De genieter betaalt
Aute ur(s ):
Lecq, S.G. (auteur)
Ve rs che ne n in:
ESB, 86e jaargang, nr. 4309, pagina 401, 11 mei 2001 (datum)
Rubrie k :
Van de redactie
Tre fw oord(e n):
Waalsdorpervlakte, vrijdag 4 mei. De twee minuten stilte, midden in de duinen, zijn onvergetelijk. Langzaam beweegt een verkleumde
stoet zich richting het monument. Na kwartieren schuifelen, zijn daar de erewachten, de fakkels en de kruizen. Goed kijken,
bloemetje neerleggen, nog even staan en dan vertrekken. Ineens doemen twee grote groene collectebussen op. Collecte, hier? Jazeker,
voor de herdenking zelf. De ‘genieter’ betaalt. Zouden de aanwezige commerciële televisiezenders ook hebben betaald?
Terug door de duinen is er tijd voor overdenking. Waarom kan dit niet uit de gemeentebelasting worden betaald? De mei-herdenking is er
toch voor iedereen en gaat toch over onze gemeenschappelijke historie? Je zou denken dat we hier met een publiek goed te maken
hebben. Hoewel, de herdenking zelf is zowel rivaliserend als uitsluitend. Er is enige rivaliteit, want wie laat arriveert moet erg lang
wachten om nog aan de beurt te komen en zal dus meer kou en schemer moeten accepteren. Uitsluiting is ook mogelijk, want wie niet wil
meedoen, komt gewoon niet. Zo bezien is het zo gek nog niet dat de genieter, of hier passender, de gebruiker, betaalt.
Als dit principe zelfs voor dodenherdenking wordt toegepast, dan zal het de overheid wel menens zijn. De economisering is nu zo ver
doorgevoerd dat de overheid zoveel mogelijk voor de meest efficiënte allocatie kiest: ieder betaalt naar wat hij vervuilt of naar wat zij
verbruikt. Daar zullen weinig economen tegen zijn. Kruissubsidies zijn al lang geleden inefficiënt en onrechtvaardig verklaard. KPN
merkte dit onlangs, toen het bedrijf een tarief voor de voorheen gratis voicemail-diensten ging heffen, dat eigenlijk bestemd is om de
kosten van aanvullende voicemail-diensten te financieren, zoals combinaties met wisselgesprek en ISDN. Onmiddellijk riep de
Consumentenbond op tot een boycot en zagen aanbieders van antwoordapparaten hun verloren gegane afzetmarkt herleven. Wel
betalen en niet genieten, daar is de bond terecht tegen.
Gek genoeg worden kruissubsidies in de publieke sector minder snel aan de schandpaal genageld. De omzetting van de omroepbijdrage
in een verhoging van de inkomstenbelasting leidde ertoe dat de drie procent van de belastingplichtigen die geen televisie bezitten,
ineens kijkgeld moesten betalen. Hier werd het argument van de kruissubsidies ondergeschikt gemaakt aan de inningskosten. Als die
inderdaad hoger zijn dan het koopkrachtverlies van die drie procent, dan zou dit een Hicks-Kaldor efficiëntieverbetering betreffen. De
gedupeerden kunnen dus worden gecompenseerd. Om de transactiekosten geen roet in het eten te laten gooien, kan men net als bij
huursubsidie, uitkering op aanvraag laten plaatsvinden. Economisch gezien zijn er dus weinig hindernissen voor het handhaven van het
principe dat de genieter betaalt, maar politiek gezien lag de prioriteit elders. Sterker nog: de regionale omroepen werden gecompenseerd
voor de verloren provinciale opslag op het kijk- en luistergeld. Zij ontvangen via het provincie- en gemeentefonds miljoenen guldens
extra om hun activiteiten van te bekostigen, zonder dat er enig verband wordt gelegd met het aantal kijkers en luisteraars van die
omroepen 1. Is dat een overheid die marktwerking nastreeft? Nee, dat is betalen zonder te genieten.
Dan nu de klap op de vuurpijl: genieten zonder te betalen. Mensen die geld uitgeven aan hun kinderen moeten hiervoor worden
gecompenseerd, aldus de PvdA. Staatssecretaris Vliegenthart meent dat Paars-II het gezin “stevig stut” en fractievoorzitter Melkert pleit
voor extra inkomensoverdrachten aan gezinnen 2. Inderdaad: kinderen grootbrengen kost veel geld, tijd en moeite. De kosten daarvan
zijn ongeveer te berekenen en komen voor een groot deel bij de ouders terecht. Het laatste geldt ook voor baten van kinderen: het
gezinsgeluk gedurende vele jaren en de gratis mantelzorg op oudere leeftijd. De kosten-batenafweging van het kinderen krijgen is een
subjectieve. Dat is onvermijdelijk en verklaart waarom niet iedereen dezelfde keuze maakt. Tot zover is er weinig anders dan de kostenbatenanalyse van het televisiekijken of een auto kopen. Waarom worden autobezitters dan niet gecompenseerd voor de kosten van het
autorijden en de televisiekijkers voor hun kabelabonnement?
Het antwoord is even simpel als misleidend: omdat kinderen als investering in de samenleving worden gezien. Deze perceptie komt voort
uit onze oudedagsvoorziening die op omslagbasis wordt gefinancierd. Deze kan echter worden omgezet in een oudedagsvoorziening op
basis van kapitaaldekking. De bijdrage van kinderen aan de samenleving hangt af van hun toekomstige levensloop en van wat ze er zelf
van maken. Het zal per kind verschillen of deze de kosten van hun bestaan overtreft, met andere woorden, of zij een ‘investering in de
samenleving’ zullen blijken. De bewijslast ligt dan ook bij hen die beweren dat kinderen als zodanig positieve externe effecten genereren.
Dit laat onverlet dat het facilieren van de combinatie van werk en zorg, bijvoorbeeld via kinderopvang, naschoolse opvang en
calamiteitenverlof, een publieke zaak is. Dit beleid is ook niet bedoeld om gezinsvorming te ondersteunen, maar om de arbeidsparticipatie
van ouders te verhogen, met alle collectieve én individuele welvaartsverhoging van dien. Als Melkert die twee zaken weet te scheiden,
dan blijft de arbeid van de PvdA en het gezin van het CDA. Die taakverdeling schept helderheid: de genieter stemt én betaalt
1 Zie http://www.minfin.nl persbericht 00-218, Compensatie omroepbijdrage voor gemeenten en provincies , 16 oktober 2000.
2 H. Staal, Kinderen knagen aan koopkracht, NRC Handelsblad, 5 mei 2001.
Copyright © 2001 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl)