Dit is een reactie op het artikel van Horsting en Woltjer.
In hun recente ESB-artikel pleiten Angelina Horsting en Jop Woltjer voor een grotere inzet van houtbouw om de productie van woningen op te voeren. Dat is niet alleen goedkoper, sneller en milieuvriendelijker dan traditionele bouw, maar ook een oplossing voor de knelpunten in de Nederlandse bouwsector.
Nederlandse houtbouw
Hoewel de auteurs terecht stellen dat onze bouwsector nog steeds sterk gericht is op betonbouw, heeft ons land ook nu al meerdere aannemers die al decennia houtskelet woningen bouwen (Daling, 2023; Van den Berg, 2024). Bij houtskeletbouw wordt de woning als een bouwpakket op de werkplaats afgeleverd. De woningen staan dan normaal gesproken met een tot twee dagen wind- en waterdicht overeind. Vaak zijn alle leidingen al in de muur- en vloerelementen aangelegd, dus de monteurs kunnen direct binnen beginnen met afmonteren. Inmiddels zijn enkele grotere aannemers woningfabrieken aan het ontwikkelen, waarbij woningen van hout als het ware op de lopende band worden gebouwd (Vestergaard, 2024). De productietijd van een woning kan hierdoor enorm worden ingekort.
Oplossing uit het buitenland
In sommige bosrijke landen, zoals Zweden, Finland en Canada, wordt al heel lang met houtskeletbouw gewerkt. Er is geen reden om de ‘bouwpakketten’ niet in die landen te bestellen. Ze hebben veel ervaring met dit product. Een alternatief is dat Nederlandse aannemers investeren in productielocaties in deze landen.
Lost knelpunten in bouw op
Het in het buitenland bestellen van deze ‘bouwpakketten’ zou knelpunten in de Nederlandse bouw kunnen verhelpen. Dit is een voordeel dat Horsting en Woltjer niet benoemen. De Nederlandse woningbouw kampt met grote capaciteitsproblemen, zowel in een tekort aan arbeid als productiecapaciteit, waardoor de bouw stokt. Wanneer de bouwpakketten in het buitenland besteld worden, wordt er een kleiner beroep gedaan op de Nederlandse arbeidskrachten en productiecapaciteit. Hierdoor kan de woningbouw fors worden opgeschroefd.
Een regelmatig terugkerende denkfout in het debat over de knelpunten in onze economie, zoals de arbeidsschaarste, is dat er steevast vanuit wordt gegaan dat wij alle productie binnen de eigen landsgrenzen moeten houden. Hoewel ons land een erg open economie heeft, is de mentaliteit van veel beleidsmakers en economen verrassend protectionistisch.
Als onze woningbouwindustrie de benodigde capaciteit niet heeft, staat ons niets in de weg om houtwoningen in het buitenland te bestellen. Houtskeletbouw leent zich daar prima voor. Wellicht dat de concurrentie vanuit het buitenland onze nationale bouwers ook een extra stimulans geeft om te innoveren. En met een jaarlijks nationaal spaaroverschot van ruim 100 miljard euro kan ons land zich moeiteloos wat extra invoer veroorloven (Boonstra, 2024).
Literatuur
Berg, T. van den (2024) Begonnen als bouwbedrijfje in een kippenhok, 100 jaar later specialist in houtskeletbouw. AD, 10 september.
Boonstra, W.W. (2024) Immigratie niet nodig om arbeidstekorten en grijze druk aan te pakken. ESB, 109(4831), 110-112.
Daling, T. (2023) Investeerder Axeco neemt groot belang in Friese woningbouwer VDM. Het Financieele Dagblad, 15 mei.
Horsting, A. en J. Woltjer (2024) Houtbouw pakt woning- én klimaatcrisis aan. ESB, te verschijnen.
Vestergaard, R. (2024) Het ‘nieuwe bouwen’ in de fabriek rukt op, denken investeerders. Het Financieele Dagblad, 31 maart.