Nooit eerder in de geschiedenis waren gemeenteraadsverkiezingen zo belangrijk als nu. Door de licht ontvlambare cocktail van decentralisatie, bezuinigingen, kwetsbare grondposities en financiële dwangbuizen is het lot van de burgers meer dan ooit in handen van het lokale bestuur.
Secundaire zaken
Je zou verwachten dat politieke partijen daar alert op inspringen. Niets is minder waar. De verkiezingsprogramma’s gaan veel te vaak over secundaire zaken. Sommige partijen maken het zo bont dat ze het over hockeyvelden of jeugdhonken hebben in plaats van over werkelijke problemen. Wanneer ik op, zeg, de VVD stem, weet ik dan wanneer mijn kind wel of niet in aanmerking komt voor jeugdzorg? En zal bij het CDA huishoudelijke ondersteuning wel of niet voor mij beschikbaar blijven? Hoe gaat bij de PvdA de gemeente mij helpen om weer aan het werk te komen? We weten het niet. Niet verrassend dat kiezers afhaken en een laagterecord in opkomst dreigt.
Gevolgen crisis voor gemeenten
Ondertussen sijpelen de sociale gevolgen van de crisis door. Mensen teren in op hun vermogen, huizen staan nog steeds onder water en de werkgelegenheid wil maar niet aantrekken. Gemeenten moeten flink aan de bak om te voorkomen dat het doembeeld van de sociale recessie uitkomt. Niet alleen worden ze geacht allerlei taken in het sociale domein uit te voeren met veel minder middelen dan het Rijk voorheen, ze hebben ook weinig mogelijkheden om financiële klappen op te vangen. De twee manieren om te schuiven met posten zijn afgeknepen. De opbrengsten van grondposities zijn in rook opgegaan en de gemeentebelastingen worden afgeroomd.
Compensatie
Het standaard paradigma voor stedelijke vernieuwing is jarenlang geweest om nieuwbouwwoningen in het koopsegment uit de grond te stampen en met de winst gaten in de begroting te dichten. De huizencrisis heeft gemeenten hard gestraft voor dit gedrag. In plaats van een ‘feeder’ zijn grondposities nu een ‘bleeder’ voor gemeenten, wat leidt tot een interne verwurging waarbij andere voorzieningen in gevaar komen. Een andere manier om gemeenten wat financiële armslag te geven, door ze meer ruimte te bieden voor het genereren van eigen inkomsten, loopt ook spaak. Het huidige verdeelmodel is namelijk vooral kosten-georiënteerd en beloont vooral hoe ‘zielig’ een gemeente is.
Vrijheid
Decentralisatie mag niet tot doel hebben om met taken en geld te schuiven, maar om daadwerkelijk iets te bereiken. Gemeenten moeten de kans krijgen van succesvol beleid te profiteren. In het huidige verdeelmodel bepaalt het Rijk vrijwel alles, terwijl gemeentelijke belastingen voor een groot deel afgeroomd worden via ondoorzichtige verdeelsleutels in het Gemeentefonds.
Wanneer gemeenten naast meer inhoudelijke verantwoordelijkheid ook meer financiële vrijheden krijgen, zullen scherpere afwegingen gemaakt worden, waardoor de efficiency zal toenemen. Het beleid van het belonen van zieligheid en het afstraffen van verbeteringen moet op de schop. We zullen moeten accepteren dat er verschillen ontstaan in voorzieningenniveaus — altijd lastig in een egalitair land als Nederland.
De gemeenteraadsverkiezingen moeten gaan over welke keuzes gemeenten gaan maken bij de vormgeving en uitvoering van de nieuwe taken in het sociaal domein, hoeveel geld dat kost en waar dat vandaan moet komen. Partijen moeten de kiezers duidelijk maken hoe gemeenten hun grondpositie intelligent afbouwen zodat financiële ruimte ontstaat voor broodnodige sociale experimenten. Alleen door nieuwe verbindingen te maken, kunnen gemeenten onderwijs- en arbeidsmarktbeleid inzetten dat zorgt voor een aantrekkelijke vestigingsplaats voor bedrijven. Tegelijk kunnen succesvolle experimenten burgers beter betrekken bij hun eigen lot en het noodzakelijke welzijnsniveau voor kwetsbare burgers in stand houden. Dat kan alleen als gemeenten daartoe de ruimte krijgen en de lokale politiek het niveau van hondenuitlaatplaatsen overstijgt.
Dit artikel verscheen 11-3-2014 in het FD, co-auteur Viek Verdult is directeur Nederland van Ecorys.
Auteur
Categorieën