Ga direct naar de content

De ezelsbrug

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 30 1983

De ezelsbrug
1842 verscheen in Parijs Beelden ving de bijl heeft gelegd aan de wortels
uit het persoonlijke en openbare leven van het positivisme. Intentie telt meer
der dieren, beschouwingen over he- dan kennis. Medawar staat, voor (te)
dendaagse zeden, onder redactie van velen, als een clown op de barricaden.
P J. Stahl, met verrukkelijke tekeninIn onze, bovenaangehaalde studie
gen van Grandville. De Balzac, Le- waren we genoodzaakt een bronnenmoine, De Mussel (Alfred en Paul) en onderzoek te doen naar publikaties
George Sand werkten mee. Mijn lieve- die niet klopten met feiten die we in de
lingsverhaal daarin is ,,Leerzaam ver- praktijk konden constateren. Dat was
haal oftewel ezelsbrug”, ten behoeve genant, want we geloofden niet in de
van dieren die iets willen bereiken, boze opzet van de auteurs van die puvan De Balzac.
blikaties, waarvan we er een aantal
Het thema van het verhaal is de persoonlijk kenden.
Vergelijkende Instinctologie. ,,Elk
Dat bronnenonderzoek is nog niet
dier beschikt over een stel noties, een gepubliceerd, maar ik meen dat dit
aantal uitgekiende rekensommetjes, wel zou moeten gebeuren. De concluwaarmee het uitstekend door het le- sie is eenvoudig en geeft te denken. De
ven komt en die allemaal evenveel hoofdlijnen er naartoe lopen als volgt.
verschillen als de dieren zelf’.
In de jaren zestig ontstaan vragen in
Aan dit verhaal heb ik vaak moeten de publieke meningsvorming over
denken, terwijl ik probeerde een fijne kernenergie waarop geen afdoend antcommissie Bestaande kernenergiecen- woord komt, noch van de producentrales, die natuurlijk niet zonder ver- ten, noch van de bestuurders. De pers,
schil van inzicht was, tot een geza- met goed recht, reageert daarop, voormenlijk onderschreven analyse te namelijk met ,,hear-say”, het weekbrengen. Daarbij kregen we veel hulp blad Der Spiegel voorop.
van buiten, waarbij het probleem was
Een aantal goed gemotiveerde medicht bij de ,,kern” te komen en niet te dewerkers bij de universiteiten provolstaan met kritiek op kritiek.
beert daarop, met de dan beschikbare
U kent het probleem dat zich in het en openbare gegevens, een beeld te
wetenschappelijk onderwijs vaak schetsen en te kwantificeren van wat
voordoet. Neem de literatuurkritiek. er aan de hand is. Dit leidt tot een
Sommigen menen dat het daarvoor tweede generatie van publikaties in de
een eerste vereiste is dat men de lite- populaire of semi-wetenschappelijke
ratuur en zijn geschiedenis kent. An- pers, zoals de New Statesman en Coderen (Tilburg) menen dat dit laatste evolution. Ze zijn niet slecht, zeker niet
volstrekt geen noodzakelijke voor- boosaardig, maar hebben een zwakke
waarde is. Door de kritieken te onder- basis.
zoeken en daarop kritiek te leveren is
Daarop stellen professionele verde kern bloot te leggen, zonder naar de enigingen, waarvan terecht de leden
bron te gaan, zo menen zij. Dus: niet verregaand het beleid bepalen, het
de vitaliteit en de scheppingskracht probleem kernenergie aan de orde.
doden door het lezen van het oor- Hun bestuurders proberen, al dan niet
spronkelijke en het bestuderen van door inschakeling van ,,pers”, een
zijn context, maar directe participa- antwoord te geverfwaarmee de verenitie.
ging en haar leden uit de voeten kan.
Het is duidelijk dat onze samenle- Zij komen er niet uit, door een gebrek
ESB 30-3/6-4-1983

aan feiten en een veelheid van tegenstrijdige, maar redelijke publikaties
van de tweede generatie. Dat wordt de
derde generatie van geschriften, die de
zaak niet veel verder brengt, maar
waaraan wel meer klinkende namen
zijn verbonden.
Vanaf dat moment is er, naar de
spelregels van het wetenschapsbedrijf,
een basis voor publikaties die niet
meer van de wetenschappelijke zijn te
scheiden. Men citeert en verwijst en
iedereen van enige naam in een discipline neemt deel, zonder dat het nog
iemand duidelijk kan zijn dat de basis
van het dispuut nog steeds niet steviger is dan wat eens de media, Der
Spiegel e.a., uit ,,hear-say” aanhaalden.
Producentcn en bestuurders lieten
het, op een cruciaal moment, afweten.
De discussie nam haar eigen wending.
Kritiek op kritiek werd het spel. Intentie telde meer dan kennis. Vergelijkende instinctologie het paradigma
(zo schijnt dat te heten, volgens Peter,
mijn studerende zoon).
Het wetenschapsbedrijf is in een crisis. Niet doordat het positivistisch
denken minder vermag dan vroeger,
ook niet doordat het niet vermag wat
het vroeger ook niet kon. Maar doordat een generatie docenten, zonder
praktijkervaring, het leveren van kritiek op kritiek wezenlijker is gaan vinden dan studie, dat wil zeggen, teruggaan naar de bron.

279

Auteur