De ict-sector tot 2002
Aute ur(s ):
Wiel, H.P., van der (auteur)
Projectleider ict en arb eidsproductiviteit, Centraal Planb ureau. Met dank aan Machiel van Dijk, Fred Kuypers, Herman Noordman en Frans
Suijker. De cijfers in dit artikel sluiten aan b ij het Centraal Economisch Plan 2001 van het CPB, waarvan de berekeningen medio maart zijn
afgerond. Het artikel is gebaseerd op CEP-op-maat ict 2000-2002>cpb . Zie http://www.cpb .nl
Ve rs che ne n in:
ESB, 86e jaargang, nr. 4308, pagina 394, 4 mei 2001 (datum)
Rubrie k :
Monitor
Tre fw oord(e n):
goederen
De reële omzettoename van de Nederlandse ict-sector vertraagt. Niettemin blijft deze sector een belangrijk fundament onder de groei
van de economie.
De reële omzetgroei van de Nederlandse ict-sector verlaat dit jaar de dubbele cijfers uit de tweede helft van de jaren negentig. De groei
vertraagt naar verwachting van 14¼ procent in 2000 naar 9¾ procent dit jaar en 7½ procent in 2002. Dit betekent in twee jaar tijd een
halvering van het groeitempo.
In dit artikel wordt toegelicht hoe de reële omzetstijging van de ict-sector vertraagt door het wegvallen van de millenniumstimulans, een
conjuncturele tegenwind en de eerste tekenen van verzadiging. Daarnaast verminderen de groeimogelijkheden via innovatie omdat de
investeringen van sommige ict-bedrijven onder druk staan door de lage beurskoersen en een teruggelopen solvabiliteit.
Wat is de ict-sector?
Het CPB deelt de ict-sector op in de sectoren ict-industrie en ict-dienstverlenende sector. De ict-industrie bestaat uit bedrijven die ictgoederen produceren 1. Het betreft hier onder meer bedrijven die glasvezelkabels, halfgeleiders, chips, computers, mobieltjes en
andersoortige elektronicaproducten maken. Bekende bedrijven in dit rijtje zijn Philips, Siemens, Océ en Ericsson.
Onder de ict-dienstverlenende sector vallen enerzijds bedrijven die diensten leveren op het gebied van telecommunicatie zoals KPN en
Libertel. Anderzijds bestaan de ict-dienstverlenende bedrijven uit computerservicebedrijven zoals Pink Roccade en Getronics. Dit type
bedrijven richt zich op diensten zoals het ontwerpen van websites voor bedrijven. Daarnaast zijn er bedrijven die zich specifiek
toespitsen op het ontwikkelen en leveren van software. Combinaties van beide activiteiten zijn ook mogelijk. Vanwege hun omvang gaat
dit artikel in op drie ict-onderdelen: telecomsector, computer services en ict-industrie.
De telecomsector
Deze sector maakte de afgelopen jaren een onstuimige groei door. De reële omzet verdubbelde in vier jaar. Het einde van deze onstuimige
groei is echter in zicht. Nieuwe groeiimpulsen zullen voorlopig even uitblijven. De reële omzetgroei blijft met respectievelijk circa vijftien
en negen procent in 2001 respectievelijk 2002 wel groter dan die van de rest van het Nederlandse bedrijfsleven.
Terugkijkend op de hoge groeicijfers uit het recente verleden blijkt dat de sterke opkomst van mobiele telefonie en internetgebruik
bepalende factoren zijn geweest. Begin 1997 had minder dan één op de zestien mensen in Nederland een mobiele telefoon. Eind 2000
beschikten ongeveer twee op de drie Nederlanders over een mobiele telefoon. Ook het aantal mensen met toegang tot internet kende
soortgelijke groeicijfers.
