In het kort
Dit is een licht aangepaste versie van het artikel dat op 29 november 2017 in Trouw stond.
Met het afschaffen van de dividendbelasting voor buitenlandse aandeelhouders hoopt het kabinet dat Nederland internationaal concurrerend blijft. Het afweren van dreigende vijandelijke overnames van bedrijven door buitenlandse fondsen is tijdens debatten in de Tweede Kamer herhaaldelijk genoemd als reden voor dit besluit. Maar juist het tegendeel lijkt het resultaat te zijn.
Een analyse van de Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) onder de tien grootste bedrijven aan de Amsterdamse beurs, maakt aannemelijk dat de meeste buitenlandse aandeelhouders van deze bedrijven (volgens SOMO 77 procent) helemaal geen voordeel hebben van het afschaffen van deze Nederlandse belasting. Allerlei ingewikkelde regelingen en internationale belastingverdragen blijken zo uit te pakken dat buitenlandse belastingdiensten de door Nederland cadeau gegeven dividendbelasting alsnog kunnen claimen. Met andere woorden: de buitenlandse aandeelhouder betaalt nog steeds dividendbelasting over Nederlandse aandelen, maar dan aan de eigen belastingdienst.
Nederland spekt dus de schatkist van andere landen. Men zou hier cynisch kunnen opmerken dat dit een opmerkelijke draai is in het Nederlandse EU-beleid. Tot nog toe heeft Nederland zich altijd rigoureus verzet om van de eurozone een zogenoemde ‘transferunie’ te maken, waarbij rijke Noord-Europese landen de arme Zuid-Europese lidstaten financieel ondersteunen. Nu is Nederland dus wel bereid om langdurig ieder jaar een bedrag aan buitenlandse belastingdiensten weg te geven die volgens SOMO kan oplopen tot boven 1 miljard euro per jaar.
Slechts in een klein aantal landen die geen dividendbelasting kennen, zoals Engeland, profiteert de aandeelhouder van de Nederlandse lastenverlichting op dividend. Dit heeft twee nadelen. Om te beginnen beloont ze vooral agressief gedrag in het proces van internationale belastingconcurrentie. Immers, opkoopfondsen krijgen een prikkel om zich in landen te vestigen die de dividendbelasting als eerste hebben afgeschaft. Daarmee stijgt de druk op andere landen om eveneens deze belasting op te doeken. Ook moedigt de maatregel juist opkoopfondsen uit landen zonder dividendbelasting aan om Nederlandse aandelen te kopen. Hier zit nu juist het venijn. De meest agressieve en roekeloze fondsen zoeken meestal ‘belastingvriendelijke’ landen op, die geen dividendbelasting heffen. Juist voor hen wordt het straks extra aantrekkelijk om Nederlandse bedrijven te kopen.
Beruchte fondsen hebben de neiging om het overgenomen bedrijf de overnamekosten grotendeels zelf te laten betalen. Dat werkt zo: de opkoper steekt het overgenomen bedrijf diep in de schulden. Vervolgens keert die het overbodige eigen vermogen als ‘superdividend’ uit aan de overnemende partij. Als dit superdividend belastingvrij wordt, is er een extra prikkel tot roekeloos gedrag. Het gevolg ervan is dat het overgenomen bedrijf nog maar weinig eigen vermogen overhoudt als buffer voor slechte tijden. Dat dwingt dan het management tot korte-termijnbeleid: pompen om niet te verzuipen. Een slechte zaak voor de Nederlandse kenniseconomie. Immers, bij innovatie gaan de kosten (lang) voor de baten uit. In noodsituaties dreigen zo budgetten voor onderzoek & ontwikkeling en scholing te sneuvelen.
Kortom: het afschaffen van de dividendbelasting moedigt vijandelijke overnames aan door fondsen aan wie we de kroonjuwelen van het Nederlandse bedrijfsleven liever niet willen toevertrouwen. Innovatieve bedrijven hebben geduldige aandeelhouders met langetermijnperspectief nodig, geen fondsen die voor het snelle geld gaan.
Auteur
Categorieën
4 reacties
Na een overname is de dividendbelasting vaak geen probleem door verrekening of door een vrijstelling. De dividendbelasting is voornamelijk een last voor buitenlandse particuliere beleggers en pensioenfondsen. Door afschaffing zullen kleine aandelenbelangen in Nederlandse bedrijven aantrekkelijker worden waardoor de waarde van de aandelen stijgt. Hierdoor wordt een overname duurder. Dat lijkt me een prima gevolg.
Bedrijven overnemen en volstoppen met financiering hangt in de praktijk niet af van de dividendbelasting. Genoeg manieren om in zo'n geval heffing te voorkomen.
Overigens is de dividendbelasting belangrijk voor beslissingen in de marge: als je kiest tussen overname van een bedrijf in een land met dividendbelasting, dan wel voor een (vergelijkbaar en even hoog geprijsd) bedrijf in een land zonder, dan maakt de belasting wel degelijk uit.
Als je het overgenomen bedrijf met schulden volstopt en vervolgens eigen vermogen als 'superdividend' uitkeert, dan maakt het wel degelijk verschil of je (over een substantieel deel van de overnamesom!) wel of niet dividendbelasting moet betalen!
slim bedacht maar onzin. Ik ga toch geen bedrijven overnemen omdat ik dan geen dividendbelasting hoef te betalen? In praktijk zijn er overigens 12.536 manieren om iedere bronbelasting om zeep te helpen.