Sinds begin maart buitelen de neerwaartse bijstellingen van de groeiramingen over elkaar heen. Reden is de corona-epidemie en de – al dan niet intelligente – lockdowns waartoe regeringen hebben besloten om verspreiding van het virus tegen te gaan. Tabel 1 geeft een overzicht van recente ramingen van de groei van het bruto binnenlands product (bbp).
Het woord groei is daarbij eigenlijk al niet meer op zijn plaats, want we zijn voor het eurogebied en voor de Verenigde Staten al beland bij verwachte productiedalingen, zelfs dalingen die vergelijkbaar zijn qua omvang met die van de Grote Recessie van 2008-2009. Het bbp, een vaak bekritiseerde indicator, is nu een zeer nuttige maatstaf, ook al kan een kleine bbp-daling betekenen dat een land onvoldoende maatregelen neemt om verspreiding van het coronavirus te stoppen.
Onvolledige informatie
Alle ramers pogen op basis van onvolledige informatie over de huidige situatie en hun kennis van eerdere crises te komen tot een inschatting van het bbp-verloop dit jaar. De geraamde bbp-ontwikkeling dit jaar hangt op de eerste plaats af van de omvang van de bbp-val door de lockdown en de duur van de lockdown. Daarnaast is de effectiviteit van de genomen maatregelen om het beschikbaar inkomen van huishoudens op peil te houden en omvallen van bedrijven te voorkomen van groot belang. En, tot slot, is de snelheid waarmee het bbp opkrabbelt na het einde van de lockdown van belang.
Lastig bij de inschatting van het effect van lockdowns zijn substitutie-effecten die optreden, plastisch uitgedrukt het bezoek aan de bouwmarkt in plaats van het theater bijvoorbeeld. Vrijwel alle groeiramingen hebben voor de kwartalen een V- of U-patroon. Ik ben geen ramingen met een L-patroon tegengekomen, maar wel met een W-patroon vanwege een tweede golf van virusverspreiding de komende winter.
Opvallend, maar logisch, is dat momenteel meer dan gewoonlijk gebruik wordt gemaakt van scenario’s en dus van centrale voorspellingen wordt afgezien. De ramingen stabiliseren nog niet, nieuwe ramingen zijn somberder dan eerdere ramingen.
Wachten op de internationale instellingen
In normale omstandigheden zijn internationale instellingen als de OESO, het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Europese Commissie de ankerpunten bij de economische vooruitzichten. Op dit moment zijn hun gedetailleerde ramingen echter niet beschikbaar. De Managing Director van het IMF, Kristalina Georgieva, heeft al wel aangegeven dat 2020 qua groeiterugval tenminste vergelijkbaar is met de Grote Recessie. Het IMF komt later deze maand met zijn World Economic Outlook.
De OESO heeft recent vooral naar voren gebracht dat elke maand lockdown de bbp-groei in 2020 met twee procentpunt vermindert, hetgeen minstens dezelfde orde van grootte van groeiterugval impliceert. De OESO en de Europese Commissie komen in mei met hun reguliere raming; voor de Europese Centrale Bank wordt dat juni. Tot dan staan de ramingen centraal van banken met stevige economische researchafdelingen, nationale economische instituten en nationale centrale banken.
Ramingen nemen straks aan belang toe
Momenteel zijn ramingen van belang maar niet meer essentieel: de noodzakelijke economische maatregelen voor deze fase zijn immers al genomen. Nieuwe ramingen en bijbehorende analyses kunnen natuurlijk wel tot aanvullende maatregelen leiden. Het belang van ramingen gaat toenemen in de fase van de geleidelijk afschaling van de lockdown, wanneer ook de discussie gaat verhevigen over hoe snel de genomen economische maatregelen moeten worden beëindigd.
Steun het economisch debat
Juist nu zijn gedegen economische analyses hard nodig. In ESB leest u dagelijks relevante inzichten van de experts zelf, geselecteerd en toegankelijk gemaakt door de ESB-redactie. Het meeste daarvan is exclusief beschikbaar voor onze abonnees. Word ook abonnee en lees direct het themanummer over de coronacrisis.
Tip van de redactie: hier vindt u onze artikel- en blogreeks en onze serie videocalls met economen over de coronacrisis.
Auteur
Categorieën