Ga direct naar de content

Kenmerken van een goede beleidseconoom

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 17 2021

In het kort

Een langere versie van dit artikel had Jarig kort voor zijn onverwachte overlijden in september 2020 geschreven op verzoek van ESB voor dit dossier, en is in overleg met de nabestaanden online verschenen.

Beleidseconomen zijn een speciaal soort economen. Ze proberen de kloof te overbruggen tussen de beleidspraktijk, de wetenschappelijk gefundeerde adviezen van hoogleraren, en de analyses vanuit de wetenschappelijke literatuur. Vaak is het moeilijk, maar de ervaringen in de jaren tachtig laten zien dat het wel kan (Van Sinderen, 1990).

Beleidseconomen opereren in een spanningsveld. Bij hun adviezen staat de beleidspraktijk voorop, maar ze worden voortdurend geconfronteerd met de wijze lessen van ‘echte’ wetenschappers die pretenderen meer te opereren op basis van een wetenschappelijke achtergrond, en die daarom eigenlijk betere adviezen zouden kunnen geven. Dat is echter dubieus: “In het debat over het economisch beleid doen sommige hoogleraren economie wel heel stellige uitspraken over de keuzes van de overheid.” (Swank, 2017)

Beleidsvoorstellen poneren vanuit een ivoren toren, zonder zelf beleidsverantwoording te dragen, is risicoloos – je wordt nooit afgerekend op je adviezen. Maar dat geldt niet voor de economen die actief zijn in de beleidspraktijk. Die zijn zich wel degelijk bewust van de risico’s die verbonden zijn aan hun advisering, en zullen daarom niet over een nacht ijs gaan. Daarom volgen hier een viertal kenmerken waaraan een goede beleidseconoom dient te voldoen.

Allereerst is zij of hij op de hoogte van de actuele wetenschappelijke kennis en probeert beleidskeuzes zo veel mogelijk wetenschappelijk te duiden, maar toetst ook altijd op praktische toepasbaarheid. De actuele kennis beperkt zich niet tot de economische wetenschap. Ook inzichten vanuit de bestuurskunde, de gedragseconomie en de economische en beleidsgeschiedenis zijn van belang.

Een beleidseconoom heeft politiek gevoel, en kent de ins en outs van de politieke besluitvorming en de machtsverhoudingen. Aan de andere kant zullen de beleidsadviezen wel gebaseerd blijven op economische uitgangspunten en kennis – dit type econoom gaat namelijk niet op beleidsstoel zitten. Soms is de gebruikte economische kennis vrij elementair, maar nooit triviaal.

Een beleidseconoom opereert niet in een vacuüm. Zij of hij onderhoudt contacten met gerenommeerde instituten als het Centraal Planbureau, Centraal Bureau voor de Statistiek en De Nederlandsche Bank, maar ook met de universiteit. Discussies over de inzichten in nationaal en internationaal verband zijn essentieel. Het is dan ook belangrijk om internationaal in organisaties als de OESO, het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank ideeën te toetsen.

Een laatste kenmerk is dat er wordt geopereerd vanuit de empirie. Kwantificering in de ruimste zin van het woord van de beleidsinzichten is nodig om overtuigend te kunnen opereren. Probleem is dat in de economie veel onzeker is, en dat veel ook niet bekend is. Tegelijkertijd moet je beleidsbeslissingen nemen op basis van de kennis die wel voorhanden is. Kletsverhalen, daar koop je niks voor.

Literatuur

Sinderen, J. van (1990) Belastingheffing en economische groei: een evaluatie van aanbodeconomie. Groningen: Wolters Noordhoff.

Swank, J. (2017) Radicale economen. Artikel op www.vvponline.nl, 7 maart.

Auteur

Categorieën