Een verdere omzetgroei is zeker mogelijk in de komende jaren, maar wel minder onstuimig. De groei in het aantal nieuwe klanten neemt af,
terwijl het gemiddelde gebruik per klant per saldo niet voor nieuwe impulsen zorgt. Succesvolle nieuwe producten kenmerken zich
meestal door een S-vormig verloop in penetratieniveaus. Een periode van toenemende groei wordt gevolgd door een periode van
afnemende groei. Bij mobiele telefonie is dit omslagpunt al bereikt. In de tweede helft van 2000 nam de groei voor het eerst licht af. Bij
internet wordt het omslagpunt in de loop van dit jaar verwacht, zodat ook hier de groei op korte termijn vertraagt. Wel blijft voor beide
groei mogelijk, gelet op het hogere aantal mensen met een mobiele telefoon en internetaansluiting in enkele Scandinavische landen.
Het gemiddelde aantal belminuten per mobiele telefoongebruiker zal waarschijnlijk in de komende jaren gaan dalen. Het overgrote deel
van de nieuwe mobiele klanten kiest momenteel voor een zogenaamde pre-paid aansluiting in plaats van een abonnement. Klanten met
telefoonkaarten bellen gemiddeld minder dan klanten met vaste abonnementen. Bij het internetgebruik neemt het gemiddelde verbruik
waarschijnlijk nog toe doordat technologische ontwikkelingen meer dataverkeer mogelijk maken.
Mobiel internetten en mobiele internetverkopen lijken op korte termijn niet voor nieuwe impulsen in de omzetgroei te zorgen. Hiervoor
lijkt eerst een massale overstap op nieuwe generaties technologieën zoals gprs en umts nodig. De verwachting in de markt is echter dat
dit voorlopig nog niet op grote schaal gaat plaatsvinden. Bovendien dwingt de financiële situatie telecombedrijven tot een kritische blik
op hun investeringsplannen in nieuwe producten.
Computerservicebedrijven
Het blijft dit en volgend jaar ondanks enige conjuncturele tegenwind goed gaan met de computerservicebedrijven. In afwijking van de
andere ict-onderdelen vertraagde de groei in deze bedrijfstak reeds in 2000. In deze bedrijfstak waren de gevolgen van de
millenniumwisseling misschien nog wel het meest van alle Nederlandse bedrijfstakken merkbaar. Vooruitlopend op de
millenniumwisseling vernieuwde het bedrijfsleven op grote schaal zijn software. In 2000 was er daardoor sprake van een
millenniumterugval. Deze is zelfs dit jaar nog merkbaar. In de loop van dit jaar wordt enig herstel verwacht, onder andere door een nog
verder toenemende automatiseringsgraad onder het bedrijfsleven. Zo biedt het midden- en kleinbedrijf nog voldoende
groeimogelijkheden als afzetgebied. Bovendien stimuleert de komende euroconversie de productie van de computerservicebedrijven.
De reële omzetgroei van de computerservicebedrijven is ook volgend jaar hoog, maar blijft onder de tien procent. Bedrijven zijn
terughoudend met het inhuren van ict-diensten door de afvlakkende economische groei. Ook onzekerheid rondom e-commerce geeft de
omzet vooralsnog geen forse impuls. Investeringen in e-commerce door het bedrijfsleven is een nieuw afzetkanaal met enorme
groeimogelijkheden. Faillissementen van internetbedrijven, onzekerheden bij consumenten over (tijdige) levering van goederen en
diensten en mogelijke fraude bij het gebruik van creditcards remmen echter de expansie van investeringen in e-commerce.
Ict-industrie
De groei van de reële omzet van de ict-industrie komt dit jaar uit op circa zes procent. Volgend jaar is een zelfde groeitempo mogelijk.
Door specialisatie zijn thuismarkten te klein en industriële ict-bedrijven sterk internationaal gericht. Hierdoor is hun omzetontwikkeling
gevoelig voor ontwikkelingen van de internationale economie. En daarvan zijn de vooruitzichten aanzienlijk minder rooskleurig dan in
voorgaande jaren. De groei van de wereldmarkt vertraagt dit jaar sterk en trekt volgend jaar licht aan. Bedrijven stellen als reactie op de
afzwakkende economische groei hun ict-uitgaven neerwaarts bij.
