Ga direct naar de content

Een bescheiden, strategisch tekort

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 24 1985

ECONOMISCH STATISTISCHE BERICHTEN

Een bescheiden, strategisch tekort
Het opstappen van David Stockman als directeur van de
Amerikaanse begroting komt voor de regering-Reagan op
een zeer ongelegen moment. Het overleg tussen het Witte
Huis en het Congres over de begroting voor het fiscale jaar
1986, dat in oktober a.s. begint, zit muurvast en er is een grote kans dat niet op tijd overeenstemming wordt bereikt over
het programma van bezuinigingen. De pogingen om het begrotingstekort te verminderen lijden dan opnieuw schipbreuk. De als briljant omschreven Stockman ‘had, zoals hij
ook in voorgaande jaren heeft gedaan, misschien de impasse
kunnen doorbreken. Algemeen heerst in Washington de opvatting dat het zonder Stockman nog moeilijker zal worden
om het begrotingstekort onder controle te krijgen dan het nu
al is. Nu Reagan en consorten zich echt enige zorgen schijnen
te gaan maken over de omvang van het Amerikaanse begrotingstekort en de gevolgen die dat heeft voor de rente, de
koers van de dollar, de Amerikaanse concurrentiepositie en
de internationale economie, is het een gevoelig verlies dat de
man die in Washington bekend stond als “Mac the Knife” en
die ongetwij feld de strijdvaardigste voorvechter van kleinere
begrotingstekorten was, de politieke arena verlaat om een overigens veel beter betaalde – functie bij de New Yorkse investeringsbank Salomon Brothers te aanvaarden.
Maar er is nog een andere reden waarom het vertrek van
Stock man de regering-Reagan niet erg gelegen komt. Want
nu Stockman is opgestapt, heeft senator Moynihan, die een
goede bekende van Stock man is, onthuld dat hij van Stockman heeft gehoord dat Reagan en de zijnen in 1981 met opzet
een begrotingstekort hebben gecreëerd om het Congres, dat
in meerderheid democratisch was, ervan te overtuigen dat er
flink in de sociale uitgaven moest worden gesnoeid. En naar
nu bekend is geworden heeft de beroemde econoom Friedrich von Hayek een paar maanden geleden in een interview
met een Oostenrijks blad hetzelfde ook al beweerd op grond
van informatie die hij van een van Reagans naaste adviseurs
gekregen had. De president en zijn adviseurs waren zich er
dus blijkbaar wèl van bewust dat de sterke verlaging van de
belastingen en de verhoging van de uitgaven (vooral voor defensie) tot een begrotingstekort moesten leiden, maar achtten “een bescheiden, strategisch tekort”
(Moynihan)
dienstig om het Congres over de streep te trekken voor bezuinigingen in de sociale sector. En intussen speldden zij de kiezers en het Congres met behulp van economische sprookjes
zoals de Laffer-curve en met berekeningen van het Budget
Office, op de mouw dat belastingverlagingen en economische groei tot méér in plaats van minder belastingopbrengsten voor de staat zouden leiden. Ja, de begroting zou
zelfs sluitend worden gemaakt.
We weten hoe het afgelopen is. Inderdaad werd er flink in
de sociale programma’s gesneden; inderdaad trok de economische groei in de VS mede dank zij de belastingverlagingen
sterk aan; maar het “bescheiden, strategische tekort” liep
volkomen uit de hand. Toen de geest eenmaal uit de fles was,
kon hij er niet meer in worden teruggebracht. De begrotingstekorten namen steeds meer in omvang toe. De vraag
naar kapitaal joeg de reële rente en de koers van de dollar
omhoog. Amerikaanse boeren en exportindustrieën konden
de internationale concurrentie niet meer aan en legden het
loodje. Zij sleepten banken in hun ondergang mee. De roep

ESB 24-7-1985

om protectionistische maatregelen klonk steeds luider. En
momenteel vormt het Amerikaanse begrotingstekort een van
de belangrijkste bronnen van instabiliteit in de Amerikaanse
en internationale conjunctuur en daardoor een bedreiging
voor het tempo van de economische groei in de wereld.
Dat het economische beleid in dienst wordt gesteld van bepaalde verholen doelstellingen van politici is niet nieuw. De
“public choice” -theorie gaat er zelfs expliciet van uit dat de
voornaamste zorg van politici niet is het algemeen belang te
dienen, maar aan de macht te blijven, en dat het economische
beleid daaraan ondergeschikt wordt gemaakt. Daarom plegen politici voor de verkiezingen extra stimulansen aan de
economie toe te dienen en cadeautjes aan de kiezers uit te delen, ook al weten zij dat deze maatregelen in strijd zijn met
een evenwichtige economische ontwikkeling op langere termijn. Ook weten we dat politici een opvallende voorkeur
hebben voor economische theorieën die goed in hun electorale straatje te pas komen en die aansluiten bij hun politieke
ideologie. Maar dat de economische wetenschap zo schaamteloos wordt gebruikt om het publiek te misleiden als het geval was met de “Reaganomics” om het stelsel van sociale zekerheid te ontmantelen, is toch tamelijk onthullend. Dat is
pas echt “dismal science”.
Zou het niet mogelijk zijn om tegen dergelijke praktijken
een dam op te werpen? Volgens André Spoor, die zich in
NRC Handelsblad boos maakte over Reagans “voodoo”economie die door coryfeeën in het vakgebied verdedigd is
omdat zij geloofden en hoopten dat de economische onzin
een slimme politiek zou zijn, is er een striktere morele code
voor economen nodig, met als strekking dat economen hun
wetenschappelijke jargon nimmer in dienst stellen van politieke spelletjes, zeker niet als de bedoeling daarvan is met
economische onzin maatschappelijke omwentelingen teweeg
te brengen I). Maar het lijkt mij onwaarschijnlijk dat zo’n
code er ooit zal komen en reële betekenis zou kunnen krijgen.
Er zijn altijd uiteenlopende en tegenstrijdige visies onder
economen geweest en de politiek pikt daar uit wat in haar
kraam te pas komt. Het enige wapen dat tegen economische
onzin helpt, is onafhankelijk kritisch onderzoek door vakgenoten naar de houdbaarheid van economisch-politieke beweringen en filosofieën. Op grond daarvan mag men hopen dat
zich langzaam maar zeker een bepaalde consensus vormt
over wat economisch gesproken onzin is en wat niet. Maar
dat is natuurlijk wel een heel lang en moeizaam proces. En
dan nog kan men op het resultaat niet gerust zijn. David
Stockman zelf immers noemde als directeur van de begroting
het “supply-side” -programma van Reagan een “Trojaans
paard dat belasting verlaging voor de rijken brengt” en dat
“geweldige begrotingstekorten zal veroorzaken”. Maar zijn
woorden werden in de wind geslagen, want zij waren politiek
niet opportuun.
L. van der Geest

I)

André Spoor, Nodig: een striktere morele code voor economen,

NRC Handelsblad, 24 juli 1985.

749

Auteur