Het denken over de toekomst van de welvaartstaat is gebaat bij een scherpere duiding van het begrip solidariteit. Juist in een land van coalities is een gemeenschappelijke taal gewenst.
In veel beleidsdossiers (zorg, sociale zekerheid, pensioenen, armoedebeleid) gaat het uiteindelijk om het goed organiseren van solidariteit zodat groepen die steun nodig hebben deze ook krijgen, terwijl tegelijk misbruik en verspilling verhinderd worden en zelfredzaamheid bevorderd wordt.
Babylon
Omdat het begrip solidariteit is verworden tot een containerbegrip, ontaarden veel discussies in Babylonische spraakverwarringen en over-en-weer verwijten. De socialist verwijt de liberaal al snel dat hij asociaal is omdat hij solidariteit wil verminderen. Maar solidariteit met groepen die dit niet nodig hebben kan juist het draagvlak eroderen. Ook kunnen verspillende en inefficiënte methodes om solidariteit te bewerkstelligen contraproductief werken.
De liberaal op zijn beurt verwijt de socialist belastinggeld te verspillen aan groepen die geen steun nodig hebben. Hoewel ik geen illusie koester deze tegenstellingen te laten verdwijnen, kunnen onnodige verwijten wel vermeden worden door het begrip solidariteit nader te analyseren.
Vijf redenen solidariteit
Er zijn minimaal vijf fundamenteel verschillende redenen waarom mensen solidair met elkaar (willen) zijn. Deze redenen zijn in de basis waardevrij, in de zin dat elke moderne maatschappij ze accepteert. De verschillen in politieke opvattingen zit hem in de verschillende accenten en gewichten alsook in de verschillende manieren om gewenste vormen van solidariteit te bereiken. Ter illustratie, stel ik word geconfronteerd met een dakloze. We noemen hem Dirk. In welke mate ben ik solidair met het lot van Dirk? En wat betekent dat eigenlijk?
1. Paternalisme
Ik kan vinden dat Dirk opgevangen moet worden, zelfs als Dirk daar zelf anders over denkt. Hij vindt misschien dat hij best rond kan scharrelen en met kleine klusjes en wat bedelen in zijn onderhoud kan voorzien. Ik denk echter dat het beter voor hem is als hij geholpen wordt. Dit is het klassieke paternalisme. Een subtielere vorm van paternalisme is als Dirk wel zijn leven wil veranderen maar dit niet zonder hulp kan. Met behulp van het zogeheten libertijns paternalisme kan Dirk wel vrij zijn in de keuzes die hij maakt maar wordt hij daarin geholpen via wat duwtjes (nudges) zonder dat dit tot een voorziening of (financiële) steun hoeft te leiden.
2. Een fatsoenlijke samenleving
Ik kan het prettig vinden in een samenleving te leven waarin Dirk niet aan zijn lot wordt overgelaten. Dit is ongeacht of ik zelf in die situatie ben of denk te belanden, of ik Dirk ken, hem denk tegen te komen of bang ben door de Dirks van deze wereld ‘beroofd’ te worden. Het motief is vergelijkbaar met de ‘erfeniswaarde’ (bequest value) van cultuur. Mensen die niet van klassieke muziek houden, vinden het toch prettig dat we het Concertgebouworkest hebben.
3. Mededogen
Ik voel mededogen met Dirk. Daarom wil ik hem helpen. Let wel dat dit een ander motief is dan het vorige. In het vorige ging het over het gevoel in een fatsoenlijke samenleving te willen wonen. In dit geval eentje waarin zwervers een menswaardig bestaan kunnen leiden. Het mededogenmotief is persoonlijk, veelal (maar niet exclusief) gekoppeld aan individuele ervaringen. Heb ik mededogen met zwervers in abstracte zin, dan komt dit motief dichter bij het vorige motief.
4. Reciprociteit
Ik vind het een goed idee als Dirk opgevangen wordt, omdat ik me realiseer dat als ik het heel slecht tref, ik ook in die situatie kan belanden en het dan prettig vind als iemand mij helpt. Anders dan bij de vorige argumenten is deze reden meer een eigenbelang, zij het indirect, en heeft het karakter van een soort verzekering.
5. Efficiëntie
Het laten opvangen van Dirk is gewoon in mijn eigen belang. Zonder opvang gaat Dirk zwerven en gaat hij wellicht stelen om in zijn onderhoud te voorzien. Zwervers zijn ook slecht voor toerisme en kosten de samenleving uiteindelijk meer geld. Solidariteit is hier een kosten-baten afweging, zonder aspecten van paternalisme, mededogen of reciprociteit.
In geen enkel motief ligt opgesloten in welke mate of op welke manier de solidariteit bereikt moet worden. In alle gevallen kunnen zowel de overheid, de burgers zelf, charitatieve instellingen of het maatschappelijke middenveld meer of minder actief worden. Deze indeling is daarmee dus politiek neutraal.
Verwarring
De indeling maakt tevens duidelijk waarom er zo vaak verwarring ontstaat. De socialist is oprecht geschokt dat de liberaal de door hem zo gekoesterde solidariteit erodeert. De liberaal ziet dat heel anders. Ze hebben allebei gelijk. Het kan namelijk heel goed zijn dat de socialist verontwaardigd is omdat hij een gebrek aan mededogen bij de liberaal vermoedt, terwijl de liberaal zich van geen kwaad bewust is omdat ze de uitvoering inefficiënt vindt.
Socialist versus liberaal
Dit laat onverlet dat dezelfde socialist en liberaal best fundamentele andere ideeën kunnen hebben hoe je solidariteit het best organiseert of hoe zwaar je een individueel motief weegt. Denk aan de zorg. Stel ik moet beslissen of een behandeling wel of niet in het basispakket komt. Ik kan daartoe besluiten omdat ik anders bang ben dat mensen niet goed voor zichzelf zorgen, omdat ik het fatsoenlijk vind dat de samenleving dit als voorziening aan iedereen aanbiedt, omdat ik mededogen voel met mijn zieke overbuurvrouw, omdat ik blij ben die behandeling vergoed te krijgen als ik zelf in de situatie beland of omdat ik bang ben dat het niet vergoeden in het basispakket uiteindelijk tot hogere zorgkosten leidt.
De socialist kan uit monde van solidariteit (fatsoen) iets in het basispakket willen terwijl de liberaal eveneens uit monde van solidariteit (efficiëntie) dezelfde behandeling er uit wil. De socialist kan uit monde van solidariteit (paternalisme) een publieke voorziening nastreven, terwijl de liberaal vanuit solidariteit (reciprociteit) meer nadruk op zelfredzaamheid kan leggen.
Zitten de liberaal en de socialist in een coalitie, dan kunnen zijn zich vrij gemakkelijk vinden in efficiëntie, zal de liberaal daarentegen niet graag concessies doen op paternalisme, maar eerder op nudges of mededogen. Om te bepalen waar partijen elkaar vinden of juist fundamenteel verschillen is het nodig het begrip solidariteit te ontrafelen. Het benoemen van de motieven creëert een gemeenschappelijke taal en draagt daarmee bij tot een ordentelijke gedachtevorming, geen overbodige luxe in het land van coalities.
Dit essay verscheen 5-4 in het FD
Auteur
Categorieën