank: 149, 146%,
146%; Incasso Bank:
108%,
109; Koloniale Bank:
195, 193%, 194%; Ned.-Ind. Handels Bank: 148%, 150,
149/; Ned. Handel Mij.: 1327/
s
, 1277/
s
(ex div.), 127/s;
R’damsche Bankverg.:
77%,
80, 797%; Twentsche Bank:
127, 128.
De
mijna[deeliny
heeft geen aanleiding tot bijzondere op-
merkiisgen gegeven. Alg. Exploiratie Mij.: 86, 84%, 89%; Billiton Mij.: 485 (ex div.), 492; Ned. Surinaamsehe Goud
Mij.: 28, 27; Redjang Lebong: 282, 274, 277.
De
Amerikaansche markt
sloot zich geheel bij Walistreet
aan en was dus over het algemeen vast van toon. Anacon-
da Copper: 75%, 76%,
797/;
American Water Works:
315, 325; Studebaker: 1140, 1129, 1140; United States
Steel Corp.: 114,
116%,
117; Atehison Topeca: 118%,
117%, 119; Ene:
2
8%, 28%; St. Louis, San. Francisco:
79%,
799/;
Union Pacific Railroad: 140, 13S, 140%
Wabash Rw.: 27%,
26%,
27
1
/
1
,
De
gcldniarkt is
wederom iets ruimer geworden; prolon-
gatie noteerde 2%
a
2% pCt.
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
16 Juni 1925.
Den dag na het schrijven van ons vorig overzicht ver-
scheen het officieele oogstbericht van Washington. Dit be-
vestigde ten volle de pessimistisohe berichten betreffende de winter-t a r we, aangezien cle raming van 445 millioen
bushels verlaagd is tot 407 millioen tegen een opbrengst
van verleden jaar van 519 millioen.’ Ofschoon de stand
van de zomertarwe aangegeven wordt door het cijfer 87,1
tegen 82,3 op 1 Juni 1924 wordt de oogst van zomertarwe
toch slechts geschat op 254 millioen bushels tegen een
opbrengst van verleden jaar van 282 millioen. De totale
oogst in de V. St. wordt dus wel zees- klein geschat en
(it versterkte de opvatting der hausse-partij, dat cle V. St.
het a.s. seizoen geen export-saldo beschikbaar zullen
hebben. Toch heeft in de afgeloopen week de markt eene –
gevoelige daling ondergaan. De Juli-termijn daalde van
165% tot 153, de December-termijn van 164% tot 152/.
Deze daling is hoofdzakelijk terug te brengen op eene na-
tuurlijke reactie na de hausse-beweging gedurende de laat-
ste maand. Zeer veel tarwe is in de Staten dooi specu-
lanten gekocht en dezen wilden nu gaarne hun winst reali-
seeren. Dit veroorzaakte een grooten druk op de markt,
waarbij nog kwam, dat de oogstberichten in Europa voort-
–
durend gunstig blijven, terwijl ook de vooruitzichten in
Canada goed zijn. De daling in Winnipeg is dan ook even
sterk als. in Chicago, voor de oude oogst zelfs nog ste
r
k
ej
:.
In Argentinië is de baisse nog veel sterker geweest dan
in cle V. St., vooral van den l3den op den 15den, toen
de Juli-noteering van 14,40 tot 13,65 terugliep. Aangezien
op 8 Juni, Juli 15,15 noteerde, bedraagt de daling in een
week tijds 10 pCt. Deze daling heeft nog geen aanleiding
gegeven tot verlevendiging van de vraag: wel is waar zijn
de wereldverschepingen in de afgelopen week klein ge-
weest, zoodat er nergens in Europa voorraden van betee-
kenis zijn, doch de nienwe oogst begint te naderen en er
wordt niet moer gekocht dan volstrekt noodzakelijk is.
Over het algemeen is het weer in Europa warm en droog
geweest, doch voor de graanoogsten is dit geen bezwaar,
eerder een voordeel, aangezien aanvankelijk de regenval
zeer voldoende geweest is. De toekomst hangt nu voor een
belangrijk deel af van den Canadeeschen loogst, doch het zal
nog geruimen tijd duren voor dienaangaande eenige zeker-
heid te verkrijgen is, aangezien zelfs een goede oogst op
het laatste oogenblik door vorst deerlijk gehavend kan
worden, slechts in September zuilen wij hieromtrent meer
kunnen weten.
De r o g g e markt volgde de beweging van tarwe. De
omzet was uiterst gering; in de V. St. zelf is het verbruik
van rogge klein en de importlanden waren zeer voldoende
voorzien, zoodat slechts zaken plaatsvonden in onverkocht
verscheepte pal
–
tijen, die verre beneden de Amerikaansche
pariteit aangeboden werden. Juli-rogge te Chicago daalde
van 117 tot 106. De rogge-oogst staat er, vooral in Duitsch-
land en Nederland, uitstekend voor en indien het tegen-
woordige weer voortduurt, zal hij zeer vroeg zijn. Boven-
dien luiden de berichten uit Rusland zeer gunstig. De
Sovjetregeering verwacht dit jaar een export-surplus van
3 ft 4 millioen ton graan, waarvan een zeer belangrijk
deel rogge zal zijn.
De m als markt ontwikkelde zich op dezelfde wijze als
cle vorige week omschreven, doch waarschijnlijk ook onder
invloed van de flauwe tarwemarkten, daalden nu ook latere
termijnen scherp. In de Europeesche havens was er aan-
zienlijke concurrentie tusschen Platamaïs en Donaumaïs.
Van deze laatste soort kwam vooral in Nederland tame-
lijk veel aan, waarvan een aanzienlijk deel nog onverkocht
was. Waar voor de eerst aankomende mais een zeer veel
hoogere prijs gevorderd werd dan voor later arriveerende
mais, kocht de consumptie slechts zeer schoorvoetend; de
prijzen zijn dientengevolge scherp gedaald. In Chicago bleef
maIs aanvankelijk nog prjshoudend, doch
01)
den 15den
viel de markt 6 cts., zoodat de daling gedurende cle week
13% cts. beclrapgt. De aanvoeren in de V. St. zijn weder-
om iets afgenomen, doch in verhouding tot de consumptie
nog iets te ruim, zooclat de zichtbare voorraad iets toege-
nomen is. Van Argentinië werd wederom meer mais afge-
Noteeringen.
Chicago
1
Buenos Aires
Data
Tarwe
Maïs
Haver Tarwe Mats L(nzaad
full
Juli
full
Juni
I
Juni
I
Juni
13Juni’25
159′,,
114
52
8
/8
14,40
9,10
21,35
6
,,
’25
169
116j
535,
15,15
9,40
21,65
13Juni’24
11134
80
7
/
8
47
11,80
1)
7,65
1
)
20,05
1)
13Juni’23
11134
813/,
41
6
/8
11,75
1)
8,40
1
)
22,05
1)
13Juni’22
1108/
605/,
34
11,80
2)
7,40
2)
18,35
2)
20Juli’14
82
56z,,
3634
9,40
1
5,38 13,70
1)
per Juli,
2)
per Augustus.
L000prijzen te Rotterdam/Amsterdam.
s
oorten
15
Juni
1925
8Juni
16
Juni
Tarwe’
.
…
.
……….
16,75 17,50 13,35
Rogge (No. 2 Western) ..’
12,75 13,50
9,70
Mais (La Plata)
.. .. ._
‘
254,-
268,-
184,-
Gerst (48 ib. malting)
….’
248,-
253,-
197,-
Haver (38 lb. white clipp.)l
12,40
4
)
12,40
4
)
9,80
4
)
Lijnkoeken (Noord-Amen-
kavan La Plata-zaad)
1
13,60
13,20
11,75
Lijnzaad (La Plata)
…..
8
466,_
473,-
401,-
1) per 100 KG.
2)
per 2000 KG.
8)
per 1960 KG.
No.2 Hard/Bed Winter Wheat.
4)
Canada
No. 3.
AANVOEREN in tons van 1000 KG.
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
7113
Juni
Sedert
Overeenk.
7/13
Juni
Sedert
Overeenk.
1925
1
Jan.
1925
tijdvak 1924
1925.
1Jan.
1925
tijdvak
1924
1
1924
Tarwe
35.001
476.763
439.818
–
9.498
14.427
486.261 454.245
Rogge
11.366
92.760
218.320
–
–
3.775
92.760
222.095
Boekweit
. .
.. ..
._
871
14.725
11.886
–
–
14.725
11.886
MaIs
20.653
290.403
313.346
–
2.893
37.244
50.994
327.647
364.340
Gerst.
..
4.858 72.865
141.706
–
3.158
27.072 76.023
168.778
Haver
.._…..
3.107
80.862
89.104
–
150
305
81.012
89.409
Lijnzaad
…
4.220 80.932
121.701
–
19.740
42.195
1
100.672 163.896
Lijnkoek
2.655
101.282
92.081
–
–
700
101.282
92.781
Tarwemeel
.
. .
…
.
_.
1.598
43.100
118.213
73
8.047
11.491
51.147
1
129.704
Andere meelsoorten
–
38
3.187
3.498
– –
–
3.187
3.498
526
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 Juni 1925
laden en bij gebrek aan vraag drukt deze mais zwaar op
de markt. Ook Zuid-Afrika verlaagde de prijzen, doch voor
deze
soort was er wel eenige belangstelling.
