Ga direct naar de content

Boekbespreking: Saving Capitalism – For the Many, Not the Few van Robert B. Reich

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 19 2017

Boekbespreking

Wie iets wil begrijpen van de woede en frustraties van al die Amerikaanse burgers die op Donald Trump gestemd hebben, moet Saving Capitalism van Robert Reich lezen. Niet dat Reich een aanhanger is van Trump. Integendeel. Hij is een Amerikaanse sociaal-democraat, die wordt aangeprezen door senator Bernie Sanders. Hij is niet alleen universiteitshoogleraar in Berkeley en auteur van vele kritische boeken over het (Amerikaanse) kapitalisme, maar onder andere ook voormalig Minister van Arbeid van de regering Clinton, die overigens van hem ook onderuit de zak krijgt. Kortom, een intellectueel die bereid is zijn handen vuil te maken – en die mede daardoor ‘sadder and wiser’ is geworden.

In het boek vertelt Reich van een soort spel dat hij regelmatig met studenten speelt. Hij deelt ze op in tweetallen en legt ze het volgende probleem voor. Stel, ik geef één van jullie tweeën duizend dollar. Deze student mag de andere student éénmaal een voorstel doen over de wijze waarop jullie deze duizend dollar gaan delen. Als de ander met dat voorstel akkoord gaat, mogen jullie die duizend dollar houden. Als hij of zij niet akkoord gaat, moet het geld weer teruggegeven worden. Onderhandelen is er niet bij. Volgens de theorie zou de tweede student bij ieder aanbod van de eerste student ‘deal’ moeten zeggen. Immers, als hij ‘no deal’ zegt, krijgt hij niks en iets is beter dan niets. In de werkelijkheid van het spel blijkt dat er zelden een deal tot stand komt, als de eerste student niet minimaal met 250 dollar over de brug komt. De gedachte dat de ander je afscheept met een paar dollar en zelf met het grote geld naar huis gaat, is voor de meesten onverdraaglijk. Dan liever niks en die vreselijke egoïst lekker ook niks.

Robert Reich als minister van Arbeid in 1993AP/Greg Gibson

Een daarmee zitten we, aldus Reich, midden in de Verenigde Staten van vandaag de dag. Decennia lang al gaan gewone Amerikanen er niet meer op vooruit. De armen zijn nog armer geworden. De middenklasse – of zij die meenden daartoe te behoren – heeft met alle middelen geprobeerd de stand op te houden. De vrouwen gingen werken; men nam een tweede of derde baan; men ging steeds meer geld lenen. Na de financiële crisis werden zij met duizenden uit hun huis gezet. De banken werden gered met miljarden overheidsgeld. En nu, nu het met de economie weer beter gaat, merken zij daar helemaal niets van. Voor de eerste keer in de na-oorlogse geschiedenis is het gemiddelde inkomen van de laagste 90% van de inkomensverdeling in een periode van economische expansie (2009-2012) niet gestegen, maar gedaald, terwijl dat van de top 10% met meer dan 110% is gestegen! Geen wonder dus, dat men een houding van “wij niks, dan jullie ook niks” gaat aannemen. Wij geloven best, dat er voordelen zijn te behalen door vrijhandelsovereenkomsten, maar als wij daar niets van merken, dan maar niet.Dat de inkomensverdeling in de Verenigde Staten steeds schever wordt, is natuurlijk al lang bekend. Daar ligt ook niet het zwaartepunt van het betoog van Reich. Wat hij benadrukt is dat die scheve inkomensverdeling het gevolg is van de spelregels die momenteel van kracht zijn in de Amerikaanse economie en van de wijze waarop zij gehandhaafd worden. En die spelregels zijn niet van God gegeven; ze zijn ook niet onveranderlijk. Integendeel: ze zijn in de afgelopen decennia voortdurend en doelbewust veranderd ten gunste van degenen die over veel geld beschikken. Reich wil het geen corruptie noemen. Hij heeft het niet over mogelijke omkoping van rechters of van volksvertegenwoordigers. Hij stelt gewoon vast dat het financieren van verkiezingscampagnes (en ook rechters moeten in de VS gekozen worden) en het lobbyen van leden van het Congres klaarblijkelijk lonend is.

