Ga direct naar de content

Bankieren met principes

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: juni 27 2008

Principes staan volop in de belangstelling van publiek en
politiek. Hanteren banken ook principes? En zo ja, welke
banken hebben principes en wat zijn de gevolgen hiervan
voor hun winst en waarde? Dit kan onderzocht worden aan
de hand van de zogenaamde Equator Principes.
Equator

Lammertjan Dam
en Bert Scholtens
Hoogleraar en universitair
docent aan de Rijksuniversiteit Groningen

De Equator Principes zijn een vrijwillige overeenkomst tussen een groeiende groep financiële instellingen die beogen de sociale- en milieueffecten
van de te financieren activiteiten te beheersen.
Ze hebben vooralsnog betrekking op de negatieve
externe effecten van projectfinanciering in ontwikkelingslanden. Bij projectfinanciering bestaan grote
risico’s voor het milieu en de sociale structuur.
Bijvoorbeeld bij infrastructurele projecten vinden
enorme ingrepen plaats in het ecosysteem en in
leefgemeenschappen. De projecten hebben een omvang van minstens tien miljoen dollar. De principes
schrijven voor dat banken hun projecten indelen voor
het milieu en sociale risico’s als hoog (A), midden
(B) of laag (C), als noodzake­ijke voorwaarde voor
l
financiering. De geldvragers moeten een milieueffectrapportage uitvoeren en een milieubeleidsplan
ontwikkelen voor alle A- en B-projecten. Dit maakt
deel uit van de contractvoorwaarden. In het plan
staat hoe de projectontwikkelaar moet omgaan met
de sociale en milieurisico’s. Met zo’n plan in de hand
heeft de bank de mogelijkheid, maar niet de plicht,
haar geld terug te trekken als de lener in strijd met
de voorwaarden of het beleids­ lan handelt.
p
De geschiedenis van de Equator Principes dateert
van het eind van de jaren ’90. ABN-Amro kreeg toen
problemen met milieugroepen vanwege een mijnbouwproject in Papoea-Nieuw-Guinea waarbij ernstige waterverontreiniging was opgetreden. Daarop
benaderden bankiers van ABN-Amro het IFC over
het gegeven dat er geen richtlijnen waren voor sociale en milieurisico’s bij projecten. Andere banken
sloten zich daarbij aan en samen ontwikkelden ze de
Equator Principes. De presentatie daarvan vond door
tien banken plaats op 4 juni 2003. Inmiddels is het
aantal ondertekenaars toegenomen tot zo’n zestig
instellingen die samen naar schatting tachtig procent
van de markt voor projectfinanciering in ontwikkelingslanden voor hun rekening nemen. De meeste
instellingen komen uit de EU, de VS, Canada,
Australië en Japan, maar er zijn ook ondertekenaars bij uit Brazilië, Chili, Gabon, Oman, Uruguay
en Zuid-Afrika. In Nederland hebben ABN-Amro,
Rabobank, ING en FMO (Financieringsmaatschappij

markten

Bankieren met principes
voor Ontwikkelingslanden) de Equator Principes
ondertekend. Grote projectfinanciers die niet meedoen aan de Equator Principes zijn BNP Paribas, het
Arabische publieke investeringsfonds en de Japanse
projectfinancier JBIC.

Deelnemen
Voor financiële instellingen is het om drie redenen
van belang om zich te committeren aan de Equator
Principes. In de eerste plaats dwingt het hen om
de sociale en milieurisico’s in kaart te brengen en
te begrijpen om zo klanten beter te kunnen adviseren en risico’s te beheersen. De instellingen
zijn vooral bezorgd over het reputatie­isico. Dat
r
betekent dat klanten het de bank aanrekenen als
er iets misgaat bij de projecten. De principes kunnen ertoe leiden dat lokale banken in de markten
waar de project­inanciers werken ook rekening gaan
f
houden met ­ ociale en milieuaspecten. Er gaat dan
s
een voorbeeldfunctie uit van de ondertekenaars
van de Equator Principes op de lokale ­nstellingen.
i
Verder kan het ertoe leiden dat niet alleen bij
p
­ rojectfinanciering, maar ook bij andere vormen van
financiering rekening gehouden gaat worden met
sociale- en milieuaspecten. Binnen de financiële
instelling die de principes ondertekend heeft, kan de
projectfinanciering dan als voorbeeld fungeren voor
de wijze waarop rekening gehouden kan worden met
sociale-, ethische- en milieuaspecten.

