Een eventueel uittreden van Nederland uit de Europese Unie wordt voor de zoveelste keer onterecht verdedigd door te wijzen op hoe welvarend een land als Zwitserland is. Het is helemaal niet rampzalig voor Nederland om de Europese Unie te verlaten, want Zwitserland wordt door politici en bedrijfsleven over het hoofd gezien, schrijft Pepijn van Houwelingen in de Volkskrant. De vergelijking, die werkelijk bol staat van hyperbolen en insinuaties (bewust negeren, levende negatie, Europageloof, slechte verliezers, sprookje), gaat mank om minimaal vijf redenen.
Ten eerste, misschien voor de scribent een onbeduidend detail, Zwitserland is geen lid van de EU en hoeft dus helemaal niet uit te treden. Het uittreden zelf gaat immers gepaard met grote risico’s en hoge kosten, hetgeen zelfs door felle eurosceptici niet wordt ontkend, nota bene recentelijk nog door een Engels bureau dat door de PVV was ingehuurd om de zegeningen van uittreding te bewieroken. ‘Het wordt hoog tijd dat de uitzonderlijke positie van Zwitserland serieus wordt genomen’ schrijft van Houwelingen. Maar als je dit volkomen elementaire feit niet opnoemt in een stuk, is het niet gemakkelijk de rest van het stuk serieus te nemen. Laat ik toch een poging doen.
Ten tweede, hebben Zwitserland en Noorwegen (dat ook vaak als lichtend voorbeeld wordt genoemd) hun rijkdom niet in de laatste plaats te danken aan respectievelijk het bankgeheim en de gasvoorraden. Nu is deze rijkdom natuurlijk geen garantie voor welvaart, maar feit is wel dat de landen alleen goed profiteren van de rijkdommen door hun vrije toegang tot de interne markt van Europa. Het is in die context tamelijk bizar om de positie van Zwitserland als wenkend perspectief te schetsen.
Ten derde via bilaterale verdragen haken Zwitserland en Noorwegen aan bij Europa. Beide landen hebben zich (vrijwillig) verplicht praktisch alle relevante Europese economische wetgeving in te voeren, in ieder geval die op het gebied van de interne markt en mededingingswetgeving. Economisch zijn de Zwitsers en de Noren dus volledig afhankelijk van wat er in Brussel besloten wordt, terwijl ze tegelijkertijd politiek niets in te brengen hebben. Geen wenkend perspectief voor Nederland, wat mij betreft.
Ten vierde, zou Zwitserland volgens van Houwelingen van alles moeten invoeren bijvoorbeeld op het gebied van asielbeleid. Zwitserland zou inderdaad meer beleid moeten invoeren dan ze nu doen, dat is onmiskenbaar waar. Solidariteit heeft immers een prijs, een prijs die Zwitserland tot nu toe niet wenst te betalen. Maar van Houwelingen vergeet even te vermelden dat er juist op een terrein als asielbeleid al allerlei landen zijn binnen de EU die uitzonderingen hebben (zoals Denemarken). Hetzelfde geldt voor allerlei andere beleidsterreinen (Schengen, de euro).
Tot slot, tot nu toe is het zo dat Europa tamelijk genereus is geweest richting Zwitserland. Dat land hoefde net als Noorwegen relatief weinig te betalen voor de bilaterale verdragen. De achtergrond daarvan was dat Europa wat diplomatiek wisselgeld zag in de vorm van het beperken van het bankgeheim en een eventuele toetreding tot Europa van Zwitserland. Het is maar de vraag of die generositeit zo blijft. Het is namelijk veel lucratiever voor Zwitserland om toegang te hebben tot Europa dan omgekeerd. Dus de Zwitsers moeten er op rekenen dat ze de portemonnee mogen gaan trekken in de toekomst. Als je bedenkt dat de Europese partners een eventueel uittreden van ‘founding father’ Nederland als een grove politieke belediging zullen opvatten, hoeven we in dat geval niet op enige coulance te rekenen.
Pepijn van Houwelingen vindt de Europese Unie een onzalige gedachte die de burgers al veel schade en ellende heeft berokkend. Hij praat in smalende termen over al die domme politici en ondernemers die dit – anders dan hij – nog steeds niet doorhebben. Dat mag hij vinden, het komt in de beste families voor. Maar val mij niet lastig met een compleet feitevrije analyse over Zwitserland, want daar schiet niemand wat mee op.
En de Volkskrant dan?
Toen ik mijn verbazing over dit stuk op Twitter kenbaar maakte, werd ik door de chef opinie van de VK uitgedaagd een stuk te schrijven. Dit (bovenstaande) stuk werd door de redactie geweigerd. No big deal, er kunnen honderd redenen zijn om zoiets te weigeren. Lig ik niet wakker van. Wie weet plaatst de krant morgen of overmorgen wel een veel intelligenter stuk dat duidelijk maakt dat het Zwitserlandverhaal onzin is. Maar het blijft een open vraag wat de Volkskrant bezielt een stuk te accepteren dat beroerd is geschreven, insinuerend is, links en rechts wat mensen beledigt en verder volledig feitenvrij is, en dat door iemand die zich ‘technisch bedrijfskundige’ noemt en dus niet per se deskundig op dit terrein. Het lijkt op de nieuwe medialogica. Beweer iets onzinnigs, liefst zo stellig mogelijk en aandacht is verzekerd.
Auteur
Categorieën