Ga direct naar de content

Effectief klimaatbeleid bij hoge energieprijzen

Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 19 2022

Door al het gedoe over de hoge energie­prijzen is het de afgelopen weken makkelijk om te vergeten dat er ook nog een klimaatprobleem bestaat. Een probleem dat behoorlijk urgent is, en toch zomaar van de agenda verdwenen lijkt.

De analogie van de energieprijscrisis met de dotcom-, de financiële en de coronacrisis dringt zich daarom al snel op. De ambitieuze plannen die er toen waren om het klimaatprobleem op te lossen, werden niet uitgevoerd toen door acute ­economische zorgen de investeringsbereidheid verdween, zo schrijft Jan Luiten van Zanden in deze ESB.

Toch denk ik niet dat de geschiedenis zich zal herhalen, niet alleen omdat het klimaatprobleem nu dringender is, maar vooral vanwege de aard van de crisis. Bij de energieprijscrisis is elk bespaarde kilowattuur winst, en verdienen investeringen in energiebesparing en verduurzaming zich dubbel en dwars terug. Op het heropenen van de kolencentrales na, zal de energieprijscrisis daarom vooral de energietransitie versnellen.

Beprijzing werkt

Ter ondersteuning van die versnelling verkent deze ESB de ideale beleidsmix voor de energietransitie. Een forse beprijzing van de CO2-uitstoot blijkt de belangrijkste maatregel om het klimaatprobleem aan te pakken, zo concluderen zowel Gerard van der Meijden en Cees Withagen op basis van een literatuurstudie, als Joost van Breda, Lex Hoogduin en Jacob Janssen via een complexiteitsanalyse. Beprijzing legt het klimaatprobleem daar waar het uiteindelijk thuishoort: bij de consument.

Innovatiesubsidies

De auteurs zijn verdeeld over de subsidies om het bedrijfsleven te verduurzamen. Theoretisch lijkt het verdedigbaar: Van der Meijden en ­Withagen geven aan dat subsidies kunnen helpen om te innoveren en om een markt te creëren. Maar in hun studie naar groene innovatie in de auto-industrie vonden Rik Rozendaal en Herman Vollebergh een niet-significant effect van de subsidies op innovatie.

In hun bijdrage adviseren Esther Mot en Arjan Trinks van het Centraal Planbureau het kabinet daarom om met veel concretere plannen te komen voor de besteding van de miljarden voor groene innovatie. Omdat veel plannen nog niet concreet zijn ingevuld, neemt het risico toe dat er uiteindelijk ‘maar wat gedaan wordt’ met dat geld.

Liever verplichten

Economen kijken, met hun focus op financiële prikkels, al snel naar beprijzingen en subsidies als instrument. De mogelijkheid om bedrijven verplichtingen op te leggen voor de verduurzaming van hun productie en producten zien ze vaak over het hoofd. Dat is jammer, want verplichtingen opleggen is goedkoop, zeker in vergelijking met subsidiëren, en bleek in de auto-industrie volgens Rozendaal en Vollebergh wel effectief te zijn.

Het verplichtende element van regelgeving is daarbij belangrijk. Bram van der Kroft en ­Dennis Bams laten zien dat vrijwillige environmental, ­social en governance ratings van bedrijven negatief gecorreleerd zijn met de daadwerkelijke prestaties van diezelfde bedrijven op deze thema’s. Hoe beter bedrijven op papier presteren, hoe slechter ze het in de praktijk doen.

Energieprijscrisis

Terug naar het hier en nu – hoe dient de aanpak van de energieprijscrisis rekening te houden met de energietransformatie? Ten eerste door te realiseren dat, voor de energietransitie, hogere energieprijzen hetzelfde effect kunnen hebben als het beprijzen van CO2. Een overheid die energieprijzen compenseert, houdt daar rekening mee – bijvoorbeeld door een vast bedrag uit te keren in plaats van een lagere kilowattuurprijs te garanderen, of door de klimaatdoelen expliciet mee te nemen in de compensatieafspraken. Voor dat laatste doet Sandra Phlippen in haar column een voorstel.

Ten tweede lijken de onvermijdelijk smaller wordende financiële kaders niet zo’n probleem voor het klimaatbeleid. Met krappere kaders worden de subsidies en fondsen lastiger te verdedigen, maar omdat deze instrumenten waarschijnlijk toch niet zo effectief zijn, zal de schade wel meevallen. Beprijzing en verplichtingen komen niet in gevaar; zij leveren geld op.

En ten derde door ook, als de conjunctuur straks tegenzit, stug verder te gaan met de lange adem van het klimaatbeleid. Dat kan door op termijn verduurzamingseisen te stellen aan productie en producten, maar ook door het statistische raamwerk dat de impact op natuur en milieu van de productie en consumptie duidt, te gaan gebruiken en verder te verbeteren. Een raamwerk dat Harry Wilting, Edwin Horlings, Anne Gerdien Prins, Niels ­Schoenaker, Mark van Oorschot en Adam Walker in deze ESB presenteren.

Auteur

Categorieën