Ga direct naar de content

Globalisering of een falende arbeidsmarkt

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 1 2019

Statisticus lijkt me soms best wel een lekker beroep. Je maakt ontwikkelingen toegankelijk en opent daarmee een wereld die anderen kunnen ontdekken en duiden. In dit ESB-themanummer over migratie komt Hans Schmeets met zo’n ontwikkeling die om duiding vraagt.

Schmeets laat zien dat mensen die in de afgelopen jaren naar Nederland migreerden steeds weer eerder vertrokken dan zij die iets langer geleden migreerden. Die snellere migratie en kortere gemiddelde verblijfsduur is waarneembaar bij alle migratieredenen (gezinshereniging, asiel zoeken, arbeid en studie), vanuit bijna alle herkomstlanden (met uitzondering van sub-Sahara-Afrika), en nauwelijks afhankelijk van de demografische kenmerken van de migrant.

Dat migranten vaak opnieuw migreren, lijkt me prima passen bij een globaliserende wereld. In een wereld waarin handel, investeringen en kennisontwikkeling een steeds grotere internationale component hebben, en waar afstanden – zowel in tijd als cultureel – afnemen, is een verblijf in het buitenland een minder definitieve beslissing.

Maatschappelijk meedoen

Op het eerste gezicht lijkt de snellere remigratie een natuurlijke ontwikkeling. Dat het inderdaad niet per se zorgelijk is, wordt bestendigd door onderzoek naar de maatschappelijke positie en participatie van mensen met een migratieachtergrond. Zo wijzen Siniša Bokšić, Arjen Verweij en Mark Roskam Abbing erop in hun bijdrage in deze ESB dat de kloof tussen mensen zonder en met een migratieachtergrond sinds 2000 op de meeste terreinen kleiner is geworden.

Het opleidingsniveau, de huisvestingssituatie en de criminaliteit verbeterden voor alle inwoners van Nederland, maar deden dat sneller bij mensen met een migratieachtergrond dan bij mensen zonder migratieachtergrond.

En ook de perceptie van de Nederlandse samenleving lijkt onder migranten niet te veranderen. Van Beuningen en Schmeets (2015) wijzen erop dat er, wat betreft het vertrouwen in de samenleving, nauwelijks verschuivingen zijn in de mate waarin migranten zich onderscheiden van mensen met een Nederlandse achtergrond.

Of de betere omstandigheden en het gelijkblijvende vertrouwen te danken zijn aan een succesvol overheidsbeleid of aan een inclusief maatschappelijk middenveld – zie de column van Paul van Seters – maakt hierbij even niet uit.

Maar opvallend is des te meer de snellere remigratie. Aangezien de omstandigheden voor migranten verbeteren en het vertrouwen niet verandert, zou je verwachten dat migranten door de betere maatschappelijke omstandigheden eerder langer zouden blijven dan korter.

Achterstand op de arbeidsmarkt

Mogelijk bieden de omstandigheden op de arbeidsmarkt een verklaring. Want dat migranten steeds beter integreren, geldt hier namelijk helaas niet. Bokšić et al. spreken van hardnekkige achterstanden, en ­Sandra Muilwijk-Vriend, Caren Tempelman, Roderik Ponds en Marten Middeldorp laten zien dat bij ieder ­transitiemoment op de arbeidsmarkt mensen met een migratie­achtergrond het slechter doen dan mensen zonder migratieachtergrond. Het gaat dan om de instroom op de arbeidsmarkt na een afronding van de opleiding, de kans op werkloosheid, het vinden van een baan vanuit de werkloosheid, het doorstromen van een flexibel naar een vast contract, en om de kans op een forse opslag.

Er is hier geen sprake van evenredige posities; ook als je rekening houdt met alle andere eigenschappen van de persoon in kwestie, gaat er nog steeds een negatief effect bij arbeidsmarkttransities uit van het hebben van een migratieachtergrond. Omdat iedereen, migratieachtergrond of niet, in zijn werkzame leven meerdere transities op de arbeidsmarkt meemaakt, lopen mensen met een migratieachtergrond dus over de jaren een toenemende achterstand op.

Kanttekening bij deze conclusies is dat het lastig is om deze toenemende achterstand goed te meten. Govert Bijwaard laat bijvoorbeeld in deze ESB zien dat zowel de retourmigratie als het werkloos worden een systematisch effect heeft op de loongroei, en dat het simpelweg analyseren van de loonontwikkeling misleidend kan zijn.

Beleid zet zich uiteraard in om daar wat aan te doen. Muilwijk-Vriend et al. beschrijven een aantal evidence-based initiatieven, en Pascal Beckers en Lex Borghans presenteren verrassende resultaten aangaande de concentratie van migranten voor een succesvolle arbeidsmarktintegratie.

Mijn vraag

Dat de arbeidsparticipatie van migranten lastig is en blijft, maakt een andere interpretatie mogelijk. De snellere remigratie hoeft geen ‘natuurlijk fenomeen’ te zijn dat verband houdt met de globalisering. Het kan ook zo zijn dat de snellere remigratie te wijten is aan de voor migranten slecht werkende Nederlandse arbeidsmarkt. In een steeds kleiner wordende wereld is de keuze voor migratie dan eerder gemaakt. Bijwaard bespreekt in zijn artikel een aantal studies die suggereren dat het juist de vertrekkende mensen zijn die het gemaakt hebben.

Van een inclusieve en concurrerende arbeidsmarkt profiteert uiteindelijk iedereen – we moeten dus te weten komen wat er aan die arbeidsmarkt schort. Ik hoop op een verdere ­duiding.

Literatuur

Beuningen, J. van, en H. Schmeets (2015) De meetlat sociaal kapitaal. In: H. Schmeets (red.), Sociale samenhang: wat ons bindt en verdeelt. Den Haag/Heerlen: CBS, 15–27.

Auteur

Categorieën