In ge r st kwamen er al heel weinig zaken tot stand.
De noteeringen in Amerika hielden
a
i
ch, althans in ver-
gelijkng tot diie van andere graansoorten, Vrij goed, maar
de consumenten in Europa toonden al uiterst weinig, be-langstelling, zoodat de prijzen in Europeesche havens in
verhouding iets meer daalden.
Na de willige h a v e r markten in Amerika van de vo-
rige week, konden deze week de haverprijzen evenmin
stand houden. Het officieele oogstbericht van Washington
duidt aan, dat de stand sleChts 79,6 tegen verleden jaar
83 geschat wordt. De oppervlakte is evenwel zeer veel.
grooter dan een jaar geleden, zoodat de totale oogst iets grooter geraamd wordt dan verleden jaar om dezen tijd.
–
.
SUIKER.
– De afgeloopen week bleven de suikermarkten onder den
invloed der weersgesteldheid in Amerika en Europa.
Toen in de V. S. de hittegolf een einde nam, werd dit
dadehjk merkbaar in de noteeringen te New York, welke
het volgend beeld te zien gaven:
Sp. C. Juli Sept. Dec. Jan.
Slot voorafgaande week ……….4.43 2.74 2.86 2.91 2.90
Opening verslagweek ……….4.46 2.74 2.86 2.93 2.90
Slot verslagweek …………4.40 2.67 2.81 2.88 2.87
In prompte Cubasuiker kwamen zaken tot stand tot
2s d. c. c. & f. New York, terwijl eenige ladingen prompte
verscheping naar Engeland in de tweede hand tot sh 1217 cif.
werden verkocht.
De ontvangsten in de At!. havens der V. S. bedroegen
deze week 86.000 tons, de versmeltingen 75.000 tons
(tegen 63.000 tons in 1924) en de voorraden 229.000 tons.
De Cubastatistiek is als volgt:
1925
1924
1923
Tons
Tons
Tons
Weekontvangsten 6 Juni ’25 ..
78.422 45.496
63.338
Tot. sedert 1 Dec.’24-6 Juni ’25 . 3.971.1623.306.270 3.089.805
Aantal werkende fabrieken
31
13
9
Weekexport 6 Juni 1925 ……114.191
75.496
71.649
Totaal exp. 1 Jan._6 Juni ’25 2.716.268 2.306.494 2.429.473
Totale voorraad op 6 Juni’25 .. 1.254.894 899.726 661.232
Het totaal van den oogst op 11 dezer bedroeg 4.928.000
tons tegen 3.971.660 tons verleden jaar.
De Europeesche markten waren over het algemeen
prijshoudend, doch de eerste regenbui deed dadeljk eene
zwakkere stemming ontstaan.
De zichtbare voorraden zijn volgens Czarnikow:
1925
1924
1923
Tons
Tons
Tons
Duitachiand 1 Mei ’25
……
453.000 642.000
723.000
Tsjechoslowakije 1 Mei ’25
407.000
288.000
200.000
Frankrijk 1 Mei ’25 ………
292.000
110.000
114.000
Nederland 1 Mei ’25 ……..
109.000
92.000
126.000
België 1 Apr. ’25
166.000
62.000
59.000
Engeland 1 Mei ’25
………
311.000
417.000
306.000
Europa.. 1.738.000 1.591.000 1.528.000
V.S. Atlant. havens 10 Juni’25 229.000 249.000 189.000 Cuba alle havens 6 Juni ’25.. 1.255.000 900.000 661.000
Totaal .. 3.222.000 2.740.000 2.378.000
Op J a v a was de markt vaster. De V.I.S.P. verkocht
het ditjarige restant witte suiker (volgens laatste raming
30.000 tbns) tot
f 10.(.
Daarna vonden herverkoopen tot
iets hoogere prijzen plaats. Voor No. 16 en hooger liepen
prijzen van
f
8( tot
f
8
5
/s op.
De Mei-verschepingen bedroegen 51.242 tons tegen 75.771
tons in 1924. Het rendement van 72 fabrieken bedroeg
p 1 Juni 17 pOt. meer dan op dat tijdstip verleden jaar.
De totale oogst 1924 bedroeg 32.346.170 picols of 1.966.240
tons, hetgeen 3.074.067 picols of 186.865 tons meer is dan
de oogst 1922, welke tot dien tijd de grootste was, die
ooit geproduceerd werd.
