Ga direct naar de content

De BNG in het Nederlandse financiële systeem

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 16 1989

De BNG in het
Nederlandse financiele
systeem
De NV Bank voor Nederlandse Gemeenten (BNG) is met een balanstotaal
van / 74,3 miljard qua omvang de vijfde
bank in Nedertand . Bij de enige vestiging van deze bank in Den Haag werken
zo’n 260 mensen. Statutair is de taak van
de BNG het verstrekken van kredieten
aan de lagere overheid. De BNG wordt
geconfronteerd met een toenemende
concurrentie bij de financiering van de lagere overheid. Mede om haartraditionele werkterrein te verdedigen diende de
BNG vorig jaar een aanvraag in om als
kredietinstelling te worden aangemerkt.
Deze statuswijziging, die per 1 januari
1989 is doorgevoerd, is een van de elementen van de vernieuwde strategic van
de BNG om zich tegenover de concurrentie te verdedigen.
In dit artikel worden de plaats en de
functie van de BNG in het Nederlandse
financiele systeem nader toegelicht.
Daartoe wordt eerst beknopt de historische ontwikkeling van de BNG geschetst. Daarna wordt aandacht besteed
aan de activiteiten van deze bank (zie label 1), te weten de kredietverlening, de
verzorging van het betalingsverkeer en
de inspanningen om de kredietverlening
te financieren. Vervolgens wordt kort ingegaan op de financiele resultaten en de
vermogenspositie van de BNG. Tot slot
wordt behandeld hoe de BNG haar stra-

tegie wijzigt om een belangrijke plaats in
het Nederlandse financiele systeem te
kunnen blijven innemen. Uit de strategische koerswijziging blijktdatde BNG, tot
nu toe specialist op het gebied van (lange) kredietverlening aan gemeenten, de
voorwaarden schept om een instelling te
worden die een vollediger financiele
dienstverlening kan verzorgen.

Histoiische ontwikkeling

gime van centrale financiering duurde tot
het midden van de jaren zeventig. De
kredietwaardigheid van de lagere overheden was inmiddels sterk verbeterd en
ze werden een aantrekkelijke klant voor
andere financiele instellingen, zoals institutionele beleggers en commerciele
banken. De laatste werden mede in deze
richting gedreven door gebrek aan beleggingsmogelijkheden elders. De oorzaak hiervan lag in het verslechteren van
de vermogensverhoudingen in het bedrijfsleven en het teruglopen van de investeringsbereidheid van ondememers.
Tegelijkertijd gaven echter ook de investeringen van gemeenten een daling te
zien onder invloed van het bezuinigingsbeleid van diverse kabinetten. Op het terrein van het betalingsverkeer was de totstandkoming van de Postbank een verontrustende ontwikkeling voor de BNG.
Zelfs de financiering van activiteiten
werd steeds moeilijker net het krapper
worden van de kapitaalmarktverhoudingen. Door deze gebeurtenissen zag de
BNG zich genoodzaakt in het midden
van de jaren tachtig haar strategie te veranderen.

