Op 20 april 2024 overleed Bob Goudzwaard, cultuurfilosoof, econoom en hoogleraar aan de Vrije Universiteit. Zijn ideeën raakten aan het hart van het economisch denken, ook al werd het niet altijd gewaardeerd onder economen. Een reflectie op zijn nalatenschap.
Goudzwaard was een bekendheid onder politici, sociale wetenschappers en economen. Hij zette zich in voor vrede, voor bescherming van de aarde en streed tegen sociale ongelijkheid. Zijn boeken Kapitalisme en vooruitgang (1976) en Genoeg van te veel, genoeg van te weinig (1986, met Harry de Lange) werden in brede kring gelezen. Bij het grote publiek werd hij bekend door de zinsnede “de economie van het genoeg”.
Een groot thema van Goudzwaard was zijn kritiek op de ongebreidelde economische groei, die volgens hem gebaseerd was op hebzucht en de milieuschade, vervreemding en armoede die hij om zich heen zag veroorzaakte. Deze kritiek op groei was tegen het zere been van de gevestigde economen. Zij erkenden wel degelijk het bestaan van allerlei ondeugden, maar waren discipelen van Adam Smith: het is de onzichtbare hand van de markt die het eigenbelang vruchtbaar kan maken. De data lijken dit ook te tonen: economische groei gaat hand in hand met lagere armoede, vooruitgang en gezondheid, en geeft ons ook de middelen en technologie om de natuur beter te beschermen. Private ondeugden, zoals geldzucht, laten zich kanaliseren in een economische ordening waarin schaarste op de juiste manier geprijsd is.
Goudzwaard had de economische wetenschap echter wel degelijk wat te melden. Zijn bijdrage was een stuk rijker dan de tegenstelling tussen minder en meer. Ten eerste het belang van het grotere kader. In een tijd waarin alleen publiceren in de top vijf ertoe doet, laat Goudswaard met zijn brede kijk op economie zien dat het ook anders kan. Zijn manier van werken, breed, cultureel, geïnspireerd, wijst hier in de juiste richting en inspireerde veel mensen, zowel economen als niet-economen. Dit bleek wel uit de aandacht die Nederlandse kranten besteedden aan zijn overlijden. En ook in het buitenland was Goudzwaard bekend – tot in Brazilië aan toe is stilgestaan bij zijn overlijden. Wetenschap kan ook buiten de top vijf invloed hebben door overtuigingskracht en verbeelding. Bob Shiller noemt dit ‘de kracht van verhalen’.
Ten tweede de schaarste. Het besef van planetaire grenzen is inmiddels mainstream geworden. Goudzwaard nam de boodschap van de Club van Rome heel serieus en maakte dit tot de kern van zijn economisch denken. Hij propageerde een juiste balans bij het inzetten van klassieke instrumenten van normeren, beprijzen en subsidiëren. De Nederlandse regering loopt hier nog steeds achter de feiten aan, getuige de recente evaluatie van de concept-klimaatnota door de Raad van State. Het is een schaarste in het denken van economen dat de budgetrestrictie alleen gezien kan worden als een tekort in geld, in plaats van grenzen van de aarde. Het oprekken van dit begrip als in “waar we werkelijk behoefte aan hebben” is een goed beginpunt voor economisch denken.
De invloed van Goudzwaard op het schaarstebegrip zouden we tegenwoordig ‘valorisatie’ noemen, het universitaire jargon voor de relevantie van wetenschap. Goudzwaard zou dit radicaal omdraaien: de wetenschap heeft maatschappelijke relevantie als beginpunt, niet als verkooppraatje achteraf. Sociale wetenschappers werken aan maatschappelijke problemen. En het getuigt van intellectuele eerlijkheid om dan ook de onderliggende inspiratiebronnen te benoemen. Onderwijs en wetenschappelijk onderzoek zijn niet waardenvrij.
Ten slotte kunnen we leren van hoe Goudzwaard het vakgebied bekeek. Hij zag economie als een gedragswetenschap waarbij de werking van prikkels alleen begrepen kan worden in de culturele context. Ontdaan van alle context lijken mensen soms wel homo economicus. Maar als je de mens bekijkt in zijn omgeving, dan zie je heel duidelijk andere motieven en gedragingen. Sociale normen en wereldbeeld zijn vaak belangrijker dan het materiële, maar dat lijkt nog niet bij alle economen doorgedrongen.
In zijn afscheidsbundel in 1999 stelt Goudzwaard dat hij niet zo veel hecht aan een nalatenschap (Noordegraaf en Griffioen, 1999). Tenminste, niet de nalatenschap die hem op een voetstuk zou stellen. Hij citeert de Duitse kerkleider Dietrich Bonhoeffer, die vlak voor zijn dood in 1945 vanuit de Berlijnse gevangenis schreef: “De laatste vraag is niet, hoe verlaat ik als held het toneel, maar hoe zal de volgende generatie verder leven.” Daar heeft Goudzwaard aan bijgedragen, in woord en geschrift. Het was genoeg.
Literatuur
Goudzwaard, B. (1976) Kapitalisme en vooruitgang. Assen: Koninklijke van Gorcum.
Goudzwaard, B. en H. de Lange (1986) Genoeg van te veel, genoeg van te weinig. Baarn: Ten Have.
Noordegraaf, H. en S. Griffioen (red.) (1999) Bewogen realisme: Economie, cultuur, oecumene. Bij het afscheid van Bob Goudzwaard. Kampen: Kok.
Auteur
Categorieën
1 reactie
Het was genoeg. Heel mooi einde.