Hier te lande opende de markt deze week in vaste
stemming en werd
f
197/
B
verlangd voor Juni,
f
l9s/
l
voor
Augustus en het najaar. Daarna brokkelden prijzen echter
af en wilden koopers niet meer betalen dan resp.
f
19
en
f
19
1
/ voor dezelfde termijnen. Na een korte vleug van
betere prijzen zakten de noteeringen echter weer wat in
en sloot de markt in kalme stemming met zaken tot
f
19oj voor Augustus en
f
1934 voor het najaar. De omzet
bedroeg deze week ongeveer 2000 tons.
NOTEERINGEN.
Data
Amster-
dam per
•
Londen
New
York
960
Centri-
Tates Whlte Java’s
f.o.b. per
1
–
Cuba’s
1
96
1
c.1.f.
Aug. Cub&
No. 1
Juni/Juli Juni/Juli
fuga is
kristalsulker
Sh.
Sh.
Sh.
$
ets.
basis 99°
15 Juni’25
f
197/
.3513
15/1
12/9
4,40
8Juni’25
,,
199/
35/3
1513
12/9
4,46
15 Juni
1
24
237/
16
4019
19/6
17/9
5,02
15Juni
1
23
3215/
16
66/6
23/6
301-
7,28
ruwsuiker
basis 88°
4 Juli ’14
f 11
18
f
181_
–
–
3,26
14
basis 99°
1)
Het verschil tussehen ruwsuiker 88
0
en kristalsuiker
990 is aan te nemen op
f
3,- per 100 KG.
KATOEN.
Noteering voor Loco-Katoen.
(Middling Uplands.)
12Juni
1925
5Juni
1925
29Mei
1
1925
11Juni
1
1924
11Juni
1
1923
New York voor
/
Middling
. 23,65 c
24,70 c
23,75 c 29,25 c
29,90 c
New Orleans
voor Middling
24,05 c
24,85e
23,96 c
29,40e
29,75 c
Liverpool voor
Middling
.
._
13,36 d
–
d
13,04 d 17,48 d
16,98dS)
*) Voor fully middiing ouden Standaard.
Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).
1
Aug.’24 Overeenkomstige periode
tot
5Juni’25
1923-24
1922-’23
Ontvangsten Gulf-Havens. )9289
6645
5643
Is
Atlant.Havens
Uitvoer naar Gr. Brittannië
2489
1611
1243
,,
,, ‘t Vasteland
ete.
4361
3206
2623
Japan
… ..
877
578
612
Voorraden.
(In duizendtallen balen).
Overeenkomstig tijdstip
5Juni’25
1924
–
1923
Arnerik. havens .
_. .. …
445
347
364
Binnenland .
308 324
413
New York
–
143 65 89
New Orleans
..
98 126
90
Liverpool .
…
569
242
250
Marktherieht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,
Manchester, d.d. 10 Juni 1925.
Prijzen van Amerikaansche katoen zijn sedert ons laat-
ste rapport zeer onregelmatig geweest. Na de publicatie
van het eerste Bureau-Rapport op 2 dezer, hetwelk een
conditie aangaf van 76,6 tegen 65,6 een jaar geleden, daal-
den futures, zoowel in New York als in Liver.pool direct
den volgenden dag, hoewel prijzen zich eChter spoedig weer
herstelden. Juni-futures in Liverpool bereikten gisteren
12,49 tegen 12,34 op Vrijdag voor Pinksteren. Egypti-
sche katoen toont weinig verandering en de berichten over
den nieuwen oogst luiden gunstig, hoewel de oogst laat is
vergeleken met verleden jaar.
Spinnerijen van Amerikaansche garens waren tot gis-
teren voor de gewone Pinkstervacantie gesloten en de da-
ling in het ruwe materiaal ie voor spin.ners wel een tegen
valler. Er bestond algemeCn een zeer goede vraag, hoewel
verkoopen, zich slechts tot kleine hoeveelheden beperkten.
Enkele spinners rapporteerden meer zaken, hoewel prijzen
over liet algemeen laag waren. Deze bemerkin.gen gelden voor
alle soorten, zoowel twist als wef t voor binnenland en ook
voor export. In gebwijnde garens ging iets om voor bin-
nenlandech gebruik. In de Egyptische soorten is de vraag
over het algemeen slechts gering en zijn verkoopen van
weinig beteekeziis. Ook zijn er zaken gedaan in fijne ge-
merceriseerde getwijnde garene voor export, doch behalve
dit ging er weinig om. De markt heeft nog geen tijd ge-
had om na de vacantie weer op verhaal te komen.
