Ga direct naar de content

Islamitisch bankieren en financiële stabiliteit

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 8 2015

In een bankstructuur gebaseerd op islamitische financiële principes, zijn
risico’s vanuit de activakant van de balans kleiner en beter onder controle te houden dan in een conventionele bankstructuur.

409Jaargang 100 (4713 & 4714) 9 juli 2015
Islamitisch
bankieren en financiële stabiliteit
BANKEN, CULTUUR EN PRIKKELS
V
oorstanders stellen dat financiële bemid –
deling op basis van islamitische principes
(sharia) grotere stabiliteit in het financiële
systeem zou brengen. Hoewel islamitische
bankinstellingen (IBI’s) aan dezelfde kapi-
taaleisen moeten voldoen als conventionele bankinstellin –
gen (CBI’s), hebben de IBI’s een extra buffer in de vorm
van islamitische deposito’s. Anders dan conventionele de –
posito’s zijn deze zogenaamde spaar- & investeerrekenin –
gen (S&I’s, ofwel mudabarah) gebaseerd op een vorm van
winst-en-verliesdeling. Hoewel in moeilijke tijden (gone
concern burden sharing ) het hoofdbedrag pas aangesproken
wordt nadat aandeelhouders veren gelaten hebben, worden
S&I-rentes ook in rustiger tijden al aangepast aan meeval –
lers en tegenvallers bij de beleggingen van de bank (going concern risk sharing ). Daarom kunnen IBI’s meer verliezen
absorberen alvorens gered te hoeven worden, en is het te
verwachten dat een islamitische bankstructuur in mindere
mate risicozoekend gedrag aanmoedigt. Maar is dat ook zo
in de praktijk?
Anderen hebben zich afgevraagd of juist die risicode –
ling leidt tot onstabiel gedrag door depositohouders: zou –
den zij niet juist bij dreigend zwaar weer hun deposito’s
weghalen, precies omdat ze risico moeten delen? Om dit
probleem te ondervangen houden islamitische banken
dikwijls een speciale buffer aan: liquide beleggingen uit –
sluitend om S&I-rentes te stabiliseren. En als de golven te
hoog worden voor die buffers en voor de termen van het
S&I-contract, worden aandeelhouders het eerst aange –
sproken. Een ander risico dat exclusief optreedt bij IBI’s
is sharia compliance-risico, een serieus probleem gezien de
grotendeels mondeling overgeleverde traditie waar de sha –
ria-regels op gebaseerd zijn.
EMPIRISCHE ANALYSE
Met een in de westerse literatuur gebruikelijk, op de optie-
theorie gebaseerd, model voor het analyseren van krediet -SWEDER
VAN
WIJNBERGEN
Hoogleraar aan de
Universiteit van
Amsterdam
Sinds de kredietcrisis in alle hevigheid losbarstte, gaat het debat
over de vraag hoe herhaling vermeden kan worden en dus groten –
deels ook hoe risicozoekend gedrag in de financiële wereld terugge –
drongen kan worden, en hoe voorkomen kan worden dat de belas-
tingbetaler niet hoeft op te draaien voor zulke risico’s. Die wil niet
nog een keer miljarden betalen om het financiële systeem overeind
te houden. Oplossingen gaan in de richting van meer regelgeving
(beperk dat risico-zoeken) en meer eigen vermogen (draai er zelf
voor op). Een heel andere oplossing komt misschien uit een onver –
wachte hoek: de islamitische wereld is momenteel geen toonbeeld
van stabiliteit, maar het financiële systeem is temidden van al dat
tumult verrassend stabiel. Kunnen wij daar iets van leren?
Banken, cultuur en prikkels ESB
Moedigt een islamitische bank-
structuur risicozoekend gedrag minder aan dan andere bankstructuren?

