Ga direct naar de content

De Wallen of het schip

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 12 2013

Amsterdam was altijd fier op haar liberale kijk op seks en prostitutie. Toeristen, hoerenlopers, studenten en ambtenaren wandelen rustig langs de dames van het vleesverhuur. Deze coulance is deels bepaald door het imago van de vaak wat oudere zelfverzekerde prostituee. Of de brutale Amsterdamse meid die de rationele afweging maakt om zo veel mogelijk te verdienen met zo weinig mogelijk inspanning. Prima toch, doen we niet moeilijk over. 

Maar dan, als je ’s avonds over de wallen loopt en om je heen kijkt, dan zie je toch vooral zwakke vrouwtjes uit Aziatische landen of uit Oost-Europa. Zij zien er niet uit of ze veel te kiezen hadden en desgevraagd blijken ze vaak niet eens te weten in welke stad of en in welk land ze zich bevinden.

Toen Asscher en Van der Laan onlangs te horen kregen dat ten minste 200 tot 300 vrouwen per nacht door mensenhandelaren gedwongen actief zijn, besloten ze tot een aantal maatregelen om de prostitutie die met mensenhandel gepaard gaat te ontmoedigen.

Maar hoe? En vooral, hoe kan dit worden bereikt zonder dat de vrijwillige prostituee haar beroep moet opgeven of het hele zooitje ondergronds gaat en we er helemaal geen zicht meer op hebben? En toen barstte de discussie de afgelopen weken tussen feministen en liberalen in zowat alle kranten los.

De feministen zijn voornamelijk van mening dat prostitutie per definitie verkrachting is en dat het dus verboden moet worden aan de vraagzijde. De liberalen brengen hiertegen in dat dat de markt voor prostitutie niet doet verdwijnen en deze dus de illegaliteit in verdwijnt. 

De economen Lee en Persson (2012) modelleren deze argumenten en komen tot de conclusie dat zowel criminalisering (wat feministen willen) als legalisering (de wens van de liberalen) kan leiden tot toename of afname van gedwongen prostitutie (zie hier). Bepalend is niet het beleid maar hoe aantrekkelijk het is om je vrijwillig te prostitueren. Dat wordt weer bepaald door het verschil tussen wat je bij de V&D achter de toonbank verdient en op de wallen. 

Maar het belangrijkste is dat Lee en Persson komen met een nieuwe oplossing. Zij stellen voor om een ‘veilige-havenbeleid’ te voeren door legale sterk gereguleerde prostitutie enerzijds en tegelijkertijd de mannen die seks buiten het gereguleerde kanaal kopen zwaar te bestraffen. 

Nu is het bij ons in Nederland zo dat aanbieders van vrijwillige en gedwongen prostitutie elkaars concurrenten zijn. Er is volgens de auteurs weliswaar gereguleerde prostitutie, maar geen strikt handhavingsbeleid voor prostituanten die uit de illegale vijver vissen. Gevolg is een welig tieren van de illegale handel plus het overslaan van de norm van mishandelpraktijken naar de gereguleerde sector. 

De oplossing ligt in het creëren van een prijsverschil tussen de vrijwillige en de gedwongen prostitutie. Een prijsverschil ontstaat doordat de ‘veilige haven’ (het gereguleerde deel) alleen vrijwillige prostituees toelaat via registratie, zorg en monitoring. In het niet-gereguleerde deel van de markt – waar zowel verhandelde als vrijwillige dames actief zijn – worden prostituanten die voor illegale meisjes kiezen zo zwaar gestraft dat de seks hier goedkoper wordt om te compenseren voor het risico om gepakt te worden. Dit prijsverschil zal steeds meer vrijwillige dames uit de vrije sector overhalen om zich in het gereguleerde circuit te vestigen. Het beleid van zware straffen voor het bezoeken van illegale aanbieders kanaliseert de vrager naar de ‘gewenste’ vrijwillige aanbieder. Ten slotte laten de auteurs ook zien dat dit ‘veilige-havenbeleid’ minder kostbaar is dan de huidige plannen waarin de politie handelaren probeert op te pakken. Minister Opstelten begint dit nu ook in te zien door vorige week met een wetsvoorstel te komen waarin prostituees zich moeten registreren en prostituanten verplicht zijn zich te vergewissen van een geregistreerde dame.

Er is echter één maar. Bij het veilige-havenbeleid wordt de markt tussen vragers en aanbieders van seks hersteld, door de handelaren uit de markt te prijzen. Dit maakt het aanbod schaarser, drijft de prijs op en zal een aanzuigende werking hebben op de meiden van V&D. In het model van Lee en Persson is dit geen enkel probleem, sterker nog, ze zijn zelfs beter af want anders hadden ze er niet voor gekozen. Maar over de definitie van keuze valt nog wel wat meer te zeggen. Er zijn empirische aanwijzingen dat het hier gaat om een dermate kwetsbare groep dat hun handelen niet zozeer een keuze maar een gebrek aan keuze weerspiegelt. En zelfs als het wel een actieve keuze betreft is het maar zeer de vraag of meiden die de overstap naar het oudste beroep ter wereld maken de gevolgen van die keuze geheel overzien. 

 

 

Auteur

Categorieën