Tot voor kort profiteerde de ict-industrie ook van de sterke vraag van consumenten naar elektronicaproducten zoals mobiele telefoons
en pc’s. Voor dit jaar zijn de vooruitzichten minder florissant. Enerzijds doordat de vraag naar elektronicaproducten minder snel toeneemt
vanwege de zeer snelle groei in eerdere jaren. Anderzijds twijfelt de consument. Vervangt hij de bestaande apparatuur door een betere
versie of wacht hij op de introductie van een geheel nieuw product? Vermoedelijk zal dit ook volgend jaar nog aanhouden. Positief is dat
de reële omzettoename in 2002 op peil blijft door de licht aantrekkende wereldhandel.
Verschil tussen landen
De Nederlandse ict-sector is in internationaal perspectief klein. In Nederland bedraagt het aandeel van de ict-sector in het bruto
binnenlands product ongeveer vijf procent. In Zweden en de vs ligt dit percentage rond de negen. Ook is de Nederlandse ict-sector meer
op het dienstenonderdeel gericht dan in menig ander land.
In alle vergeleken landen, Japan uitgezonderd, is de ict-dienstverlenende sector groter dan de ict-industrie. De verhouding tussen beide
is echter meestal evenwichtiger dan in ons land. In Finland is de nationale ict-industrie bijna even groot als de nationale ictdienstverlenende sector. Daar bestaat de ict-industrie overigens hoofdzakelijk uit één bedrijf: Nokia, de grootste producent ter wereld
van mobiele telefoons.
Nederland is in de markt voor industriële ict-producten met name ondervertegenwoordigd bij de productie van computers en de
bijbehorende hardware, een markt waarop vooral de Amerikanen en de Japanners de toon zetten met bedrijven als IBM en Hewlett
Packard, respectievelijk Hitachi en Matsushita. Nederland is wel sterk in de productie van softwareprogramma’s door computerservicebedrijven.
Macro-economisch belang
De Nederlandse ict-sector is een belangrijke drijvende kracht voor de Nederlandse economie. De ict-sector draagt met bijna 0,6
procentpunt bovenmatig bij aan de bbp-groei van gemiddeld 3¼ procent in de periode 2000-2002. Ondanks de forse groeivertraging in de
ict-sector is dit percentage hetzelfde als in de tweede helft van de jaren negentig. In de bijdrage aan de bbp-groei spelen twee zaken een
rol: de omvang en het groeitempo van de ict-sector. De geringere groei wordt gecompenseerd door een grotere omvang van de ict-sector.
Maar is de bijdrage in internationaal perspectief uitzonderlijk? In vergelijking met wat er gemiddeld in Europa te zien is wel, maar niet
vergeleken met de VS. Het hogere groeitempo van de ict-sector is voor Nederland de doorslaggevende factor. De Nederlandse ict-sector
is klein in vergelijking met de rest van Europa. Door de sterkere groei van de productie draagt ze echter meer bij aan de bbp-groei dan de
Europese ict-sector in doorsnee. De Nederlandse prestatie is echter bescheiden vergeleken met de bijdrage van de Amerikaanse ictsector. De VS springt eruit doordat niet alleen de groei van hun ict-sector het sterkst was, maar vooral ook door een grotere omvang.
Thans ontbreekt informatie over vooruitzichten voor de ict-sector van andere landen. In het algemeen geldt wel dat de ict-industrie
gevoeliger is voor een afzwakkende conjunctuur dan de ict-dienstverlenende sector. Hierdoor zal een land als Finland de conjuncturele
tegenwind sterker voelen dan Nederland.
Conclusie
Na jaren achtereen sterk gegroeid te zijn, zijn de vooruitzichten voorde Nederlandse ict-sector voor dit jaar en volgend jaar minder
uitbundig. De reële omzetgroei blijft wel hoog vergeleken met de rest van het bedrijfsleven. De ict-sector legt zo een belangrijk fundament
onder de groei van de Nederlandse economie.
