Ga direct naar de content

Huishoudens bezuinigen fors

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: november 28 2003

Huishoudens bezuinigen fors
Aute ur(s ):
Ve rs che ne n in:
ESB, 88e jaargang, nr. 4420, pagina 579, 28 november 2003 (datum)
Rubrie k :
Statistiek
Tre fw oord(e n):

Het volume van de consumptieve bestedingen door huishoudens ligt in de eerste drie kwartalen van dit jaar één procent onder het
niveau van een jaar eerder. Huishoudens hebben vooral fors bezuinigd op aankopen voor huis en tuin. De bestedingen aan
woninginrichting liggen ver onder het niveau van 2002. De daling van de aankopen in de woningbranche wordt niet alleen veroorzaakt
door de conjuncturele tegenwind, maar ook door het lager aantal nieuwe woningen dat is opgeleverd. Naast de aankopen voor
woninginrichting zijn ook de bestedingen bij de horeca sterk gekrompen. De autoaankopen daarentegen blijven voorlopig buiten schot.
Banengroei en loonstijging belangrijk
De ontwikkeling van de consumptie door huishoudens per kwartaal laat in het algemeen een samenhang zien met de ‘bestedingsruimte’
van huishoudens (zie figuur 1) Voor alle huishoudens tezamen kan deze bestedingsruimte globaal worden afgemeten aan de som van de
banengroei en de stijging van de cao-lonen minus de prijsstijging op basis van de consumentenprijsindex. De loonstijging is een
belangrijke component voor de ontwikkeling van de consumptie door huishoudens. In november stemden de FNV en CNV-leden in met
het akkoord dat de sociale partners in oktober bereikten. Hierin is vastgelegd dat de cao-lonen in 2004 en 2005 niet zullen stijgen.

Figuur 1. Groei consumptievolume huishoudens en ebstedingsruimte, procentuele mutaties t.o.v. voorgaand jaar.
Consumptie op peil door ontsparen?
Loonmatiging hoeft niet altijd een negatief effect op de consumptie te hebben, zo leert de historie. Ten tijde van de loonmatiging in 1983
en 1984 vingen lagere besparingen van huishoudens het verlies aan koopkracht op. In november 1982 kwamen de centrale werkgeversen werknemersorganisaties in het ‘Akkoord van Wassenaar’ loonmatiging overeen. De stijging van de bruto loonkosten per werknemer
werd in twee jaar tijd vrijwel tot staan gebracht. Het koopkrachtverlies leidde echter niet tot een daling van de reële consumptie.
Huishoudens hielden hun bestedingen in de jaren na het Akkoord van Wassenaar op peil door te ontsparen. In 1981 en 1982 hadden ze
juist spaartegoeden opgebouwd. Net als in de jaren tachtig zouden lagere besparingen ook nu weer een bijdrage kunnen leveren aan de
consumptie. Sinds januari 2001 is het maandelijkse spaarverschil op spaarrekeningen vrijwel voortdurend toegenomen. Alleen al in het
eerste halfjaar van 2003 is 3,3 miljard euro meer gespaard dan in dezelfde periode een jaar eerder. Dat komt overeen met ongeveer 3
procent van de consumptiewaarde in het eerste halfjaar.
figuur 2

Figuur 2. Loonsom, consumptie en besparingen

Copyright © 2003 – 2004 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)