De doekmarkt toont na de vacantie slechts weinig ver-
andering en het schijnt wel, dat men tea gevolge van het
prachtige weer langer vacantie neemt dan gewoonlijk; in
17 Juni 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
527
elk geval is er van erustige zaken nog geen sprake. Prijzen
zijn zeer vast, mazr er gaat weinig om. De berichten uit
Ohina luiden verontrustend en zaken in Shanghai zijn vrij-
wel tot stilstand gekomen. Van Hongkong komen enkele
biedingen binnen, alsook van India en de Straits, maar
geen Oostersche markt schijnt genoeg interesse te hebben
om eenigen invloed op de binnenlandshe markt uit te
oefenen. Intussehen controleert de positie van katoen prij-
zen van stukgoederen, waardoor het moeilijk wordt eesiige
concessie te verkrijgen.
27Mei 10 Juni
Oost. koersen. 26Mei 9 Juni
Liverpoolnoteeringen.
T.T.op Br. Indië 115H 116
F.G.F.Sakellaridis 31,25 31,70 T.T.opHongkoisg2/2?/
5
213%
G.F. No. 1 Oomra 9,50 9,25 T.T.op Shanghai 3103, 311
KOFFIE.
Na de belangrijke fluctuaties in de laatste weken is cle
markt in de afgeloopen week Vrij rustig gebleven. De
schommelingen in cle prijzen aan de termijnmarkten waren
van weinig beteekenis en de stemming, die voor het artikel
heerschte, was onafgebroken kalm doch vast. Nu, gelijk
reeds in het vorig bericht werd vermeld, de Centraal-
Amerikaansche oogsten vrijwel als afgeloopen kunnen wor-
den beschouwd, is, met uitzondering van Nederlandsch-
Indië, Afrika en enkele onbeteekenende ander productie-
landen, het groote Brazilië het eenige land, waar de han-del verder gedurende dit jaar teredht kan. Voor den loop,
dien het artikel verder nemen zal, hangt het er dus ge-
heel van af, wat Brazilië zal doen. Voor een tekort aan
koffie is natuurlijk volstrekt niet te vreezen, zelfs bij
eventueeie wereldafleveringen van ongeveer 21.000.000 ba-
len, zooals verleden jaar, aangezien cle Zichtbare Wereld-
voorraad op t dezer bijna 5 millioen balen groot was
en de ramingen van den oogst 1925/26 14 t 15 millioen
balen voor geheel Brazilië bedragen en 7 millioen balen
voor cle andere productielanden (de z.g. Mild Coffees), ter-
wijl bovendien, naar bekend is, in het binnenland van Sao
Paulo nog uit den vorigen en uit den loopenden oogst
voorhanden is eene hoeveelheid, clie op 31 Mei I.I. volgens
olf icieele opgave 2.403.000 baden bedroeg. Hiertegenover
staat echter, dat het ,,Permanente Instituut tot Verdecli-
ding van de Koffie”, dat in Brazilië werkzaam is, doen
zal wat in zijn macht is om de koffieprijz.en te steunen.
Volgens berichten zou het thans reeds zijn overgegaan tot
het oonsigneeren naar New-York en Havre van ongeveer
120.000 balen, afkomstig uit Mei-fili8res, geleverd aan de
termijnmarkt te Santos, en het is te verwachten, dat het
ook verder niet zal stilzitten. Hoe ver het echter gaan
wil en wat het ten slotte bereiken zal, is natuurlijk voor-
uit niet te zeggen. Bovendien zal de verdere loop der prij-
zen, zooals ieder jaar, sterk worden beïnvloed door den
bloei van den 1926/27er Braniel-oogst, waaromtrent de eer-
ste berichten binnen zes t acht weken kunen worden
tegemoetgezien. Tot het zon ver is zal, naar gevreesd moet
worden, de reeds zoo lang bestaande ohzekerheid in elk
geval nog wel aanhouden.
De prijzen der kost- en vrachtaanbiedingen uit Brazilië
liepen deze week, in de eerste plaats voor Rio, nog wat
terug. Op het oogeablik zijn zij van goed beschreven
Superior Santoe op prompte verscheping, ongeveer 1071- t
110/. per cwt. en van dito Prime ongeveer 111/- t 113/-,
terwijl zij van Rio type New-York 7 met beschrijving,
prompte verscheping, bedragen 9416 en voor latere ver-
scbeping 851.
t 94/., naar gelang van den verschepings-
termijn.
De prijzen van Robusta op aflading uit Indië komen
thans ongeveer uit op:
Palembang Robusta, teiquel,
Juni verscheping 50k..; ct.
Juni/Juli
4934
Mandheling
,,
,,
Juni/Aug.
52%
alles cif, uitgeleverd gewicht, netto contant.
De afzet van loco was, hoewel nog niet bevredigend, ook
deze week iets beter. De olf icieele noteeringen alhier ble-
ven onveranderd 70 ct. voor Superior Santos en 62 ct.
voor Robusta.
De noteeringen aan de termijnmarkt waren aan de
ochtend-call te:
Rotterdam (Santos-contract)
Amsterd. (Gemengd con-
basis Good
tract) basie Santos Good
Sept. Dec. Mrt.
I
Mei Sept. Dec.
1
Mrt. Mei
16 Juni
495f
46% 447f
7/8 475/
8
4434 42s 4134
9
50% 471/ 48
47sj
44718
43i
42
2
48
4584 4434 43
8
/6
45
44
43
41
s,
26 Mei 4634 4434 438/s –
44
42
8
/8 41
1
I
–
De slot-noteeringen te New-York van het aldaar gel-
dende gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:
Sept.
I
Dec.
1
Mrt.
I
Mei
$
16,74
$
15,45
$
14,45
$
13,80
,,
16,80
15,62
14,60
14,_
15
Juni
…….
.8
,……..
1
,,
,,
16,13
15,14
14,50
25 Mei
16,25
,.
15,35
14,85
Rotterdam, 16 Juni 1925.
(Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandël
te Rotterdam.)
Noteeringen en voorraden in Brazilië.
te Rio
te Santos
Wisselkoers
Data
Voorraad
PrUS7
I
Voorraad
I
Prijs
te Rio
op Londen
(In Balen)
No. 71)
(In Balen)
No. 41)
15 Juni 1925
93.000
38.475
1.719.000
38.000
8
1925
69.000
39.500
1.920.000
38.500
517/
1
,,
1925
97.000
37.800
2.033.000
38.000
55/
15 Juni 1924
298.000
25.525 1.342.000 28.500
6
1)
In Reis.
Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.
te Rio
te San fos
Dato
Afgeloopen
Sedert
Afgeloopen
Sedert
week
1Juli
week
1Juli
13 Juni 1925…..
37.000
1
3.079.000
1
108.000
1
9.011.000
13 Juni 1924……
53.000 3.475.000 213.000 9.857.000
THEE.
In de afgelopen week kwamen er andermaal heel wat
af cloeningen tot sta.ncl in opgehouden partijen ex vorige vei-
lingen, waarvoor ongeveer volle prijzen van de laatste vei-
ling betaald werden.
Londen was in de afgeloopen week eenigszins onregel-
matig met hier en daar prijsverlagingen, vooral voor de ordinaire soorten. Hoewel de maandstaat van de Boarci
of Trade over de bewegingen over Mei van thee in Enge-
land nog niet is verschenen, is het opvallend, dat de voer-
raad in Londen op ultimo Mei ruim 28 millioen lbs. lager
is dan een maand geleden.
De afleveringen in Londen blijven zeer goed en hebben
zich in de eerste week van Jini weer hersteld tot op
normaal peil. De afleveringen voor export toonen voor de
maand Mei een niet onbelangrijke toename aan.
Amsterdam, 15 Juni.
RUBBER.
De stemming op de rubbermarkt is vrijwel onveranderd.
Speciaal de Juli/September positie trekt de aandacht en
is tegenover de andere leveringen belangrijk in prijs ge-
stegen. De slotnoteeringeu luiden als volgt:
Prima Sheets:
einde voorafgaande week:
Juni
19134 ct………….
191
ct.
Juli
188% ,. …………… 18834
Juli/Sept. 183
,.
……………. 16634
Oct.fDec.
157
,…………….160
15 Juni 1925.
COPRA.
De markt opende deze week zeer flauw, en er waren vrij
veel offerten uit Indië. Consumenten kochten regelmatig.
Tegen het slot hield het aanbod plotseling op, en ontstond
tevens een groote dekkingsvraag voor Maart/April en
April/Mei aflading.
De markt sluit vast met de volgende noteeringen:
Nederl..Ind f.m.s. Copra April aflading ……fi 38j
Mei
,, 36 ’18
Juni
,, 35
7,l
Juli
Aug.
3531
15 Juni 1925.
METALEN.
Loco-Noteeringen te Londen:
Data
Koper
Stan-
daard
Koper
Electro-
lytisch
Tin
Lood
Zink
15 Juni1924..
60.716
63.151_
253.2/6
33.7/6
34.7/6
8
1925…
59.15/-
63.5/_
254.716
34.5/_ 34.5/_
2
1925…
59.15/-
63.51-
254.7/6
34.5/-
34.5/-
25 Mei 1925-
60.216
63.1216
251.7/6
32.12/6
34.12/6
16 Juni1924.
.
61.17/6
67.5/_ 222.2/6
32.1716
32.5/_
20. Juli 1914…
61.-/_
145.15/-
19._,_
21.10/-
528
ECOMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN
17
Juni 1925
VERKEERS WEZEN.
VRACHTENMARKT.
De Amerikaansche graanvrachtenmarkt was zeer kalm
en de vrachten liepen terug. Van Montreal werd een boot
gesloten naar 15. K. tegen 2/-, 2/1
Y
2
resp. één en twee los-
havens met ligdagen 10 Juni, terwijl naar Scandinavië
handige ladingen werden afgesloten naar Gotheuburgf
Stockholm range
(mci.
Denemarken) op basis van 201/
cents 3 loshavens, 15/25 Juni. De Northern Range alsook
de Gulf waren practisch gesproken zondex definitieve
vraag.
Van de Gulf werd een handige boot afgesloten naar
U. K./Continent (Bordeaux/Ha.mburg range) tegen $ 4,25,
basis twee laadhavens en 3 loshavens, vrije belading per
einde Juni. In de kolenvraobteumarkt bestond wederom een goede
vraag van Ha.mpton Roads en een tamelijk aantal af slui-
tingen vond plaats. Naar Europa werd weer een lading
gedaan naar Porto Ferraio en/of Bagnoli tegen $2,70
één, $2,80 beide havens. Naar Zuid-Amerika (Rio) werden
de vrachten echter iets lager en werd $ 3,30 tot $ 3,40
betaald voor Juni/Juli.
De vraag van West-Indië naar tonnage voor suiker leef-
de eenigszins op en er vonden meer afsluitingen plaats
dan de week tevoren, ofschoon er alleen definitieve vraag
bestond naar kleine tonnage. Van San Domingo werden
verscheidene ladingen gedaan van 3/3800 .tons naar Ii. K.J
Continent tegen 19/- voor Juni belading. Voor geraffineer-
de suiker werd een boot genomen van Halifax of St. J&hn
per 12/25 Juli tegen 19/6 naar 13. K.
Ofschoon van de North Pacific meerdere afsluitingen mogelijk waren vertoonen de vrachten toch een daling.
Twee Juni/Juli booten werden gesloten tegen 32/6 en de-
zelfde vracht werd geaccepteerd voor AugustusfSeptember
en September/October. Voor lumber wordt nog steeds
tonnage gezocht naar Australische havens tegen $14 per
mille.
De River Plato bleef flauw gestemd en de vrachten ver-
toonen een verdere daling. Tonnage voor belading lJpriver
heeft 131- geaccepteerd naar U. K./Continent met volle op-
ties. Van Bahia Blanca werd een 6500 tonner afgesloten
naar Scandinavië tegen de lage vracht van 131-, terwijl
van dezelfde laad.haven 11/6 naar 13. K./Continent werd
geaccepteerd door een 7500 tonner.
De salpetervraohtenmarkt is niet levendig te noemen, doch er bestond iets meer vraag. Naar Alexandrië werd
een lading gedaan tegen 251- voor een maximum van 7500
tons met de optie Continent tegen 23/- per 20 Juni/S Juli.
In ruimte werd 5000 tons per Engelsche lijnbooten geboekt
per 10/30 Juni van Mejillones naar Londen/Duinkerken
Antwerpen/Rotterdam/Hamburg tegen 1916 netto, terwij
voor inaandeiijksche partijen van 2000 tons per Augustusf September/October 22/- netto werd betaald naar Duinker-
kenfAntwerpenfRotterdam/Hamburg. Verder werd nog ge-
boekt naar Antwerpen/Hamburg range per Juni/Juli tegen
19/- netto en naar DelfzijlfRotterdamfHamburg per Juli
tegen 21/- netto. Naar de Vereenigde Staten werd een aan-
tal Juli ladingen afgesloten naar de Galveston/Boston range
tegen $ 4 op basis van één laacihaven tot twee loshavens,
of twee laadhavens naar één loshaven.
De Oostelijke markten vertoonen bijna geen opleving uit
den vroegeren slappen toestand. Van Wladiwostock be-
staat weinig definitieve vraag voor boonen, maar er is
tevens slechts weinig tonnage beschikbaar. Ook in olie
werd niet veel gedaan, maar tankers zijn geboekt per Juli
en Augustus naar de gebruikelijke oliehavens, inclusief
Huli, tegen 42/6. Australië is practisch gesproken zonder
eenige vraag en er vallen geen afsluitingen te vermelden.
Ook de markt van Java blijft zeer flauw, doch er werd
een boot van 6500 tons naar de Middeilandsche ZeeftJ. K./
Continent gedaan tegen 26/3 per Juli. Van Burmah ont-
stond ook geen opleving, maar er is een vraag voor een
volle lading per Jiili tegen 2216 naar Holland voor een
boot van 6/7000 tons. Voor prompte ruimte blijft het hoog-
ste vrachtidee 19/- tot 20/- naar het Continent. Er be-
staat eenige vraag voor rijst naar Japan en er werd een
bont gesloten per Juni tegen 48 yen per picol.
