“Arbeid bevrijdt ons van drie grote rampen: de verveling, de ondeugd en de armoede.” Door de eeuwen heen is het belang van werk vaak benadrukt, al kiezen we tegenwoordig graag een meer optimistische benadering dan deze van Voltaire (1759).
Meedoen in de samenleving is voor iedereen belangrijk, en werk speelt daarbij een cruciale rol. Niet alleen omdat het ons voorziet van een salaris, maar ook omdat het maakt dat we ons gewaardeerd voelen en gezonder blijven. Dat werkloosheid een tegenovergesteld effect heeft, is ook algemeen bekend. Werkloosheid heeft ingrijpende gevolgen voor mensen, met soms de symptomen van een rouwproces, en het leidt tot een beroep op de sociale voorzieningen.
Het is dan ook van maatschappelijk belang dat we werkloosheid proberen te voorkomen. Werknemers hebben hierbij, samen met hun werkgever, een eigen verantwoordelijkheid, door te werken aan hun vaardigheden (een Leven Lang Ontwikkelen), hun gezondheid en inzetbaarheid, en door open te staan voor een nieuwe baan als bij hun huidige werkgever de kansen keren. Maar we kennen ook de ontwikkelparadox: zij die scholing het hardste nodig hebben, zoals flexkrachten en mensen met een arbeidsbeperking, hebben daartoe de minste mogelijkheden (WRR, 2020). Zo zijn werkgevers veel minder bereid om te investeren in de vaardigheden van tijdelijke medewerkers. De STAP-regeling (die volgend jaar van start gaat) doet daar wat aan, en zal meer werkenden en werkzoekenden toegang tot scholing verschaffen.
Toch kun je als voormalig werknemer pas echt bij de overheid terecht wanneer je zonder werk thuis zit, met veelal een uitkering. Dit is een gemiste kans, zeker als een tijdige – eerdere – ondersteuning doorslaggevend had kunnen zijn om werk te behouden of om naar ander werk over te stappen. Het ontstaan van een werkloosheidssituatie heeft namelijk op zich al een negatief effect op de kansen voor een nieuwe baan.
Daarbij is het goed om te bedenken dat volgens OESO-data de uitgaven aan uitkeringen in Nederland relatief hoog zijn, en de middelen voor actief arbeidsmarktbeleid juist laag, terwijl meer en tijdige ondersteuning zou kunnen leiden tot minder beroep op uitkeringen. Dat geldt te meer voor kwetsbare groepen, die veelal een intensiever traject nodig hebben om weer tot de arbeidsmarkt terug te kunnen keren. Bij deze groepen meer preventief te werk gaan, met een vraagbaak en begeleiding van werk naar werk, kan werkloosheid voorkomen. Doordat de werknemersvaardigheden op peil blijven, wordt de overgang naar een andere baan versoepeld.
Uit onderzoek van de Europese Commissie (EC, 2019) blijkt dat lidstaten die zich succesvol richten op het voorkómen van werkloosheid, in de fase vóór werkloosheid gebruikmaken van meerdere overheidsinterventies. Hierbij gaat het om loopbaanadvisering en scholing voor werknemers die worden bedreigd met werkloosheid, en voor het midden- en kleinbedrijf om ondersteuning bij de ontwikkeling van hun personeel.
Een meer actieve rol van de overheid is dan ook gewenst bij werkloosheidpreventie en de bevordering van mobiliteit. Door dienstverlening in te zetten bij een transitie van werk naar werk, kunnen we de werking van de arbeidsmarkt verbeteren en zo de instroom in een uitkering voorkomen. Succesvolle interventies uit het bestaande actieve arbeidsmarktbeleid kunnen daarbij worden benut, zoals persoonlijk contact en maatwerk – en ook een intensievere ondersteuning naar mate de afstand tot de arbeidsmarkt groter is. En mocht iemand alsnog een beroep doen op een uitkering, dan vertaalt de inspanning vooraf zich in een betere kans om sneller in een nieuw baan aan de slag te gaan.
Natuurlijk zijn er (vaak grotere) werkgevers en private bemiddelaars die zich inspannen om dergelijke transities mogelijk te maken, wat alleen maar valt toe te juichen en te stimuleren. Maar niet alle werknemers hebben toegang tot die ondersteuning. Daar ligt een publiek belang dat een publieke interventie rechtvaardigt.
Tijdige signalering van dreigende werkloosheid door een meldplicht, persoonlijke dienstverlening, en door het gericht inzetten, op maat, van ondersteuning zijn belangrijke ingrediënten bij zo’n publieke interventie. Dit voorkomt niet alleen “de verveling, de ondeugd en de armoede”, maar draagt bovendien bij aan het welzijn en de welvaart van mensen die hun baan dreigen te verliezen, en daarmee aan dat er meer mensen meedoen in onze samenleving .
Literatuur
EC (2019) How do PES act to prevent unemployment in a changing world of work? European Commission Analytical Paper, januari.
Voltaire (1759) Candide, ou l’optimisme. Parijs: Lambert.
WRR (2020) Het betere werk: de nieuwe maatschappelijke opdracht. WRR Rapport, 102.
Auteur
Categorieën