ESB Banken, cultuur en prikkels
410Jaargang 100 (4713 & 4714) 9 juli 2015
risico’s kan getoond worden dat met dit soort deposito’s
bankmanagers en aandeelhouders inderdaad minder prik –
kels krijgen om risico op te zoeken (Farooq et al., 2015).
Maar reflecteert de praktijk die theoretische voorspellin –
gen? Om dat empirisch te verifiëren hebben wij een grote
dataset verzameld met zeer gedetailleerde data over alle
banken in Pakistan – conventionele, islamitische en ge –
mengde instellingen. De laatste moeten onder de regels van
de Pakistaanse toezichthouder gescheiden filiaalstructuren
(branches) met gescheiden data aanhouden voor het deel
van de bank dat zich bezighoudt met islamitisch bankieren
en het andere, conventionele deel.
In tabel 1 laten we de belangrijkste resultaten van die
empirische analyse zien (Farooq et al. , 2015). In de tabel
krijgt de dummyvariabele Islamitisch de waarde 1 in het ge –
val van IBI’s en de islamitische filialen van gemengde instel –
lingen, en 0 in alle andere gevallen. Stabiliteit wordt geme –
ten met de zogenaamde Z-score, een maatstaf voor de kans
dat het misloopt (eigen vermogen plus winsten gedeeld
door de standaarddeviatie van de behaalde rendementen).
De maatstaf is verwant aan de ook gerapporteerde capital-
asset ratio (CAR), de ratio van eigen vermogen gedeeld
door de risico-gewogen activa. Alvorens tot de bespreking
van de resultaten over te gaan, nog een toelichting : onder
de strikte, op Basel-III gebaseerde regels van de Pakistaanse
toezichthouder worden islamitische S&I-rekeningen als
vreemd vermogen geteld, hoewel ze meer verlies-absorbe –
rend vermogen hebben dan deposito’s in westerse stijl. Wij
volgen die conventie in de kolommen met het subscript A
in Z-score
A en CARA. Een verdedigbaar alternatief zou zijn
om die S&I-rekeningen wel als deel van het eigen vermogen
te tellen; dat doen we in de kolommen met een subscript B,
dus voor de variabelen Z-score
B en CARB.
Uit tabel 1a bij de regressies met alleen de Z-score en
de dummy Islamitisch blijkt dat voor beide maatstaven (A
en B) IBI’s meer stabiliteit vertonen (een hogere Z-score
hebben) dan hun conventionele sectorgenoten. Z-score
A
is 19 basispunten hoger bij IBI’s, een verschil dat uiteraard
nog groter is wanneer we de alternatieve definitie gebrui-
ken (69 basispunten). Maar de kapitalisatie-variabele CAR is niet hoger onder de conventionele definitie (uiteraard
wel als we de B-definitie gebruiken: 50 basispunten). Als
we naar de uitgebreidere regressies kijken, waarbij gecon

troleerd wordt voor een aantal andere karakteristieken, zo –
als grootte en compositie van de activakant van de balans,
blijven de B-varianten van de Z-score en de CAR signifi-
cant hoger voor IBI’s. Volgens de conventionele methodiek
gemeten blijven ze dat ook, zij het dat de coëfficiënten van
de dummyvariabele Islamitisch niet meer significant is.
In tabel 1b laten we zien dat er een significant verschil
is in de kwaliteit van de activa wanneer je IBI’s met CBI’s
vergelijkt. Er zijn minder leningen met betalingsachter –
stand (Non Performing Loans, NPL’s), en minder voorzie –
ningen voor leningen waar weliswaar nog geen achterstand
is maar waar toch wolken boven hangen (Loan Loss Pro –
visions, LLP’s), beide variabelen geschaald door de grootte
van de leningenportefeuille. Deze indicatoren zijn lager
voor IBI’s dan voor CBI’s. Dit resultaat is in lijn met de
eerdere analyse van Baele et al. (2012) die naar individuele
leningen keken, ook in Pakistan, en voor een vroegere peri-
ode (2006–2008). Ook als we controleren voor de omvang en struc-
tuur van de activakant van de banken, vinden we dat IBI’s
winstgevender zijn (een hogere return on assets, ROA, maar
liefst met 69 basispunten) en desalniettemin ook een lagere
volatiliteit van die ROA hebben. Leningen zijn dus niet
alleen minder riskant maar ook winstgevender bij IBI’s
dan bij CBI’s. Kennelijk worden leningen beter gescreend
en gemonitord door BBI’s dan door CBI’s. Zelfs met alle
controlevariabelen meegenomen is de ROA voor IBI’s 19
basispunten hoger dan voor CBI’s, iets dat misschien te ma –
ken heeft met het feit dat LLP’s en NLP’s respectievelijk 13
en 18 basispunten lager zijn. Inderdaad een aanwijzing dat
de banken hun screening- en monitoringfunctie steviger
aanpakken in een islamitische bankomgeving. Verder vallen nog een aantal karakteristieken op. Gro –
tere banken hebben verhoudingsgewijs minder LLP’s en
NPL’s dan kleinere banken (blijkens de coëfficiënten op de
variabele Omvang), ze zijn kennelijk beter in staat krediet –
waardige klanten te vinden. Grotere banken hebben ook
een hogere ROA, wat schaalvoordelen suggereert. Aange-
zien grotere banken typisch minder goed gekapitaliseerd
zijn, is hun stabiliteitsindicator (de variabele Z-score) ook
lager, zij het niet significant, iets wat eerder gevonden was
in de literatuur (Beck et al. , 2013).
In de tabellen staat ook een regressie waar we kijken
naar een interactie tussen grootte en islamitische aard van
de banken door die twee variabelen te combineren (dat wil
zeggen, we nemen het product van de twee mee als een va –
riabele). We zien dat verrassenderwijs kleine IBI’s het beter
doen dan grote: ze hebben lagere NPL’s en NPL’s en hogere
winstgevendheid. Staan kleinere islamitische banken dich –
ter bij hun klanten dan grote banken?
CONCLUSIE
Met data uit Pakistan, waar islamitische en conventione –
le banken naast elkaar in de markt optreden, hebben we
onderzocht in welke mate de houding ten opzichte van
risico verschillend is tussen de twee bloedgroepen. In het
theoretische deel van onze analyse laten we zien dat IBI’s
Islamitische bankinstellingen
hebben hogere rendementen op
hun activa en desalniettemin ook
een lagere volatiliteit en hogere
leningskwaliteit daarvan

