Jan Pen, schrijver en econoom
Aute ur(s ):
Brakman, S.
Ve rs che ne n in:
ESB, 83e jaargang, nr. 4182, pagina 963, 18 december 1998 (datum)
Rubrie k :
Uit de vakliteratuur
Tre fw oord(e n):
uit, de, vakliteratuur, biografie
Biografieën, autobiografieën en dagboeken zijn in de Nederlandse literatuur betrekkelijk zeldzaam. Nog zeldzamer is het als
Nederlandse economen iets over hun gedachtegoed buiten de wetenschap vertellen. Hoewel Een overzichtelijke wereld niet een
autobiografie is in de klassieke betekenis van een levensbeschrijving, belicht het een voor Pen zeer belangrijk facet in zijn bestaan:
schrijven. Zowel van wetenschappelijke artikelen, als van stukken in dag, week- en maandbladen en briefwisselingen 1.
Pen beschrijft de wordingsgeschiedenis van de schrijver Pen. Hoe hij ontdekte waar zijn – om een mooie economische term te gebruiken comparatieve voordeel lag, namelijk in het snel en goed uitleggen van economische begrippen in geschreven tekst. Als ambtenaar van
het ministerie van Economische Zaken (eind jaren veertig) bleek hij in staat de wet van Pareto aan de minister uit te leggen. Zijn reputatie
op het ministerie kon daarna niet meer stuk en salaris en rang stegen ‘hand in hand’. Dit uitleggen is uiteindelijk zijn specialisme
geworden.
Dat neemt niet weg dat Pen ook fundamenteel wetenschappelijk onderzoek heeft gepubliceerd. Hij behoort tot het selecte gezelschap van
Nederlandse economen die een artikel hebben gepubliceerd in The American Economic Review. Zelf lijkt hij echter minder geïnteresseerd
in de wiskundige details van modellen. Pen dringt liever door tot de essentie van economische problemen door deze uit te leggen in Het
Parool, Vrij Nederland of Hollands Maandblad. De wiskunde is in zijn ogen niet meer dan een variant van de taal. Hoewel hij niet
volledig overtuigd is van de mogelijkheid dat formele modellen te vertalen zijn in gewone-mensentaal, constateert hij dat ‘grote
natuurkundigen en wiskundigen er in het verleden in slaagden, een groot deel van hun ontdekkingen in woorden mee te delen’. Voor wat
de economie betreft, is dit het genre waarin Pen een hoge mate van perfectie heeft bereikt.
Maar schrijven betekent voor Pen meer dan het uitleggen van economische problemen. Pen is erdoor gefascineerd dat wij onszelf en
elkaar “kunnen begrijpen door het achter elkaar zeggen of opschrijven van woorden”. De eerste helft van het boek gaat uitdrukkelijk over
de taal. In korte hoofdstukken legt Pen uit welke rol het schrijven in zijn leven inneemt. Al snel blijkt dat de wereld van Pen minder
overzichtelijk is dan de titel van dit boek suggereert. De taal is voor hem een noodzakelijk instrument om greep te krijgen op de wereld om
hem heen. In het hoofdstuk ‘Het wonder van de taal’ zegt hij over het eigen hoofd “…daar heerste geen orde. Toen niet en nu niet. Het is
een rommeltje. Tegengestelde stellingen over wat moet en niet moet, laten zich makkelijk verdedigen door een lichte verschuiving in de
argumentatie.’ Hij geeft voorbeelden hoe nuances in een tekst kunnen veranderen door de context of de wijze waarop het gezegd of
geschreven wordt.. Hier dient Short people van Randy Newman als voorbeeld (‘short people have no reason to live’, enz.). Voor de één
een grappige ironische tekst (voor Pen bijvoorbeeld), voor de ander een aanstootgevend liedje. Dit verklaart ook de grote gevoeligheid
van Pen wanneer mensen iets in een stuk van hem veranderen of een titel verzinnen bij een tekst zonder dat zeer uitdrukkelijk te
overleggen. Immers, de context bepaalt de interpretatie. Hij heeft hierover volgens eigen zeggen vaak ruzie gehad met kranten- en
tijdschriftredacties. Voor Pen is het raadsel van de taal gelegen in de uitwerking die bepaalde teksten kunnen hebben. “Mensen kunnen
plotseling sympathie opvatten voor iemand die de juiste dingen zegt op het juiste moment.”
Wat is nu de betekenis van Pen als stukkenschrijver? Voor de professie is hij een voorbeeld hoe theorie in ‘lekentaal’ kan worden
weergegeven. De vraag komt dan naar voren: is dit voldoende om het vak recht te doen? De toenemende formalisering van de
economische wetenschap dwingt onderzoekers zich precies uit te laten over aannames en uitgangspunten, zodat conclusies makkelijk
kunnen worden nagetrokken en gecontroleerd. De ‘lekentaal’ van Pen heeft het nadeel dat niet altijd alle conclusies precies kunnen
worden nagetrokken of kunnen worden herleid tot de uitgangspunten, en zoals Pen zegt, tegengestelde uitspraken tegelijkertijd juist
kunnen zijn. De meervoudige uitleg van teksten is natuurlijk heel interessant, maar draagt ook het risico met zich mee dat gezegd kan
worden ‘economen praten alles recht wat krom is’. De professie probeert dit juist te voorkomen door een toenemende formalisering.
Hiermee is ook de beperking van Pens methode goed weergegeven. Het aardige van dit boek is dat hij zich hier zelf over dit probleem
buigt.
Thema: Zijn economen barbaren?
H.A. Keuzenkamp, Economen
J.S. Cramer, Zijn economen barbaren?
N.M. Wijnberg, Hoe kunstenaars hun markt vorm geven
S. Brakman en E. Sterken, Economen en het goede boek
A. Klamer, Een barbaarse wetenschap
S. Brakman, Jan Pen, schrijver en econoom
1 Jan Pen, Een overzichtelijke wereld; biografische berichten, Uitgeverij Nieuwezijds, 1998,  24,7
Copyright © 1998 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)