De markt van Indië was iets levendiger en de vrachten
vertoonden een neiging tot steigen. Voor Juni is de markt echter zeer flauw en per dezen termijn werd van Bombay
en/of Marmagoa tegen 1716 gedaan voor een volle lading
erts naar Antwerpen. Karachi is vertegenwoordigd op
,,scale terins” voor prompte belading naar de Midclelland-
sche Zee/IS. K.fContinent tegen 17/-. Op cl.w. basis werd
een gedeeltelijke lading gedaan per Duitsche lijnboot (6750
tons) van Bombay naar uitgezochte havens E. C. IS. K./
– Continent tegen 17/6, twee havens per Juni. , Manganese
ore bleef flauw en er werd slechts, één boeking gedaan,
namelijk 1000 tons van Calcutta naar Antwerpen tegen
1716 per Juni.
Zuid-Af rika verschafte slechts een geringe vraag naar
tonnage voor mais, doch de vrachten zijn gezakt. Een boot
per einde Juli van 4700 tons kon niet meer bedingen dan
251- van Cape Town/Beira Range naar U. K./Continent
met 6 d. minder indien belading alleen in Cape Town.
Van de Donau werd verscheidene malen de vracht van
17/6 herhaald voor directe belading, maar tegen het einde
der week nam de vraag af. Van de Zwarte Zee werd ton-
nage opgenomen voor ‘het vervoer van veekoeken naar De-
nemarken op basis van 1416 één ‘haven voor prompte be-
lading. Een lading zonnebloemenzaad werd gedaan tegen
171- Continent, 17/6 U. K. per Juli.
De nieuwste afsluitingen van de Middellandsche Ze zijn
Melilla/Rotterdarn 516, Bona/Rotterdam 4/6, Hornillo Bay/
Rotterdam 5/3, Huelva[Northern. States 10/-. In fosfaat
gen
werden afsluitin
gedaan naar Fransche Kanaalhavens
togen Frs. 23 tot 24. Van Alexandrië werden geen zaken
gedaan.
De Golf van Biscaye is zeer rustig. SantauderfCardiff
werd afgesloten tegen 6/9 en Bilbao/Cardiff tegen 5/9. Van Bilbao naar Glasgow werd een kleine boot afgesloten tegen
6/6.
Ook de timechartermarkt is zeer stil. Met op- en terug-
levering Hampton Roads werd een groote boot afgesloten
tegen 85 cents voor 112 Pacific rounds, terwijl 90 cents
werd geaccepteerd voor een rondreis States/W. C. Zuid-
Amerika.
De uitgaande kolenvrachtenmarkt van Engeland ver-
toont geen verbetering, met uitzondering van de richting
Zuid-Amerika. De vracht naar Buenos-Aires vertoont een steiging tot 18/- met 161- naar Rio. Van Zuid Wales werd
afgesloten: Rouaan 3/6, Gibraltar 7/3, Genua 8/9, Pyraeus 1113, Alexandrië 8/9, en van de Oostkust. ffelsingfors 5/-,
Antwerpen 2164, Rouaan. 3/6, Genua 8/9, Buenos-Aires
1817 en Newfoundland 6/..
15 Juni 1925.
RIJNVAART.
Week van 7 t/in. 13 Juni 1925.
De aanvoeren van zeezijde, hoofdzakelijk erts, waren zeer
levendig. Bij zeer veel vraag bleef de beschikbare ruimte
voortdurend schaarsch.
De ertsvrachten bedroegen gemiddeld
f
0,55 met
Y
4
los-
tijd, f0,65 met ‘i lostijd.
De vracht voor ruwe producten naar Mannheim was ge-
middeld f1,10 per last met verkorten lostijd.
Het sleeploon bedroeg gemiddeld 40145 cts. tarief.
De waterstand was langzaam vallend, zoodat naar den
Bovenrijn met beperkten diepgang moest worden afgeladen.
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Bedrijfsleven en de strijd tegen
de Armoede in Nederland
door Dr. CH. A. VAN MANEN.
Prijs ingenaaid
f 3,—.
Gebonden
f 4.75.
Voor leden der Vereeniging en geabon-
neerden op het Weekblad wordt dit werk
beschikbaar gesteld tegen den prijs van
f 2,50
ingenaaid en
f 4,—
gebonden.
Bestellingen richte men tot het Secretariaat van het
Instituut, Pieter de Hooghweg 122, onder gelijk-
tijdige remise per postwissel of
ep
postchèque- en
girorekening No. 8408, Rotterdam.