Een groot deel van de studenten werkt naast de studie. Dit is de laatste jaren enorm toegenomen. Een belangrijke oorzaak hiervoor is waarschijnlijk dat werken voor studenten fiscaal zeer voordelig is. Waar studenten vroeger belasting betaalden en op hun studiebeurs (of kinderbijslag) werden gekort, is werken naast de studie voor studenten tegenwoordig onbelast. Terwijl er plannen zijn om de studiebeurs af te schaffen, blijven studenten die naast hun studie werken een extraatje van het Ministerie van Financiën ontvangen dat op kan lopen tot 3000 euro per jaar. Dat is een vorm van studiefinanciering met als voorwaarde dat men werkt. Werken naast de studie wordt dus beloond. Op hard studeren staat een boete.
Deze hardstudeerboete is geleidelijk ontstaan doordat er steeds meer maatregelen werden genomen om werken te stimuleren. De bedoeling was om werkenden een voordeel te geven boven niet-participeren, maar deze maatregelen stimuleren ook om te werken in plaats van te studeren. Het gevolg is dat de financiële last van een studie steeds zwaarder op de schouders van studenten rust. Op dit moment al betaalt een student 57% van de kosten van zijn studie en neemt de overheid 43% voor haar rekening. Met de nieuwe plannen zou dit verschuiven naar 66 versus 34%. Van de opbrengst van de studie in de vorm van een hoger loon gaat 42 of 52% in de vorm van belastingen naar de overheid.
Ook de afweging voor studenten om een paar uurtjes te studeren of te gaan werken ligt scheef. Als een student investeert in zijn toekomst door wat harder te studeren wordt zo’n 50% van deze toekomstige extra inkomsten belast, maar als hij nu een paar uur per week extra gaat werken kan dat belastingvrij. Deze hardstudeerboete maakt de verleiding om een makkelijkere studie te kiezen en moeilijke (technische) opleidingen te ontlopen erg groot. Gedragseconomen wijzen al op het probleem dat mensen meer op het nu dan op de toekomst letten. Deze fiscale ongelijkheid maakt dit probleem nog groter.
Ik heb er niets op tegen dat studenten werken, maar het is in mijn ogen niet terecht dat zij hiervoor geen belastingen betalen terwijl mensen die dit werk gewoon full-time doen (en nu misschien werkloos thuis zitten) dat wel doen en dat een eenvoudig baantje voor studenten aantrekkelijker is dan investeren in hun toekomst. In totaal is hier per jaar meer dan een miljard euro mee gemoeid.
Er zijn allerlei tegenwerpingen. Zo stellen sommige mensen dat het goed zou kunnen zijn voor de studie om ook wat werkervaring op te doen. Dat kan waar zijn, maar doet er voor deze afweging niet toe. Als werken voor een student extra voordelen biedt, is dat geen reden voor de overheid om studenten fiscaal extra te stimuleren om te gaan werken, want de student zal zelf immers al profiteren van dat extra voordeel. Een vergelijkbare argument is dat de werkgevers behoefte hebben aan de flexibele werktijden van de student. Nog afgezien van de vraag welke consequenties deze flexibiliteit van de student heeft voor zijn studie en die van zijn jaargenoten, is het onlogisch dat de overheid arbeid subsidieert omdat de werkgever er voordelen bij heeft. De vrees bestaat dat door het hoge percentage werkende studenten het steeds meer de norm wordt om relatief weinig tijd aan de studie te besteden.
Het is daarom van belang, om als de studiefinanciering weer tegen het licht wordt gehouden, om ook te kijken naar de verhouding tussen studeren en werken. Maatregelen die werken bevorderen betekenen per saldo vaak dat studeren wordt ontmoedigd. En zo’n hardstudeerboete is wel het laatste wat een kenniseconomie kan gebruiken.
Auteur
Categorieën