■ Matthijs Willemse-Jacobson (Ministerie van SZW)
Tijdens de Grote Recessie is het aantal werknemers met een vast contract sterk afgenomen, terwijl het aantal werknemers met een flexcontract bleef groeien (figuur 1). Een deel van de flexwerkers heeft een tijdelijk contract met de afspraak dat ze bij goed functioneren in vaste dienst komen (tijdelijk met uitzicht op vast). Het aantal werknemers met uitzicht op vast is in de crisisjaren gedaald, maar is nu juist aan een opmars bezig.
De sterke groei van het aantal werknemers met uitzicht op vast, kan bij een verder aantrekkende arbeidsmarkt op termijn resulteren in een verdere groei van het aantal werknemers met een vast contract. Hoewel zicht op vast geen garantie op doorstroom geeft, is de kans wel aanzienlijk hoger dan bij andere flexcontracten. Door het aantrekken van de arbeidsmarkt is de groei van het aantal flexwerkers sinds eind 2016 in toenemende mate toe te schrijven aan een groei van het aantal tijdelijke werknemers met uitzicht op vast. In het derde kwartaal van 2017 groeide het aantal flexwerkers met 98.000 ten opzichte van een jaar eerder, van wie 77.000 werknemers met uitzicht op vast.
Mede door het vast in dienst nemen van werknemers met een flexcontract kende het aantal werknemers met een vast contract in het derde kwartaal de grootste stijging sinds begin 2009, 57.000. Omdat het aantal flexwerkers sneller groeide dan het aantal werknemers met een vast contract, daalt het aandeel werknemers met een vast contract nog steeds.
