Economie & Samenleving
Aute ur(s ):
(auteur)
Ve rs che ne n in:
ESB, 89e jaargang, nr. 4439, pagina 381, 6 augustus 2004 (datum)
Rubrie k :
statistiek
Tre fw oord(e n):
Economie en techniek meest lonende studies
Een half jaar na het behalen van het diploma heeft ruim de helft van de hoger opgeleiden een baan gevonden. Twee jaar later is dat aantal
opgelopen tot bijna tachtig procent. Het betreft hier mensen die in de jaren 1997-2000 een hbo- of wo-diploma hebben behaald.
Afgestudeerden met een lerarenopleiding (hbo) of onderwijsbevoegdheid (wo) kwamen het snelst aan de slag.
Een half jaar na afstuderen hadden acht van de tien academici die na hun doctoraal de lesbevoegdheid hadden, betaald werk. Datzelfde
gold voor zeven van de tien hbo’ers die de lerarenopleiding hadden afgerond. Onder academici in de afstudeerrichting gezondheid was
het aantal werkenden een half jaar na afstuderen het laagst. In deze studies wordt na de doctoraalfase echter vaak verder gestudeerd
voor een beroepsdiploma (basisarts, dierenarts, enzovoorts) waardoor de intrede op de arbeidsmarkt wordt uitgesteld. Economen met
een universitair diploma telden tweeënhalf jaar na afstuderen de meeste werkenden (86 procent) van alle hoger opgeleiden. Ook
academici met een techniekdiploma deden het met 83 procent werkenden na tweeënhalf jaar erg goed.
Economie en techniek hoogste salarissen
In de onderzochte periode verdienden academici gemiddeld tien tot twintig procent meer dan hbo’ers. Een half jaar na het behalen van
het (beroeps)diploma werd het meest verdiend door de academici uit de sector gezondheid. Hbo’ers met een kunstopleiding verdienden
veruit het minst.
Tweeënhalf jaar na afstuderen werd zowel onder hbo’ers als onder academici het meest verdiend door gediplomeerden economie en
techniek. Zij maakten vergeleken met het startsalaris de grootste loonsprongen: tussen de 44 en 47 procent. Kunstenaars verdienden ook
tweeënhalf jaar na afstuderen het minst van alle hoger opgeleiden.
Wie eenmaal werkt, blijft aan de slag
Eenmaal aan het werk heeft men grote kans om aan het werk te blijven. Van iedere vijf hoger opgeleiden die een half jaar na het behalen
van het diploma een baan hadden, waren er twee jaar later nog steeds vier aan het werk. Van de hoger opgeleiden die na het behalen van
het diploma uitkeringsgerechtigde werden, was slechts één van de twintig dat tweeënhalf jaar na afstuderen nog steeds.
Hbo’ers bleven langer verder studeren dan academici. Van de hbo’ers die na het afstuderen aan een andere studie begonnen, was
tweeënhalf jaar later nog steeds 44 procent daar mee bezig. Onder academici met een vervolgopleiding was dat 28 procent.
Free Florquin
figuur 1
Figuur 1. Aandeel hbo’ers met een baan, cohort 1997/1998, naar afstudeerrichting
a Op peildatum, gemiddeld een half en tweeënhalf jaar na het moment van afstuderen. De afstudeerrichting betreft het niveau /
onderwijssector waarin het diploma behaald werd.
figuur 2
Figuur 2. Aandeel academici met een baan, cohort 1997/1998, naar afstudeerrichting
a Zie toelichting bij figuur 1.
figuur 3
Figuur 3. Dagloon van hbo’ers, cohort 1997/1998, naar afstudeerrichting
a Zie toelichting bij figuur 1. Dagloon betreft het brutoloon per gewerkte dag.
figuur 4
Figuur 4. Dagloon van academici, cohort 1997/1998, naar afstudeerrichting
a Zie toelichting bij figuur 1. Dagloon betreft het brutoloon per gewerkte dag.
Toelichting
De gegevens in dit artikel zijn ontleend aan het onderwijs-arbeidsmarktpanel van het cbs. Dit panel combineert informatie uit
diverse registraties, zoals de studentenadministraties (chriho) van de ib-groep en het Sociaal Statistisch Bestand (ssb) van
het cbs.
De vermelde uitkomsten kunnen niet zonder meer worden geëxtrapoleerd. De onderzochte periode, eind jaren negentig, werd
gekenmerkt door een opwaartse conjunctuur met volop kansen voor nieuwkomers op de arbeidsmarkt. In een periode van
laagconjunctuur, zoals we die nu kennen, zal de arbeidsmarkt voor pas afgestudeerde hoger opgeleiden minder gunstig zijn.
Copyright © 2004 – 2005 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)