Ga direct naar de content

Opiniemakers vinden wat jij niet zoekt

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 15 2016

Wat moeten we vinden van de verkrachtingen in Keulen? En van het doodzwijgen van de politie erover? Of van de al dan niet uit zijn verband gerukte uitspraken van burgemeester Van der Laan dat zoiets in Amsterdam is uitgesloten? Je zou denken dat we hierover onze eigen mening kunnen vormen, maar in werkelijkheid leggen we dag in dag uit ons oor te luister bij opiniemakers.

Daarvoor hebben we onze redenen. Misschien biedt de vertrouwde stem van Felix Rottenberg, Ali B of Mathijs Bouman ons een dagelijkse portie troost in een kwade wereld. Ze helpen ons ook om ‘erbij te horen’; omdat iedereen naar hen luistert moeten we wel meeluisteren om de volgende dag goed voor de dag te komen op school of kantoor. Daarnaast hebben ze een sterk informerende rol: ze zijn uiterst efficiënt om orde te scheppen in de chaos aan informatie die voortdurend op ons afkomt. Een opiniemaker ontneemt ons de tijd en moeite om belangrijke onderwerpen zelf te moeten duiden.

Al moet die opiniemaker dan wel zijn huiswerk doen. Hij of zij moet de feiten juist voorstellen, zoals Sywert van Lienden deze week in De Wereld Draait Door verzuimde inzake het aantal allochtone zedendelinquenten (de volgende dag bood hij zijn excuses aan om vervolgens gelukkig weer goed geïnformeerd te opiniëren). Maar ook moeten opiniemakers feiten goed zoeken. Zoeken zij langer naar informatie dan opinievolgers? En laten ze zich hierbij minder dan anderen leiden door wat anderen boeit?  Alleen bij bevestigende antwoorden kun je goed geïnformeerde, autonome opinies verwachten.

Een aanwijzing komt van een mooi nieuw veldexperiment op internet (de paper is nog niet in omloop is maar werd gepresenteerd bij een conferentie in Toulouse). Eerder onderzoek had als manco dat zoekgedrag niet rechtstreeks werd geobserveerd; we moesten het doen met wat opiniemakers zeiden dat ze deden. De ontwerpers van het experiment Sagit Bar-Gill (MIT) en Neil Gandal (Tel Aviv University) verkenden hoe mensen zich daadwerkelijk gedroegen, op een website waar mensen een TED Talk uitkozen.

Daarbij konden de kleine 2000 (veelal Amerikaanse) deelnemers aan het experiment verdere informatie over de TED Talks vinden via twee zoekknoppen: category en popularity. De categorieknop leidde deelnemers naar een thematische indeling van TED Talks, de populariteitsknop naar informatie over het aantal eerdere kijkers (op Youtube). Wie op categorie zocht, kreeg de resultaten bovendien in sommige gevallen gesorteerd naar populariteit en in andere gevallen ongesorteerd.

De onderzoekers legden het zoekgedrag van de deelnemers minutieus vast en rapporteerden  persoonsgegevens zoals geslacht en leeftijd, maar ook of deelnemers zichzelf als opiniemaker beschouwden (aan de hand van een wetenschappelijk gebruikelijke vragenlijst hiervoor). Vervolgens gingen ze na of het kwart van de deelnemers dat zichzelf het meest als opiniemaker beschouwde, ander zoekgedrag vertoonde.

De uitkomsten? De ‘opiniemakers’ zochten meer op basis van hun eigen interesse dan anderen (afgemeten aan het aantal clicks op de categorieknop), ze zochten harder naar informatie (afgemeten aan het aantal clicks) en ze durfden bij hun uiteindelijke keuze voor een filmpje meer af te gaan op de informatie die ze tot hun beschikking hadden (afgemeten aan het aantal deelnemers dat een filmpje uitkoos uit ongesorteerde resultaten).

Dit zijn geruststellende resultaten. In de experimentele omgeving hoefden de opiniemakers geen opinie af te geven waarop ze konden worden afgerekend, en toch informeerden ze zich beter dan anderen. Blijkbaar doen ze dat om welke reden dan ook van zichzelf al meer. Voor zover de onderzoeksresultaten inderdaad maatgevend zijn voor opiniemakers, is het dan natuurlijk nog wel de vraag hoe gekleurd ze ons informeren. Ook in dat opzicht is het vluchtelingendebat een grote uitdaging.

Auteur

Categorieën