Er is een reclame voor peperkoek waarin een man die lekker aan het fietsen is, ineens vooraan in een wielrenwedstijd belandt. Zoiets overkwam ons enkele weken geleden. We werken aan een groot samenwerkingsproject waarin de twee universiteiten en twee hogescholen in Limburg samen met de scholen in de provincie werken aan verbetering van het onderwijs. De onderwijspraktijk en het onderwijsonderzoek kunnen veel aan elkaar hebben. Maar die samenwerking tot stand brengen is niet eenvoudig. Het gaat niet alleen om samenwerken met de scholen om de juiste vragen boven tafel te krijgen, maar ook juist om het bijeen brengen van verschillende disciplines om de vragen zo goed mogelijk te kunnen beantwoorden. Het draait dus om kennis bundelen, niet om concurreren. Daardoor waren we erg verbaasd toen we hoorden dat we genomineerd waren voor een prijs en dus zonder dat we het wisten ineens midden in een wedstrijd zaten. De prijs gaat nota bene over “Applying science to create societal value”. Zelfs voor iets wat fundamenteel om samenwerking vraagt, is dus een wedstrijd gemaakt.
De laatste tijd wordt van onderzoek steeds meer een wedstrijdsport gemaakt, waarin het draait om de vraag wie de beste is. Prijzen voor de beste scriptie, het beste paper, de beste jonge onderzoeker. Resultaten van wetenschappelijk onderzoek worden teruggebracht tot punten voor artikelen, zodat er een score bepaald kan worden. Deze ontwikkeling lijkt in Nederland te zijn begonnen in de jaren tachtig toen Arie Kapteyn and Tom Wansbeek onder het pseudoniem A.D.S. de Schuite de economen top 40 introduceerden. Toentertijd was deze knuppel in het hoenderhok zeker nuttig om het soms ingeslapen economisch onderzoek een impuls te geven. Sinds die tijd worden echter meer en meer wedstrijdelementen de onderzoekswereld ingebracht en wordt de sportmetafoor steeds vanzelfsprekender voor onderzoekers gebruikt. In plaats van interessant en relevant onderzoek doen, lijkt het doel van onderzoek te zijn geworden om te winnen. Goede onderzoekers heten tegenwoordig toponderzoekers.
De vraag is of het onderzoek hier beter van wordt. Onderzoekers zelf hebben laten zien dat dergelijke prikkels grote neveneffecten kunnen hebben. In plaats van onderzoek dat geïnspireerd wordt door bepaalde vragen die de onderzoeker fascineren, gaat men op zoek naar onderwerpen waarvan men inschat dat een toptijdschrift ze wil publiceren. Het gevolg is dat onderzoekers elkaar te slim af proberen te zijn, minder open praten over onderzoek, liever onderzoek doen dat snel tot resultaten leidt dan veel energie te steken in onderzoek dat in de verdere toekomst iets interessants op kan leveren. En waar de prikkels groot worden, komt ook de fraude opzetten, variërend van resultaten iets mooier voorspiegelen dan ze zijn tot het creëren van de eigen datasets. Thomas Dohmen heeft in zijn onderzoek laten zien, dat dit soort prikkels na verloop van tijd zelfs van invloed zijn op wie een bepaald beroep instromen. Intrinsiek gemotiveerde onderzoekers zullen plaats maken voor mensen die houden van dit wedstrijdelement.
De essentie van wetenschap is echter samenwerken. In plaats van concurreren, kunnen onderzoekers beter met elkaar praten over het onderzoek. Zoals in een vorige blog (Schaatsers moeten niet te snel zijn) al aangegeven is de voortdurende dialoog tussen onderzoekers de basis van wetenschappelijk onderzoek. “De een heeft een probleem, de ander bedenkt een oplossing en weer een ander bekijkt die oplossing en komt met een goed argument waarom die oplossing misschien niet tot het juiste antwoord leidt. Kennis en inzichten die lang vol weten te houden in dit creatieve proces krijgen zo een hogere mate van zekerheid”. Onderzoekers hoeven het onderling niet eens te zijn over de conclusie of aanpak maar de dialoog erover helpt de onderzoeker zelf en de gesprekspartner verder in het onderzoek.
Sport kan heel mooi zijn. Maar als model voor onderzoek inspireert het ons niet. Onderzoek is voor ons samen met anderen zoeken naar creatieve oplossingen waar de maatschappij tegen aanloopt, om zo de wetenschap verder te brengen en de maatschappij verder te helpen. Om ons heen zien we mooie dingen gebeuren op het terrein van onderzoek. We vinden het prachtig om te zien hoe iedereen een oplossing zoekt voor de problemen waar hij voor staat. We hebben geen behoefte om hen te verslaan.
Eigenlijk willen we dus niet winnen. We willen samenwerken. Maar nu voor ons bedacht is dat we meedoen aan een wedstrijd, vinden we het toch mooi om stemmen te krijgen. Onder deze blog staat de link naar de site van de wedstrijd. Hopelijk stemt u op ons.
http://sbe.maastrichtuniversity.nl/bdkt/
Auteur
Categorieën