Banken, cultuur en prikkels ESB
411Jaargang 100 (4713 & 4714) 9 juli 2015
1a. Stabiliteit
CoefficiëntenZ-score
AZ-scoreBCARACARB
1
2 34 56 78 910 1112
Islamitisch
(dummie) 18,743**
15,863109,243 69,272*** 75,951*** 1,17613,44 7,27357,397 49,925*** 50,409*** 29,373
(8,884) (11,042)(80,173)(10,664) (12,975)(40,672) (9,915)(13,717) (56,230) (10,065) (14,249)(54,992)
(a) Grootte -2,385
0,851 1,79-0,801 -1,87-0,133 0,59 -0,139
(1,770) (2,890) (2,446) (2,289) (2,988) (4,315) (2,997) (4,323)
Vaste activa -0,37
-0,38 -0,37 -0,362 0,8410,836 0,708 0,71
(0,700) (0,766) (0,869) (0,806) (0,741) (0,750) (0,802) (0,788)
Beleggingen
anders dan
leningen 0,403
0,494 0,27 0,197 -0,162-0,113 -0,11 -0,131
(0,327) (0,373) (0,192) (0,171) (0,388) (0,352) (0,387) (0,351)
(b)Islamitisch
grootte
-10,232 8,194* -5,492 2,305
(7,776) (4,212) (4,772) (4,616)
P-waarde voor:
(a)+(b)=0 -9,381
7,393* 11,511 2,166
Constante 14,343***
19,032-20,318 14,544*** -18,122 13,387 6,36832,633 (39,772) 6,3413,96712,831
(3,563) (19,963)(43,681)(3,273)(32,252) (28,48) (8,795)(24,227) -5,625***(8,796)(24,948) (40,111)
R
20,037 0,0710,0890,513 0,5250,543 0,0180,0280,0350,191 0,1960,198
Observaties 1423142314231423142314231423142314231423 14231423
1b. Kwaliteit van de activa
Coefficienten ROA
SD(ROA)Voorzieningen voor verwachte
verliezen op leningen NPLs
1 2 34 5 678 910 1112
Islamitisch 0,098
0,691** 2,107*0,001-0,00675** -0,00063 -11,026***-13,169*** -37,724** -14,069*** -18,162***-56,675**
(0,237) (0,296) (1,125)(0,003)(0,003) (0,01692) (3,211)(4,312) (16,814) (3,629)(5,355)(22,054)
(a) Grootte
0,226*** 0,275*** -0,00297*** -0,00276*** -2,356** -3,075** -3,115** -4,243**
(0,065) (0,089) (0,001) (0,0008) (1,198) (1,568) (1,517) (2,014)
Vaste activa
-0,084*** -0,084*** 0,00022 0,00021 0,187 0,185 0,736* 0,732*
(0,021) (0,021) (0,000) (0,0002) (0,286) (0,283) (0,410) (0,38)
Beleggingen
anders dan
leningen
0 0,002 0,00002 0,00002 0,296** 0,261** 0,270* 0,215
(0,005) (0,005) (0,000) (0,00005) (0,134) (0,123) (0,143) (0,132)
(b)Islamisch
grootte
-0,155 -0,00067 2,638* 4,136**
(0,104) (0,00172) (1,41) (1,877)
Constante 0,292*
-1,881**-2,479** 0,013***0,04282*** 0,04024*** 12,489***21,038** 30,594* 17,164***33,615** 48,611**
(0,166) (0,809) (1,057)(0,002)(0,010) (0,00951) (3,177)(10,698) (15,798) (3,737)(14,887) (21,715)
(a)+(b)=0 0,12** -0,00343** -0,437 -0,107
R
20,056 0,1490,1530,0040,23919 0,24137 0,0720,232 0,240,1050,2440,257
Observations 1423142314231423 1423 142313671367 1367 13631363 1363
*/**/*** Significant op tien-, vijf-, en eenprocentsniveau
¹ Empirische resultaten voor de hele dataset en met en zonder controle voor bankkarakteristieken. De tabel rapporteert de geschatte coëfficiënten voor verschillende stabiliteits/solvabiliteits-¹
maatstaven (tabel 1a) en maatstaven voor de kwaliteit van de activa (tabel 1b) als afhankelijke variabelen. De onafhankelijke variabele Islamitisch is een dummyvariabele met waarde 1 voor
islamitische bankinstellingen of islamitische filialen van gemengde banken, en 0 voor conventionele instellingen/filialen. Activa-waarde is de logaritme van de totale activa, vaste activa zijn
geschaald met totale activa, en inkomsten-genererende activa anders dan leningen met het totaal van inkomsten-genererende activa van elke bankinstelling. Z-scoreA en CARA zijn berekend
onder de aanname dat islamitische deposito’s gelden bij het vreemd vermogen, terwijl de Z-scoreB en CARB deze deposito’s bij het eigen vermogen optellen. Standaardfouten zijn geclusterd op
bankniveau (segment).
Bron: Farooq et al., 2015.
Effect van Islamitisch bankieren op de stabiliteit en de kwaliteit van d
e activa, twaalf modellen¹TABEL 1