Reich vult vele bladzijden met voorbeelden van regels, die systematisch de financieel zwakken benadelen en de financieel sterken bevoordelen. In Amerika is het gewoon legaal, wanneer een fabrikant van geneesmiddelen een fabrikant van generica betaalt om de productie van een goedkope variant uit te stellen, ook al is het patent op het dure origineel inmiddels afgelopen. In Amerika is het copyright in 1998 verlengd van 75 naar 95 jaar, wanneer die rechten in bezit zijn van een bedrijf. Deze wet wordt wel de Mickey Mouse Protection Act genoemd, omdat Mickey Mouse in 1928 was gecreëerd door Walt Disney en de Disney Corporation was in het geheel niet gecharmeerd van de gedachte dat het copyright in 2003 zou aflopen. Alle grote vliegmaatschappijen in de Verenigde staten zijn in de afgelopen 20 jaar minstens één keer failliet gegaan – waardoor ze niet alleen hun schuldeisers, maar ook alle afspraken, bijvoorbeeld over pensioenen, met de vakbonden kwijt waren. Wanneer je echter als individueel persoon failliet gaat, staat de wet niet toe dat schulden met betrekking tot de eigen woning en studieleningen in het kader van een schuldenregeling heronder¬handeld worden. En daar komt dan nog bij dat de rechters ook hun zegen hebben gegeven aan franchise-contracten en arbeidsovereenkomsten, waarbij franchise¬nemers en werknemers zich verplichten om geschillen in geen geval aan de rechter voor te leggen.

Reich pleit niet voor herverdeling van inkomen via belastingen en sociale wetgeving. Hij pleit voor andere spelregels in de economie, die er voor zorgen dat de primaire inkomensverdeling al eerlijker is. We worden in de Verenigde Staten doelbewust van de wijs gebracht, zegt hij, met een niet-aflatende discussie over markt versus overheid, maar daar gaat het helemaal niet om. De markt functioneert bij de gratie van de spelregels die de overheid maakt en handhaaft (of ook niet – soms wordt een wet tandeloos gemaakt doordat de controleurs die de wet moeten handhaven, geen budget krijgen). Het gaat om de macht om die regels te maken en de budgetten te bepalen. Die macht is in de afgelopen decennia in toenemende mate in handen gekomen van de grote ondernemingen en rijke individuen. Sinds het Supreme Court in 2010 oordeelde dat ondernemingen ook als burgers beschouwd moeten worden die gerechtigd zijn om campagnedonaties te doen, is het hek helemaal van de dam, aldus Reich. Steeds meer geld gaat er ook in de verkiezingscampagnes van rechters zitten. Nogmaals, er is geen (niet echt) sprake van omkoping, maar waar het om gaat is dat geld gehoor verschaft. En het tegengeluid ontbreekt.

Reich grijpt terug op het concept ‘countervailing power’ dat John Kenneth Galbraith (aan wie dit boek is opgedragen) in de jaren vijftig gebruikte om de machtsverhoudingen aan te duiden die ten grondslag lagen aan het maatschappelijk compromis dat zo’n dertig jaar lang zorgde voor een min of meer eerlijke verdeling van inkomen. Productiviteit en reële uurlonen liepen gelijk op. Sinds het einde van de jaren zeventig zijn die twee echter volledig ontkoppeld. Terwijl de reële lonen sindsdien vrijwel stagneren, is de productiviteit onverminderd verder gegroeid. In 1952 schreef Galbraith dat “the support of countervailing power has become in the last two decades perhaps the major peacetime function of the federal government.” De tegenkrachten waar hij het over had, waren de vakbonden, veteranenorganisaties als het American Legion (dat er voor zorgde dat Amerikaanse soldaten na de oorlog gratis konden studeren), andere burgerorganisaties en clubs (Lions club, Rotary club), kleine winkeliers, lokale en regionale banken, boerencoöperaties en politieke partijen (voordat zij veranderden in “giant top-down fund-raising machines”). Al deze organisaties kwamen op de een of andere manier op voor eerlijk delen en lokale belangen, maar zij werden gaandeweg zwakker – verloren ook de steun van de overheid. Vakbonden verloren leden. Vrijwilligers hadden geen tijd meer – ook door hun tweede baan. In hun plaats zijn de lobbyisten gekomen, die de belangen bepleiten van degenen die hen betalen. In de jaren zeventig ging slechts ongeveer drie procent van de afgevaardigden en senatoren die het Congres verlieten, door als lobbyist. In de afgelopen jaren betreft dat de helft van alle vertrekkende senatoren en 42% van de vertrekkende afgevaardigden – ongeacht hun partij-affiliatie. Dat komt niet, zo Reich, omdat de heren en dames vroeger veel principiëler waren, maar gewoon omdat er tegenwoordig veel meer geld beschikbaar is voor die activiteiten.

