Een aanzienlijk deel van de zelfstandigen en flexwerkers in de getroffen sectoren is hard geraakt door de coronacrisis. Dat blijkt uit een enquête van SEO Economisch Onderzoek onder 500 werkenden, met focus op deze groepen.
Een relatief groot deel van de mensen die vanuit de WW aan het werk gaan, doet dat als uitzendkracht. Uitzendkrachten komen ook vaker in de WW terecht dan werknemers die in directe dienst zijn bij een werkgever.
Gebruik van wijkverpleging en Wmo-ouderenzorg lijkt zich los van elkaar te ontwikkelen: een toename van het aantal gebruikers van de Wmo-ouderenzorg gaat niet gepaard met een verandering in het aantal gebruikers van wijkverpleging.
In 2021 heeft het Nederlandse bankwezen de hoogste nettowinst behaald sinds de kredietcrisis in 2008. Met uitzondering van 2020 zijn de gezamenlijke nettowinsten van Nederlandse banken de afgelopen tien jaar gestaag gestegen. Ze behaalden in 2021 gezamenlijk een nettowinst van ruim 13,8 miljard euro, ruim een verdubbeling ten opzichte van 5,2 miljard euro in het eerste coronajaar 2020.
In neoliberalisme ontrafelen Bram Mellink en Merijn Oudenampsen de plotse populariteit van deze maatschappijvisie in Nederland vanaf de jaren zeventig. Ze leggen helder uit welke economen en politici daarbij een leidende rol hebben gespeeld, maar zijn kort over de economische voedingsbodem die dit mogelijk maakte.
Eind 2021 hadden 293.000 personen een bijstands- of daaraan gerelateerde schuld bij gemeenten van afgerond ten minste één euro. Dat zijn 47.000 personen meer dan eind 2019, vlak voor het uitbreken van de coronacrisis – een toename van negentien procent.
Tijdelijke werknemers, en dan vooral uitzendkrachten, zijn de eerste groep die de gevolgen van een conjuncturele schok ervaren. Dat was niet anders in 2020, toen de uitzendsector eerst grote klappen moest opvangen, maar daarna snel herstel toonde.
Bij het beantwoorden van Kamervragen over zijn doorrekening van het Coalitieakkoord kwam het Centraal Planbureau ook met een raming van de effecten van een rentestijging op de staatsschuld. Het is echter onduidelijk waarop het planbureau deze raming baseerde. Want de fors oplopende staatsschulden die het Planbureau presenteerde zijn uiterst onwaarschijnlijk.
De informatie die ministeries over de bezittingen van het Rijk aan parlement en burgers verstrekken, is onvolledig. Terwijl het Rijk ondernemingen en alle andere publieke organisaties voorschrijft om complete financiële informatie te verstrekken, doet het dat zelf nog niet. Het daarmee gepaard gaande gebrek aan zicht op rijksbezit zit goede besluitvorming en verantwoording in de weg.
De arbeidsmarkt is nu in het eurogebied krapper dan vóór de uitbraak van de coronapandemie, en verder werken er van de potentiële beroepsbevolking nu meer mensen dan voor de pandemie.
De stijgende energieprijzen krijgen stilaan navolging in andere sectoren van de economie. En als het aan de bedrijven ligt, zet die ontwikkeling door: een recordaandeel verwacht de prijzen de komende drie maanden te verhogen.