De discussie over loonmatiging is weer in volle hevigheid losgebarsten. Na een lange kruistocht tegen loonmatiging meent ‘Mister Loonstijging’ Alfred Kleinknecht eindelijk zijn gelijk bevestigd te zien nu ook steeds meer mainstream economen ageren tegen loonmatiging.
De economen hebben gelijk dat nu de bestedingen onder druk staan dit niet een goede tijd voor loonmatiging is. Maar daaruit kan niet de conclusie getrokken worden dat loonstijging wel een goed idee is, en wel om twee redenen.
Ten eerste, is een loon een prijs die in beginsel tot stand komt op de markt, gedreven door vraag, aanbod en productiviteit. Het verhogen van lonen als doel is onzinnig. Je gaat ook niet de economie aanwakkeren door huizenprijzen te verhogen zonder dat daar economische logica achterschuilt. Het feit dat er vele verstoringen in de loonvorming plaatsvinden (minimum loon, CAO’s e.d.) waardoor een loon maar deels functioneert als marktprijs, doet niets af aan de fundamentele economische logica van oorzaak en gevolg.
De markt zelf trekt zich ondertussen niets aan van deze theoretische discussies. De loondifferentiatie is nog nooit zo groot is geweest als in 2013. Cijfers van de werkgeversorganisatie AWVN die de contractloonontwikkeling van 2013 in kaart brengt wijzen daarop. Tussen de gemiddelde contractloonstijging in de chemie en die van de bouw zit een factor drie. Voorgaande jaren was het verschil tussen de sector met de hoogste contractloonstijging en de laagste contractloonstijging hooguit een factor twee.
Bovendien wijzen de cijfers op een hoge stijging in productieve sectoren en een lage stijging in de dienstverlening en de bouw, sectoren die onder druk staan: hoe gunstiger de sectorale conjunctuur, hoe hoger de contractloonafspraken (groothandel, landbouw en zorg), terwijl sectoren in economisch zwaar weer (bouw, financiële dienstverlening en detailhandel) ook lagere contractafspraken laten zien. Op decentraal niveau houdt men dus allang rekening met de specifieke omstandigheden van vraag en aanbod.
Een tweede reden waarom pleidooien voor loonstijging onzalig zijn, is politieke van aard. Er zijn sectoren, zoals de overheid, waar lonen veel minder dan in de markt tot stand komen op basis van productiviteit. Vakbonden kunnen dan in die pleidooien een steun zien voor het neerleggen van onredelijke looneisen. Niet toevallig werd het recente pleidooi door de economen ook alleen opgepikt door de voorzitter van de ambtenarenbond. Gretig riep zij via twitter op tot hogere lonen. Vertegenwoordigers van andere sectoren hielden zich wijselijk op de vlakte omdat zij maar al te goed zich realiseren dat een onbeheerste loonontwikkeling verlies van werkgelegenheid betekent.
We snappen best dat het prettig is als mensen meer loon krijgen zodat de bestedingen een impuls kunnen krijgen. Maar een duurzame manier op dat te bewerkstelligen is om noodzakelijke hervormingen op onder meer de woning- en arbeidsmarkt en zorg uit te voeren en de innovatie aan te wakkeren zoals onlangs ook de WRR voorstelde. Loonstijging zonder onderliggende economische fundering tast de economie op langere termijn aan en is dus penny wise pound foolish.
Verschenen in de Volkskrant op 16-11, Raymond Gradus is directeur van het wetenschappelijke bureau van het CDA en hoogleraar economie aan de VU
Auteur
Categorieën