In de economie gaat het niet om markt, maar om macht: macht om de regels van de markt te bepalen. En als die macht niet goed verdeeld is, als er geen tegenmacht bestaat tegenover de macht van het geld, dan is het kapitalisme verloren. Een kapitalisme dat alleen goed uitpakt voor een verdwijnend kleine minderheid, kan niet overleven. Reich bepleit een hele reeks hervormingen, die nieuwe tegenkrachten in beweging moeten zetten. De campagnefinanciering moet op de schop. De draaideuren tussen politiek, Wall Street, grote ondernemingen en lobbybedrijven moeten gesloten worden. Adviseurs, academici en onderzoekers van think tanks moeten al hun inkomstenbronnen openbaar maken. De levensduur van patenten en copyrights moet verkort worden. De mededingingsautoriteiten moeten weer terug naar de oorsprong van hun werk, toen het er om ging de politieke invloed van grote kapitaalgroepen te bestrijden. De faillissementswetgeving moet de rechten die voortvloeien uit arbeidsovereenkomsten, boven die van andere schuldeisers stellen. Het minimuminkomen moet vastgezet worden op de helft van het mediaan inkomen en dan aangepast worden aan de inflatie. In handelsovereenkomsten moeten de Verenigde Staten vervolgens eisen dat hun handelspartners dezelfde regel hanteren in hun economie. De winstbelasting moet per bedrijf gerelateerd worden aan de verhouding tussen het inkomen van de CEO en het mediaan inkomen van alle werknemers van het bedrijf. En in het vennootschapsrecht moet worden vastgelegd dat een onderneming verplicht is de belangen van werknemers, de gemeenschap en het milieu niet lager te waarderen dan die van de aandeelhouders. Enzovoort. Reich is optimistisch dat dit soort veranderingen er gaat komen. Hij ziet dat de politiek in beweging is gekomen.

Reich schreef dit boek vóór de presidentsverkiezingen van 2017. Aan het begin van zijn boek heeft hij een citaat opgenomen uit een verhandeling uit 1814 van John Taylor, een vriend en geestverwant van de derde president van de Verenigde Staten, Thomas Jefferson. Taylor en Jefferson waren rond 1800 tegenstanders van een sterke federale overheid en als zodanig grondleggers van een nog steeds belangrijke stroming in de Amerikaanse politiek en vooral in de Republikeinse partij. Niet toevallig dus, dat Reich John Taylor er bij haalt. In een hoofdstuk gewijd aan overheidsfinanciering gaat Taylor in op de aantasting van eigendomsrechten. Eigendom (private property) is voor hem de essentie van een vrije samenleving. En hij waarschuwt: “There are two modes of invading private property; the first, by which the poor plunder the rich, is sudden and violent; the second, by which the rich plunder the poor, slow and legal.” Beide vormen van aantasting van eigendom doen volgens Taylor afbreuk aan nationale welvaart en geluk. De boodschap van Reich is duidelijk: het Amerikaanse volk is op legale wijze beroofd en daar moet een einde aan komen door de wetten te veranderen. Reich zegt niets over het alternatief dat in het citaat van Taylor wordt genoemd. Wie weet hoe groot het geweldspotentieel in de Amerikaanse samenleving is, houdt zijn hart vast.

Literatuur

Reich, R.B. (2016) Saving Capitalism – For the Many, Not the Few. New York: Vintage Books (als hardcover verschenen bij Alfred A. Knopf in 2015).

Auteur

Categorieën