ESB Ceteris paribus
668Jaargang 100 (4721) 5 november 2015
Ceteris paribus
Paul Smeets
Paul Smeets is universitair docent aan de Universiteit
Maastricht.
Waar bent u op dit moment mee bezig?
‘Mijn onderzoek gaat over de vraagkant bij maatschappelijke investerin –
gen. Hierbij valt te denken aan groene beleggingsfondsen, maar ook aan
sociale-impactprojecten op het publiek-private vlak. Een voorbeeld van
dit laatste is de totstandkoming van een social impact bond door ABN
Amro en de gemeente Rotterdam waarbij het rendement van de beleg –
ger direct gekoppeld is aan een sociaal rendement. Via de social impact
bond investeren beleggers in projecten die de jeugdwerkloosheid in
Rotterdam proberen terug te dringen. De gemeente verstrekt een finan –
cieel rendement naar gelang de effectiviteit van deze projecten.’
Sluist dit publieke rendementen niet naar private investeerders?
‘In dit voorbeeld is het jaarlijkse rendement, in onderling overleg van
de deelnemende partijen, gemaximaliseerd op twaalf procent per jaar;
eventuele rendementen boven dit peil vloeien terug naar de gemeente.
Dit zorgt voor een prikkel bij de gemeente om de kostenbesparing zo
hoog mogelijk te maken. Deze overrendementen zijn niet ongewoon,
neem bijvoorbeeld microfinancieringsinstellingen die kleine leningen
aan ondernemers in Bangladesh verstrekken. Bij zulke instellingen wor –
den met regelmaat rendementen van tachtig procent gehaald. Bij zulke
percentages kan je de vraag stellen of het maatschappelijk doel niet
voorbijgestreefd wordt. Zodoende is de Rotterdamse norm van twaalf
procent passend om het, vrij forse, risico van de investeringen te dekken
zonder de maatschappelijke doelstelling uit het oog te verliezen.’
Zouden deze investeringen ook doorgang vinden zonder de deelne-
mende private investeerder?
‘Er zijn op dit moment inderdaad tal van projecten van publieke in –
stellingen, met wisselend succes. De aanwezigheid van privaat kapitaal
zorgt ervoor dat een grotere variëteit aan projecten op poten gezet kan
worden. Bovendien zijn de investeerders vaak ervaren ondernemers die veel expertise kunnen inbrengen in een project. Een ander succesvol
voorbeeld betreft het terugdringen van recidive van ex-gedetineerden
in het Verenigd Koninkrijk door middel van social investment bonds.’
Welke lessen kan de beleidsmaker halen uit jullie onderzoek?
‘Mijn onderzoek richt zich met name op de vraagkant: wat motiveert
beleggers om voor een maatschappelijke investering te kiezen? Mijn be
–
langrijkste bevinding is dat een grote groep beleggers met een deel van
hun investeringsportefeuille erg graag een sociale impact willen hebben,
ook als ze daarvoor financieel rendement moeten inleveren. Deze bevin –
ding geldt trouwens voor klassieke duurzame investeringskeuzes, met het
onderzoek op het gebied van social impact investments ben ik nu bezig , sa –
men met ABN Amro. Mijn hypothese is dat dit soort impact investments
effectiever in de markt gezet kan worden met een nadruk op sociale im –
pact dan als een middel tot diversificatie van de beleggingsportefeuille.’
Kijkt u ook naar de budgetten voor maatschappelijk verantwoord on-
dernemen bij bedrijven?
‘Bij eerder onderzoek vond ik dat miljonairs een duidelijk scheiding
zien tussen investeren en filantropie. Social impact investments bou –
wen een brug tussen de private en publieke sector. Er is een duidelijk
trend waarneembaar dat filantropen actief betrokken zijn bij projec-
ten, vaak in de vorm van het oprichten van een eigen filantropische in –
stelling. Social impact investments hebben daarom zeker perspectief.’
HET WOORD AAN…
UIT DE OUDE ESB-DOOS
ARBEIDSIMMIGRATIE
De Europese Commissie stelde onlangs voor arbeids-
migranten van buiten de EU toe te laten om de knel –
punten op de Europese arbeidsmarkt te verlichten.
Doordat immigranten relatief vaak inactief zijn en –
worden gevolgd door gemiddeld vier gezinsleden, is
het moeilijk het voorstel van de Europese Commissie
op economische gronden te verdedigen.
Dunnewijk, B. (2001) Immigratie geen structurele oplossing voor arbeid
smarkt.
ESB, 86(4311), 448.