ESB Banken, cultuur en prikkels
412Jaargang 100 (4713 & 4714) 9 juli 2015
niet alleen zwakkere prikkels hebben om risico op te zoe –
ken, maar voor een gegeven risicoprofiel ook meer risico
delen tussen de verschillende financiers (aandeelhouders
en depositohouders) van de bank. We vinden dat islami-
tische bankinstellingen het beter doen dan conventionele
banken: ze hebben hogere rendementen op hun activa (le –
ningen en andere beleggingen), desalniettemin een lagere
volatiliteit van die rendementen en substantieel hogere le –
ningskwaliteit. Dat laatste weerspiegelt zich in lagere pro –
visies voor toekomstige verliezen en minder leningen met
betaalachterstand. Kennelijk zitten IBI’s dichter bij hun
klanten en vervullen ze de screening- en monitoringfunc-
ties beter dan hun conventionele concurrenten. En aan de
andere kant van de balans zien we betere kapitaalratio’s en
een grotere distance to default (eigen vermogen plus winst
gedeeld door standaarddeviatie van de activa-rendemen –
ten), zeker als islamitische deposito’s als eigen vermogen
gezien worden. Hetzelfde vinden we als we die variabelen
conventioneel meten, al zijn de relevante coëfficiënten dan
niet significant. Een grotere distance to default impliceert
een kleinere kans dat belastingbetalers bij moeten springen
in moeilijke tijden. Alles bij elkaar genomen lijken de resultaten aan te
geven dat risico’s vanuit de activakant van de balans beter
onder controle te houden zijn en kleiner blijven in een sys-
teem gebaseerd op islamitische financiële principes dan in
een conventionele omgeving. Vanwege de verliesabsorptie
dan wel winstdeling die hoort bij islamitische deposito’s,
hebben directeuren- aandeelhouders van islamitische
bankinstellingen minder prikkels tot het nemen van soci-
aal ongewenste risico’s en zijn ze robuuster voor gegeven
niveaus van risico dan conventionele banken. Om hieruit te concluderen dat islamitisch bankieren
tot grotere systeemstabiliteit zal leiden, is vooralsnog voor –
barig. Voor die conclusie moeten ook risicofactoren vanuit
de andere kant van de balans onderzocht worden. Heb –
ben islamitische banken even makkelijk toegang tot niet-
verzekerde deposito’s, zowel in tijden van crisis als in rusti-
ger tijden? En hoe trouw zijn islamitische depositohouders
op het moment dat winstdeling ongunstig uit dreigt te pak –
ken? Een eerste analyse (Farooq en Zaheer, 2015) wijst ook
hier op een gunstiger beeld voor islamitische bankinstellin –
gen. Als die laatste resultaten in een algemener opgezette
analyse zouden overleven, dan wijst dat in combinatie met
onze analyse voor de risico’s aan de activakant in de richting
van een bevestigend antwoord op de vraag gesteld in de in –
leiding : een grotere rol voor islamitische bankinstellingen
en meer financiële instituties die volgens de sharia werken,
zullen leiden tot een stabieler financieel systeem.
LITERATUUR
Baele, L., M. Farooq en S. Ongena (2012) Of religion and redemption: evidence from default
on Islamic loans. CentEr Discussion Paper , 014.
Beck, T., A. Demirgüç-Kunt en O. Merrouche (2013) Islamic vs. conventional banking: business
model, efficiency and stability. Washington DC: The World Bank.
Farooq, M. en S. Zaheer (2015) Are Islamic banks more resilient during financial panics? IMF
Working Paper, 41.
Farooq, M., S. van Wijnbergen en S. Zaheer (2015) Will Islamic banking make the world less
risky: an empirical analysis of capital structure, risk shifting and financial stability. Tinbergen
Institute Working Paper, 051.
islamitische bankinstellingen
zitten dichter bij hun klanten en
vervullen screening- en monitoringfuncties
beter dan hun conventionele concurrenten

Auteur