Vandaag is er een hele heisa ontstaan in de media over de zorgpremies die inkomensafhankelijk worden. De hoge inkomens worden daardoor fors geraakt. Zie het Financieele Dagblad de NOS, De Volkskrant, het NRC, enzovoorts.
Doordat de belastingen progressiever worden loont het minder om hard te werken. De werkgelegenheid daalt volgens de CPB-doorrekeningen door de inkomensafhankelijke zorgpremies structureel met 1-2 procent, zie de doorrekening van het CPB p.17.
Op een beroepsbevolking van 7,4 mln zijn dat ongeveeer 74.000-148.000 mensen oftewel ca. 67.000-134.000 arbeidsjaren op 6,7 mln arbeidsjaren, zie ook CPB.
Economen spreken daarom van de afruil tussen doelmatigheid en rechtvaardigheid. Door hoge inkomens inkomensafhankelijke zorgpremies te laten betalen, daalt de werkgelegenheid met, zeg, 100.000 mensen. Is dat erg? Dat hangt af van hoe belangrijk de gelijkere verdeling van inkomens wordt gevonden. Daar kunnen economen niets zinnigs over zeggen. Dat is aan de politiek.
Hoed u daarom voor economen die zeggen dat inkomensafhankelijke zorgpremies an sich slecht zijn. Dat is een normatieve uitspraak, die niet veel met economie vandoen heeft, maar des te meer met de politieke kleur van de betreffende econoom.
Overigens kan een heel debat worden gevoerd of inkomenspolitiek wel via de zorgpremies moet geschieden in plaats van via het progressieve belastingstelsel. Ik denk dat via het belastingstelsel meestal beter is. Door zorg te subsidiëren verstoort de overheid de consumptiebeslissing waardoor welvaartsverliezen ontstaan. Bovendien is er geen evidente aanwijzing dat zorgconsumptie arbeidsaanbod aanmoedigt. Door zorg te subsidiëren nemen de verstoringen van de belasting op arbeid dus ook niet af. Er is geen reden aan te nemen dat met de progressieve heffing op arbeid niet dezelfde herverdeling kan worden georganiseerd.
Ik had daarom de zorgtoeslag niet vervangen door inkomensafhankelijke premies, maar de zorgtoeslag samen met de huurtoeslag en de kindertoeslag samengevoegd in één, uitkeerbare, heffingskorting op basis van inkomen, huishoudsamenstelling, partnerinkomen en kindertal (en eventueel vermogen). Maar dat terzijde.