■ Lucy Kok (SEO Economisch Onderzoek)
Vanaf 2015 is de Wajong niet langer toegankelijk voor jonggehandicapten die achttien jaar worden en arbeidsvermogen hebben. Zij vallen nu onder de Participatiewet, wat hun recht geeft op bijstand en hulp van de gemeente bij het vinden van werk. Jonggehandicapten zonder arbeidsvermogen kunnen nog wel instromen in de Wajong.
Het idee achter deze beleidswijziging is dat gemeenten meer financiële prikkels hebben dan UWV (die de Wajong uitvoert) om jonggehandicapten aan het werk te helpen, vanwege de budgettering van de bijstand. Ook jonggehandicapten zelf hebben een sterkere prikkel om aan het werk te komen, omdat voor jongeren onder de 21 jaar de bijstandsuitkering aanzienlijk lager is dan een Wajong-uitkering. Daarnaast hebben werkgevers belang bij het aan het werk helpen van jonggehandicapten, omdat zij zich garant hebben gesteld voor een aantal extra banen. Als dit niet lukt, lopen ze het risico dat er een quotumwet komt.
Om het effect van deze beleidswijziging te onderzoeken is op basis van CBS-microdata voor achttienjarigen voorspeld welke jongeren in 2015 in de Wajong zouden zijn gestroomd, als deze nog toegankelijk was geweest voor jonggehandicapten met arbeidsvermogen. De belangrijkste voorspellers voor Wajong-instroom van achttienjarige jonggehandicapten zijn de uitstroom uit het voortgezet speciaal onderwijs of praktijkonderwijs (VSO/PrO) en of iemand een verleden in de zorg heeft (AWBZ en Ggz).
Uit een eerste analyse van data tot eind 2016 blijkt dat in december van dat jaar na instroom 27 procent van de achttienjarige jonggehandicapten onder de Participatiewet aan het werk is, versus 22 procent van hen in de Wajong (figuur). Dat is een stijging van 5 procentpunt.
De groei in banen voor jonggehandicapten onder de Participatiewet zit vooral in deeltijd en flexibele banen en contracten voor bepaalde tijd. Vaste contracten worden maar weinig gegeven. Daarnaast is er sprake van een groei in banen, ondanks de afsluiting van de sociale werkvoorziening voor nieuwe instroom. De ruimte om beschut werk te organiseren, om een daling van de werkgelegenheid in de sociale werkvoorziening te compenseren, was in 2016 nog niet goed op gang gekomen. De groei van het aantal banen heeft dus vooral plaatsgevonden bij reguliere werkgevers.
Auteur
Categorieën