De opkomst van agrarische
termijnmarkten
De prijsfluctuaties van landbouwprodukten nemen toe, en daarmee
de behoefte aan agrarische termijncontracten. Amsterdam heeft een
belangrijke agrarische termijnmarkt. Wordt Amsterdam bet agrarischtermijnmarktcentrum van Europa?
Agrarische termijnmarkten spelen
een belangrijke rol in de landbouw
en agribusiness om prijsrisico’s af te
dekken. De agrarische termijnmarkt
biedt landbouwers en ‘agribusiness’
ondernemingen de mogelijkheid om
hun marktrisico af te dekken door
het innemen van een tegenovergestelde positie op de termijnmarkt. Nederland speelt in Europa een leidende
rol in dit opzicht. Hierbij dient te worden opgemerkt, dat termijnmarkten
in Europa beduidend minder ver ontwikkeld zijn dan in de Verenigde Staten. Door de afschaffing van de landbouwsubsidies en de introductie van
milieu- en produktierechten worden
agrarische termijnmarkten een steeds
belangrijker instituut in de landbouw
en agribusiness.
Werking en nut van een
agrarische termijnmarkt
Op een agrarische termijnmarkt worden, net zoals op de effectieve markt,
contracten afgesloten voor koop en
verkoop van agrarische grondstoffen.
Levering en betaling geschieden echter niet meteen, maar op een toekomstig tijdstip. In feite wordt er op een
termijnmarkt niet gehandeld in goederen, maar in risico’s.
Zo kan een producent van aardappelen een deel van zijn geschatte
voorraad verkopen op een termijnmarkt, voordat de oogst plaatsvindt.
Op deze wijze ondervangt hij het risico van een prijsdaling van aardappelen in de periode tot aan de oogst.
De producent is in dit geval een ‘hedger’, een marktpartij die een prijsrisico op de effectieve markt afdekt door
het innemen van een tegenovergestelde positie op de termijnmarkt. Vaak
zullen zij de speculant als tegenpartij
vinden. De speculant neemt het prijs-
risco van de hedger over, tegen een
risicopremie uiteraard. Speculanten
zijn de smeerolie van de termijnmarkt.
In de meeste gevallen zullen de betrokken partijen niet de bedoeling
hebben om het daadwerkelijk tot levering of ontvangst te laten komen.
Dat is mogelijk door, voordat de leveringsmaand aanbreekt, op de termijnmarkt een transactie te doen die tegengesteld is aan de oorspronkelijke
transactie. De prijsverschillen tussen
de twee transacties worden contant
verrekend. De transactie op de termijnmarkt wordt dan uitsluitend aangegaan om het prijsrisico te vermijden, of juist over te nemen1.
Omvang van agrarische
termijnmarkten
Met een omzet van ruim 11 miljoen
contracten per jaar is het tarwetermijncontract van de Chicago Board of
Trade (CBOT) het belangrijkste agrarische termijncontract in de wereld. Op
de CBOT worden maar liefst zeven
verschillende agrarische produkten
verhandeld. Daarmee is de CBOT de
grootst termijnmarkt voor agrarische
produkten. Naast de CBOT zijn in de
Verenigde Staten de Chicago Mercantile Exchange en de Kansas City
Board of Trade belangrijke agrarische
termijnmarkten. In Europa zijn de
1. Zie voor de werking van termijnmarkten en de essentie van hedging, toegepast
op de financiele markten, A.W.A. Boot en
J.E. Ligterink, Hedging versus verzekeren,
ESB, 8 februari 1995, biz. 138-139; Waarom hedgen ESB, 1 maart 1995, biz. 210211; Derivaten: zinvolle toepassingen en
het grote onbegrip, ESB, 22 maart 1995,
biz. 292-293; en Naar een verantwoord
gebruik van derivaten, ESB, 5 april 1995,
biz. 334-337.
I
cao. In Amsterdam daarentegen worden Europese agrarische produkten
verhandeld zoals aardappelen, slachtvarkens en biggen.
Figuur 1 geeft inzicht in het volume verloop, het aantal termijncontracten dat jaarlijks op de ATA werd verhandeld, gedurende afgelopen vijf
sico’s. Een voorbeeld van een
gewas dat, onder invloed van
het GATT akkoord en de
afname van de
subsidie voor
graan, grotere
prijsfluctuaties
laat zien is het
handelsgewas
karwij. De prijsfluctuaties zijn
jaar. Op wereldniveau speelt Neder-
weergegeven in
London Commodity Exchange (LCE)
en de Agrarische Termijnmarkt Amsterdam (ATA) de grootste agrarische
termijnmarkten. In Londen worden
vooral overzeese agrarische produk-
ten verhandeld, zoals koffie en ca-
land, tot nu toe, een bescheiden rol
op het gebied van de agrarische termijnmarkten. Nog steeds voert de
Verenigde Staten de boventoon. Dit
kan in belangrijke mate worden toegeschreven aan het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de Europese
Figuur 2. De prijs per 10O kilo karwij op de Roterdamse
graanbeurs, 1990-1995
figuur 2. Zicht-
baar is dat de
bouwsubsidies in het kader van het
Macshany-plan van de Europese
Unie en het GATT-akkoord gaan de
agrarische grondstofprijzen meer fluc-
prijsfluctuaties de laatste jaren toenemen (overigens is de sterke stijging
in 1993 o.a. het gevolg van problemen in Oosteuropese landen bij de
export). Karwij wordt al eeuwenlang
in Nederland geteeld en verhandeld
via de Rotterdamse graanbeurs. Omdat vraag en aanbod vanuit de hele
wereld samenkomen in Rotterdam
vormen de prijzen in Rotterdam een
goede afspiegeling van de wereldmarkt.
Een andere ontwikkeling die bijdraagt aan het feit dat landbouwers
meer te maken krijgen met prijsfluctuaties is het feit dat de binding van
landbouwers met hun cobperatie afneemt. Door de grotere omvang van
de landbouwbedrijven wordt de afzet
van produkten vaker door de landbouwer zelf ter hand genomen. Dit
betekent dat de landbouwer niet een
gemiddelde prijs ontvangt zoals bij
een cooperatie, maar dat hij bewust
de markt opgaat om zijn produkten
zo goed mogelijk te verkopen. Deze
strategic houdt in dat de verwachte
tueren, waardoor producenten van
opbrengst van de landbouwer toe-
agrarische grondstoffen en de verwerkende industrie van agrarische grondstoffen bloot staan aan grotere prijsri-
verwachte opbrengst neemt ook toe,
Unie. Doordat voor veel agrarische
produkten, met name voor tarwe,
marktordeningen gelden, is het prijsrisico voor de agrarische producent en
de agribusiness gering en bestaat er
derhalve geen behoefte aan een
prijsrisico-instrument, in casu een
agrarische termijnmarkt. Echter bij
agrarische produkten welke niet on-
derhevig zijn aan marktordeningsmaatregelen, zoals slachtvarkens en
aardappelen, zien we dat de ATA
dominant is in Europa.
De behoefte aan
termijncontracten
Door de recente afname van de land-
neemt, echter de variantie van deze
omdat nu niet zoals bij afzet via cooperaties in de
Figuur 1. Het aantal verbandelde termijcontracten per
gemiddelde uitjaar op de ATA
betalingsprijs de
lage prijzen worden gecompenseerd door hoge
prijzen en vice
versa. Deze ontwikkeling naar
meer eigen afzetstrategieen door
landbouwers is
in de Verenigde
Staten verder
dan in
Nederland.
Wordt bijvoorbeeld de zuivel in Nederland gedomineerd door de cooperaties, in de Verenigde Staten wordt
steeds vaker de afzet van melk door
de melkveehouder zelf bepaald. Dit
is mede mogelijk door de grote omvang van melkveehouderijbedrijven.
De Chicago Mercantile Exchange
heeft op deze ontwikkeling
ingespeeld door in 1996 een melktermijncontract te lanceren.
De specialisatie van lanbouwbedrijven is er de oorzaak van dat veel
landbouwers voor een groot gedeelte
van hun inkomen afhankelijk zijn van
slechts een produkt. Dit betekent dat
prijsschommelingen van dat produkt
volledig doorwerken in het inkomen
en niet gecompenseerd worden door
andere geproduceerde produkten.
Niet alleen door de hervormingen
van het landbouwbeleid maar ook
door de introductie van produktierechten en milieurechten staan producenten van agrarische produkten in
toenemende mate bloot aan prijsrisico’s. In de Europese Unie zijn veel
landbouwkundige produktierechten
ge’introduceerd zoals suikerrechten,
zetmeelrechten en natuurlijk de alom
bekende melkrechten. Een landbou-
wer kan de betreffende produkten alleen produceren als hij in het bezit is
van produktierechten. Niet alleen
produktierechten maar ook milieurechten zoals mestproduktierechten
spelen een belangrijke rol in de landbouw . De handel in deze rechten is
van een niet te onderschatten om-
2. J.M.E. Pennings, M.T.G. Meulenberg en
W. Heijman, Environmental rights on the
future markets: an application to the
Dutch manure market, Environmental
and resource economics, te verschijnen in
1996.
vang. Zo wordt aan melkrechten alleen al in Nederland en Groot Brittannie tezamen, jaarlijks voor 2 miljard
gulden verhandeld3. De landbouwer
moet, als hij niet in het bezit is van
deze rechten of als hij wil uitbreiden,
rechten aankopen. De markt voor
deze rechten is niet transparent waardoor er geen duidelijke referentieprijs
bestaat. Er komen dan ook regionale
prijsverschillen en prijsschommelingen in de tijd voor. Ook hier wordt
de landbouwer, maar ook indirect de
agribusiness, aan prijsrisico’s blootgesteld.
Termijnmarkten in Europa
Bovengenoemde ontwikkelingen hebben de behoefte van de landbouw en
agribusiness aan termijnmarkten versterkt. Deze ontwikkelingen zijn niet
ongemerkt aan de verschillende termijnmarkten in Europa voorbij ge-
gaan. Grote financiele termijnmarkten zoals de Matif in Parijs en de LCE
in London hebben al enige nieuwe
agrarische termijncontracten geintroduceerd. Zo introduceerde de Matif
zeer recent het raapzaad-termijncontract. In Duitsland zal medio 1996 in
Hannover de WTB (Waren Termin
Borse) van start gaan.
ringsplaatsen enz. kennen. De ATA
doet uitgebreid onderzoek om de termijncontractspecificatie en het han-
delssysteem zo goed mogelijk af te
stemmen op de behoeften van de
hedgers en speculanten. Zo zal het
Europese tarwetermijncontract worden genoteerd in Duitse Marken, opdat dit contract voor de gehele Europese Unie kan dienen als prijsrisico
management instrument.
Niet alleen doet de ATA onderzoek
naar nieuwe termijncontracten voor
agrarische produkten. maar er vindt
ook onderzoek plaats om termijncontracten te noteren voor produktierech-
ten en milieurechten. Zo onderzoekt
de ATA de mogelijkheid van een termijncontract voor melkrechten. Dit
nieuwe termijncontract verschaft niet
alleen een prijsrisico management instrument maar maakt de markt voor
deze rechten doorzichtig en heeft
dan ook een belangrijke prijsinformatie-functie. Rechten hebben de prettige eigenschap dat zij volledig gestandaardiseerd zijn in de effectieve
markt, wat de termijncontractspecificatie sterk vergemakkelijkt. Niet alleen de ATA heeft zich op deze nieuwe markten gestort, in de Verenigde
Staten ontwikkelt de CBOT een termijncontract voor SO2-rechten .
strijd om de Europese agrarische termijnmarkt te zijn los gebarsten, en
Nederland speelt daar een belangrijke rol bij. Niet alleen worden door de
ATA nieuwe agrarische termijncontracten geintroduceerd, maar wordt
ook de mogelijkheid onderzocht van
termijncontracten voor milieu- en
produktierechten.
J.M.E. Pennings
M.T.G. Meulenberg
Beide auteurs zijn werkzaam aan de vakgroep Marktkunde en Marktonderzoek van
de Landbouw universiteit Wageningen.
J.M.E. Pennings is assistent-in-opleiding en
M.T.G. Meulenberg is hoogleraar Marktkunde en Marktonderzoek.
Nederland speelt een belangrijke
rol in deze nieuwe ontwikkelingen.
De ATA is in een ver stadium met de
opzet van een Europees tarwetermijncontract. De sleutel tot succes voor
dergelijke termijncontracten is een
contractspecificatie die voorziet in de
behoefte van de hedger en van de
speculant. Dit element van termijncontract-innovatie is voor landbouwprodukten een uiterst delicate zaak,
omdat de onderliggende produkten
van deze termijncontracten niet zijn
gestandaardiseerd maar een grote verscheidenheid van kwaliteiten, leve-
Conclusies
Door veranderingen in de landbouw
en agribusiness zoals de afschaffing
van de landbouwsubsidies in het kader van het MacSharry plan en de
GATT-overeenkomst, de eigen afzet-
3. J.B. van Dijk en J.M.E. Pennings, Quotahandel in de zes EU-landen, Boerderij/Vee-
strategie, de specialisatie van de land-
houderij, jg. 80, 1995, biz. 18-19.
bouwbedrijven en de introductie van
milieu- en produktierechten is het
prijsrisico voor de landbouwers en
agribusiness toegenomen. Het belang
van agrarische termijnmarkten kan
daarom toenemen. In Europa lijkt de
4. T.H. Tietenberg, Emissions trading an
exercise in reforming pollution policy,
Washington, 1985; R.L. Sander, Chicago
Board of Trade clean air futures for emissions allowances program risk management, Financial Exchange, jg. 10, 1991,
biz. 9-10.