Geld- en kapitaalmarkt
&0
Schuldherstructurering
DRS. A. VAN T VEER*
Inleiding
De mondiale economische en financiele
ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat een
toenemend aantal ontwikkelingslanden
werd genoodzaakt te onderhandelen over
een herstructurering van hun buitenlandse
schulden. Voor 1982 bleef het aantal herstructureringen steeds beperkt tot enkele,
qua omvang beperkte, gei’soleerde gevallen. Het afgelopen jaar deed zich een groter
aantal gevallen min of meer simultaan
voor, als gevolg waarvan de reeds bestaande spanningen op de Internationale financiele markten in kracht zorgwekkend toenamen 1).
In de nationale en Internationale pers lijken artikelen die een totale ineenstorting
van het Internationale monetaire systeem
voorspellen in de mode. Niet alleen wordt
hierbij vaak de huidige crisis achteraf op
heldere wijze voorspeld, sommigen gaan
nog verder en zien als gunstig neveneffect
van een eventuele Internationale bankcrisis de mogelijkheid voor de centrale banken om een totale geldsanering door te voeren.
Er zijn — en dat dient duidelijk te worden gesteld — zeker geen gronden aanwezig om de ernst van de schuldproblematiek
te bagatelliseren, maar wel bestaat er aanleiding om aandacht te schenken aan hetgeen tot nu toe is gedaan en ook bereikt om
de problemen het hoofd te bieden en een
escalatie te voorkomen. Deze positieve effecten worden onderbelicht.
De oorzaken
Dat in 1982 een aantal probleemgevallen zich min of meer simultaan voordeed
wordt grotendeels verklaard door drie factoren. Ten eerste werden de ontwikkelingslanden als gevolg van de langdurige recessie geconfronteerd met een sterke daling
van hun exportinkomsten. Ten tweede
hadden vele ontwikkelingslanden in 1980
en 1981 een omvangrijk beroep gedaan op
financieringsmiddelen met een korte looptijd. In verband met de olieprijsverhogingen en het mede daardoor versomberde internationale beeld was de bereidheid bij het
bankwezen om kredieten met langere looptijden te verstrekken afgenomen. Voortdurende hoge rentetarieven en de onevenwichtige looptijdstructuur van de schuld
ESB 23-3-1982
resulteerden in vele gevallen in een accumulatie van rente- en aflossingsverplichtingen. Wanneer in een dergelijk klimaat
enkele debiteurlanden in liquiditeitsproblemen geraken, dan kunnen — en dat is
de derde factor — ,,besmettingseffecten”
ontstaan, waardoor ook meer kredietwaardige
ontwikkelingslanden
met
liquiditeitsproblemen worden geconfronteerd.
Er dreigt dan een situatie te ontstaan
waarbij onvoldoende kredieten ter beschikking worden gesteld om een niet al te
abrupte aanpassing van het economisch
beleid mogelijk te maken. Enerzijds wensen de banken hun kredietverlening aan
een probleemland niet verder uit te breiden, anderzijds beseffen deze banken ook
dat zonder nieuwe kredieten de economische problemen van het betrokken land in
ernstige mate zullen worden vergroot en de
kans dat het land zijn kredietwaardigheid
herwint aanzienlijk wordt verkleind. Een
crediteurbank zal tegen die achtergrond
wel bereid zijn nieuw krediet te verstrekken, indien de zekerheid bestaat dat ook
alle andere betrokken banken hun bijdrage
leveren aan die noodzakelijke financiering.
Het is deze dreigende impasse die door het
Internationale Monetaire Fonds (IMF) in
samenwerking met de Bank voor Internationale Betalingen (BIS) is doorbroken en
waarmee een nieuwe vorm van internationale samenwerking op financieel terrein
zich lijkt te hebben ontwikkeld.
Alvorens in te gaan op deze bijzondere
vorm van internationale samenwerking,
waardoor het schuldherstructureringsproces in goede banen is geleid, eerst nog een
meer algemene opmerking over schuldherstructurering. Indien onder herstructurering van schulden zou worden verstaan het
proces waarbij vervallende schulden worden voldaan via het aantrekken van nieuwe kredieten, dan zou het laatste jaar ogenschijnlijk niets speciaals zijn gebeurd. Immers, op zich is het afiossen van schulden
met nieuw aangetrokken financieringsmiddelen niet bijzonder.
Een land staan drie middelen ter beschikking om zijn schulden af te lessen, te
weten via intering op zijn reserves, via het
tot stand brengen van een overschot op zijn
lopende rekening en via het aantrekken
van nieuwe kredieten. De meeste nietolieproducerende
ontwikkelingslanden
hebben al gedurende vele jaren een tekort
op hun lopende rekening, zodat voor het
voldoen aan aflossingsverplichtingen — en
gegeven de noodzaak een minimum aan reserves te handhaven — al vele jaren gebruik is gemaakt van nieuwe kredieten.
Zolang vertrouwen blijft bestaan in het gevoerde economische beleid behoeft het
aantrekken van nieuwe kredieten geen problemen op te leveren. Ook in het komende
decennium zullen de meeste ontwikkelingslanden per saldo tekorten op hun lopende rekening houden, als gevolg waarvan hun schulden zullen blijven toenemen.
Was in het bovengenoemde sprake van
een normaal proces, anders wordt het wanneer sprake is van een zogenaamde geforceerde herstructurering 2). Een dergelijke
situatie treedt op als het vertrouwen bij de
crediteuren volledig is verloren en de kredietverlening geheel of nagenoeg geheel tot
stilstand komt. Eerdergenoemde ,,besmettingseffecten” kunnen er dan vervolgens
toe leiden dat ook landen in de regie, waarvan het economisch beleid geen reden tot
bijzondere zorg geeft, de toegang tot de internationale kapitaalmarkt gesloten vinden. De financiering van de noodzakelijke
import is dan niet meer beschikbaar, tekorten aan goederen dreigen te ontstaan en de
produktie gaat teruglopen. Dit leidt dan
weer tot dalende exportopbrengsten. Het
land kan niet alleen zijn aflossingsverplichtingen niet meer nakomen, ook de
rentebetalingen moeten soms worden opgeschort.
Internationale samenwerking
Nu het aantal afgedwongen schuldherstructureringen sterk is toegenomen, zou
de behoefte kunnen ontstaan te gaan zoeken naar een meer systematische aanpak,
waarbij vaste procedures en afspraken worden gemaakt. Twee aspecten bemoeilijken
het brengen van systeem in het ,,non system”.
Ten eerste zijn er naast parallellen bij
schuldproblemen, die vaste procedures en
afspraken zouden kunnen rechtvaardigen,
nagenoeg altijd verschillen waardoor een
benadering ad hoc is te prefereren. Ten
tweede is het aantal betrokken partijen
veelal te groot. Naast het debiteurland, het
IMF en de Wereldbank zijn er veelal crediteuroverheden en tientallen, soms honderden banken betrokken. Indien langs bureaucratische weg zou worden gepoogd algemene richtlijnen op te stellen zullen, ge* De auteur is verbonden aan het economisch
bureau van de Amro-bank.
1) In ESB van 9 februari jl. is door drs. M. P. C.
Peters op zeer heldere wijze ingegaan op de belangrijkste oorzaken voor die crisis en op de
vraag of het internationale financiele stelsel bestand zou zijn tegen de in omvang en frequentie
toenemende schokken.
2) In vele gevallen zien de autoriteiten van een
land liquiditeitsproblemen tijdig aankomen.
Wanneer dan het economisch beleid tijdig wordt
aangepast — veelal in samenwerking met het
IMF — en met de belangrijkste crediteuren een
herstructurering van de schulden wordt overeengekomen, kan een escalatie van de problemen
worden voorkomen. Men spreekt dan ook wel
van een ,,stille herstructurering”.
275
zien de uiteenlopende belangen van partijen, compromissen onvermijdelijk blijken
te zijn. Het gevaar is dan zeer groot dat via
compromissen overeengekomen procedures en afspraken in voorkomende gevallen
de flexibiliteit bij het vinden van een oplossing verminderen en die oplossing eerder
zouden vertragen dan bespoedigen. Het
blijkt evenwel dat binnen dit ,,non system”
langs een evolutionair proces oplossingen
worden gevonden die zeer flexibel en pragmatisch zijn.
dinerende rol gaan spelen bij omvangrijke
schuldherstructureringen. Het is ook de organisatie bij uitstek om die functie te vervullen, een functie die geen legalisering behoeft.
maal noodzakelijke kredietslroom zijn
twee essentiele voorwaarden vervuld om
betrokken landen in staat te stellen hun
kredietwaardigheid te herwinnen. Alleen
dan zullen zij in de toekomst de voor hun
economische ontwikkeling noodzakelijke
Overige ontwikkelingen
externe financieringsmiddelen kunnen
blijven aantrekken.
A. van ‘t Veer
Behalve de genoemde Internationale sa-
menwerking zijn er nog enkele andere ontwikkelingen die enig optimisme kunnen
3) Recent stelde de belangrijkste economisch ad-
ziet, wordt veelal eerst met het IMF onderhandeld over een economisch stabilisatie-
rechtvaardigen. De nominale rentetarieven op de belangrijkste Internationale financiele markten zijn gedaald, waardoor
viseur van president Reagan, Martin Feldstein.
dat de banken hun rente-opslag die ze in rekening brengen bij kredietverlening aan
ontwikkelingslanden met 3 procentpunten zouden moeten verlagen. Een zeer opmerkelijke uit-
de rentelasten op kortlopende schulden en
spraak voor een adviseur van een regering waar-
programma en een daaraan gekoppeld
schulden met korte renteherzieningster-
IMF-krediet. Vervolgens vinden veelal on-
mijnen zijn verminderd. Het grootste deel
In het geval dat een land zich tot herstructurering van zijn schulden gedwongen
derhandelingen plaats met crediteuroverheden inzake de herstructurering van door
die overheden verstrekte zachte leningen
en gegarandeerde kredieten. Tot slot vinden onderhandelingen plaats met crediteurbanken.
vangemiddeld9,l% in 1978 naar 16,5% in
1981. Inmiddels is dit tarief gedaald tot onder de 10%. Voor een land als Brazilie be-
Er bleven tot voor kort evenwel twee
tekent 1 procentpunt rentedaling een lage-
zwakke punten bestaan. Ten eerste nemen
de onderhandelingen met het IMF enige
tijd in beslag en ter overbrugging van die
periode bestaat behoefte aan een overbrug-
re rentelast van ruim $ 500 mln. per jaar.
De opslag boven LIBOR, welke banken
in rekening brengen, is gezien de geschatte
risico’s enigszins opgelopen, maar de totale
van de schuld aan banken heeft een rente-
tarief gebaseerd op LIBOR (London interbank offer rate) en dit tarief was opgelopen
gingskrediet. De BIS heeft dan ook een zeer
rentelasten zijn aanzienlijk gedaald. Het
belangrijke bijdrage geleverd aan het verminderen van de spanningen op de inter-
oplopen van die opslag is noodzakelijk om
de trendmatige daling van de verhouding
tussen risicodragend vermogen en uitstaande vorderingen te keren. Alleen dan
nationale financiele markten door rechtstreeks overbruggingskredieten ter beschikking te stellen aan Hongarije, Argentinie,
Mexico en Brazilie.
kan het Internationale bankwezen in de
toekomst op verantwoorde wijze een rol
Ten tweede bestond er geen zekerheid
blijven spelen bij het voorzien in de nog
over de vraag of, nadat met het IMF een
groeiende financieringsbehoefte van ont-
aanpassingsprogramma was overeengeko-
wikkelingslanden 3).
men, het noodzakelijke bankkrediet ter beschikking zou worden gesteld. Aangezien
Naast de rentetarieven zijn ook de olieprijzen gedaald, waardoor de kredietbe-
er duidelijke aanwijzingen waren dat bij
een aantal grote probleemgevallen onvoldoende bankkrediet beschikbaar zou zijn,
heeft het IMF zijn kredietverlening hiervan
afhankelijk gesteld. De bij de kredietverlening aan die landen betrokken crediteurbanken werden zodoende onder druk gezet
om, min of meer naar verhouding van de
uitstaande vorderingen, nieuwe kredieten
ter beschikking te stellen. Hoewel soms het
woord ,,chantage” is gevallen, moet worden geconcludeerd dat het IMF in deze een
juist beleid heeft gevoerd. Overeenstemming tussen alle betrokken partijen was
mogelijk doordat er naast individuele belangen ook sprake was van een gemeenschappelijk belang, namelijk het scheppen
van voorwaarden waardoor de kredietwaardigheid van het land zo spoedig mogelijk kan worden herwonnen. Tijdens een
recente speech op de Universiteit van Neuchatel kon de ..managing director” van het
IMF, De Larosiere, dan ook stellen, dat
hoefte uit hoofde van de olie-import is afgenomen. In 1982 importeerden de nietolieproducerende
ontwikkelingslanden
ruim 1,8 mrd. barrels olie. ledere dollar
prijsdaling leidt derhalve tot een daling van
de olie-importrekening met $ 1,8 mrd.
Hier staat tegenover dat een verdere prijsdaling van olie de problemen van Mexico
kan vergroten. De nabijheid van de Verenigde Staten stelt dit land evenwel in staat
om dit effect via een groter afzetvolume gedeeltelijk te compenseren.
Tot slot zijn er tekenen die er op wijzen
dat in de Verenigde Staten een begin van
economisch herstel zich heeft ingezet. Indien in de loop van dit jaar ook in andere
gei’ndustrialiseerde landen de conjunctuur
gaat aantrekken, verbeteren de exportvooruitzichten voor ontwikkelingslanden.
Voor het herwinnen van hun kredietwaardigheid is het aantrekken van de wereldhandel een van de meest essentiele voorwaarden.
„(…) the IMF, BIS, central banks and
commercial banks have demonstrated
their capacity to handle crisis in full cooperation and in a quick, pragmatic and effective way”.
De door sommigen genoemde noodzaak
een speciaal ,,reschedulings”-instituut te
creeren voor schulden aan particuliere
Ten slotte
banken lijkt dan ook door de feiten te zijn
baar is gehouden. Via met het IMF overeengekomen economische herstelprogram-
achterhaald. Het IMF is zonder voorafgaande formele afspraken een grotere coor276
Geconcludeerd kan worden dat langs
evolutionaire weg een adequaat proces van
schuldherstructurering tot stand is gekomen waardoor de schuldsituatie hanteerma’s en het in stand houden van de mini-
van het economisch en financieel beleid in hoge
mate verantwoordelijk is geweest voor de bovengenoemde excessieve stijging van LIBOR.