Ga direct naar de content

Externe tekorten Oost-Europa

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 9 2001

Externe tekorten Oost-Europa
Aute ur(s ):
FDA (auteur)
Dit artikel is samengesteld door Financiële Diensten Amsterdam
Ve rs che ne n in:
ESB, 86e jaargang, nr. 4298, pagina 235, 9 maart 2001 (datum)
Rubrie k :
Statistiek
Tre fw oord(e n):
financiële, markten

Voor het eerst na de val van de muur hebben alle landen in Oost-Europa vorig jaar een economische groei opgetekend. De export naar
de Europese Unie speelde hierbij een hoofdrol. Niettemin doken de saldi op de handelsbalansen, met uitzondering van Slowakije, verder
in de rode cijfers doordat ook de import substantieel toenam. Desondanks bleef de schade voor de tekorten op de lopende rekeningen
beperkt. Alleen in Tsjechië is het tekort als percentage van het bbp verdubbeld tot 3,7 procent. Het Poolse tekort blijft, ondanks een
lichte daling, met meer dan zes procent veruit het grootst.
Veel buitenlands kapitaal blijft voorlopig nodig om de tekorten te financieren. Oplopende reserves van de centrale banken en een reële
appreciatie van de meeste valuta’s duiden op een afdoende kapitaalinstroom in 2000. Volgens de jongste cijfers van het Institute of International Finance (IIF) vloeide er vorig jaar per saldo 31 miljard dollar
naar de regio toe. Aangezien westerse banken zich terughoudend opstelden bij de kredietverstrekking en de toegang tot de
internationale kapitaalmarkt in de loop van het jaar werd beperkt, was wel sprake van een lichte daling ten opzichte 1999. Het iif voorziet
voor dit jaar weer een toename tot bijna 42 miljard dollar.
De aanzienlijke tekorten op de lopende rekening maken de Oost-Europese valuta’s op termijn kwetsbaar. Vooral de Poolse zloty loopt in
dit opzicht gevaar. Het forse Poolse valutarisico verklaart waarom de premie op zloty-leningen tot de hoogste van de regio behoort. Euroobligaties sluiten dit wisselkoers-risico uit. Bij de landen die zich al geruime tijd in de kopgroep van EU-toetreders hebben genesteld,
moet dan wel genoegen worden genomen met een premie van minder dan tachtig basispunten boven een vergelijkbare Duitse lening.
Zie figuur 1 en figuur 2

Figuur 1. Lopende rekening vijf Oost-Europese landen

Figuur 2. Renteverschil Oost-Europese landen met Duitse Bunds

Copyright © 2001 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur