Ga direct naar de content

Een duaal belasting- systeem blijft onrechtvaardig

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 2 1997

Een duaal belasting- systeem blijft onrechtvaardig
Aute ur(s ):
Metten, A. (auteur)
Riel, B. van
Ve rs che ne n in:
ESB, 82e jaargang, nr. 4113, pagina 543, 2 juli 1997 (datum)
Rubrie k :
Naschrift
Tre fw oord(e n):
belastingen

In het onderstaande zullen we ingaan op drie punten uit het commentaar van Cnossen en Bovenberg: de rechtvaardigheid van de
Zweedse belastinghervorming; de verdelingsconsequenties van een duaal belastingstelsel in Nederland; en de noodzaak van een
adequaat Europees antwoord op kapitaalmobiliteit en de hiermee samenhangende belastingconcurrentie.
Volgens S. Cnossen en A.L. Bovenberg, (Synthetisch of duaal, ESB, 2 juli 1997, blz. 542) hebben de Scandinavische
belastinghervormingen geleid tot een effectievere belasting van kapitaalinkomsten, waardoor het belastingstelsel rechtvaardiger zou zijn
geworden. Afgezien van de vraag of kapitaalinkomsten wel effectiever belast worden door de belastinghervormingen, maakt dat het
belastingstelsel echter niet vanzelf rechtvaardiger. Rechtvaardigheid wordt ook bepaald door de hoogte van de verschillende tarieven.
En bij een duale inkomstenbelasting ligt het voor de hand de hoogste tarieven te verlagen. Anders zou er immers een groot verschil
ontstaan tussen het tarief voor de kapitaalinkomsten en de hoogste tarieven voor arbeidsinkomsten, en wordt het nog aantrekkelijker om
hoog belast arbeidsinkomen door allerlei constructies om te zetten in laag belast kapitaalinkomen. Verlaging van de hooste tarieven is
bijvoorbeeld in Zweden gebeurd, en de ‘harde’ gegevens over de herverdelende werking van het belastingstelsel waarop wij ons
beroepen hebben, wijzen er op dat het Zweedse stelsel er niet rechtvaardiger op geworden is.
Cnossen en Bovenberg beweren dat ook in de huidige Nederlandse situatie kapitaalinkomsten nauwelijks belast worden. Invoering van
een duaal belastingstelsel zou daarom alleen maar meer belasting uit kapitaalinkomsten kunnen genereren en dus rechtvaardiger zijn. In
de eerste plaats maken ze deze claim, waar hun verdere betoog op berust, niet hard. Voorts vergeten ze te vermelden dat de extra
belastinginkomsten in een duaal belastingstelsel vooral door het belasten van de inkomsten van de pensioenfondsen zouden moeten
worden opgebracht. Tegenover de meeropbrengsten door het belasten van de inkomsten van pensioenfondsen staan gederfde
belastinginkomsten door het wegvallen van de dividendbelasting (kosten f 2,7 miljard) in een duaal belastingstelsel en de in dit kader
voorgestelde daling van de vennootschapsbelasting naar 30% (kosten f 3,2 miljard) 1. Omdat verwacht mag worden dat pensioenfondsen
als reactie op de belasting op hun inkomsten de pensioenpremies zullen verhogen, zouden werknemers dus door hogere
pensioenpremies voor de lastenverlichting voor werkgevers en aandeelhouders moeten opkomen. In onze ogen pleit dit niet bepaald
voor de rechtvaardigheid van een duaal belastingstelsel in Nederland.
Tenslotte de Europese maatregelen – een bevrijdende bronheffing op rente-inkomsten en een minimum tarief voor de
vennootschapsbelasting – die Cnossen en Bovenberg ter flankering van de invoering van een duaal belastingstelsel in Nederland
bepleiten. Over de noodzaak van een minimumtarief voor de vennootschapsbelasting verschillen we kennelijk niet van mening. Wij zijn
echter bang dat afspraken hierover moeilijk tot stand komen als Nederland in het kader van de invoering van een duaal belastingsysteem
alvast eenzijdig besluit de vennootschapsbelasting te verlagen. Dit zal zeker reacties van andere lidstaten oproepen en daarmee de
beleidsconcurrentie op dit vlak aanwakkeren. Als er dan tenslotte een minimumtarief tot stand komt, zou dit bijgevolg weleens ver onder
het huidige Europees gemiddelde kunnen liggen.
Over de eventuele hoogte van het minimumtarief voor een bevrijdende bronheffing op rente-inkomsten laten Cnossen en Bovenberg zich
niet uit. Elders heeft Cnossen een tarief van 10% voorgesteld 2. Zo’n laag tarief zal in onze ogen echter nauwelijks voldoende zijn om
kapitaalvlucht tegen te gaan uit landen die zelf een wezenlijk hoger tarief zouden wensen te hanteren. Vandaar dat Cnossen ervoor pleit
om dit tarief vervolgens geleidelijk in samenspraak met de VS en Japan te verhogen naar het tarief van de vennootschapsbelasting. Dit
lijkt ons echter een riskante strategie, waarbij de kans groot is dat een adequaat antwoord op de uitholling van de belastinggrondslag
door de toename van de kapitaalmobiliteit op internationaal niveau uitblijft

1 J.J. Graafland en S. de Boer, Het plan-Cnossen en de arbeidsmarkt, ESB, 18 oktober 1995, blz. 926.
2 S. Cnossen, Proeve van een duale inkomstenbelasting, ESB, 7 mei 1997, blz. 368.

Copyright © 1997 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur