Het politieke spektakel in het onverenigde koninkrijk bepaalt in hoge mate ons beeld van de Brexit. Maar wat er echt te verwachten valt van een no-deal Brexit zal reuze meevallen. Bedrijven anticiperen erop en een soepele omgang met regels en procedures is in de overgang verdedigbaar en biedt voldoende soelaas.
Onze overheid heeft lang aangekoerst op een Brexit met een deal. Misschien vond de overheid dat ze dat moest uitstralen, omdat dat hoorde bij de sterke onderhandelingspositie die de Europese Unie wilde uitbuiten. Misschien geloofde de overheid zichzelf. En misschien was de overheid naïef en vertrouwde men op bestuurlijke rationaliteit in een dossier dat wordt bepaald door de politieke waan van de dag.
Hoe het ook zij, dat is niet wat er zal gaan gebeuren. Bedrijven kijken en keken verder dan hun neus lang is. Zo daalde het Britse aandeel in onze buitenlandse handel al in 2017 betekenisvol. Al lang voor de huidige commotie hebben veel bedrijven dus al alternatieven voor Britse toeleveranciers en afnemers gezocht. Die anticipatie op kerende marktkansen is één van de krachten van onze economie. We kunnen best meer vertrouwen op de weerbaarheid van de Nederlandse economie.
Het Verenigd Koninkrijk blijft belangrijk
In discussies wordt steeds gewezen op het relatief grote aandeel van het Verenigd Koninkrijk in onze handels en investeringsrelaties. Dat zal zo blijven: ook bij een no-deal Brexit blijft het Verenigd Koninkrijk liggen waar het ligt en anders dan tijdens bij voorbeeld een natuurramp valt de Britse economie niet stil. Handelen wordt wat moeizamer, tijdrovender en daardoor minder winstgevend, maar de voordelen van internationale specialisatie blijven drijfveren voor en dragers van de handel met het Verenigd Koninkrijk. De regels, die na een no-deal van toepassing blijven, zijn de spelregels van de Wereldhandelsorganisatie en daarmee kunnen we vaak goed uit de voeten.
Mensenwerk
Grenzen en regels zijn scheppingen van de mens. In de discussie over de no-deal Brexit gaan we er te vaak te gemakkelijk van uit dat de grenzen keihard zijn en de regels in steen gebeiteld staan. Het is belangrijk dat we ons realiseren dat deze met een pennenstreek gewijzigd kunnen worden en dat dat dikwijls verstandig is.
De strikte juridische benadering botst hier met de economische realiteit, die creatieve oplossingen, zeker in de overgangsfase, rechtvaardigt. De vrees dat kwaliteits- en veiligheidseisen in het Verenigd Koninkrijk bij de uittreding direct scherp worden verlaagd is ongegrond – voor veel producten kan dus tijdelijke toegang worden gegeven. Bij medicijnen is die conclusie al getrokken en voor voedsel kan dit ook, al blijft bij de voedselgezondheid waakzaamheid geboden. Ook kunnen de voorspelde files bij de traditionele inklaringspunten vermeden worden, bijvoorbeeld door de douanecontrole tijdens de oversteek plaats te laten vinden.
Een zegen
Aan de andere kant kan de Brexit me niet hard genoeg zijn. Iedere generatie heeft het recht om te leren van ingrijpende fouten. Onze generatie is niet anders en de harde lessen van een keiharde Brexit zullen nuttig zijn. Nuttig voor toekomstige generaties, omdat zij leren wat wij vergeten zijn: dat samenwerking véél beter is dan een alleingang. Zelfs als de Britten en Europeanen niet in staat zijn om het verstand anders te laten beslissen dan de regels vereisen, is er dus geen reden voor pessimisme.
Een no-deal Brexit zal niet uitlopen op een ramp en is het bedrijfsleven zich al sinds het Brexit-referendum aan het voorbereiden. De handel met het Verenigd Koninkrijk wordt dan ook niet gestaakt maar hoogstens wat vertraagd en verminderd. Ook kan de overheid veel problematische regelgeving tijdelijk buiten werking stellen. Daarmee is een harde Brexit dus bepaald geen ramp, maar de boodschap van deze econoom is dat een harde Brexit, misschien onverwacht, een ware zegening zal zijn!
Auteur
Categorieën