Zie ook figuur 1, figuur 2 en figuur 3, en tabel 1 en tabel 2
Figuur 1. Reële omzetgroei Nederlandse ict-sector, 1996-2002
Figuur 2. Ontwikkeling mobiele telefonie en internet
Mobiele telefonie: aantal aansluitingen per 100 inwoners. Internet: aantal aansluitingen per 100 huishoudens.
Bron: OECD, KPN, NIPO en CPB.
Figuur 3. Aandeel toegevoegde waarde door ict-sector in bbp, 1998
Tabel 1. Samenstelling van de ict-sector
bedrijfstak
bedrijfsklasse
SBI-1993 a
industrie
kantoormachines en computers
30
overige elektrische machines
31
audio, video en telecommunicatie-apparatuur
medische-, meet- en regelapparatuur
dienstverlening telecomsector (inclusief posterijen)
computerservicebedrijven
72
omzet 1999
(mrd guldens)
4,1
7,6
32
33
64
21,9
6,9
33,6
23,0
a. Staandaardbedrijfsindeling.
Tabel 2. Kerncijfers ict-sector
1998
omgevingsveranderingen
1999
2000
2001
2002
wereldmarkt (reële groei)
Nederlandse economie
(bbp volume)
ict-sector
reële groei
omzet
waarvan binnenland
export
toegevoegde waarde
prijzen
omzet
kosten halffabrikaten en
diensten derden
loonkosten per eenheid product
loon en sociale lasten
per werknemer
aiq a
reële omzetgroei
telecomsector
computerservicebedrijven
ict-industrie
re ële groei toegevoegde waarde
telecomsector
computerservicebedrijven
ict-industrie
personeel (in arbeidsjaren)
telecomsector
computerservicebedrijven
in
ict-industrie
afzetprijzen
telecomsector
computerservicebedrijven
ict-industrie
inkoopprijzen
telecomsector
computerservicebedrijven
ict-industrie
loonkosten per eenheid product
telecomsector
computerservicebedrijven
ict-industrie
%
%
8,1
4,1
4,8
3,9
11,0
4,0
6¼
3¼
%
%
%
%
14,2
18,1
7,2
17,1
13,3
13,6
12,8
14,0
14,4
14,1
14,8
13,3
9¾
10½
8
10
%
%
-1,5
0,1
-2,3
-0,6
-0,7
3,4
¾
1¾
0
%
%
-1,2
3,9
-1,5
4,1
-5,2
3,9
-¼
4¾
¼
4¾
%-niveau
68,7
69,9
71,0
%
%
%
22,8
21,4
5,2
24,0
16,6
3,7
19,9
8,9
12,9
%
%
%
18,8
19,5
12,4
19,8
16,7
3,2
18,0
8,7
11,6
in 1000
1000
in 1000
92,7
96,6 100,8
95,7
112,6 120,2
130
100,5
99,2 100,0
7
2¾
7½
7¾
6½
7
½
71
72
14¾
9¼
5¾
9
8
5¾
13½
9¼
5¾
7¼
8
5¼
104
138
101
106
101
%
%
%
-6,6
3,0
0,6
-7,8
2,1
0,2
-6,4
3,8
1,7
-1½
4
¾
-1¾
2¾
-¼
%
%
%
-3,1
1,5
1,2
-4,4
1,9
0,8
0,6
4,3
4,7
1¼
4¼
1¼
¼
2
0
%
%
%
-10,1
5,2
-2,1
-11,9
5,7
-1,5
-9,3
2,2
-7,3
-5½
3½
-¼
-2½
3
-1¼
a. Aiq (arbeidsinkomensquote) = loonaandeel in toegevoegde waarde
T
1 Deze definitie sluit nauw aan bij CBS, Ict-markt 1995-1998, Voorburg, 1999, en de binnenkort te verschijnen CBS-publicatie De
digitale economie 2001.
Copyright © 2001 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)