De familie Onderwater uit Huizen heeft botte pech. Zoals bijna iedereen destijds kochten de Onderwaters in 2007 een woning, gefinancierd met een forse hypotheek. Jammer alleen dat het huis sindsdien met 20% in waarde daalde. Tot overmaat van ramp is de zaak waar meneer Onderwater al twintig jaar werkt door de crisis failliet gegaan. Hij heeft een keurig CV, maar met zijn 54 jaar oud kan hij zich een slag in de rondte solliciteren, zonder resultaat. Als er niet snel iets verandert, zitten de Onderwaters opgezadeld met een venijnig schuldprobleem.
En de Onderwaters zijn niet alleen.
Merkwaardig genoeg is er weinig aandacht voor oplossingen voor dit majeure probleem. Terwijl die oplossingen wel nodig zijn als Nederland uit de crisis wil komen. Het kabinet praat over extra bezuinigingen maar is blind voor private schuld. Waarom? We kijken verkeerd aan tegen schuld en schuldenaars. Het is tijd voor een radicaal andere aanpak. Om te beginnen moeten de Onderwaters op de kant worden getrokken.
Tot nu toe is niets ondernomen om de enorme private schuldberg aan te pakken, in tegendeel. Om weer beter te kunnen concurreren zijn in veel landen de lonen gematigd. Om de overheidstekorten terug te dringen zijn lasten verzwaard en eigen bijdragen verhoogd. Het gevolg is een forse stijging van private schulden ten opzichte van de inkomens.
Als we hier niets aan doen zullen er steeds meer families Onderwater komen. Dat is niet alleen vervelend voor die mensen. Het zorgt er ook voor dat ze minder te besteden hebben. Dan zal er minder vraag zijn naar producten, een permanent hogere werkloosheid en minder belastinginkomsten. Hopen op economische groei van enige substantie is onder die omstandigheden een vorm van wensdenken. Japan laat dat al meer dan 20 jaar zien. Zonder groei in de vraag van consumenten zal elke opleving gevolgd worden door een nieuwe teleurstelling.
Om uit deze vicieuze cirkel te komen, moeten we wat doen aan het schuldprobleem. Pas dan kunnen families als de Onderwaters weer geld uitgeven. Maar, klinkt het al gauw, moeten die niet gewoon op de blaren zitten? Ze hebben die hypotheek toch zelf afgesloten? Toch kunnen we ze beter helpen, hebben we zelfs de plicht om hen te helpen.
Schuld is ethisch alleen acceptabel als er duidelijke baten ontstaan voor beide partijen en die baten rechtvaardig verdeeld zijn. De koper krijgt een mooi huis en de bank een keurige rente. Als de koper een bende van zijn leven maakt, gaat er iets niet goed. Maar als de bank te hoge kredieten of de verkeerde kredieten verstrekt, loopt het ook mis. De ethische component is in discussies naar de achtergrond gedrongen. De Onderwaters maakten een afspraak met de bank en kunnen die niet nakomen. Wat is een rechtvaardige oplossing? Het antwoord op die vraag is in de loop der eeuwen veranderd.
In de 16de eeuw werden ‘ínsolventen’ als de Onderwaters opgehangen. In de vroeg 17de eeuw kwamen ze er af met zweepslagen en gevangenisstraf. Maar kort daarna kwam men er achter dat het in het belang van zowel crediteuren als debiteuren is om anders met onbetaalbare schulden om te gaan.
In het bedrijfsleven weten ze wel raad als ze met een soortgelijk probleem zitten als de Onderwaters. Als de schulden van een onderneming te hoog zijn opgelopen gaat die vaak op zoek naar mogelijkheden om het eigen vermogen te versterken. Dat lukt als investeerders toekomst zien in het bedrijf. Met de familie Onderwater zou dit ook kunnen.
Als de schuld niet al te groot is en er bovendien uitzicht op nieuw werk is, kunnen ze hun huis (gedeeltelijk) aan de bank verkopen. Het is de vraag of de Onderwaters dit zal lukken, maar het is geen onrealistisch scenario. In Ierland kunnen probleemeigenaren hun huis (deels) aan de bank verkopen. De bank verkoopt het door aan woningcorporaties die het aan de schuldenaars verhuurt. De gevolgen zijn dat de woonlasten dalen en een pijnlijke schuldsanering kan worden voorkomen.
In Nederland zou zo’n constructie ook mogelijk gemaakt moeten worden. Ook het (deels) aflossen van de hypotheek met pensioenpremies of met opgebouwd pensioenkapitaal is een manier om uit de betalingsproblemen te komen. Daar worden de Onderwaters niet armer of rijker van, maar ze kunnen dan wel blijven wonen en een nieuw leven opbouwen. Op dit moment is dat niet mogelijk. Hoe groot onze financiële problemen ook zijn, ons pensioenvermogen kunnen we niet aanspreken. Voor de Oudewaters betekent dat nog 12 jaar op een houtje bijten, en als ze dan nog leven, hebben ze daarna een aardig pensioen. Dat is vreemd.
Met een beetje pech zit de heer Onderwater nog tijden zonder werk. Op een gegeven moment kunnen ze hun rentelasten niet meer betalen en loopt de schuld verder op. Een situatie die vraagt om een drastische ingreep: kwijtschelding van een deel van de schuld. Kwijtschelding wordt vaak gezien als dubieus omdat het slecht gedrag zou belonen.
Maar er is ook nog zoiets als vergeving, en in de schuldreductie heeft vergeving een heel nuttige functie. In het economische verkeer is vergeving nooit onvoorwaardelijk. Er is geen formele eis tot tegenprestatie, maar wel een impliciete veronderstelling van een aanpassing van toekomstig gedrag, gebaseerd op gedeelde morele en ethische regels. Quid pro quo kan wel appelleren aan gevoelens van rechtvaardigheid, maar is vaak niet verstandig voor de toekomst.
Dat geldt zeker voor de Onderwaters die te goeder trouw schulden zijn aangegaan en buiten eigen schuld in de problemen zijn gekomen. In hun geval is (gedeelde) kwijtschelding in ethische zin gerechtvaardigd. De bank van de familie kan op basis van de taxatie van het potentiële verlies bij gedwongen verkoop een deel van de schuld kwijtschelden. Als liquidatie toch leidt tot een verliespost voor die bank, dan kan het ook voor de bank aantrekkelijker zijn om die verliespost kwijt te schelden. Zo blijft de familie Onderwater als klant voor de bank behouden en wordt pijn en gedwongen verkoop, waar de bank vaak weinig aan overhoudt, vermeden.
En als het echt niet anders kan, kunnen we de Onderwaters altijd nog failliet laten gaan. In Nederland wordt failliet gaan gezien als falen. In de Verenigde Staten wordt het meer gezien als een kans om opnieuw te beginnen. Niet met de bestraffende blik naar achteren, maar met de optimistische blik naar voren. In Nederland kan een natuurlijke persoon wel failliet gaan, maar dat leidt niet tot het kwijtschelden van de schulden. Zodra je weer wat verdient staan de schuldeisers op de stoep, ook na een faillissement. Je komt alleen van je schulden af door middel van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, waarbij je jarenlang, omkleed met vernederende procedures, van het absolute minimum moet rondkomen, ook als schuldeisers daar nauwelijks wat mee opschieten.
Het is onzinnig om de familie Onderwater deze schuldsanering in te jagen, omdat dit economisch niets oplevert. En het is onrechtvaardig, want hoeveel schuld hebben deze brave burgers nou aan hun financiële probleem? Als de Onderwaters hun kapitaal in het casino hadden vergokt of onverantwoorde risico´s genomen hadden, dan snap je het nog. Deze mensen kun je hoogstens kuddegedrag verwijten: met nog duizenden anderen zijn ze de sloot ingelopen.
De schuldsaneringswet is ontaard in een strafmaatregel die geen ander doel dient dan de ‘slechtheid’ van schuldenaren aan te tonen, ook als het ontstaan van de schulden een ´onschuldige´ oorzaak heeft. We moeten in Nederland het persoonlijke faillissement met kwijtschelding mogelijk maken. Deze oplossingsrichting krijgt in Nederland nu extra betekenis, omdat de NHG garantie de criteria voor kwijtschelding sterk heeft aangescherpt. Ook al hou je nog maar het bestaansminimum over na betaling van de vaste lasten, dan moet je sinds kort toch in je eigen huis blijven wonen van de NHG.
Er zijn veel meer families in Europa als deze, die deels buiten eigen schuld in de naargeestige wereld van de schuldsanering terechtkomen. ‘Eigen schuld, eigen verantwoordelijkheid’ horen we liberalen roepen, die daarmee putten uit het zonde- en boetedenken van de streng gereformeerden. Spaarzin en vermogensopbouw zijn evenwel alleen mogelijk is als anderen schulden aangaan en risico’s nemen. De miljoenen families Onderwater zijn niet geholpen met het zonde- en boetedenken. En ook de schuldeisers niet. Vermogen en spaargeld behouden immers alleen hun waarde als de economie blijft draaien. Het gezond maken van de banken is een eindeloos proces zolang de wanbetalingen op schulden blijven oplopen. Een snelle reductie van de private schulden kost dan ook geen geld, maar levert geld op, ook voor de banken.
Europa kan nog een aantal jaren voortmodderen met het stapelen van schuld op schuld, het aaneenrijgen van schijnoplossingen en het schaven aan de randen van het toezicht. Maar een economie met hoge private schulden is fundamenteel ongezond – niet alleen economisch, maar ook menselijk – en moet zo snel mogelijk ontmanteld worden. De eis om de Onderwaters alles tot de laatste cent terug te laten betalen is niet alleen moreel verwerpelijk, maar leidt tot een hogere werkloosheid, meer bedrijfsfaillissementen en lage groei. De schuld van de Onderwaters raakt ons zo allemaal.
Dit artikel verscheen op 14-12 in de Volkskrant
Marcel Canoy is hoofdeconoom van Ecorys en auteur van ‘De triple-A econoom, voorbij cijfers en cynisme’. Robin Fransman is adjunct-directeur van Holland Financial Centre. Ze zijn bereikbaar op Twitter: @marcelcanoy en @rf_hfc
Auteur
Categorieën