Kritiek
De Equator Principes volledig naleven is in de
praktijk geen sinecure. Bij de meeste banken zijn
de benodigde monitoringssystemen niet geschikt,
en ze zullen voor informatie erg afhankelijk zijn van
de projectontwikkelaar. Verder kunnen er conflicten
ontstaan met nationale wetten en regels. Een ander
struikel­ lok is dat er nog geen gestandaardiseerde
b
verslaggeving en rapportage bestaat over sociale- en
milieuaspecten van ondernemen, vergelijkbaar met
bijvoorbeeld de financiële rapportages. De banken
moeten er verder voor zorgen dat het hele bankmanagement zich gaat inzetten voor het betrekken
van sociale- en milieuaspecten bij de financiering.
Verantwoord ondernemen moet immers gebeuren
door de hele organisatie en iedereen moet daar
steeds van doordrongen zijn en naar handelen.
Ngo’s zijn blij met de Equator Principes, maar ze zijn
tegelijkertijd van mening dat deze niet ver genoeg
gaan. Ook de transparantie van de projecten is op
dit moment niet voldoende om te kunnen nagaan of
de financiële instellingen de principes daadwerkelijk

ESB

93(4538) 27 juni 2008

411

Tabel 1

Eigenschappen ondertekenaars Equator Principes en niet-ondertekenaars.

Variabele

Aantal werknemers
Totaal activa (US$ miljard)
Eigen vermogen (US$ miljard)

gemiddelde
waarde bij ondertekenaars
95.295
666
33

Kapitaalratio (%)
Netto rentemarge (%)
Rendement eigen vermogen (%)
Kosten-baten ratio (%)
Aandelenrendement (% per dag januari 2003 – juni 2006)
Beta
Standaarddeviatie aandelenrendementen (%)
Relatie met klanten, leveranciers, werknemers
Governance
Milieubeleid en milieusystemen

11,9
1,8
12,6
60,2
0,12
1,19
1,7
0,74
0,50
0,73

gemiddelde
waarde bij nietondertekenaars
36.195
305
16

t-toets voor gelijke gemiddelden
(verondersteld is gelijke variantie;
ster duidt op significant verschil)
4,12 ***
3,05 ***
2,10 *

12,7
2,9
13,8
58,7
0,10
1,00
1,4
0,33
0,34
0,15

1,08
1,48
0,70
0,49
1,87*
1,96 *
1,66
1,97 *
0,88
2,46 **

*, **, *** duidt op significantie bij betrouwbaarheidsniveau van respectievelijk 10, 5 en 1%.

Bron: Dam en Scholtens (2007)

naleven. Een aantal casestudy’s van BankTrack (2004) laten zien dat dit niet
het geval is. Bijvoorbeeld bij de financiering van een oliepijpleiding van Baku
in Azerbeidzjan via Tbilisi in Georgië naar Ceyhan aan de Turkse Middellandse
Zeekust zijn tal van conflicten met de Equator Principes geconstateerd op het
gebied van mensenrechten en milieuveiligheid. Ook het Belgische Netwerk
Vlaanderen (2007) laat zien dat diverse ondertekenaars betrokken zijn bij problematische projecten. De Equator Principes zijn dus geen garantie om sociale en
milieuproblemen te voorkómen, en er zijn externe partijen nodig om de handhaving van die principes af te dwingen.

tenspectrum van de financiële instellingen. Maar uit
andere studies blijkt dat sommige deelactiviteiten
wél van invloed zijn op de aandeelhouderswaarde
(Fisher-Vanden en Thorburn, 2008). Uit de event
study blijkt dat van het ondertekenen van de Equator
Principes geen negatief signaal uitgaat op de waardering van de instelling door beleggers. In die zin
kost het hebben van principes dus geen geld.

