Ga direct naar de content

Ceteris paribus

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 10 2015

ESB Ceteris paribus
540Jaargang 100 (4717) 10 september 2015
Ceteris paribus
Bahar Öztürk-Gerritsen
Bahar Öztürk-Gerritsen werkt, gedetacheerd
vanuit DNB, voor de ECB in Frankfurt.
Wat doet u in Frankfurt?
Ik werk bij de divisie Output and Demand van de
ECB. Daar lever ik actuele inzichten in de Europese economische situ –
atie die dienen als input voor het monetaire beleid dat wordt vastgesteld
door de Governing Council. In brede zin doe ik dit door het volgen en
analyseren van de macro-economische ontwikkelingen van de eurozone
als geheel en van de grotere lidstaten, waaronder ook Nederland. Een
concreet voorbeeld: de afgelopen maanden ben ik erg druk geweest met
het schatten van de mogelijke effecten van lagere olieprijzen op de groei
binnen de eurozone. De kennis die er in een dergelijk project wordt op –
gedaan, delen we middels interne discussies en nota’s met de rest van de
ECB – met als uiteindelijke doel dat het tot beter monetair beleid leidt.
Daarnaast heeft dit werk zich geleend als input voor externe publicaties
zoals de economische bulletins van de ECB. Naast de impact van de
lage olieprijzen houd ik me ook bezig met de consumptieve bestedin –
gen van de huishoudens in de eurozone en met internationale handel.
Verder ben ik medeverantwoordelijk voor de economische prognoses
voor Nederland.
Waarin verschillen uw huidige werkzaamheden van die bij DNB?
Bij DNB hield ik me vooral bezig met prijsontwikkelingen binnen de
eurozone. Bij de ECB werk ik meer aan de reële kant van de economie.
Consumptie, investeringen en potentiële groei staan centraal bij ons in
de divisie. Ook zit ik bij de ECB wat dichter bij de monetaire beleids-
discussies en de voorbereidingen van de Governing Council-vergade –
ringen. Een verder verschil tussen DNB en de ECB is natuurlijk de
enorme multinationale verscheidenheid binnen de ECB. Ter illustra –
tie: ik werk de laatste tijd veel samen met een Belgische en een Turks-
Franse collega. Met de eerste spreek ik doorgaans Nederlands, met de
tweede Turks, zij spreken Frans met elkaar, en gezamenlijk spreken we
Engels. Mijn collega’s hier komen vanuit heel Europa en van de dertig personen binnen mijn divisie komen er hooguit vier uit hetzelfde land.
Dit leidt tot een mooie samensmelting van culturen, en het werkt zeer
inspirerend om met Europeanen uit zo veel verschillende landen sa

men aan een doel te werken.
Wat kunnen we in Nederland merken van uw inspanningen?
Uiteindelijk proberen we hier allemaal een positieve bijdrage te leve –
ren aan het monetaire beleid van de ECB, wat natuurlijk van cruciaal
belang is voor de gehele eurozone – inclusief Nederland. Maar daar –
naast ben ik binnen de divisie ook verantwoordelijk voor specifieke
vragen over de Nederlandse economie en, zoals al gezegd, voor de Ne –
derlandse economische prognoses. Op die manier zorg ik ervoor dat de
economische ontwikkelingen in Nederland op een juiste manier bij de
ECB in perspectief worden gebracht.
HET WOORD AAN…
UIT DE OUDE ESB-DOOS
ARBEIDSMOBILITEIT
Het wegnemen van de resterende belemmerin –
gen voor arbeidsmobiliteit is belangrijk om de
keuzevrijheid van werkgevers en werknemers te
vergroten en het Europese grondrecht op vrij
verkeer te effectueren. Het is echter niet te ver –
wachten dat met het wegnemen van resterende
belemmeringen in de Europese regelgeving de huidige lidstaten de
arbeidsmobiliteit substantieel zal toenemen en tot een vermindering
van de krapte op de Nederlandse arbeidsmarkt zal bijdragen. Hier –
toe ontbreken vooral de prikkels voor migratie. Wat dit betreft is
meer te verwachten van een snelle liberalisatie van het werknemers-
verkeer met Midden- en Oost-Europa. Op lange termijn zullen ook
hier echter de prikkels voor migratie afnemen. Ook migratie uit de
nieuwe lidstaten biedt daarom maar in beperkte mate soelaas voor
het vergrijzingsprobleem.
Riel, B. van (2001) Arbeidsmobiliteit in de EU, nu en straks. ESB, 86(
4301), 276.

Auteur