Volgens het World Economic Forum (2020), volgens Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz (Stiglitz et al., 2009) en volgens vele anderen moet het bruto binnenlands product (bbp) in de ban. Het heeft wel iets elitairs om, na een halve eeuw van onstuimige economische groei in de nu zeer rijke landen, te zeggen dat het bbp eigenlijk in de ban moet. Want het is namelijk die economische groei geweest, gemeten door het bbp, en niets anders dat honderden miljoenen mensen uit de armoede heeft gehaald.
Het meten van geluksgevoel zal vast ook in bijvoorbeeld veel ontwikkelingslanden interessant kunnen zijn, maar ik vermoed dat ze ook daar eerst liever een stevige en solide economische groei wensen. En ja, die economische groei wordt nu eenmaal bepaald door de verandering van het bbp – de totale geldwaarde van alle in een land geproduceerde goederen en diensten gedurende een bepaalde periode. Het bbp helpt om te meten of de inspanningen van de overheid en die van bijvoorbeeld buitenlandse investeerders zinvol zijn in enge economische zin.
Nu is er van alles op het bbp af te dingen. Ten eerste is het een geldwaarde en niet een geluksmaatstaf of iets dergelijks. Maar geld helpt mensen wel uit de armoede. Economische groei door toename van het bbp leidt tot een lagere werkloosheid, vaak het jaar erna. Economische groei helpt de overheid om te kunnen investeren in zorg en onderwijs. En ja, daar worden mensen gelukkig van.
Ten tweede kent bijna niemand de nominale waarde. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) laat weten dat het bbp in Nederland in 2020 727 miljard euro is, in het prijspeil van 2015. Maar dat maakt niet zo veel uit, want het niveau van het bbp is niet zo interessant, tenzij je wilt zien hoe ontwikkeld een land is, dan kijk je naar het bbp per capita.
En ten derde is het bbp als maatstaf constant in beweging. Een veelgenoemd voordeel van het bbp is weliswaar dat het meten ervan wereldwijd op een vergelijkbare manier gebeurt, en dat het voor veel landen al heel lang op een vergelijkbare manier wordt gemeten. Dat betekent dat je economische groei of krimp kunt vergelijken over de tijd, en in de verschillende landen. Tegelijkertijd echter verandert het bbp met het prijspeil, en wordt het om de zoveel jaren herijkt. Dus wat het CBS ons nu vertelt, wordt over een jaar of drie een ander getal. Soms heeft dat bijzondere gevolgen, zoals dat we in 2003 nog spraken van een aantal kwartalen krimp, dus een recessie, maar dat die recessie nu uit de boeken is geschreven.
De bezwaren tegen het bbp zijn allemaal onvoldoende reden om ervan af te stappen. En ook dat hoeft niet. Houd bij wat het bbp is, maar vul het aan met andere indicatoren om landen te beoordelen, en om landen te helpen welvarender te worden – of zich in ieder geval zo te voelen. Of dat nu kinderrechten, CO2-efficiëntie of transparantie van bestuur is, voor iedereen is er wel een aanvulling.
Literatuur
Stiglitz, J., A. Sen en J.-P. Fitoussi (2009) Mismeasuring our lives: why GDP doesn’t add up. New York: The New York Press.
World Economic Forum (2020) Dashboard for a new economy towards a new compass for the post-COVID recovery, oktober. Te vinden op www.weforum.org.
Auteur
Categorieën