Ga direct naar de content

Enquête bewijst nut harmonisatie

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 11 2005

Enquête bewijst nut harmonisatie
Aute ur(s ):
J.A. Kamminga (auteur)
j.a.kamminga@minfin.nl
Ve rs che ne n in:
ESB, 90e jaargang, nr. 4455, pagina 118, 11 maart 2005 (datum)
Rubrie k :
EU-monitor
Tre fw oord(e n):

Volgens een recent rapport van de Europese Commissie is sprake van een stijging van de administratieve lasten voor bedrijven,
naarmate zij meer buitenlandse filialen hebben.
De Europese Commissie heeft eind 2004 de resultaten gepubliceerd van een onderzoek naar belasting compliance kosten (hierna fiscale
nalevingkosten) van bedrijven binnen de EU (Europese Commissie, 2004). De studie geeft zicht op de impact die verschillende nationale
belastingsystemen hebben op de kosten die een groep geënquêteerde Europese bedrijven maakt om te voldoen aan hun binnen- en
buitenlandse administratieve verplichtingen op het terrein van de winstbelastingen en btw. Het onderzoek is niet representatief, maar
indicatief van aard. Slechts een klein aantal bedrijven heeft op de enquête gereageerd (zevenhonderd bedrijven in veertien lidstaten).
Desalniettemin schetst het onderzoek een niet onbelangrijk beeld van de werkelijkheid in ondernemingsland. figuur 1

Figuur 1. Relatie tussen aantal buitenlandse vestigingen en de toename van nalevingslasten
Figuur 1 geeft de resultaten weer van een econometrische regressieanalyse. Het staafdiagram verbeeldt de relatieve toename van de
fiscale nalevingkosten per bedrijf met de toename van het aantal filialen of dochterondernemingen in andere lidstaten. De toename van
de nalevingkosten is benaderd als de stijging van de kosten-omzet-ratio, waarbij de kosten van een bedrijf zonder vestigingen in het
buitenland als referentiepunt is genomen. Een evidente conclusie is dat de grensoverschrijdende economische activiteiten tot een sterke
toename van de nalevingkosten leiden voor bedrijven met zestien tot vijftig filialen in het buitenland. Bij concerns met meer dan vijftig
bedrijven is van die toename nauwelijks sprake. Andere regressieanalyses in het rapport signaleren een soortgelijke trend: de absolute
nalevingkosten nemen toe met de groei van een bedrijf, maar deze toename vlakt af naarmate het bedrijf groter wordt. Daarbij is een
indeling gemaakt naar klein, middelgroot en groot op basis van het aantal werknemers, waarbij geconcludeerd wordt dat met name
middelgrote bedrijven (50-250 werknemers) geconfronteerd worden met sterk groeiende kosten. Zo berekent de Commissie de
verhouding tussen nalevingkosten en betaalde belasting voor het MKB op 30,9% tegenover 1,9% voor grote bedrijven (meer dan 250
werknemers), terwijl de kosten-omzet-ratio voor het MKB op 2,9% ligt versus 0,02% voor grote bedrijven. Deze bevindingen – er is sprake
van een groot noemereffect – zijn in lijn met eerder onderzoek (UNICE, 1995 en OESO, 2001).
Kwalitatief onderzoek wijst uit dat de fusie- en splitsingsproblematiek en vooral de problematiek met interne verrekenprijzen bij de
winstbelastingen de grote boosdoeners zijn bij het maken van administratieve lasten. Bijna tachtig procent van de gevraagde grote
bedrijven ervaart grote problemen met betrekking tot de administratieve verplichtingen inzake interne verrekenprijzen. Op btw-gebied
worden grensoverschrijdende btw-teruggaafprocedures, controles, ingewikkelde aangifteformulieren en uitgebreide
factureringsverplichtingen als problematisch ervaren.
Maatregelen
De verlaging van administratieve lasten staat hoog op de Europese agenda. Op het gebied van de fiscaliteit laat de EU zich evenmin
onbetuigd. Zo heeft de Commissie bijvoorbeeld in 2002 een overlegorgaan tussen lidstaten en het bedrijfsleven in het leven geroepen
(het EU Transfer Pricing Forum) om afspraken te maken over administratieve verplichtingen op het gebied van verrekenprijzen. Op het

gebied van de fusieproblematiek is de EU er recentelijk in geslaagd om de al bestaande fusierichtlijn uit te breiden en te verbeteren,
waardoor fiscale belemmeringen bij grensoverschrijdende fusies, reorganisaties, overnames en afsplitsingen verminderd, dan wel
weggenomen worden. Voorts werkt de Commissie aan een harmonisatie van winstbelastingen zodat de interne markt beter z’n werk kan
doen. Een ander belangrijk punt betreft de btw-teruggavenproblematiek. Op 29 oktober 2004 heeft de Commissie een richtlijnvoorstel
ingediend ter vereenvoudiging van btw-verplichtingen van bedrijven.
De EU-ontwikkelingen op fiscaal terrein maken onderdeel uit van de hernieuwde Lissabon-agenda, die sterker dan voorheen wordt
gericht op groei en werkgelegenheid. In dit kader moeten resterende fiscale barrières worden weggenomen en administratieve lasten
worden verminderd om de interne markt beter te laten werken.
Conclusie
Het is terecht dat de fiscale nalevingkosten in de EU op de agenda staan. Wat dit betreft is de EU aan zet om daadwerkelijk voor de
noodzakelijke reductie van fiscale nalevingkosten bij grensoverschrijdende economische activiteiten in Europa te zorgen. Een manier
waarop dat gerealiseerd kan worden is te streven naar verdere harmonisatie van winstbelastingen en btw.
Jakob Kamminga
Literatuur
Europese Commissie (2001) Fiscaal beleid in de Europese Unie: prioriteiten voor de komende jaren.
Europese Commissie (2004) European Tax Survey.
Beide beschikbaar via: www.europa.eu.int/comm/taxation_customs

Copyright © 2005 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur