Ga direct naar de content

Naar het Noorden

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 22 1996

Naar het Noorden
Aute ur(s ):
Pelle, E.S.
Ve rs che ne n in:
ESB, 81e jaargang, nr. 4059, pagina 461, 22 mei 1996 (datum)
Rubrie k :
Redactioneel
Tre fw oord(e n):
ruimtelijke, regionale, economie

Niet de Randstad, maar de gebieden er omheen vertonen de grootste groei in economische activiteit 1. De Randstad zelf heeft te
kampen met gebrek aan ruimte en teveel congestie. De drie noordelijke provincies leken echter niet van deze ontwikkeling te
profiteren. En hoewel Stelder in deze ESB met cijfers komt waaruit blijkt dat de economische ontwikkeling van het Noorden minder
ongunstig is dan wel eens gedacht wordt, blijft het een regio met relatief hoge werkloosheid en veel leegstaande bedrijfsterreinen.
Zou het voor Nederland als geheel niet veel beter zijn, als bedrijvigheid die veel ruimte vergt van de Randstad naar het Noorden komt?
Van de nieuwe bedrijven, en van hun werknemers en toeleveranciers, zou een geweldige impuls uitgaan op de economie van het
Noorden. Gunstig voor de werkgelegenheid, maar bijvoorbeeld ook voor het voorzieningenniveau op het dunbevolkte platteland. In de
Randstad zou ruimte vrijkomen voor andere bedrijven, wonen en recreatie. De betrokken bedrijven krijgen te maken met lagere
grondkosten, en de werknemers ten slotte kunnen ‘buiten’ gaan wonen.
Zo ongeveer luidt de redenering achter het onderzoek Ruimte te over, ruimte tekort, dat deze week gepresenteerd werd 2. Onderzoekers
van de sectie Ruimtelijke economie van de RUG hebben uitgezocht wat er zou gebeuren, als in de komende jaren een kwart miljoen banen
die normaal in de Randstad zouden ontstaan, er niet daar maar in het Noorden bij zouden komen. Daarbij gaat het vooral om activiteiten
die niet sterk aan de Randstad gebonden zijn (in de zin dat de toeleveringen grotendeels van buiten de Randstad worden betrokken en
de productie grotendeels buiten de Randstad wordt afgezet), en daarnaast veel ruimte en/of transport benodigen: hoofdkantoren van
enkele vormen van dienstverlening, glastuinbouw, toerisme (verblijfsrecreatie), enkele vormen van industrie, hoger onderwijs,
gevangenissen, militaire oefenterreinen en de opvang van asielzoekers. Deze activiteiten zouden in eerste instantie 115.000 extra banen
voor het Noorden kunnen opleveren, waarna de bestedingen van de bedrijven, gebruikers (studenten, militairen) en werknemers de totale
banengroei in het Noorden op 250.000 zal brengen.
De gevolgen van dit ‘kwart miljoen’-scenario worden door de onderzoekers overwegend positief ingeschat. Het ruimtegebruik in het
Noorden zal intensiever worden maar niet in de mate dat ‘Randstad-achtige’ problemen te verwachten zijn, terwijl de vrijkomende ruimte in
de Randstad maatschappelijk zeer waardevol is. Vooral de waardering voor de woonomgeving zal hierdoor toenemen, zowel van de
Randstedelingen die naar het Noorden verhuizen als van hen die in de Randstad blijven. Winst wordt verder geboekt door vermindering
van de files, en lagere benodigde investeringen in wegen. Kortom: verschuiving van de groei van de werkgelegenheid naar het Noorden
levert een nationale winst op van tientallen miljarden guldens.
Zou het? In de berekeningen lijkt geen rekening gehouden met alle maatschappelijke kosten en baten. Zo bestaat de waardering voor een
woonomgeving uit méér dan de hoeveelheid groen in de buurt, en het is niet denkbeeldig dat andere aspecten (bereikbaarheid met het
openbaar vervoer, culturele voorzieningen) in het Noorden juist lager gewaardeerd worden. Voor bedrijven geldt iets dergelijks. In het
onderzoek wordt er vanuit gegaan dat bedrijven die veel ruimte gebruiken, veel transport benodigen en weinig handel drijven met andere
bedrijven in de Randstad, in het Noorden een zelfde productiviteit weten te realiseren dan in de Randstad. Dat lijkt echter moeilijk om in
het algemeen te bepalen, vooral omdat vele bindingen van bedrijven met hun omgeving niet direct tot uiting komen in toeleveringen of
verkopen: denk aan de aanwezigheid van geschoolde werknemers of mogelijkheden tot samenwerking met andere bedrijven en
kennisinstellingen (clusters). Zo is voor tuinders nabijheid van een veiling van enige omvang heel belangrijk, ook als ze via deze veiling
hun producten in een ver buitenland verkopen.
Hier wreekt zich dat de aandacht in het onderzoek sterk is gericht op de kosten en baten van ruimte en bereikbaarheid, terwijl dit voor
zowel bewoners als bedrijven slechts één aspect van de kwaliteit van een vestigingsplaats is. Wel een heel belangrijk aspect, maar dan
vaak eerder in de betekenis van ‘voorwaarde’, waarvan het belang in beeld komt als de voorkeur om zich ergens te vestigen om andere
redenen al is gevormd. Dat is een belangrijk probleem voor de economie van het Noorden, die immers als grootste comparatieve voordeel
‘ruimte te over’ heeft en bedrijven veel minder kan verleiden met de aanwezigheid van clusters.
De onderzoekers zouden echter wel eens gelijk kunnen hebben, dat met het schaarser worden ervan het belang van ruimte voor
bewoners en bedrijven toeneemt. Nu is vooral de rand van de Randstad populair, maar na verloop van tijd zal ook hier ruimtenood zich
doen gelden, vooral als de overheid de bescherming van Gelderse en Brabantse natuurgebieden serieus neemt. Het comparatieve
voordeel van het Noorden zal dan steeds meer gewaardeerd worden. Zodat ook in het Noorden de ruimte schaarser zal worden ..

1 Zie bijvoorbeeld W. van der Velden en E. Wever (red.), Nederland is meer dan de Randstad , Van Gorcum, Assen, 1995.
2 F.J. Sijtsma, T.M. Stelder, J.P. Elhorst, J. Oosterhaven en D. Strijker, Ruimte te over, ruimte tekort, Stichting Ruimtelijke Economie
Groningen, 1996.

Copyright © 1996 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl)

Auteur