Eigenschappen

Met de Equator Principes zetten internationaal
opererende financiële instellingen een stap in de
richting van maatschappelijk verantwoorde financiële
dienstverlening. Men gaat duidelijk verder dan wat
de lokale regelgeving voorschrijft. De ondertekenaars wijken af van instellingen die de principes niet
onderschrijven: ze zijn groter en milieuvriendelijker.
Ze zijn echter niet kapitaalkrachtiger, riskanter of
rendabeler. De Equator Principes blijken niet ten
koste te gaan van de winst van de ondertekenaars of
van hun waarde. Het rekening houden met mens en
milieu wordt door beleggers niet afgestraft.

Wat onderscheidt nu een instelling die de Equator Principes heeft ondertekend
van een die dat niet heeft? Tabel 1 toont een vergelijking van de ondertekenaars
met ruim vijftig instellingen die ook actief zijn op het gebied van projectfinanciering. De tabel laat zien dat de ondertekenaars significant groter zijn dan
niet-ondertekenaars. Maar hun winst en allerlei financiële ratio’s wijken niet of
nauwelijks significant af. De ondertekenaars wijken qua duurzaamheidsbeleid in
gunstige zin af. Die duurzaamheidsprestaties zijn bepaald voor drie variabelen
die verkregen zijn op grond van factoranalyse (Dam en Scholtens, 2007). De
ondertekenaars doen het relatief goed op het gebied van milieubeleid, ethische
codes, mensenrechtenpolitiek, beleid ten aanzien van corruptie, relatie met
werknemers, gemeenschap en klanten. Maar ze verschillen niet significant ten
aanzien van corporate governance.

Conclusie

Aandeelhouderswaarde
Om na te gaan wat de financiële invloed is van het deelnemen aan de Equator
Principes is een zogenaamde event study uitgevoerd (MacKinlay, 1997). Het
event is de aankondiging van het ondertekenen van de principes door de instelling. Onderzocht wordt hoe de beurskoers van de banken hierop reageert onder
verschillende vooronderstellingen over het verwachte of normale verloop van de
aandelenkoers van de ondertekenaar. Bij een event study wordt dan nagegaan of
het feitelijke koersverloop significant afwijkt van het verwachte verloop. Voor alle
beursgenoteerde ondertekenaars is de verwachte koers bepaald en is nagegaan
of de feitelijke koers daar wel of niet van afwijkt. Op grond van deze event study
mag geconcludeerd worden dat aandeelhouders niet significant negatief reageren
als een instelling meldt de Equator Principes te ondertekenen. Dit resultaat is
robuust voor uiteenlopende modelspecificaties en voor verschillende lengtes van
het event window. Het kan natuurlijk ook een gevolg zijn van het gegeven dat
projectfinanciering meestal maar een beperkt deel uitmaakt van het activitei-

412

ESB

93(4538) 27 juni 2008

Literatuur
BankTrack (2004) Principles, Profits or just PR? Triple P investments
under the Equator Principles. Amsterdam: BankTrack.
Dam, L. en B. Scholtens (2007) Are banks that adopted the
Equator Principles different from non-adopters? World
Development, 35(8), 1307–1328.
Fisher-Vanden, K. en K.S. Thorburn (2008) Voluntary corporate
environmental initiatives and shareholder wealth. CEPR Discussion
Paper 6698.
MacKinlay, A.C. (1997) Event studies in economics and finance.
Journal of Economic Literature, 35(1), 13–39.
Netwerk Vlaanderen (2007) Banks and their alarming investment
practices. Brussel: Netwerk Vlaanderen.

Auteurs