De BNG is in 1914 opgericht door de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten om de investeringen van de lagere
overheden te financieren. Beleggers
Kredietverlening
hadden in die tijd vaak onvoldoende vertrouwen in de kredietwaardigheid van
De omvang van de kredietverlening
deze overheden. De BNG zette daarom
de wensen van lagere overheden met door de BNG bedroeg aan het eind van
betrekking tot omvang, aard en looptijd 1987 ruim / 66 miljard. Van 1960 tot
van de benodigde middelen om in lenin- 1987 bedroeg de groei ervan gemiddeld
gen die binnen de mogelijkheden van de 9,4% per jaar. Het sterkst was de groei
beleggers lagen. Door een ontoereikend tijdens de periode van centrale financievermogen was de BNG niet goed in staat ring (1965-1974), daama liep de groei tehaar taken in de eerste jaren na de op- rug. De laatste paar jaar kent de kredietrichting optimaal te vervullen. Dat verbe- verlening een sterke groei door de herfiterde toen meer gemeenten aandeel- nanciering van vervroegd afgeloste lehouder werden en ook de staat ging ningen.
deelnemen. De staat is nu voor 50% aanHet overgrote deel van de kredietverdeelhouder, de gemeenten en enkele lening wordt gevormd door vaste geldleprovincies bezitten samen de andere ningen: bijna allemaal vorderingen op of
helft. Bij Koninklijk Besluit wees de staat onder garantie van de Nederlandse
Tabel 1. Kerngegevens activiteiten de BNG in 1925 aan om gelden van het overheid met een looptijd van minstens
BNG (bedragen in f miljard)
rijk aan de gemeenten uit te betalen via twee jaar. In 1987 werden circa 3.300
het zogeheten stelsel van rijksverreke- langlopende leningen verstrekt met een
1987
groei
ning2. De bank verkreeg hiermee een gezamenlijke omvang van / 15,8 milt.o.v. ’86 monopolie op de geldstroom tussen het jard. Bij de leningen is variatie mogelijk
rijk en de lagere overheden. In de statu- naar omvang, looptijd en aflossingsregiten van de BNG is opgenomen dat zij me. De BNG biedt lagere overheden ook
Balanstotaal
74,3
10
zich moet richten op de lagere overheid. de mogelijkheid om de herfinanciering
Eigen vermogen
1,9
11
Haar doel is het verstrekken van kredie- van vervroegd aflosbare leningen door
Vorderingen op of onder
ten ten behoeve van investeringen van haarte laten verzorgen. Hypotheken magarantie van de overheid
64,7
10
Debiteuren
6,9
9
de lagere overheid.
ken slechts een klein deel van de BNGNa de tweede wereldoorlog breidden balans uit. Deze nemen in belang geleiMaandgemiddelde korte
de lagere overheden hun takenpakket en delijk toe. De korte kredietverlening (tot
kredietverlening
3,8
21
de intensiteit daarvan sterk uit. Dit leidde 2 jaar) is beperkt van omvang. Hier is
Opgen.langl.leningen
16,2
16
tot een sterke balansgroei van de BNG. sprake van een zeer sterke groei.
Verstr. langl. leningen
15,8
10
In het midden van de jaren ’60 bleef het
De kredietverlening door de BNG geaanbod van middelen achter bij de vraag schiedt vrijwel volledig aan Nederlandse
Rek.-courant-betalingsverk.
van de lagere overheden. De BNG werd
(m.u.v. verk. staat-gem.)
350,4
4
Betalingsverk. staat-gem.
toen door de staat als centrale financier 1. Gegevens met betrekking tot de BNG zijn
a.g.v. verrekening van
voor gemeenten en provincies aange- ontleend aan de jaarverslagen van deze instelling en de statuten.
vorderingen en schulden
75,4
-8
wezen. Dit moest rente-opdrijving voor- 2. Zie de BNG-brochure Rijksverrekening komen en de financiering van activiteiten betalingsverkeer tussen rijk en gemeenten,
Bran: BNG, Jaarverslag, 1987.
van deze overheden zeker stellen. Dit re- Den Haag, maart 1985.
260

lagere overheden. Leningen aan gemeenten en woningbouwcorporaties en
bouwfondsen vormen het merendeel,
namelijk ruim 80% van de portefeuille uitstaand krediet. Het aandeel van woningbouwcorporaties en bouwfondsen is de
afgelopen jaren sterk toegenomen ten
koste van het aandeel van de gemeenten. Het aandeel van de BNG in de vaste schuld van gemeenten is na de opheffing van het regime van centrale financiering voortdurend gedaald: van 81% in
1975 naar 59% in 1987. Andere financiele instellingen hebben duidelijk geprofiteerd van de beperkingen die voor de
BNG golden. Als ‘overige kapitaalmarktinstelling’ was zij steeds minder in staat
om concurrerende kredieten te verstrekken. Steeds vaker werden de langlopende kredieten aan lagere overheden door
andere financiele instellingen verschaft.
Bij voorbeeld in de sfeervan de herfinanciering van vervroegde aflossingen. Vanaf 1984 is door lagere overheden voor
circa / 32 miljard vervroegd afgelost3.
Het betrof hier merendeels leningen voor
de woningbouw; dikwijls waren deze leningen ooit door de BNG verstrekt. In
1987 vond nog zo’n 50% van de herfinanciering van deze leningen via de
BNG plaats.

ten hebben een rekening bij deze bank.
Daarnaast hebben ook veel woningcorporaties, bouwfondsen, ziekenhuizen en
bejaardenhuizen een rekening. Ten behoeve van het betalingsverkeer van de
BNG-rekeninghouders is een systeem
ontwikkeld voor de automatische verwerking van betalingsopdrachten. Met
de Postbank wordt samengewerkt op het
gebied van het gemeentelijk betalingsverkeer. Girorekeningen van gemeenten
worden automatisch gekoppeld aan de
rekeningen van de gemeenten bij de
BNG. Betalingen en stortingen via het
betalingscircuit van de Postbank worden
zo snel ten gunste of ten laste van de
BNG-rekeningen gebracht. De BNG verbetert hierdoor de service aan haar klanten, terwijl de Postbank meergreep krijgt
op een belangrijke betaalstroom.

Financiering

De onderhandse kapitaalmarkt is de
belangrijkste financieringsbron van de
BNG. De ‘funding’ van activiteiten geschiedt voor het overgrote deel met langlopende middelen. De korte financiering
vormt slechts een beperkt onderdeel van
het balansbeheer. In de afgelopen jaren
heeft de BNG steeds meer op de onderhandse markt opgenomen en steeds
Betalingsverkeer
minder op de openbare kapitaalmarkt. In
de eerste helft van de jaren zeventig
Het betalingsverkeer is zeer belangrijk werd ongeveer 25% van de aangetrokvoor de BNG. Door de rijksverrekening ken middelen via openbare emissies verheeft ze een monopolie op de verzorging worven. In de tweede helft van dit decenvan de middelenstroom van en naar pro- nium fluctueerde dit percentage rond de
vincies en gemeenten. Het rijk verricht al- 10. Daama liep het geleidelijk terug tot
gemene en specifieke uitkeringen aan slechts 1 in 1987. De oorzaak van deze
provincies en gemeenten. De algemene teruggang is volgens de BNG de relatief
uitkeringen verlopen via het Provincie- hoge emissiekosten die verbonden zijn
en Gemeentefonds, terwijl de ministeries aan de openbare uitgifte van obligade specifieke uitkeringen toekennen. De tieleningen. Dit speelt vooral een rol als
uitkeringen van het rijk aan provincies en op de openbare kapitaalmarkt de voorgemeenten worden volgens de rijksver- keur voor kortlopend papier toeneemt.
rekening verricht via de BNG. Samen Tot voor haar afschaffing in 1986 stond
ontvingen deze lagere overheden in ook de emissiekalender de BNG in de
1987 / 58,4 miljard van het rijk en dit zal weg. In 1988 verscheen de BNG weer
in 1988 / 55,2 miljard zijn4. Het rekening- prominenter op de openbare markt met
courant-betalingsverkeer met de ge- een lening van / 300 miljoen. Deze ‘hermeenten via de BNG bedroeg in 1987 introductie’ vloeide mede voort uit de geruim / 350 miljard. Met het betalingsver- leidelijk verbeterde mogelijkheden van
keer uit hoofde van de verrekening van de Nederlandse openbare kapitaalmarkt
vorderingen en schulden tussen staat en sinds de deregulering vanaf 1 januari
gemeenten was in 1987 ruim / 75 miljard 19865.
gemoeid. De belangrijkste bijdragen van
De onderhandse kapitaalmarkt biedt
het rijk komen voor rekening van het Mi- de BNG goede mogelijkheden om in
nisterie van Sociale Zaken en Werkgele- haar middelenbehoefte te voorzien. Er
genheid. Bij veel sociale zekerheids- en kan onderhandeld worden over omvang,
verzekeringsregelingen fungeren ge- looptijd en aflossingsschema van een lemeenten namelijk als loket. Betalingen ning. Het tarief ligt iets hoger dan op de
van het Ministerie van Volkshuisvesting, openbare markt, maar lagere overheadRuimtelijke Ordening en Milieuhygiene kosten compenseren dit ruimschoots.
en van het Gemeentefonds zijn even- BNG is de laatste jaren dan ook veelvuleens aanzienlijk.
dig partij geweest op de primaire onderDe BNG heeft zo’n 1.280 rekening- handse kapitaalmarkt. Inmiddels is zelfs
couranthouders, bijna allemaal lagere sprake van een bloeiende handel in onoverheden. Alle provincies en gemeen- derhandse BNG-leningen. Op de onder-

handse markt wordt ook met financiele
innovaties gewerkt, zoals ‘future rate
agreements’, ‘interest rate swaps’ en
‘floating rate notes’. De BNG springt hier
sinds enige tijd ook op in met een ‘medium term note’-programma. Een medium term note is een verhandelbaar
schuldpapier met een looptijd van 2 tot
10 jaar, dat op eenvoudige wijze en tegen lage kosten dagelijks tot / 50 miljoen
kan worden uitgegeven. De omvang van
het BNG-programma bedraagt / 1 miljard. De BNG geeft ook een zogenaamd
‘certificates of deposit’-programma van
/ 1 miljard uit. Een certificate of deposit
is een verhandelbaar schuldpapier dat is
uitgegeven door een financiele installing
met een looptijd van 3 maanden tot 2
jaar. De kortlopende financiering van de
BNG is de afgelopen jaren flink gegroeid,
maar valt nog steeds in het niet bij de lange financiering.
De pensioenfondsen, levensverzekeringsmaatschappijen, spaarbanken en
de Postbank zijn de belangrijkste financiers van de BNG. De gemeenten, enkele provincies en de staat leveren het kapitaal van de BNG. Door winstinhouding
worden de reserves ieder jaar aanzienlijk gespekt.

Resultaat en vermogen
Alle inkomsten van de BNG bestaan
momenteel uit interestbaten. De baten
vormen al jaren minder dan 1% van het
balanstotaal; in 1987 was deze rentemarge 0,36%, hetgeen aanzienlijk minder is dan bij andere banken6. Dit hangt
samen met het gegeven dat de BNG
vooral middelen doorsluist. De kosten
van de bank bestaan voor ongeveer de
helft uit personeelslasten. Afschrijvingen
maken (nog) een klein deel uit van de totale lasten. Confrontatie van baten en
lasten leidt meteen tot de netto winst.
Van de netto winst wordt sinds 1978
steeds 15% als dividend uitgekeerd. Ieder jaar wordt ook een gering bedrag in
aandelen uitgekeerd. De winst in procenten van het eigen vermogen is de afgelopen jaren weliswaar afgenomen, maar
nog steeds bevredigend. Vanaf 1970
groeide het vermogen gemiddeld met
22% per jaar, met name door een stijging
van de reserves via winstinhouding. De
verhouding tussen eigen vermogen en
verplichtingen verbeterde. Bedroeg in
1970 het eigen vermogen nog 0,4% van
de verplichtingen van de BNG uit hoofde
van vaste geldleningen, in 1987 bedroeg
dit percentage 2,9. Gezien de lage risico3. Miljpenennota 1989, biz. 363.
4. Miljoenennota 1989, biz. 320.

5. Het Financieele Dagblad, 27 augustus
1988.
6. Voor de banken was dit in 1987 2,64%.
DNB, Jaarverslag 1987, statistische bijlage,

tabellen 1.2 en 2.1.
£.01

ESB 15-3-1989

Tabel 2. Kemgegevens resultaat en
vermogen BNG in driejaren (bedragen
in f miljoen)
1980
Eigen vermogen
Baten

690

1986

1987

1.746 1.931

187
32
155

268
39
229

268
44
224

balanstotaal

0,39

0,40

0,36

Netto winst in %
eigen vermogen
Eigen verm, in %

22,5

13,1

11,6

verpl. uit hoofde van
vaste geldleningen 1,66

2,94

2,88

Lasten
Netto winst

Baten in %

Bron: BNG jaarverslag 1980 en 1987.

graad van de activa beschikt de BNG
over een goed weerstandsvermogen7. In
tabel 2 zijn enkele kerngegevens over
het vermogen en het resultaat van de
BNG weergegeven.

Strategicwij zigingen
De toenemende concurrence heeft de
BNG genoodzaakt haar strategie te veranderen. De bank wil in de toekomst een
vollediger dienstenpakket aan klanten
kunnen aanbieden en meer inkomstenbronnen aanboren. De strategiewijziging
kent interne en externe aspecten.
De interne strategische wijzigingen
hebben betrekking op personeel, automatisering en organisatiestructuur.
– Binnen de bank wordt geTnvesteerd in
opleidingen voor medewerkers en zijn
nieuwe medewerkers aangetrokken
met aanvullende ‘know-how’ en capaciteiten.
– De informatieverwerking is ingrijpend
geautomatiseerd.
– De organisatiestructuur is gewijzigd.
Drt gebeurde onder andere door de
formatie van zogenaamde accountteams. Deze zijn specifiek gericht op
de dienstverlening aan de verschillende klantengroepen. Van de meer bedrijfsgerichte
organisatiestructuur
werd daarmee afstand gedaan.

ging kan ze nu zeer omvangrijke bedragen op de geldmarkt opnemen en
naar klanten doorsluizen. De BNG
kan bij voorbeeld zogeheten ‘commercial paper’-programma’s voor de
lagere overheden arrangeren en ‘certificates of deposit’ uitgeven. Een commercial paper is, net als een certificate of deposit, een verhandelbaar
schuldpapier met een looptijd van 3
maanden tot 2 jaar. Commercial paper
wordt uitgegeven door bedrijven en
(semi-) overheidsinstellingen. Een wijziging van de statuten van de BNG,
die de activiteiten en de doelgroep nu
nog ingrijpend beperken, lijkt een logisch vervolg op de statuswijziging.
– De dienstverlening is uitgebreid.
Naast de verstrekking van langlopende leningen wil de BNG klanten tegemoet treden met een breed dienstenpakket op het gebied van betalingsverkeer, kasbeheer, kredietverlening
voor de korte termijn en projectfinanciering. In dit verband kan ook het onderzoek naar samenwerkingsmogelijkheden met de computeronderneming Multihouse Systeemhuizen
Gouda worden gezien9.
– De BNG streeft naar een uitbreiding
van de klantenkring. Voorlopig wordt
die uitbreiding grotendeels gezocht in
de overheidssfeer, met name op het
terrein van de volkshuisvesting. Zij
probeert daarbij haar kennis van de
kapitaalmarkt, de toenemende eigen
mogelijkheden en de specifieke behoeften van de klantengroepen in een
groter marktaandeel om te zetten 10

Effecten bankwezen

Nu de BNG met ingang van 1 januari
1989 door DNB als kredietinstelling is
aangemerkt heeft dit consequenties voor
de andere banken. Volgens het handbook Wet toezicht kredietwezen van
DNB zijn er gevolgen voor de liquiditeit
van het bankwezen. Onderhandse leningen en kortlopende kredieten aan BNG
zullen dan door de banken als vorderingen op kredietinstellingen moeten worden aangemerkt in plaats van als kredieten aan de lagere overheid. Hetzelfde
geldt voor obligaties ten laste van de
De exteme strategische veranderin- BNG11. De liquiditeit van het Nederlandgen hebben betrekking op de institutio- se bankwezen kan door de statuswijzinele positie, het produktassortiment en ging van de BNG naar schatting met ende doelgroepen.
kele miljarden guldens dalen. Dit bete- De BNG diende vorig jaar bij DNB een kent dat de liquiditeitsnormen van DNB
aanvraag in om als kredietinstelling te minder eenvoudig door de banken zullen
worden aangemerkt8. BNG had de zijn te realiseren. Daarom is DNB metde
status van ‘overige kapitaalmarktin- BNG nu op zoek naar een overgangsstelling’. De per 1 januari 1989 verkre- maatregel die dit effect verzacht. Voorlogen status van kredietinstelling maakt pig zullen de oude liquiditeitsregels nog
het de BNG mogelijk de dienstverle- van kracht zijn. De solvabiliteit van het
ning aan haar klanten uit te breiden. bankwezen wordt door de statuswijziVooral in het korte bedrijf was de bank ging niet aangetast, omdat zowel op de
ernstig beperkt. Door de statuswijzi- kredietverlening aan de binnenlandse la-

262

gere overheid als op de vorderingen op
binnenlandse kredietinstellingen geen
solvabiliteitslast rust.

Slot________________
Met interne en exteme strategische
veranderingen probeert de BNG tegenwicht te bieden aan het verlies op haar
traditionele werkterrein: het financieren
van de lagere overheid. Een zeer belangrijk onderdeel daarvan is het verkrijgen van de status van kredietinstelling.
De BNG kan daardoor op meer terreinen
concurreren met de andere banken. Wil
de BNG een volwaardige concurrent
voor de andere banken kunnen zijn, dan
lijkt echter ook een verruiming van de
statuten noodzakelijk.
De strategische wijzigingen scheppen
mogelijkheden voorde BNG met het oog
op de liberalisatie van het kapitaalverkeer en de financiele dienstverlening in
de Europese Gemeenschap. Nederlandse lagere overheden mogen nu niet
in het buitenland lenen en de BNG zou
dan de voordelen van de geintegreerde
markt aan hen ten goede kunnen laten
komen. De lagere overheden zullen het
meest van de strategische wijzigingen
van de BNG kunnen profiteren. Na een
statutenwijziging kunnen eventueel ook
andere instellingen en bedrijven profiteren van de strategische wijzigingen bij de
BNG.

Bert Scholtens
De auteur is verbonden aan de vakgroep
macro-economie van de Universiteit van
Amsterdam.

7. Blijkens tabel 1.3 uit de statistische bijlage van het Jaarverslag 1987van DNB vorm-

de bij de banken het eigen vermogen per ultimo 1987 4,3% van het balanstotaal.
8. Het Financieele Dagblad, 20 juni 1988;
idem, 13 december 1988.
9. NRC Handelsblad, 19 november 1988.
10. Toespraak tot de algemene vergadering
van aandeelhouders van de NV Bank voor
Nederlandsche Gemeenten op 1 juli 1988

door de president-directeur W. Griffioen.
11. Vaste voorschotten aan de BNG met een
resterende looptijd van minder dan 3 maanden zullen niet meer als aanwezige kasliquiditeit beschouwd worden: als vorderingen op

de lagere overheid tellen deze voorschotten
nu voor 90% mee bij de bepaling van de kasliquiditeit. Vaste voorschotten met een resterende looptijd van meer dan 3 maanden zul-

len ook niet meer tot de liquide middelen behoren: als vorderingen op de lagere overheid
tellen deze nu voor 50% mee.

Auteur