Gister was het eerste verkiezingsdebat, in Utrecht, voor studenten. En direct kwam CDA-lijsttrekker Van Haersma Buma met een nogal doorzichtig verkiezingsstuntje. Het CDA was bij de onderhandelingen van het ‘Lenteakkoord’ nog een geharnast voorstander van een 3000 euro hoger collegegeld voor langstudeerders. Maar nu zei het CDA: die ‘langstudeerboete’ laten we vallen.
Ik moest onwillekeurig terugdenken aan de verkiezingscampagne van 2006 waarin Balkenende Bos verweet: “U liegt en u draait” over het ontslagrecht, terwijl het CDA zelf ingrepen in het ontslagrecht in de CPB-doorrekening had gestopt, maar die niet in het verkiezingsprogramma had staan. Maar dat terzijde.
De term ‘langstudeerboete’ is behoorlijk misleidend. Het wettelijk collegegeld is met 1.771 euro maar een fractie van de totale overheidsuitgaven per student: gemiddeld ruim 10.000 euro per jaar voor basisbeurs, aanvullende beurs , ov-kaart en de rijksbijdrage aan de hogeronderwijsinstellingen, zie Jacobs (2012). Studenten mogen bovendien een jaar langer studeren dan de nominale studieduur zonder dat dit leidt tot een hoger collegegeld, zie ook het Ministerie van Onderwijs. Pas als een student meer dan een jaar vertraging oploopt, gaat het hogere collegegeldtarief in werking. Zelfs als studenten dan 3.063 euro meer collegegeld moeten betalen, dan krijgt een student nog altijd ruim 5.000 euro subsidie per jaar van de overheid om te kunnen studeren.*
Is de draai van Van Haersma Buma eigenlijk wel een goed idee? Mij lijkt van niet. De gemiddelde studieduur in Nederland ligt ruim boven de nominale studielengte (BA-HBO: 48 maanden, BA+MA-HBO meestal 60 maanden, BA-WO meestal 36 maanden, BA+MA-WO meestal 48 maanden). Voor het HBO is de gemiddelde BA-studieduur 55 maanden en de MA-studieduur 68 maanden. Voor het WO bedragen die respectievelijk 54 maanden en 76 maanden. Daar zitten overigens ook langere studies tussen zoals die voor geneeskunde en de technische studies. Zie CBS cijfers hier en hier.
Het is goed als studenten wat sneller afstuderen, ook gezien het feit dat de meeste studenten een groot deel van hun tijd niet besteden aan studeren maar aan andere, leukere dingen. Ik spreek uit eigen ervaring. Lage studieinzet verlaagt de kwaliteit van het hoger onderwijs. Als veel studenten niet studeren dan demotiveert dat docenten, lectoren en hoogleraren. Maar het is ook vervelend voor alle medestudenten die wel hun best doen.
Maar goed, hoe eenieder zijn tijd wenst in te delen is in beginsel zijn of haar zaak. In beginsel, want zolang dat niet gebeurt op kosten van de derden. En dat is nu juist wel het geval met studeren. Als studenten niet studeren, maar andere, ongetwijfeld nuttige dingen doen, moet de belastingbetaler daarvoor betalen. (Waarom krijgen de jongeren die werken geen extra geld van de overheid om ‘bestuurstaken’ te doen, ‘congressen’ te organiseren en lid te zijn van een ‘vereniging’?)
Studenten kunnen best een beetje harder werken. Zelfs als het niet lukt om een jaar na de nominale studietijd af te studeren, dan nog is er nog geen man over boord. 3.000 euro voor een extra jaar studeren is peanuts op de totale verwachte, gemiddelde inkomens die afgestudeerden gaan verdienen. Wel noodzakelijk is dat er dan een sociaal leenstelsel is om dat bedrag ook te kunnen lenen.
Het is jammer dat zoveel partijen (bv. D66, GroenLinks, PvdA) uit electoraal effectbejag een maatregel bepleiten die een tekort aan academische ambitie juist beloont. Nu heeft het CDA zich helaas daarbij aangesloten.
Ps. De discussie wordt door Van Haersma Buma oneigenlijk vermengd met het sociale leenstelsel. Het CDA wil een soort koehandel bedrijven: zij laten de het hoge collegegeld voor langstudeerders varen als andere partijen het sociale leenstelsel schrappen. Merkwaardig. Ook voor het sociale leenstelsel zijn goede argumenten, zie hier voor een blog uit de vorige verkiezingscampagne.
* Naschrift
Hannes Minkema heeft via Twitter opgemerkt dat ik onzorvuldig ben geweest mijn berekening in mijn blog, omdat ik ten onrechte zou hebben verondersteld dat langstudeerders nog studiefinanciering ontvangen en studenten daarom geen overheidssubsidie meer zouden ontvangen. Ik ben hier onvolledig geweest. Mijn inschatting dat langstudeerders ruim 5000 euro overheidssubsidie ontvangen is correct, ook indien rekening wordt gehouden met verlies aan studiefinanciering.
Onderstaande tabel laat de overheidssubsidie zien voor gewone studenten en langstudeerders, die hun studiefinancieringsrechten hebben opgebruikt. De totale overheidssubsidie voor een thuiswonende student die volledige studiefinanciering ontvangt bedraagt circa 10.181 euro per student per jaar. Voor een uitwonende student is dat circa 12.221 euro. Langstudeerders hebben geen recht meer op studiefinanciering en OV kaart. De rijksbijdrage aan instellingen is zo’n 6.000 euro per student per jaar en dat blijft ook het geval voor langstudeerders. De hogeronderwijsinstellingen collecteren de langstudeerboete voor het ministerie.
Tabel – Subsidies hoger onderwijs (euro per student per jaar) | |||||
Gewone student | Langstudeerder | ||||
Thuiswonend | Uitwonend | Thuiswonend | Uitwonend | ||
Studiefinanciering | Basisbeurs | 1152 | 3192 | 0 | 0 |
Aanv. beurs | 2300 | 2300 | 0 | 0 | |
OV-kaart | 729 | 729 | 0 | 0 | |
Overheidsbijdrage instellingen | 6000 | 6000 | 6000 | 6000 | |
Totaal overheidsbijdrage | 10181 | 12221 | 6000 | 6000 |
Bron: Jacobs (2012)
Wel is afgesproken dat de hoger onderwijsinstellingen generiek met 370 miljoen euro worden gekort op het instellingsbudget (Ministerie OCW, 2012). Die korting wordt dus evenredig verdeeld over alle studenten. De totale instellingsbijdrage is circa 4 mljard euro (ca. 667.000 studenten in HBO en WO x 6000 euro per student). Het bedrag van 6000 euro per student per jaar zal daardoor lager uitvallen en uitkomen op ongeveer 5500 euro per student per jaar. Dat is nog altijd ruim boven de 5000 euro per student per jaar die in de blog wordt genoemd.
Jacobs, Bas (2012), “Investeringen in Hoger Onderwijs en Fiscale Neutraliteit“, Den Haag: CPB, 25 maart 2012.
Ministerie van OCW (2011), “Wetsvoorstel wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en Wet verhoging collegegeld langstudeerders“, Den Haag.
Auteur
Categorieën