Bedrijven en bevolking
Aute ur(s ):
CBS (auteur)
Dit artikel is gecoordineerd door W. Kloek van de sector nationale rekeningen van het CBS
Ve rs che ne n in:
ESB, 85e jaargang, nr. 4260, pagina 511, 16 juni 2000 (datum)
Rubrie k :
Statistiek
Tre fw oord(e n):
economie, samenleving
Sommige bedrijven richten hun aanbod in eerste instantie op andere bedrijven. Dit geldt bijvoorbeeld voor de industrie, de groothandel
en de zakelijke dienstverlening. Andere bedrijven richten zich direct op de consument. Dit geldt bijvoorbeeld voor bedrijven in de
detailhandel, de horeca en de persoonlijke dienstverlening (kappers, pedicures, fitnesscentra en dergelijke). De regionale spreiding
van op consumenten gerichte bedrijven zal in het algemeen aansluiten bij de spreiding van de klantenkring. Er blijken echter grote
verschillen te zijn in de verhouding tussen het aantal vestigingen van bedrijven en de lokale klantenkring . Zie figuur 1
Figuur 1. Op consument gerichte bedrijfsvestigingen per duizend inwoners per gemeente, 1 januari 1998
Aantrekken van consumenten
Gemeenten met veel op consumenten gerichte vestigingen in verhouding tot de lokale klantenkring (de inwoners van de gemeente)
trekken klanten van buiten aan. Dit geldt voor de regionale winkelsteden en eveneens voor de bekende vakantiegebieden. Deze laatste
groep scoort het hoogst: Vlieland, Ameland, Terschelling, Schiermonnikoog en Sluis-Aardenburg hebben zelfs meer dan 35 vestigingen
per duizend inwoners. Andere bekende toeristengemeenten, zoals Valkenburg aan de Geul en Zandvoort, hebben een score van meer
dan twintig. De lijst wordt vervolgd door gemeenten met meer dan veertigduizend inwoners, zoals Amsterdam, Roermond, Venlo,
Maastricht en Hilversum. Het aantal vestigingen per duizend inwoners ligt in deze gemeenten tussen negentien en vijftien.
Verlies van consumenten
Een relatief laag aantal op consumenten gerichte vestigingen betekent meestal dat voor deze voorziening van een omliggende grote
gemeente gebruik wordt gemaakt. Zo hebben de landelijke gemeenten ten noorden van Groningen weinig op consumenten gerichte
vestigingen. Hetzelfde geldt voor forensengemeenten zoals Houten, Duiven, Zoetermeer, Dronten, Almere, Spijkenisse, Heemskerk en
Nieuwegein.
Nevenvestigingen
De consumentenmarkt is lokaal beperkt. Bedrijven die willen doorgroeien, kunnen dit alleen doen door nevenvestigingen te openen. Het
is dan ook niet verwonderlijk dat in de (detail)handel en in de horeca de meeste bedrijven met nevenvestigingen voorkomen (zie figuur 2
en figuur 3).
Figuur 2. Percentage bedrijven met nevenvestigingen naar branche, 1 januari 1998a
Figuur 3. Bedrijven met nevenvestigingen naar aantal vestigingen, 1 januari 1998a
De meeste bedrijven bestaan uit één vestiging. Op 1 januari 1998 waren er ruim 670 duizend bedrijven, minder dan veertigduizend hiervan
hadden een nevenvestiging. Binnen deze groep was het aantal vestigingen ook weer zeer scheef verdeeld: meestal was er maar één
nevenvestiging, maar er zijn 340 bedrijven met meer dan twintig vestigingen.
Copyright © 2000 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)